31971R1842

Verordening (EEG) nr. 1842/71 van de Raad van 21 juni 1971 betreffende de vrijwaringsmaatregelen bedoeld in het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije en in de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije

Publicatieblad Nr. L 192 van 26/08/1971 blz. 0014 - 0015
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 1 blz. 0125
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 11 Deel 2 blz. 0136
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 1 blz. 0125
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 11 Deel 1 blz. 0206
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 11 Deel 1 blz. 0206


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1842/71 VAN DE RAAD

van 21 juni 1971

betreffende de vrijwaringsmaatregelen bedoeld in het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije en in de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 113 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije op 23 november 1970 te Brussel is ondertekend en dat een Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije op 27 juli 1971 te Brussel is ondertekend ;

Overwegende dat voor de tenuitvoerlegging van de vrijwaringsclausules , waarin het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap voorziet , de te volgen procedures in het Verdrag zelf zijn vastgesteld ;

Overwegende dat daarentegen moet worden bepaald op welke wijze de vrijwaringsclausule van artikel 60 van het Aanvullend Protocol en van artikel 23 van de Interimovereenkomst ten uitvoer zal worden gelegd ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Op verzoek van een Lid-Staat of op eigen initiatief kan de Commissie besluiten op uit Turkije ingevoerde produkten de vrijwaringsmaatregelen toe te passen die de Gemeenschap zich in artikel 60 van het Aanvullend protocol bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije en in artikel 23 van de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije heeft voorbehouden , met name een tijdelijke gehele of gedeeltelijke intrekking van de door de Gemeenschap aan Turkije verleende tariefconcessies en andere concessies .

De vrijwaringsmaatregelen worden aan de Lid-Staten medegedeeld en zijn onmiddellijk van toepassing . Indien een Lid-Staat een verzoek heeft gericht tot de Commissie , beslist deze hierover binnen drie werkdagen , volgende op de ontvangst van het verzoek .

2 . Elke Lid-Staat kan de door de Commissie getroffen maatregel binnen een termijn van tien werkdagen , volgende op de dag van zijn bekendmaking , aan de Raad voorleggen . De Raad komt onverwijld bijeen . Hij kan de betrokken maatregel met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wijzigen of nietig verklaren .

Artikel 2

1 . Onverminderd de toepassing van artikel 1 kan de Commissie , ten einde een Lid-Staat in staat te stellen het hoofd te bieden aan de in artikel 60 van het Aanvullend Protocol en artikel 23 van de Interimovereenkomst genoemde verstoringen of moeilijkheden , deze Lid-Staat machtigen tot het nemen van vrijwaringsmaatregelen .

Deze maatregelen , alsmede de beschikking van de Commissie , worden ter kennis van alle Lid-Staten gebracht .

2 . In dringende gevallen kunnen de betrokken Lid-Staten of de betrokken Lid-Staat kwantitatieve beperkingen op de invoer instellen . Zij brengen deze maatregelen onmiddellijk ter kennis van de Commissie en van de overige Lid-Staten .

De Commissie beslist door middel van een spoedprocedure en uiterlijk binnen vijf werkdagen na de in de eerste alinea bedoelde kennisgeving of de maatregelen dienen te worden gehandhaafd , gewijzigd dan wel ingetrokken .

De beschikking van de Commissie wordt ter kennis gebracht van alle Lid-Staten . Zij is onmiddellijk uitvoerbaar .

3 . Elke Lid-Staat kan de beschikking van de Commissie uiterlijk binnen tien werkdagen na kennisgeving daarvan aan de Raad voorleggen . De Raad komt onverwijld bijeen . Hij kan de door de Commissie gegeven beschikking met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wijzigen of nietig verklaren .

Indien de aangelegenheid aan de Raad wordt voorgelegd door de Lid-Staat die maatregelen heeft getroffen overeenkomstig lid 2 , wordt de beschikking van de Commissie geschorst . Deze schorsing eindigt dertig dagen nadat de aangelegenheid aan de Raad is voorgelegd , indien hij de beschikking van de Commissie nog niet heeft gewijzigd of vernietigd .

4 . Bij de toepassing van dit artikel dienen bij voorrang die maatregelen te worden gekozen die de werking van de gemeenschappelijke markt het minst verstoren .

Artikel 3

1 . De Commissie pleegt overleg alvorens te besluiten tot toepassing van vrijwaringsmaatregelen op basis van artikel 1 , lid 1 , alsmede alvorens een Lid-Staat machtiging te verlenen tot het nemen van dergelijke maatregelen of alvorens zich uit te spreken over de door de betrokken Lid-Staat of Lid-Staten genomen maatregelen ter uitvoering van artikel 2 , leden 1 en 2 .

2 . Dit overleg vindt plaats in een Raadgevend Comité , samengesteld uit vertegenwoordigers van elke Lid-Staat , onder voorzitterschap van een vertegenwoordiger van de Commissie .

3 . Het Comité komt bijeen op uitnodiging van de voorzitter . Deze deelt aan alle Lid-Staten zo spoedig mogelijk alle dienstige inlichtingen mede .

Artikel 4

Het bepaalde in de artikelen 1 en 2 belet in genen dele de toepassing van de vrijwaringsclausules waarin het Verdrag voorziet , met name in de artikelen 108 en 109 , volgens de bij het Verdrag vastgestelde procedures .

Artikel 5

Deze verordening belet niet dat de verordeningen inzake de gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten integraal worden toegepast . Het bepaalde in artikel 2 is niet van toepassing op de produkten die onder deze verordeningen vallen .

Artikel 6

De in artikel 60 , lid 2 , van het Aanvullend Protocol en in artikel 23 , lid 2 , van de Interimovereenkomst bedoelde kennisgeving van de Gemeenschap aan de Associatieraad of aan het beheersorgaan van de Interimovereenkomst , geschiedt door de Commissie .

Artikel 7

Het bepaalde in artikel 2 , leden 2 en 3 , is van toepassing tot en met 31 december 1972 .

Voor die datum beslist de Raad , op voorstel van de Commissie , met gekwalificeerde meerderheid van stemmen , over de aan te brengen wijzigingen .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Luxemburg , 21 juni 1971 .

Voor de Raad

De Voorzitter

M . SCHUMANN

Mededeling betreffende de inwerkingtreding van de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije

De door de Raad bij Verordening ( EEG ) nr . 1232/71 van 7 juni 1971 ( 1 ) gesloten Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschappen en Turkije is op 27 juli 1971 te Brussel ondertekend door de heer Osman Olcay , Minister van Buitenlandse Zaken van de Turkse Republiek , namens de Regering van de Turkse Republiek , en door de heer Aldo Moro , Minister van Buitenlandse Zaken van de Italiaanse Republiek en Voorzitter van de Raad en de heer Franco Maria Malfatti , Voorzitter van de Commissie der Europese Gemeenschappen , namens de Raad van de Europese Gemeenschappen .

Daar de Overeenkomstsluitende Partijen op 20 augustus 1971 kennisgeving van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding van de Overeenkomst vereiste procedures hebben verricht , zal de Overeenkomst , conform artikel 26 daarvan , op 1 september 1971 in werking treden .

( 1 ) PB nr . L 130 van 16 . 6 . 1971 , blz . 1 .