Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan
Publicatieblad Nr. L 042 van 23/02/1970 blz. 0001 - 0015
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0120
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1970(I) blz. 0082
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0120
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1970(I) blz. 0096
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0046
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0174
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0174
++++ RICHTLIJN VAN DE RAAD van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan ( 70/156/EEG ) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 , Gezien het voorstel van de Commissie , Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) , Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) , Overwegende dat motorvoertuigen die bestemd zijn voor het vervoer van goederen of personen in iedere Lid-Staat aan bepaalde dwingend vastgestelde technische voorschriften moeten voldoen ; dat deze voorschriften van land tot land verschillen ; dat zij daardoor het handelsverkeer binnen de Europese Economische Gemeenschap belemmeren ; Overwegende dat deze belemmeringen voor de totstandbrenging en de werking van de gemeenschappelijke markt kunnen worden beperkt en zelfs opgeheven , wanneer alle Lid-Staten dezelfde voorschriften aanvaarden ter aanvulling of in de plaats van hun huidige wetgeving ; Overwegende dat de controle op de naleving van de technische voorschriften door de Lid-Staten gewoonlijk wordt verricht voordat de voertuigen waarop deze voorschriften van toepassing zijn , in de handel worden gebracht ; dat deze controle betrekking heeft op typen voertuigen ; Overwegende dat de geharmoniseerde technische voorschriften voor elk der verschillende onderdelen of kenmerken van voertuigen in bijzondere richtlijnen dienen te worden vastgesteld ; Overwegende dat op communautair vlak voor de controle op de naleving van deze voorschriften , alsmede voor de erkenning door elke Lid-Staat van de door de andere Lid-Staten verrichte controle voor ieder type voertuig een communautaire goedkeuringsprocedure moet worden ingevoerd ; Overwegende dat deze procedure het voor iedere Lid-Staat mogelijk moet maken , vast te stellen dat ieder type voertuig de controles , bedoeld in de bijzondere richtlijnen en vermeld in een goedkeuringsformulier heeft ondergaan ; dat deze procedure voorts de fabrikanten in staat moet stellen een certificaat van overeenstemming op te stellen voor alle voertuigen die in overeenstemming zijn met een goedgekeurd type ; dat een voertuig dat van dit certificaat is voorzien , door alle Lid-Staten als in overeenstemming met hun eigen wetgeving moet worden beschouwd ; dat iedere Lid-Staat de overige Lid-Staten in kennis dient te stellen van deze vaststelling door hun een afschrift toe te zenden van het goedkeuringsformulier dat voor elk goedgekeurd type voertuig is opgesteld ; Overwegende dat de goedkeuring bij wijze van overgang moet kunnen geschieden op de grondslag van de communautaire voorschriften , naarmate de bijzondere richtlijnen betreffende de verschillende onderdelen of kenmerken van voertuigen in werking treden , en voor het overige op de grondslag van de nationale voorschriften ; Overwegende dat het , onverminderd de artikelen 169 en 170 van het Verdrag , wenselijk is om in het kader van de samenwerking tussen de bevoegde instanties van de Lid-Staten bepalingen vast te stellen , waardoor geschillen van technische aard betreffende het in overeenstemming zijn van de produktie met het goedgekeurde type gemakkelijker kunnen worden opgelost ; Overwegende dat een voertuig , ook al is het in overeenstemming met het goedgekeurde type , niettemin nadelen kan blijken te hebben die de veiligheid van het wegverkeer in gevaar kunnen brengen , en dat het derhalve wenselijk is te voorzien in een passende procedure om dit gevaar te ondervangen ; Overwegende dat de vooruitgang van de techniek een snelle aanpassing van de technische voorschriften der bijzondere richtlijnen vereist ; dat men , om de tenuitvoerlegging van de daartoe benodigde maatregelen te vergemakkelijken , dient te voorzien in een procedure waarbij een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie tot stand wordt gebracht in het " Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang van de richtlijnen voor de opheffing van de technische handelsbelemmeringen in de sector motorvoertuigen " , HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD : HOOFDSTUK I Definities Artikel 1 Onder voertuig wordt in deze richtlijn verstaan : ieder motorvoertuig met of zonder carrosserie , op ten minste vier wielen en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km per uur , bestemd om aan het wegverkeer deel te nemen , alsmede aanhangwagens daarvan , met uitzondering van voertuigen die zich over rails bewegen , landbouwtractoren en landbouwmachines . Artikel 2 In deze richtlijn wordt verstaan onder : a ) nationale goedkeuring : de administratieve handeling die - in de Belgische wetgeving , aanneming en agréation par type , - in de Duitse wetgeving , allgemeine Betriebserlaubnis , - in de Franse wetgeving , réception par type , - in de Italiaanse wetgeving , omologazione of approvazione del tipo , - in de Luxemburgse wetgeving , agréation , - in de Nederlandse wetgeving , typegoedkeuring wordt genoemd . b ) E.E.G.