31972R0100

Verordening (EEG) nr. 100/72 van de Commissie van 14 januari 1972 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen betreffende de denaturering van suiker voor voederdoeleinden

Publicatieblad Nr. L 012 van 15/01/1972 blz. 0015 - 0023
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 4 blz. 0069
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1972(I) blz. 0019
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 4 blz. 0069
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1972(I) blz. 0021
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 7 blz. 0119
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 5 blz. 0139
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 5 blz. 0139


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 100/72 VAN DE COMMISSIE

van 14 januari 1972

houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen betreffende de denaturering van suiker voor voederdoeleinden

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening nr . 1009/67/EEG van de Raad van 18 december 1967 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2727/71 ( 2 ) , en met name op artikel 9 , lid 8 , en artikel 38 ,

Overwegende dat Verordening ( EEG ) nr . 2049/69 van de Raad van 17 oktober 1969 houdende vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de denaturering van suiker voor voederdoeleinden ( 3 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2863/71 ( 4 ) , geen bepalingen meer bevat betreffende het toepassingsgebied van het denatureringspremiebewijs ; dat de uitvoeringsbepalingen op dit gebied zijn vastgesteld in Verordening ( EEG ) nr . 2061/69 van de Commissie van 20 oktober 1969 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen betreffende de denaturering van suiker voor voederdoeleinden ( 5 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 772/71 ( 6 ) ; dat Verordening ( EEG ) nr . 2061/69 reeds enige malen werd gewijzigd en dat andere belangrijke wijzigingen noodzakelijk blijken ; dat het derhalve , met het oog op de duidelijkheid , dienstig is de uitvoeringsbepalingen betreffende de denaturering van suiker voor voederdoeleinden in een nieuwe verordening bijeen te brengen ;

Overwegende dat de Verordening ( EEG ) nr . 2049/69 voorziet in twee methoden ter bepaling van de denatureringspremie , namelijk één waarbij deze op een uniform bedrag voor de gehele Gemeenschap en een andere waarbij deze bij openbare inschrijving wordt vastgesteld ; dat de details van een dergelijke openbare inschrijving in zeer grote mate kunnen worden afgestemd op die welke bij Verordening ( EEG ) nr . 394/70 ( 7 ) zijn vastgesteld voor de openbare inschrijving ter bepaling van de restitutie bij uitvoer van suiker ;

Overwegende dat het noodzakelijk is vast te stellen op welke voorwaarden een denatureringspremiebewijs verkregen kan worden , waarbij tevens enkele administratieve voorschriften betreffende dit bewijs nader dienen te worden geregeld ;

Overwegende dat , gezien met name het gewichtsverlies dat zich in het algemeen voordoet bij denaturering , een zekere marge moet worden gelaten tussen de gedenatureerde hoeveelheid suiker en de in het denatureringspremiebewijs vermelde hoeveelheid ; dat een marge in dezelfde orde van grootte aangehouden kan worden bij de berekening van de waarborgen die wordt verbeurd wanneer slechts een deel van de in dit bewijs vermelde hoeveelheid suiker gedenatureerd wordt ;

Overwegende dat het voor de goede werking van een gemeenschappelijke markt noodzakelijk is dat de voorschriften een zo groot mogelijke doorstroming op de markt mogelijk maken ; dat hiertoe bepaald dient te worden dat het denatureringspremiebewijs met inachtneming van bepaalde formaliteiten overgedragen of verhandeld kan worden ; dat het bovendien dienstig is om het denatureringspremiebewijs dat het recht op betaling van de premie en de verplichting tot denaturering van de betrokken suiker vestigt , geldigheid te verlenen voor een periode die de veevoederfabrikant in staat stelt maatregelen op lange termijn te nemen ;

Overwegende dat de denatureringspremie slechts kan worden verleend voor suiker voor voederdoeleinden ; dat het daarom noodzakelijk is speciale denatureringsmethoden vast te stellen die toegepast moeten worden ter verkrijging van de denatureringspremie ; dat het verder noodzakelijk is een strikte controle op de denaturering en met name een voorafgaande erkenning van de plaats van denaturering in te voeren ;

