31972L0097

Richtlijn 72/97/EEG van de Raad van 7 februari 1972 houdende verlenging van de termijn bedoeld in artikel 7, lid 1, sub C, van de Richtlijn van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens

Publicatieblad Nr. L 038 van 12/02/1972 blz. 0095 - 0095
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1972(I) blz. 0088
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1972(I) blz. 0094
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 7 blz. 0152
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 5 blz. 0165
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 5 blz. 0165


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 7 februari 1972

houdende verlenging van de termijn bedoeld in artikel 7 , lid 1 , sub C , van de richtlijn van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens

( 72/97/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 43 en 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ,

Overwegende dat in de richtlijn van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij de richtlijn van de Raad van 19 juli 1971 ( 2 ) , in artikel 7 , lid 1 , als gewijzigd bij de richtlijn van de Raad van 13 juli 1970 ( 3 ) , wordt bepaald , dat de landen van bestemming algemene of beperkte vergunningen mogen verstrekken op grond waarvan bepaalde dieren naar hun grondgebied kunnen worden overgebracht ;

Overwegende dat uit punt C van de vorenbedoelde bepaling blijkt dat voor runderen die bestemd zijn voor de produktie van vlees en minder dan 30 maanden oud zijn , deze vergunningen slechts tot en met uiterlijk 31 december 1971 mogen worden verstrekt ;

Overwegende dat deze termijn dient te worden verlengd tot en met 31 december 1975 ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

Artikel 7 , lid 1 , sub C , tweede alinea , van de richtlijn van de Raad van 26 juni 1964 , als gewijzigd bij de richtlijn van 13 juli 1970 , wordt als volgt gelezen :

" Deze bepaling is van toepassing tot en met 31 december 1975 , tenzij door de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen tot verlenging wordt besloten . "

Artikel 2

De Lid-Staten doen , met werking vanaf 1 januari 1972 , de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van kracht worden ten einde gevolg te geven aan het bepaalde in deze richtlijn ; zij stellen de Commissie onverwijld hiervan in kennis .

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 7 februari 1972 .

Voor de Raad

De Voorzitter

J . P . BUCHLER

( 1 ) PB nr . 121 van 29 . 7 . 1964 , blz . 1977/64 .

( 2 ) PB nr . L 179 van 9 . 8 . 1971 , blz . 1 .

( 3 ) PB nr . L 157 van 18 . 7 . 1970 , blz . 40 .