-goedkeuring : de handeling waardoor een Lid-Staat constateert dat een type voertuig voldoet aan de technische voorschriften van de bijzondere richtlijnen en aan de controles , voorgeschreven in het E.E.G.-goedkeuringsformulier waarvan het model in bijlage II is opgenomen . HOOFDSTUK II E.E.G.-goedkeuring van voertuigen Artikel 3 Het verzoek om E.E.G.-goedkeuring wordt door de fabrikant of door diens gevolmachtigde in een Lid-Staat ingediend . Het verzoek moet vergezeld gaan van een inlichtingenformulier , waarvan het model is opgenomen in bijlage I , alsmede van de in dat formulier genoemde documenten . Voor een zelfde type voertuig mag dit verzoek slechts in één Lid-Staat worden ingediend . Artikel 4 1 . Iedere Lid-Staat keurt elk type voertuig goed dat aan de volgende voorwaarden voldoet : a ) het type voertuig stemt overeen met de gegevens van het inlichtingenformulier ; b ) het type voertuig voldoet aan de controles die worden voorgeschreven in het model goedkeuringsformulier , bedoeld in artikel 2 , sub b ) . 2 . De Lid-Staat die de goedkeuring heeft verleend , treft de nodige maatregelen om , desnoods in samenwerking met de bevoegde instanties van de overige Lid-Staten , voor zover noodzakelijk te controleren of de produktie in overeenstemming is met het goedgekeurde prototype . Deze controle beperkt zich tot steekproeven . Voor ieder door de Lid-Staat goedgekeurd type voertuig vult deze Staat alle rubrieken van het goedkeuringsformulier in . Artikel 5 1 . De bevoegde instanties van iedere Lid-Staat zenden binnen één maand aan de bevoegde instanties van de overige Lid-Staten een afschrift van het inlichtingenformulier en het goedkeuringsformulier voor elk type voertuig dat zij goedkeuren of weigeren goed te keuren . 2 . Voor ieder voertuig dat in overeenstemming met het goedgekeurde type is gebouwd , wordt door de fabrikant of door diens gevolmachtigde in het land van registratie , een certificaat van overeenstemming opgesteld , waarvan het model is opgenomen in bijlage III . 3 . De Lid-Staten kunnen evenwel , met het oog op het belasten van het voertuig of om de inschrijvingsbewijzen ervan op te stellen , verlangen dat in het certificaat van overeenstemming nog andere gegevens dan die vermeld in bijlage III worden vermeld , mits deze uitdrukkelijk op het inlichtingenformulier voorkomen ofwel er door middel van eenvoudige berekeningen uit of te leiden zijn . Artikel 6 1 . De Lid-Staat die de E.E.G.-goedkeuring heeft verleend , moet de nodige maatregelen nemen om in kennis te worden gesteld van een eventueel staken van de produktie alsmede van iedere wijziging der op het inlichtingenformulier voorkomende gegevens . 2 . Indien de betrokken Lid-Staat van mening is dat op grond van een dergelijke wijziging het bestaande goedkeuringsformulier niet behoeft te worden gewijzigd of geen nieuw goedkeuringsformulier behoeft te worden opgesteld , delen de bevoegde instanties van deze Lid-Staat dit mede aan de fabrikant , en zenden zij aan de bevoegde instanties van de overige Lid-Staten op gezette tijden gezamenlijk de afschriften van de wijzigingen die in de reeds verspreide inlichtingenformulieren zijn aangebracht . 3 . Indien door de betrokken Lid-Staat wordt vastgesteld dat op grond van een in het inlichtingenformulier aangebrachte wijziging nieuwe controles of nieuwe proeven vereist zijn en derhalve een wijziging in het bestaande goedkeuringsformulier moet worden aangebracht of een nieuw goedkeuringsformulier moet worden opgesteld , delen de bevoegde instanties van de betrokken Lid-Staat dit mede aan de fabrikant en zenden zij deze nieuwe documenten binnen een maand na hun opstelling aan de bevoegde instanties van de overige Lid-Staten . 4 . Ingeval een goedkeuringsformulier wordt gewijzigd of vervangen , dan wel als gevolg van het staken van de produktie van het goedgekeurde type zijn betekenis verliest , verstrekken de bevoegde instanties van de Lid-Staat die de goedkeuring heeft verleend , binnen een maand aan de bevoegde instanties van de overige Lid-Staten mededeling van de serienummers van het laatste , overeenkomstig het oude goedkeuringsformulier vervaardigde voertuig , en eventueel van de serienummers van het eerste , overeenkomstig het nieuwe of gewijzigde formulier vervaardigde voertuig . Artikel 7 1 . Een Lid-Staat mag de registratie , respectievelijk de verkoop , het in het verkeer brengen of het gebruik van een nieuw voertuig , voorzien van het certificaat van overeenstemming , niet weigeren , respectievelijk verbieden om redenen in verband met de constructie of werking van dit voertuig . 