Overwegende dat het , daar de gedenatureerde suiker slechts mag worden gebruikt voor voederdoeleinden , noodzakelijk is dat de Lid-Staten hiertoe de nodige maatregelen treffen ;

Overwegende dat de ervaring heeft geleerd dat de controles op de in deze verordening omschreven denatureringsmiddelen voor eenzelfde produkt soms tot resultaten kunnen leiden die verschillen van die welke in de definities zijn vastgesteld ; dat het mogelijk is dat deze resultaten niet absoluut nauwkeurig zijn ; dat het dienstig is een zekere tolerantie ten opzichte van de vereiste minimumgehalten toe te staan ;

Overwegende dat de voederwaarde van ruwe suiker hoofdzakelijk afhangt van het gehalte aan saccharose ; dat het derhalve dienstig is de premie van ruwe suiker van een andere kwaliteit dan de standaardkwaliteit aan te passen aan het rendement van de betreffende suiker ;

Overwegende dat het economisch juist kan zijn om de premies aan te passen , wanneer zich in een bepaald tijdsverloop wijzigingen voordoen van de prijzen in de suikersector ;

Overwegende dat het , om inachtneming van alle voorschriften betreffende de denaturering te garanderen , dienstig is te bepalen dat de premie slechts betaald zal worden na de denaturering overeenkomstig genoemde voorschriften ; dat het om een groot aantal kostbare controlemaatregelen te vermijden , dienstig is de mogelijkheid tot het betalen van voorschotten op de denatureringspremie uit te sluiten ;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor suiker ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

TITEL I

Procedure van openbare inschrijving

Artikel 1

In de inschrijvingsvoorwaarden kan een maximumhoeveelheid worden vermeld .

Artikel 2

1 . De inschrijving voor de vaststelling van de premies wordt gehouden door het betrokken interventiebureau .

2 . Het interventiebureau stelt een bericht van inschrijving op . Dit bericht wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen . Bovendien kan het interventiebureau het bericht van inschrijving elders bekendmaken of doen bekendmaken .

3 . De bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen vindt plaats ten minste tien dagen voor het verstrijken van de termijn voor het indienen van de aanbiedingen .

4 . In het bericht van inschrijving worden de inschrijvingsvoorwaarden vermeld , waaronder eventueel het maximumbedrag van de denatureringspremie , de minimumhoeveelheid per aanbieding en de maximumhoeveelheid per inschrijver .

Artikel 3

1 . Indien gezien de situatie op de suikermarkt in de Gemeenschap zulks gewenst voorkomt , kan een permanente openbare inschrijving worden gehouden .

Tijdens de geldigheidsduur van de permanente inschrijving worden deelinschrijvingen gehouden .

2 . Het bericht van permanente inschrijving wordt slechts bekendgemaakt bij de openstelling van de permanente inschrijving . Het bericht kan tijdens de geldigheidsduur van de permanente inschrijving gewijzigd of door een nieuw vervangen worden . Het wordt gewijzigd of vervangen , indien de inschrijvingsvoorwaarden tijdens de geldigheidsduur gewijzigd worden .

3 . De termijn voor het indienen van de aanbiedingen voor de eerste deelinschrijving :

a ) gaat in op de dag van de bekendmaking van het bericht van permanente inschrijving in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen en

b ) verstrijkt te 9.30 uur op de eerste woensdag na de tiende dag volgende op die van de bekendmaking .

4 . De termijn voor het indienen van de aanbiedingen voor de tweede en volgende deelinschrijvingen :

a ) gaat in op de eerste werkdag na het verstrijken van de vorige termijn en

b ) verstrijkt te 9.30 uur op de woensdag van de daarop volgende week .

5 . In geval van een permanente openbare inschrijving gelden de navolgende artikelen van deze titel voor iedere deelinschrijving .

Artikel 4

1 . Gegadigden nemen aan de inschrijving deel voor schriftelijke aanbiedingen tegen ontvangstbewijs of per aangetekende brief , telex of telegram in te dienen bij het interventiebureau .