2 . Dit certificaat belet evenwel niet dat een Lid-Staat dergelijke maatregelen neemt ten aanzien van voertuigen die niet in overeenstemming zijn met het goedgekeurde prototype . Er is geen overeenstemming met het goedgekeurde prototype , wanneer men verschillen ten opzichte van het inlichtingenformulier heeft geconstateerd , waartoe door de Lid-Staat die de goedkeuring heeft verleend , geen machtiging overeenkomstig artikel 6 , lid 2 of lid 3 , is gegeven . Voor zover de bijzondere richtlijnen grenswaarden inhouden , is er geen verschil ten opzichte van het goedgekeurde type wanneer deze grenswaarden in acht worden genomen . Artikel 8 1 . Indien de Lid-Staat die de E.E.G.-goedkeuring heeft verleend , vaststelt dat verscheidene voertuigen , voorzien van een certificaat van overeenstemming met een zelfde type , niet in overeenstemming zijn met het door hem goedgekeurde type , neemt hij de nodige maatregelen opdat de overeenstemming van de produktie met het goedgekeurde type wordt verzekerd . De bevoegde instanties van deze Lid-Staat stellen de bevoegde instanties van de overige Lid-Staten in kennis van de genomen maatregelen , die eventueel zelfs intrekking van de E.E.G.-goedkeuring kunnen inhouden . Deze instanties nemen dezelfde maatregelen wanneer zij door de bevoegde instanties van een andere Lid-Staat van een dergelijk gebrek aan overeenstemming in kennis worden gesteld . 2 . De bevoegde instanties van de Lid-Staten stellen elkaar binnen een maand in kennis van de intrekking van een verleende E.E.G.-goedkeuring en van de beweegredenen daarvoor . 3 . Indien de Lid-Staat die de E.E.G.-goedkeuring heeft verleend , het hem ter kennis gebrachte gebrek aan overeenstemming betwist , trachten de betrokken Lid-Staten het geschil op te lossen . De Commissie wordt op de hoogte gehouden . Voor zover nodig pleegt zij het dienstige overleg ten einde tot een oplossing te komen . Artikel 9 Indien een Lid-Staat constateert dat voertuigen van een zelfde type , ook al zijn voorzien van een conform de voorschriften afgegeven certificaat van overeenstemming , de veiligheid van het wegverkeer in gevaar brengen , kan hij voor een periode van ten hoogste zes maanden registratie weigeren , dan wel de verkoop , het in het verkeer brengen of het gebruik ervan op zijn grondgebied verbieden . Hij doet hiervan onverwijld mededeling aan de andere Lid-Staten en aan de Commissie , onder opgave van de beweegredenen daarvoor . HOOFDSTUK III Overgangsbepalingen Artikel 10 1 . Zodra deze richtlijn van kracht wordt en naarmate de bijzondere richtlijnen , vereist voor het verlenen van de E.E.G.-goedkeuring , van toepassing worden : - treden de geharmoniseerde technische voorschriften in de plaats van de overeenkomstige nationale voorschriften als grondslag van de nationale goedkeuring , indien degene die deze goedkeuring aanvraagt , zulks verlangt ; - vult de Lid-Staat , op verzoek van een fabrikant of van diens gevolmachtigde en tegen overlegging van het in artikel 3 bedoelde inlichtingenformulier , de rubrieken van het in artikel 2 , sub b ) , bedoelde goedkeuringsformulier in . Een afschrift van dit formulier wordt afgegeven aan de aanvrager . De overige Lid-Staten aan wie om nationale goedkeuring wordt verzocht voor hetzelfde type voertuig , aanvaarden dit document als bewijs dat de beoogde controles zijn verricht . 2 . Het bepaalde in lid 1 vervalt zodra alle voorschriften , vereist voor het verlenen van de E.E.G.-goedkeuring , van toepassing zijn geworden . HOOFDSTUK IV Algemene en slotbepalingen Artikel 11 De wijzigingen die noodzakelijk zijn om : - de bijlagen I , II en III van deze richtlijn , - de bepalingen van de in bijlage II bedoelde bijzondere richtlijnen , welke uitdrukkelijk in elk van die richtlijnen worden vermeld , aan te passen aan de technische vooruitgang , worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 13 . Artikel 12 1 . Er wordt een Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang van de richtlijnen voor de opheffing van de technische handelsbelemmeringen in de sector motorvoertuigen opgericht , hierna te noemen het " Comité " , samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie . 2 . Het Comité stelt zijn reglement van orde vast . Artikel 13 1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure , wordt deze procedure bij het Comité ingeleid door de voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat . 2 . De vertegenwoordiger van de Commissie legt aan het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen . Het Comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan bepalen naargelang van de urgentie van het desbetreffende vraagstuk . Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van twaalf stemmen , waarbij de stemmen van de Lid-Staten worden gewogen overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De voorzitter neemt geen deel aan de stemming . 3 . a ) De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité . b ) Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité of bij gebreke van een advies , doet de Commissie onverwijld een voorstel aan de Raad betreffende de vast te stellen maatregelen . De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen . c ) Indien de Raad na een termijn van drie maanden , te rekenen vanaf de indiening van het voorstel , geen besluit heeft genomen , worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld . Artikel 14 Elke beschikking houdende weigering of intrekking van de goedkeuring , weigering van de registratie of verbod van de verkoop of het gebruik , genomen uit hoofde van de bepalingen ter uitvoering van deze richtlijn , moet nauwkeurig worden gemotiveerd . Deze beschikking wordt ter kennis gebracht van de belanghebbende onder opgave van de krachtens de geldende wettelijke voorschriften van de Lid-Staten openstaande rechtsmiddelen en van de termijnen waarbinnen deze rechtsmiddelen kunnen worden aangewend . Artikel 15 1 . Binnen achttien maanden na kennisgeving van deze richtlijn voeren de Lid-Staten de nodige maatregelen in om aan het bepaalde in deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie hiervan onmiddellijk in kennis . 2 . De Lid-Staten zien erop toe dat de tekst van alle belangrijke interne rechtsbepalingen die zij aanvaarden op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is , ter kennis van de Commissie wordt gebracht . Artikel 16 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten . Gedaan te Brussel , 6 februari 1970 . Voor de Raad De Voorzitter P . HARMEL ( 1 ) PB nr . C 160 van 18 . 12 . 1969 , blz . 7 . ( 2 ) PB nr . C 48 van 16 . 4 . 1969 , blz . 14 . BIJLAGE I MODEL INLICHTINGENFORMULIER ( a ) 0 . ALGEMENE GEGEVENS 0.1 . Merk ( firma ) 0.2 . Type en handelsbenaming ( met vermelding van eventuele varianten ) 0.3 . Soort 0.4 . Categorie waartoe het voertuig behoort ( b ) 0.5 . Naam en adres van de fabrikant 0.6 . Naam en adres van de eventuele gevolmachtigde van de fabrikant 0.7 . Plaats en wijze van aanbrenging van de voorgeschreven platen en vermeldingen : 0.7.1 . - op het chassis 0.7.2 . - op de carrosserie 0.7.3 . - op de motor 0.8 . De chassisnummering van de serie van het type begint bij nummer ... 1 . ALGEMENE BOUWWIJZE VAN HET VOERTUIG ( een foto met 3/4 vooraanzicht en een foto met 3/4 achteraanzicht bijvoegen ) ( volledig maatschema bijvoegen ) 1.1 . Aantal assen en aantal wielen ( eventueel aantal rupsbanden ) 1.1.1 . Aantal assen met dubbele bandenmontage ( eventueel ) 1.2 . Aangedreven wielen ( aantal , plaatsing , aandrijving vanaf een andere as ) 1.3 . Chassis ( indien aanwezig ) ( volledig schema bijvoegen ) 1.4 . Materiaal van de langsbalken ( c ) 1.5 . Plaats en opstelling van de motor 1.6 . Stuurcabine ( front , semi-front of normaal ) 2 . AFMETINGEN EN GEWICHTEN ( d ) ( mm en kg ) 2.1 . Wielbasis of -bases ( bij volle belasting ) ( e ) 2.1.1 . Voor opleggers : afstand tussen de as van de koppelpen en de eerste achteras 2.2 . Voor trekkers : 2.2.1 . Afstand hart koppelschotel/hart achteras ( maximaal en minimaal ) ( f ) 2.2.2 . Maximale hoogte van de koppelschotel ( genormaliseerd ) ( g ) 2.2.3 . Afstand tussen achterzijde stuurcabine en achteras : 2.2.3.1 . Afstand tussen achterzijde stuurcabine en achteras(sen ) ( chassis met stuurcabine ) 2.2.3.2 . Afstand tussen stuurwiel en achteras(sen ) ( bij chassis zonder opbouw ) 2.3 . Spoorwijdte op elk der assen ( h ) 2.4 . Voornaamste ( totale ) afmetingen van het voertuig ( i ) : * Chassis zonder carrosserie * Chassis met carrosserie * * * zonder accessoires * met accessoires * 2.4.1 . Lengte ( j ) * * * * 2.4.2 . Breedte ( k ) * * * * 2.4.3 . Hoogte , ledig ( l ) * * * * 2.4.4 . Vooroverbouw ( m ) * * * * 2.4.5 . Achteroverbouw ( n ) * * * * 2.4.6 . Vrije hoogte boven wegdek ( belast met het technisch toelaatbare maximumgewicht ) ( o ) * * * * 2.4.7 . Afstanden tussen de assen * * * * 2.5 . Gewicht van het chassis zonder opbouw ( zonder cabine , zonder koelvloeistof , zonder smeermiddelen , zonder brandstof , zonder reservewiel , zonder outillage en zonder bestuurder ) 2.5.1 . Verdeling van het gewicht sub 2.5 . over de assen 2.6 . Gewicht van het voertuig voorzien van carrosserie en in bedrijfsklare toestand of gewicht van chassis met cabine indien de fabrikant niet de carrosserie levert ( met koelvloeistof , smeermiddelen , brandstof , outillage , reservewiel en bestuurder ) ( p ) 2.6.1 . Verdeling van het gewicht sub 2.6 . over de assen ( in geval van oplegger - verdeling over de assen en de koppelschotel ) 2.7 . Technisch toelaatbaar maximumgewicht volgens fabrieksopgave 2.7.1 . Verdeling van het gewicht sub 2.7 . over de assen ( in geval van oplegger - verdeling over de assen en de koppelschotel ) 2.8 . Technisch toelaatbaar maximumgewicht per as ( in geval van oplegger - verdeling over assen en de koppelschotel ) volgens fabrieksopgave 2.9 . Technisch toelaatbaar maximumgewicht voor het geheel volgens fabrieksopgave indien het voertuig als trekker wordt gebruikt ( eventueel technisch toelaatbaar getrokken maximumgewicht ) 2.10 . Maximale verticale belasting op het bevestigingspunt ( haak of speciale driepuntbevestiging ) 2.11 . Wijze van inschrijving in een bocht 2.12 . Verhouding tussen het vermogen van de motor en het maximumgewicht ( x pk/kg ) ; starten op een helling 3 . MOTOR ( q ) 3.1 . Fabrikant 3.2 . Thermische motor : 3.2.1 . Benaming 3.2.2 . Type ( verbrandingsmotor , dieselmotor , enz . ) , ... takt 3.2.3 . Aantal en opstelling van de cilinders 3.2.4 . Boring , slag , zuigerverplaatsing 3.2.5 . Maximumvermogen ( gebezigde norm aanduiden ) bij ... omwentelingen per minuut 3.2.6 . Maximumkoppel bij ... omwentelingen per minuut ( zelfde norm als sub 3.2.5 . ) 3.2.7 . Normaal gebezigde brandstof 3.2.8 . Brandstofreservoirs ( inhoud en plaats ) 3.2.9 . Reservebrandstoftanks ( inhoud en plaats ) 3.2.10 . Voeding van de motor ( systeem ) 3.2.11 . Eventuele compressor ( type , bediening , overdruk waarmede de motor gevoed wordt ) 3.2.12 . Eventuele regulateur ( werkingswijze ) 3.2.13 . Elektrische installatie ( voltage , massaverbinding negatief of positief ) 3.2.14 . Generator ( soort en nominaal vermogen ) 3.2.15 . Ontsteking ( type apparatuur , type voorontsteking ) 3.2.16 . Ontstoring ( beschrijving ) 3.2.17 . Koeling ( lucht , water ) 3.2.18 . Geluidsniveau 3.2.19 . Uitlaat ( schema bijvoegen ) 3.2.20 . Voorzieningen tegen luchtverontreiniging 3.3 . Elektromotor : 3.3.1 . Motortype ( serie , compound ) 3.3.2 . Maximum-uurvermogen en bedrijfsspanning 3.3.3 . Accumulatoren ( aantal elementen , gewicht , vermogen in A/h , plaats ) 3.4 . Andere motor dan elektromotor of thermische motor ( gegevens over de onderdelen van deze motor types ) 4 . KRACHTOVERBRENGING ( r ) ( schema en afbeelding ) 4.1 . Overbrengingssysteem ( mechanisch , hydraulisch , elektrisch , enz . ) 4.2 . Koppeling ( type ) 4.2.1 . Gewicht van de koppeling 4.3 . Versnellingsbak ( type , prise directe , bedieningswijze ) 4.3.1 . Gewicht van de versnellingsbak 4.4 . Overbrenging motor , versnellingsbak , differentieel ( een of meer ) , eventuele relais , eventuele vrijloop 4.5 . Overbrengingsverhoudingen , met en zonder tussenversnellingsbak Versnelling * Verhouding in de versnellingsbak * Verhouding in het differentieel * Totale verhouding * 1 * * * * 2 * * * * 3 * * * * ... * * * * achteruit * * * * 4.6 . Snelheid bij de verschillende overbrengingsverhoudingen bij een motortoerental van 1.000 omwentelingen per minuut en met standaard gemonteerde luchtbanden ( 6.1 . ) ( waarvan de loopvlakomtrek bij volle belasting ... meter bedraagt ) ( s ) Versnelling * Snelheid in km per uur * 1 * * 2 * * 3 * * ... * * achteruit * * 4.7 . Maximumsnelheid van het voertuig in de hoogste versnelling ( in km per uur ) ( s ) 4.8 . Axiale druk ( en overbrenging van de remreactiekrachten ) 4.9 . Snelheidsmeter 4.10 . Eventuele registrerende snelheidsmeter ( fabrikant en type ) 4.11 . Eventuele blokkeerinrichting voor het differentieel 5 . ASSEN ( voor elk der assen een maatschema met vermelding van materiaal en desgewenst vermelding van merk en type ) 6 . OPHANGING ( Algemeen schema van de ophanging ) 6.1 . Standaard gemonteerde luchtbanden ( afmetingen en kenmerken ) 6.2 . Type en bouwwijze van de ophanging van elk der assen of wielen 6.3 . Kenmerken van de elastische ophangingselementen ( aard , kenmerken van het materiaal , afmetingen ) 6.4 . Stabilisatoren ( t ) 6.5 . Schokbrekers ( t ) 7 . STUURINRICHTING ( met schema ) 7.1 . Soort mechanisme en overbrenging op de wielen , eventuele servo-inrichting ( werkingswijze en principeschema , eventueel merk en type ) en op het stuurwiel uitgeoefende kracht 7.2 . Maximumdraaihoek van de wielen : 7.2.1 . - naar rechts ... ( graden ) . Aantal omwentelingen van het stuurwiel 7.2.2 . - naar links ... ( graden ) . Aantal omwentelingen van het stuurwiel 7.3 . Minimumdraaicirkel ( u ) : 7.3.1 . - naar rechts 7.3.2 . - naar links 8 . REMINRICHTING ( met overzichtsschema en werkingsschema ) ( v ) 8.1 . Bedrijfsreminrichting 8.2 . Hulpreminrichting 8.3 . Parkeerreminrichting 8.4 . Eventuele bijkomende inrichtingen ( met name vertrager ) 8.5 . Automatische reminrichting bij breuk van de koppeling ( in geval van aanhangwagen of oplegger ) 8.6 . Berekening remsysteem : bepaling van de verhouding tussen het totaal der remkrachten aan de omtrek der wielen en de op het bedieningsorgaan uitgeoefende kracht 8.7 . Eventuele externe krachtbronnen ( kenmerken , capaciteit krachtreservoirs , maximum - en minimumdruk , manometer en controleaanwijzing minimumkrachtniveau op het instrumentenbord , vacuuemreservoirs en voedingsklep , voedingscompressoren , voorzieningen in verband met voorschriften voor druktoestellen ) 8.8 . Voertuigen berekend op het trekken van een aanhangwagen : 8.8.1 . - inrichting voor het remmen van de aanhangwagen 8.8.2 . - verbindingen , koppelingen , beschermingsinrichting 9 . CARROSSERIE ( algemeen maatschema binnenzijde en buitenzijde ) 9.1 . Aard van de carrosserie 9.2 . Materialen en bouwwijze 9.3 . Deuren ( aantal , afmetingen , openingsrichting , sloten en scharnieren ) 9.4 . Gezichtsveld 9.5 . Voorruit en andere ruiten , aantal en plaats , gebezigde materialen 9.5.1 . Hellingshoek van de voorruit 9.6 . Ruitewisser 9.7 . Ruitesproeier 9.8 . Ontdooier 9.9 . Achteruitkijkspiegels 9.10 Voorzieningen binnenzijde 9.10.1 . Bescherming van de inzittenden 9.10.2 . Plaatsing en identificatie van de bedieningsorganen 9.10.3 . Zitplaatsen ( aantal , plaats , kenmerken ) 9.11 . Voorzieningen buitenzijde 9.12 . Veiligheidsgordels en andere inrichtingen om tegen te houden ( aantal en plaats ) 9.13 . Bevestigingspunten voor veiligheidsgordels ( aantal en plaats ) 9.14 . Plaats van de kentekenplaten 9.15 . Beschermingsinrichtingen achterzijde 10 . VERLICHTINGS - EN LICHTSIGNAALINRICHTINGEN ( Schema's buitenzijde voertuig met aanduiding maten en ligging van elk afzonderlijk lichtveld ; kleur der lichten ) 10.1 . Verplichte lichten : 10.1.1 . Koplampen voor gedimd licht 10.1.2 . Koplampen voor groot licht 10.1.3 . Stadslichten 10.1.4 . Richtingaanwijzers 10.1.5 . Achterlichten 10.1.6 . Remlichten 10.1.7 . Verlichting achterste kentekenplaat 10.1.8 . Rode reflectoren achterzijde 10.1.9 . Reflectoren voorzijde aanhangwagens 10.2 . Niet-verplichte lichten : 10.2.1 . Mistlichten 10.2.2 . Parkeerlichten 10.2.3 . Achteruitrijlichten 10.2.4 . Stadslichten voorzijde aanhangwagens 10.2.5 . Autogele zijreflectoren 10.3 . Bijkomende inrichtingen voor speciale voertuigen 11 . VERBINDINGEN TUSSEN TREKKER EN AANHANGWAGENS OF OPLEGGERS 12 . DIVERSEN 12.1 . Geluidssignaalinrichting 12.1.1 . Normaal 12.1.2 . Speciaal 12.2 . Bijzondere voorzieningen voor voertuigen voor gemeenschappelijk vervoer 12.3 . Bijzondere voorzieningen voor taxi's 12.4 . Bijzondere voorzieningen voor voertuigen voor goederenvervoer 12.5 . Beschermingsinrichtingen tegen ongeoorloofd gebruik van het voertuig 12.6 . Sleephaak 12.7 . Standaard 12.8 . Noodsignaal OPMERKINGEN Voor elk der rubrieken waarvoor foto's of tekeningen moeten worden bijgevoegd , dienen de nummers der bijgevoegde stukken te worden vermeld . ( a ) Voor ieder goedgekeurd onderdeel kan een beschrijving worden vervangen door een verwijzing naar deze goedkeuring . Een beschrijving is evenmin vereist voor elk onderdeel waarvoor de bijgevoegde schema's of schetsen duidelijk zijn . ( b ) Indeling volgens de onderstaande internationale categorieën : 1 . Categorie M : Voor het vervoer van personen bestemde motorvoertuigen op ten minste vier wielen , alsmede dergelijke voertuigen op drie wielen met een maximumgewicht van meer dan één ton . - Categorie M1 : Voertuigen bestemd voor het vervoer van personen , met ten hoogste acht zitplaatsen , die van de bestuurder niet medegerekend . - Categorie M2 : Voertuigen bestemd voor het vervoer van personen , met meer dan acht zitplaatsen , die van de bestuurder niet medegerekend , en met een maximumgewicht van ten hoogste 5 ton . - Categorie M3 : Voertuigen bestemd voor het vervoer van personen , met meer dan acht zitplaatsen , die van de bestuurder niet medegerekend , en met een maximumgewicht van meer dan 5 ton . 2 . Categorie N : Voor het vervoer van goederen bestemde motorvoertulgen op ten minste vier wielen , alsmede dergelijke voertuigen op drie wielen met een maximumgewicht van meer dan één ton . - Categorie N1 : Voor het vervoer van goederen bestemde voertuigen met een maximumgewicht van ten hoogste 3,5 ton . - Categorie N2 : Voor het vervoer van goederen bestemde voertuigen met een maximumgewicht van meer dan 3,5 ton , doch niet meer dan 12 ton . - Categorie N3 : Voor het vervoer van goederen bestemde voertuigen met een maximumgewicht van meer dan 12 ton . 3 . Categorie O : Aanhangwagens en opleggers . - Categorie O1 : Aanhangwagens en opleggers met een maximumgewicht van ten hoogste 0,75 ton . - Categorie O2 : Aanhangwagens en opleggers met een maximumgewicht van meer dan 0,75 ton , doch niet meer dan 3,5 ton . - Categorie O3 : Aanhangwagens en opleggers met een maximumgewicht van meer dan 3,5 ton doch niet meer dan 10 ton . - Categorie O4 : Aanhangwagens en opleggers met een maximumgewicht van meer dan 10 ton . ( c ) Zo mogelijk benaming Euronormen ; eventueel vermelden : - materiaalbeschrijving , - strekgrens , - breukgrens , - rek in % , - Brinellhardheid . ( d ) Bij aanwezigheid van een uitvoering met normale stuurcabine en een uitvoering met slaapcabine , afmetingen en gewicht van beide uitvoeringen vermelden . ( e ) Ontwerp-aanbeveling ISO nr . 586 ( 1 ) , benaming nr . 2 . ( f ) Ontwerp-aanbeveling ISO nr . 