2 . In de aanbieding worden vermeld :

a ) het referentienummer van de inschrijving ,

b ) naam en adres van de inschrijver ,

c ) aard en totale hoeveelheid te denatureren suiker ,

d ) de voorgestelde denatureringspremie per 100 kilogram , uitgedrukt in de munteenheid van de Lid-Staat onder wie het bureau , waarbij de aanbieding is ingediend , ressorteert .

De interventiebureaus kunnen aanvullende gegevens verlangen .

3 . Een aanbieding is slechts geldig :

a ) indien voor het verstrijken van de termijn voor het indienen van de aanbiedingen het bewijs is geleverd dat de inschrijvingswaarborg is gesteld ,

b ) indien zij een verklaring van de inschrijver bevat waarbij deze zich verbindt voor de te denatureren hoeveelheid suiker waarvoor hem eventueel een denatureringspremie , hierna te noemen " premie " , wordt toegewezen , een denatureringspremiebewijs , hierna te noemen " bewijs " , aan te vragen en de hiervoor vereiste waarborg te stellen .

4 . In een aanbieding kan worden vermeld dat zij slechts als ingediend wordt beschouwd indien de toewijzing betrekking heeft op de gehele in de aanbieding vermelde hoeveelheid of een bepaald deel daarvan .

5 . Een aanbieding die niet wordt ingediend overeenkomstig het bepaalde in dit artikel of die andere voorwaarden bevatten dan vermeld in het bericht van inschrijving wordt niet in aanmerking genomen .

6 . Een gedane aanbieding kan niet worden ingetrokken .

Artikel 5

1 . De inschrijvingswaarborg bedraagt 0,5 rekeneenheid per 100 kilogram witte of ruwe suiker .

2 . De waarborg wordt naar keuze van de inschrijver gesteld in contanten of in de vorm van een garantie van een instelling die beantwoord aan de criteria , vastgesteld door de Lid-Staten waar de aanbieding wordt gedaan . De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de categorieën instellingen die bevoegd verklaard zijn tot borgstelling alsmede van de in de voorgaande alinea bedoelde criteria .

De Commissie geeft de andere Lid-Staten daarvan kennis .

Artikel 6

1 . De aanbiedingen worden onderzocht door het interventiebureau ; dit onderzoek is niet openbaar . De personen die bij het onderzoek worden toegelaten zijn tot geheimhouding verplicht .

2 . De ingediende aanbiedingen worden onverwijld aan de Commissie medegedeeld .

Artikel 7

1 . Afgezien van het geval dat wordt besloten geen gevolg te geven aan de inschrijving en onverminderd het bepaalde in lid 2 en lid 3 , geschiedt de toewijzing aan elke inschrijver wiens aanbieding het maximumbedrag van de premie niet overschrijdt .

2 . Wanneer voor de inschrijving een maximumhoeveelheid is vastgesteld , geschiedt de toewijzing aan de inschrijver in wiens aanbieding de laagste premie wordt voorgesteld . Indien de maximumhoeveelheid met deze aanbieding niet volledig is uitgeput , geschiedt de toewijzing aan de inschrijvers naar gelang van de hoogte van de voorgestelde premie , beginnende met het laagste bedrag .

3 . Indien de in lid 2 bedoelde methode er echter toe zou leiden dat door het in aanmerking nemen van een aanbieding de maximumhoeveelheid wordt overschreden , geschiedt de toewijzing aan de betrokken inschrijver slechts voor de hoeveelheid waarmede de maximumhoeveelheid wordt uitgeput . Wanneer voor de aanbiedingen dezelfde premies worden voorgesteld en bij aanvaarding van alle daarin vermelde hoeveelheden de maximumhoeveelheid zou overschreden worden , worden de aanbiedingen in aanmerking genomen naar rato van de in elke aanbieding vermelde hoeveelheid .

Artikel 8

1 . Toewijzing vestigt :

a ) het recht op afgifte , voor de toegewezen hoeveelheid waardoor de premie is toegekend , van een bewijs dat met name de in de aanbieding vermelde premie aangeeft ,

b ) de verplichting om voor deze hoeveelheid een dergelijk bewijs aan te vragen bij het interventiebureau waarbij de aanbieding is ingediend .

2 . Het recht en de verplichting , voortvloeiende uit de toewijzing , zijn niet overdraagbaar . Het recht wordt uitgeoefend en aan de verplichting wordt voldaan binnen achttien dagen na de dag waarop de termijn voor het indienen van de aanbieding verstrijkt .

Artikel 9

1 . Het interventiebureau stelt alle inschrijvers onmiddellijk in kennis van het resultaat van hun inschrijving . Voorts zendt dit bureau aan de inschrijvers aan wie toewijzing geschied een bericht van toewijzing .

2 . In het bericht van toewijzing worden ten minste vermeld :

a ) het referentienummer van de inschrijving ,

b ) de hoeveelheid waarvoor de premie wordt toegekend ,

c ) de voor de sub b ) bedoelde hoeveelheid te betalen premie .

Artikel 10

1 . Behoudens overmacht wordt de inschrijvingswaarborg slechts vrijgegeven voor de hoeveelheid waarvoor :

a ) de inschrijver

- de aanbieding niet heeft ingetrokken ,

en

- binnen de vastgestelde termijn en na aan de vereiste voorwaarden te hebben voldaan , een bewijs heeft aangevraagd ,

of waarvoor

b ) niet op de aanbieding is ingegaan .

2 . De waarborg wordt onmiddellijk vrijgegeven .

3 . In geval van overmacht stelt het interventiebureau de maatregelen vast die het op grond van de aangevoerde omstandigheid noodzakelijk acht .

TITEL II

Denatureringspremiebewijs

Artikel 11

1 . Het bewijs wordt slechts op aanvraag afgegeven ; deze aanvraag moet worden ingediend voor de denaturering .

2 . Na ontvangst van deze aanvraag , gaan de bevoegde instanties van de Lid-Staten slechts tot afgifte van een bewijs over , als :

a ) op het tijdstip van indiening van de aanvraag :

- een voor de gehele Gemeenschap uniform vastgestelde premie van toepassing is

of

- aan de aanvrager een premie is toegewezen

en

b ) het bewijs wordt geleverd dat de aanvrager een waarborg heeft gesteld als garantie dat de denaturering zal worden uitgevoerd tijdens de geldigheidsduur van het bewijs .

Artikel 12

1 . De aanvraag om afgifte van het bewijs wordt schriftelijk ingediend .

2 . In de aanvraag worden vermeld :

a ) naam en adres van de aanvrager ,

b ) aard en totale hoeveelheid van de te denatureren suiker ,

c ) eventueel het referentienummer van het bericht van toewijzing .

De bevoegde instanties van de Lid-Staten kunnen aanvullende gegevens verlangen .

Artikel 13

1 . De bevoegde instanties van de Lid-Staten gebruiken voor dit bewijs , onverminderd het bepaalde in deze verordening , eigen formulieren .

2 . In het bewijs worden met name vermeld :

a ) naam en adres van de rechthebbende ;

b ) dag van indiening van de aanvraag ;

c ) aard en totale hoeveelheid van de te denatureren suiker ;

d ) de minimaal per dag op dezelfde plaats te denatureren hoeveelheid suiker ;

e ) naar gelang van het geval , en uitgedrukt in de munteenheid van de Lid-Staat die het bewijs afgeeft

- de voor de betrokken kwaliteit suiker voor de gehele Gemeenschap uniform vastgestelde premie , die geldt op de dag van indiening van de aanvraag ,

- de bij inschrijving vastgestelde premie ;

f ) de laatste dag van de geldigheidsduur van het bewijs .

3 . Het bewijs wordt ten minste in twee exemplaren opgemaakt . Het ene exemplaar is bestemd voor de rechthebbende , het andere voor de bevoegde instantie van de Lid-Staat die het opstelt .

Artikel 14

1 . De afgifte van het bewijs vestigt :

a ) na de denaturering het recht op betaling voor de betrokken hoeveelheid , van de in het bewijs vermelde premie ,

b ) de verplichting tot denaturering van de suiker onder de in het bewijs vermelde voorwaarden .

2 . Wanneer de hoeveelheid gedenatureerde suiker ten hoogste 2 % groter is dan de in het bewijs vermelde hoeveelheid , wordt deze geacht gedenatureerd te zijn op grond van dit document .