586 , benaming nr . 33 . ( g ) Ontwerp-aanbeveling ISO nr . 586 , benaming nr . 35 . ( h ) Ontwerp-aanbeveling ISO nr . 586 , benaming nr . 1 . ( i ) In geval van een voertuig dat zonder carrosserie ter goedkeuring wordt aangeboden , komen in de tweede kolom de door de fabrikant opgegeven minima en maxima ; de derde kolom blijft open . ( j ) Ontwerp-aanbeveling ISO nr . 586 , benaming nr . 9 . ( k ) Ontwerp-aanbeveling ISO nr . 586 , benaming nr . 12 . ( l ) Ontwerp-aanbeveling ISO nr . 586 , benaming nr . 13 . ( m ) Ontwerp-aanbeveling ISO nr . 586 , benaming nr . 18 . ( n ) Ontwerp-aanbeveling ISO nr . 586 , benaming nr . 19 . ( o ) Ontwerp-aanbeveling ISO nr . 586 , benaming nr . 7 . ( p ) Het gewicht van de bestuurder wordt gesteld op 75 kg . ( q ) In geval van een motor die niet werkt volgens het principe van heen en weer gaande zuigers dient een algemene beschrijving te worden gegeven . ( r ) Bij aanwezigheid van variant-uitvoeringen dienen voor elk dezer uitvoeringen de gevraagde gegevens te worden verstrekt . ( s ) Een tolerantie van 5 % is toegestaan . ( t ) Alleen vermelden of al dan niet aanwezig . ( u ) Ontwerp-aanbeveling ISO nr . 586 , benaming nr . 27 . ( v ) Voor elk der reminrichtingen te vermelden : - type en aard van de remmen ( maatschema ) ( trommelremmen ; schijfremmen ; afgeremde wielen ; verbinding met afgeremde wielen ; remgarnituren met aanduiding van aard en werkzaam oppervlak ; straal van trommels , segmenten of schijven ; gewicht der trommels ; afstelinrichtingen ) ; - overbrenging en bediening ( met schema ) ( bouwwijze , afstelling , overbrengingsverhoudingen van hevels en hefbomen , bereikbaarheid en plaats bedieningssysteem , blokkeermechanisme in geval van mechanische overbrenging , kenmerken van de voornaamste overbrengingsonderdelen , bedieningscilinders en -zuigers , wielremcilinders ) . ( 1 ) Document ISO/TC 22 ( Secretariaat 133 ) 328 - januari 1963 . BIJLAGE II E.E.G.-GOEDKEURINGSFORMULIER A . ALGEMEEN Bij het invullen van een goedkeuringsformulier in het kader van de E.E.G.-goedkeuringsprocedure wordt als volgt te werk gegaan : 1 . Aan de hand van de overeenkomstige gegevens van het inlichtingenformulier , na de juistheid daarvan te hebben gecontroleerd , de daarvoor bestemde rubrieken van het goedkeuringsformulier van het model dat sub B in deze bijlage is opgenomen , invullen . 2 . De aanduidingen aanbrengen die naast elk der rubrieken in het model goedkeuringsformulier voorkomen , na de volgende handelingen te hebben verricht , die met deze aanduidingen overeenkomen : " OV . " : controle van de overeenstemming van het betrokken onderdeel of kenmerk met de gegevens van het inlichtingenformulier ; " B.R . " : controle van de overeenstemming van het betrokken onderdeel of kenmerk met de ter uitvoering van de bijzondere richtlijn uitgevaardigde geharmoniseerde bepalingen ; " R . " : opstelling van het bij het goedkeuringsformulier te voegen rapport betreffende de proef ; " SCH . " : controle van de aanwezigheid van een schema . B . MODEL GOEDKEURINGSFORMULIER VOOR EEN MOTORVOERTUIG 0 . ALGEMENE GEGEVENS 0.1 . Merk ( firma ) 0.2 . Type en handelsbenaming ( met vermelding van eventuele varianten ) 0.3 . Soort 0.4 . Categorie waartoe het voertuig behoort 0.5 . Naam en adres van de fabrikant 0.6 . Naam en adres van de eventuele gevolmachtigde van de fabrikant 0.7 . Plaats en wijze van aanbrenging van de voorgeschreven platen en vermeldingen : * B.R . * 0.7.1 . Op het chassis 0.7.2 . Op de carrosserie 0.7.3 . Op de motor 0.8 . De chassisnummering van de serie van het type begint bij nummer ... 1 . ALGEMENE BOUWWIJZE VAN HET VOERTUIG 1.1 . Chassis ( indien aanwezig ) * OV . * 2 . AFMETINGEN EN GEWICHTEN ( in mm en kg ) 2.1 . Voor trekkers : 2.1.1 . Afstand hart koppelschotel/hart achteras ( maximaal en minimaal ) * OV . * 2.2 . Voornaamste ( totale ) afmetingen van het voertuig : * SCH . * * Chassis zonder carrosserie * Chassis met carrosserie * * * zonder accessoires * met accessoires * 2.2.1 . Lengte * * * * B.R . * 2.2.2 . Breedte * * * * B.R . * 2.2.3 . Hoogte , ledig * * * * B.R . * 2.2.4 . Vooroverbouw * * * * B.R . * 2.2.5 . Achteroverbouw * * * * B.R . * 2.2.6 . Vrije hoogte boven wegdek ( belast met het technisch toelaatbare maximumgewicht ) * * * * B.R . * 2.2.7 . Afstanden tussen de assen * * * * B.R . * 2.3 . Technisch toelaatbaar maximumgewicht * OV . * 2.3.1 . Verdeling van dit gewicht over de assen ( in geval van oplegger - verdeling over de assen en de koppelschotel ) * OV . * 2.4 . Toegestaan maximumgewicht * B.R . * 2.4.1 . Verdeling van dit gewicht over de assen ( in geval van oplegger - verdeling over de assen en de koppelschotel ) * B.R . * 2.5 . Technisch toelaatbaar maximumgewicht op elk der assen ( in geval van oplegger - verdeling over de assen en de koppelschotel ) * OV . * 2.6 . Toegestaan maximumgewicht op elk der assen ( en - in geval van oplegger - op