3 . Wanneer de hoeveelheid gedenatureerde suiker ten hoogste 2 % kleiner is dan de in het bewijs vermelde hoeveelheid , wordt de verplichting tot denaturering geacht te zijn nagekomen .

Artikel 15

1 . De verplichting voortvloeiende uit het bewijs is niet overdraagbaar . Het recht voortvloeiende uit het bewijs kan door de rechthebbende op het bewijs tijdens de geldigheidsduur hiervan worden overgedragen .

2 . De overdracht van een bewijs kan :

a ) slechts plaatsvinden ten gunste van één enkele cessionaris ,

en

b ) slechts op de gehele in het bewijs vermelde hoeveelheid betrekking hebben .

3 . De overdracht wordt van kracht met ingang van de inschrijving op het bewijs , door de bevoegde instantie van de Lid-Staat die dit heeft afgegeven , van de naam en het adres van de cessionaris en van de datum van de inschrijving , gewaarmerkt door de plaatsing van het stempel van deze instantie .

Deze inschrijving geschiedt op verzoek van de rechthebbende . De cessionaris kan zijn recht niet overdragen noch retrocederen .

Artikel 16

1 . Het bewijs is geldig vanaf de dag van afgifte tot het einde van de elfde maand volgende op die waarin het werd afgegeven . Het bewijs wordt geacht te zijn afgegeven op de dag van indiening van de aanvraag bij de bevoegde instantie van de betrokken Lid-Staat .

2 . De aanvragen om bewijzen die door genoemde instantie ontvangen zijn , hetzij op een dag die voor haar geen werkdag is , hetzij op een dag die voor haar een werkdag is , doch na 16.00 uur , worden geacht te zijn ingediend op de eerste werkdag die volgt op de dag van hun ontvangst .

3 . Gedurende de periode waarin Italië de zogenaamde zomertijd toepast wordt de in lid 2 bepaalde tijdslimiet in deze Lid-Staat een uur later gesteld .

Artikel 17

1 . De denatureringswaarborg bedraagt één rekeneenheid per 100 kilogram suiker .

2 . De waarborg wordt naar keuze van de aanvrager gesteld in contanten of in de vorm van een garantie van een instelling die beantwoordt aan de criteria van de Lid-Staat waar het bewijs wordt aangevraagd .

Het bepaalde in artikel 5 , lid 2 , tweede alinea , is van toepassing .

Artikel 18

1 . Onverminderd het bepaalde in lid 2 , wordt , indien de verplichting tot denaturering niet is nagekomen , de waarborg verbeurd naar rato van een hoeveelheid gelijk aan het verschil tussen :

a ) 98 % van de in het bewijs vermelde hoeveelheid suiker

en

b ) de werkelijk gedenatureerde hoeveelheid suiker .

Indien evenwel de gedenatureerde hoeveelheid suiker minder dan 2 % van de in het bewijs vermelde hoeveelheid bedraagt , wordt de waarborg geheel verbeurd .

2 . Wanneer de denaturering niet onder de in het bewijs vermelde voorwaarden kan plaats vinden als gevolg van omstandigheden die als overmacht moeten worden beschouwd , stelt , wanneer een verzoek is gedaan om met deze omstandigheden rekening te houden , de betrokken Lid-Staat de maatregelen vast die hij in verband met de aangevoerde omstandigheid noodzakelijk acht .

3 . De waarborg wordt onmiddellijk vrijgegeven wanneer de suiker is gedenatureerd onder de in het bewijs vermelde voorwaarden .

TITEL III

De denaturering

Artikel 19

1 . De Lid-Staten wijzen de instanties aan die bevoegd zijn tot de controle van de denaturering en die moeten waarborgen dat de aldus gedenatureerde suiker slechts zal worden gebruikt voor voederdoeleinden .

2 . De denaturering vindt plaats in de door de Lid-Staat op wiens grondgebied de denaturering wordt uitgevoerd erkende bedrijven .

De Lid-Staten erkennen slechts suikerfabrieken , mengvoederfabrieken of opslagplaatsen waar de controle op de denaturering doeltreffend kan plaatsvinden .

3 . De minimaal per dag op één en dezelfde plaats te denatureren hoeveelheid wordt vastgesteld op 20 ton .

De Lid-Staten kunnen evenwel een andere minimumhoeveelheid vaststellen .

4 . De betrokkene verstrekt aan de in lid 1 bedoelde instantie schriftelijk , en zo tijdig dat controle kan plaatsvinden , de volgende gegevens :

a ) naam en adres ,

b ) aard en hoeveelheid van de te denatureren suiker ,

c ) plaats van de denaturering ,

d ) het voor de denaturering voorziene tijdvak .

De Lid-Staten kunnen aanvullende gegevens verlangen .

Artikel 20

1 . Wanneer de rechthebbende of de cessionaris van een bewijs voornemens is suiker te denatureren in een andere Lid-Staat dan die waarin het bewijs is afgegeven :

a ) zendt hij het bewijs terug aan de bevoegde instantie van de Lid-Staat die dit heeft afgegeven , hierna te noemen " instantie van afgifte " en stelt haar schriftelijk in kennis van zijn voornemen ,

b ) dient hij bij de bevoegde instantie van de Lid-Staat waar de denaturering zal plaatsvinden , hierna te noemen " instantie van betaling " , een aanvraag in om afgifte van een bewijs ter vervanging van het eerste .

2 . In het geval van lid 1 :

a ) zendt de instantie van afgifte het bewijs , na controle van de echtheid ervan , onverwijld aan de instantie van betaling ;

b ) de instantie van betaling geeft een nieuw bewijs af , waarin ten minste alle gegevens worden vermeld die het door de instantie van afgifte verstrekte bewijs bevatte en met name de datum van indiening van de aanvraag . De in artikel 13 , lid 2 , sub d ) , bedoelde vermelding wordt evenwel , voor zover nodig , door de instantie van betaling gewijzigd ;

c ) stelt de instantie van betaling , zodra de betrokken hoeveelheid suiker is gedenatureerd onder de in het bewijs vermelde voorwaarden , de instantie van afgifte hiervan in kennis met het oog op de toepassing van het bepaalde in artikel 18 .

Artikel 21

1 . De premie wordt betaald door de Lid-Staat op wiens grondgebied de denaturering is uitgevoerd .

2 . De premie wordt slechts betaald indien :

a ) de suiker onder controle in een erkend bedrijf en volgens één van de in de bijlage vermelde methoden is gedenatureerd

en

b ) de per dag op dezelfde plaats gedenatureerde hoeveelheid suiker

- ten minste twintig ton bedraagt of

- ten minste gelijk is aan de minimumhoeveelheid die door de in lid 1 bedoelde Lid-Staat is vastgesteld .

Artikel 22

1 . De voor ruwe suiker van een kwaliteit welke afwijkt van de standaardkwaliteit wordt met een coëfficiënt vermenigvuldigd .

2 . Deze coëfficiënt is gelijk aan het rendement van de betrokken ruwe suiker , gedeeld door 92 . Het rendement wordt berekend volgens de bepalingen van artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 431/68 van de Raad van 9 april 1968 houdende vaststelling van de standaardkwaliteit voor ruwe suiker en van de plaats van grensoverschrijding van de Gemeenschap voor de berekening van de c.i.f.-prijzen in de sector suiker ( 8 ) .

Artikel 23

Wanneer gedurende het tijdvak tussen :

- de aanvraag van de premie , wanneer het gaat om de uniform vastgestelde premie of

- het ogenblik waarop de termijn voor het indienen van de aanbiedingen verstrijkt , wanneer het gaat om een bij inschrijving vastgestelde premie

en het ogenblik van de denaturering een wijziging plaatsvindt van de prijzen vastgesteld krachtens Verordening nr . 1009/67/EEG , kunnen de premies worden aangepast .

Artikel 24

1 . De premie wordt betaald :

a ) op zijn vroegst na overlegging van het bewijs dat de denaturering van de suiker is uitgevoerd onder de in het bewijs vermelde voorwaarden ,

b ) op zijn laatst aan het einde van de maand volgende op die van de overlegging van het sub a ) bedoelde bewijs .

2 . Voorschotten op de premie zijn niet toegestaan .

TITEL IV

Algemene bepalingen

Artikel 25

1 . Bij verzending van gedenatureerde suiker van een Lid-Staat naar een andere Lid-Staat kan het bewijs dat het om suiker gaat die volgens één van de in de bijlage vermelde methoden is gedenatureerd , alleen geleverd worden door overlegging aan de Lid-Staat van bestemming , hetzij van een document T 2 bedoeld in artikel 39 van Verordening ( EEG ) nr . 542/69 ( 9 ) , hetzij van een document T 2 L bedoeld in artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 2313/69 ( 10 ) , dat in vak 31 , behalve de omschrijving der goederen één van de volgende aantekeningen bevat :

" Denaturierter Zucker "

" Sucre dénaturé "

" Zucchero denaturato "

" Gedenatureerde suiker " .

2 . De in lid 1 bedoelde aantekening wordt door de bevoegde instantie van de Lid-Staat van verzending slechts aangebracht indien de betrokken suiker volgens één der in lid 1 bedoelde methoden is gedenatureerd . Voorts moet bij deze aantekening de aard en de hoeveelheid van het gebruikte denatureringsmiddel per 100 kilogram suiker worden aangegeven .

Artikel 26

De door deze verordening vereiste hoeveelheden dienen , voor ruwe suiker , te worden verstaan in gewicht tel quel .

Artikel 27

Verordening ( EEG ) nr . 2061/69 wordt ingetrokken .

Zij blijft evenwel van toepassing voor verrichtingen waarvoor tijdens de geldigheidsduur van die verordening een bewijs is afgegeven .

Artikel 28

Deze verordening treedt in werking op 15 januari 1972 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 14 januari 1972 .

Voor de Commissie

De Voorzitter

Franco M . MALFATTI

( 1 ) PB nr . 308 van 18 . 12 . 1967 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 282 van 23 . 12 . 1971 , blz . 8 .

( 3 ) PB nr . L 263 van 21 . 10 . 1969 , blz . 1 .

( 4 ) PB nr . L 288 van 31 . 12 . 1971 , blz . 1 .

( 5 ) PB nr . L 263 van 21 . 10 . 1969 , blz . 19 .

( 6 ) PB nr . L 85 van 15 . 4 . 1971 , blz . 18 .

( 7 ) PB nr . L 50 van 4 . 3 . 1970 , blz . 1 .

( 8 ) PB nr . L 89 van 10 . 4 . 1968 , blz . 3 .

( 9 ) PB nr . L 77 van 29 . 3 . 1969 , blz . 1 .

( 10 ) PB nr . L 295 van 24 . 11 . 1969 , blz . 8 .

BIJLAGE

I . Algemene voorwaarden

Indien bij officiële controles op de produkten die gebruikt zijn voor de denaturering en die sub III zijn gedefinieerd een afwijking wordt vastgesteld tussen de uitslag van de controle en het voor de bestanddelen waaruit deze produkten bestaan vereiste minimumgehalte , zijn de volgende toleranties toegestaan :

a ) voor ruw eiwit : 2 eenheden ,

b ) totaal vet 10 % van het vereiste minimumgehalte ,

c ) vocht , calcium en calciumcarbonaat : 1 eenheid .

II . Denatureringsmethoden

1 . Indien de suiker bestemd is voor voederdoeleinden , geschiedt de denaturering door het gelijkmatig mengen van 100 kilogram suiker met ten minste

a ) hetzij 2,5 kilogram vismeel of diermeel en 1 kilogram zwelstijfsel met hoge viscositeit ,

b ) hetzij 4 kilogram krijt en 1 kilogram fenegriek .

Indien vismeel wordt gebruikt , mag in plaats van 1 kilogram zwelstijfsel met hoge viscositeit 1 kg al dan niet gedenatureerd zout worden gebruikt .

2 . Indien de suiker bestemd is voor verwerking in mengvoeder voor de vervaardiging van dat mengvoeder een fysische controle wordt uitgevoerd , mag de betrokken Lid-Staat op verzoek van de belanghebbende toestaan dat de denaturering geschiedt door het gelijkmatig mengen van ten minste 3,5 kilogram al dan niet gedenatureerd zout met 100 kilogram suiker , dit op voorwaarde dat de op deze wijze gedenatureerde suiker wordt opgelost met ten minste 25 kilogram zwelstijfsel en vervolgens wordt gedroogd met gebruikmaking van een walsprocédé .

3 . Indien de suiker bestemd is voor de voeding van bijen , geschiedt de denaturering door het gelijkmatig mengen van 100 kilogram suiker met

a ) hetzij 0,050 kilogram octoacetylsaccharose ,

b ) hetzij 0,125 kilogram knoflookpoeder met 0,050 kilogram plantenkool in poedervorm ,

c ) hetzij 0,250 kilogram ijzeroxyde .

4 . Indien de suiker bestemd is voor het inkuilen van groenvoer , geschiedt de denaturering :

a ) hetzij overeenkomstig het bepaalde in lid 1 , sub a ) ,

b ) hetzij overeenkomstig het bepaalde in lid 1 , sub b ) ,

in dat geval mag de 4 kilogram krijt vervangen worden door 2 kilogram zwelstijfsel met hoge viscositeit ,

c ) hetzij door het gelijkmatig mengen van 100 kilogram suiker met 25 kilogram al dan niet gedenatureerd zout en 1,9 kilogram ferrosulfaat en 0,01 - 0,03 kilogram patentblauw V ( EEG-nr . : E 131 ) .

III . Omschrijvingen

In de zin van deze verordening wordt verstaan onder :

1 . " vismeel " het produkt

a ) verkregen door het drogen en malen van verschillende vissen of delen van vissen ,

b ) met een ruweiwitgehalte van ten minste 55 % , berekend op een produkt met een vochtigheid van 12 % ,

c ) met een gehalte aan totaal vet van ten minste 6 % , berekend op de droge stof ,

d ) met de daarvoor kenmerkende geur ;

2 . " diermeel " het produkt

a ) verkregen door het drogen en malen , na behandeling met oververhitte stoom eventueel gevolgd door ontvetting , met behulp van een afscheidingsprocédé , van warmbloedige landdieren of delen hiervan ,

b ) praktisch vrij van haar , veren , hoorn , hoeven , huid en van de inhoud van maag en ingewanden ,

c ) met een ruweiwitgehalte van ten minste 50 % , berekend op een produkt met een vochtigheid van 12 % ,

d ) met een gehalte van totaal vet van ten minste 6 % , berekend op de droge stof ;

3 . " krijt " het produkt

a ) bevattende ten minste 90 % calciumcarbonaat ( CaCO3 ) ,

b ) dat bij analyse 35 % of meer calcium ( Ca ) bevat ;

4 . " fenegriek " ( trigonella phoenum graecum ) : het produkt

a ) met de daarvoor kenmerkende geur ,

b ) dat trigonelline bevat ,

c ) dat bij analyse ten minste 25 % ruweiwit bevat en ten minste 5 % aan totaal vet ;

5 . " zwelstijfsel met hoge viscositeit " : een zetmeel , ook indien gemodifieerd , dat minimumeigenschappen ten aanzien van de remming van de filtrering moet hebben , die met de hieronder omschreven proef moeten worden aangetoond :

In een bekerglas aanmaken :

99 gram witte kristalsuiker ,

1 gram van het te beproeven monster ,

200 ml water toevoegen ,

Het mengsel gedurende 3 uur op een temperatuur van 25 * C roeren .

Op de volgende wijze de filtreerproef nemen :

20 ml van het mengsel gieten op een Buechnertrechter met een diameter van 45 mm , bedekt met asvrij filtreerpapier van het type Schleicher en Schuell ( Prolabo bande noire ) , die geplaatst is op een kolf onder een onderdruk van 10 cm kwik .

In twee minuten mag niet meer dan 6 ml door het filter zijn gegaan ;

6 . " zout " : natriumchloride ( NaCl ) ;

7 . " ijzeroxyde " : het produkt dat ten minste 50 % Fe2 O3 bevat , donkerrood tot bruin gekleurd is , alsook zo fijn verpulverd dat ten minste 90 % ervan door een zeef met een binnenwerks gemeten maasbreedte van 0,10 mm gaat .