de koppelschotel ) * B.R . * 2.7 . Technisch toelaatbaar maximumgewicht voor het geheel indien het voertuig als trekker wordt gebruikt ( eventueel technisch toelaatbaar getrokken maximumgewicht ) * OV . * 2.8 . Toegestaan maximumgewicht voor het geheel indien het voertuig als trekker wordt gebruikt ( eventueel getrokken maximumgewicht ) * B.R . * 2.9 . Inschrijving van bocht * B.R . * 2.10 . Verhouding tussen het vermogen van de motor en het maximumgewicht ( x pk/kg ) : starten op een helling * B.R . * 3 . MOTOR 3.1 . Fabrikant 3.2 . Thermische motor : 3.2.1 . Maximaal vermogen bij ... omwentelingen per minuut ( gebezigde norm aanduiden ) * OV . * 3.2.2 . Brandstofreservoirs * B.R . * 3.2.3 . Reservebrandstoftanks * B.R . * 3.2.4 . Elektrische installatie * OV . * 3.2.5 . Ontstoring * B.R . - R . * 3.2.6 . Geluidsniveau * B.R . - R . * 3.2.7 . Geluiddemper * B.R . - R.SCH . * 3.2.8 . Voorzieningen tegen luchtverontreiniging : 3.2.8.1 . Voor voertuigen met benzinemotor * B.R . - R . * 3.2.8.2 . Voor voertuigen met dieselmotor * B.R . - R . * 4 . KRACHTOVERBRENGING 4.1 . Maximumsnelheid van het voertuig in hoogste versnelling ( km/uur ) * OV . * 4.2 . Snelheidsmeter * B.R . * 4.3 . Achteruit * B.R . * 5 . ASSEN * OV . * 6 . OPHANGING 6.1 . Standaard gemonteerde luchtbanden * B.R . * 6.2 . Kenmerken van de elastische ophangingselementen * B.R . * 7 . STUURINRICHTING 7.1 . Soort mechanisme en overbrenging * B.R . * 7.2 . Servo-inrichting en op het stuurwiel uitgeoefende kracht * B.R . * 7.3 . Minimumdraaicirkel * OV . * 7.3.1 . naar rechts 7.3.2 . naar links 8 . REMINRICHTING 8.1 . Bedrijfsreminrichting * B.R . * 8.2 . Hulpreminrichting * B.R . * 8.3 . Parkeerreminrichting * B.R . * 8.4 . Eventuele bijkomende inrichtingen ( met name vertrager ) * B.R . * 8.5 . Automatische reminrichting bij breuk van de koppeling ( in geval van aanhangwagen of oplegger ) * B.R . * 8.6 . Voertuigen bestemd voor het trekken van aanhangwagen 8.6.1 . Inrichting voor het remmen van de aanhangwagen * B.R . * 8.7 . Eventuele externe krachtbronnen * B.R . * 8.8 . Testcondities * R . * 8.9 . Testresultaat * R . * 9 . CARROSSERIE 9.1 . Deuren ( aantal , afmetingen , openingsrichting , sloten en scharnieren ) * B.R . * 9.2 . Gezichtsveld * B.R . * 9.3 . Voorruit en andere ruiten * B.R . * 9.3.1 . Hellingshoek van de voorruit 9.4 . Ruitewisser * B.R . * 9.5 . Ruitesproeier * B.R . * 9.6 . Ontdooier * B.R . * 9.7 . Achteruitkijkspiegels * B.R . * 9.8 . Voorzieningen binnenzijde * B.R . * 9.8.1 . Bescherming van de inzittenden 9.8.2 . Plaatsing en identificatie van de bedieningsorganen 9.8.3 . Zitplaatsen ( aantal , plaats , kenmerken ) 9.9 . Voorzieningen buitenzijde * B.R . * 9.10 . Veiligheidsgordels en andere inrichtingen om tegen te houden * B.R . * 9.11 . Bevestigingspunten voor veiligheidsgordels * B.R . * 9.12 . Plaats van de kentekenplaten * B.R . * 9.13 . Beschermingsinrichtingen achterzijde * B.R . * 10 . VERLICHTINGS - EN LICHTSIGNAALINRICHTINGEN 10.1 . Verplichte lichten : 10.1.1 . Koplampen voor gedimd licht * B.R . * 10.1.2 . Koplampen voor groot licht * B.R . * 10.1.3 . Stadslichten * B.R . * 10.1.4 . Richtingaanwijzers * B.R . * 10.1.5 . Achterlichten * B.R . * 10.1.6 . Remlichten * B.R . * 10.1.7 . Verlichting kentekenplaat achterzijde * B.R . * 10.1.8 . Rode reflectoren achterzijde * B.R . * 10.1.9 . Reflectoren voorzijde aanhangwagens * B.R . * 10.2 . Niet-verplichte lichten : 10.2.1 . Mistlichten * B.R . * 10.2.2 . Parkeerlichten * B.R . * 10.2.3 . Achteruitrijlichten * B.R . * 10.2.4 . Stadslichten voorzijde aanhangwagens * B.R . * 10.2.5 . Autogele zijreflectoren * B.R . * 11 . VERBINDINGEN TUSSEN TREKKER EN AANHANGWAGENS OF OPLEGGERS * B.R . * 12 . DIVERSEN 12.1 . Geluidssignaalinrichting * B.R . * 12.2 . Bijzondere voorzieningen voor voertuigen voor gemeenschappelijk vervoer * B.R . * 12.3 . Bijzondere voorzieningen voor taxi's * B.R . * 12.4 . Bijzondere voorzieningen voor voertuigen voor goederenvervoer * B.R . * 12.5 . Beschermingsinrichtingen tegen ongeoorloofd gebruik van het voertuig * B.R . * 12.6 . Sleephaak * B.R . * 12.7 . Standaard * B.R . * 12.8 . Noodsignaal * B.R . * 12.9 . Eventuele registrerende snelheidsmeter * B.R . * Ondergetekende verklaart hierbij dat de gegevens als verstrekt door de fabrikant op inlichtingenformulier nr . ... geldende voor het motorvoertuig met chassisnummer ... en motornummer ( 1 ) ... , welk voertuig door de fabrikant is aangeboden als prototype van het model ... , overeenstemmen met de werkelijkheid . Uit het onderzoek ingesteld op verzoek van de fabrikant , ... , is gebleken dat het voertuig zoals hierboven omschreven en aangeboden als prototype van een serie , op alle op onderhavig formulier aangemerkte punten in overeenstemming is met de voorschriften . Gedaan te ... , ... ... ( handtekening ) ( 1 ) Of bij gebreke daarvan een ander identificatiemiddel . BIJLAGE III MODEL CERTIFICAAT VAN OVEREENSTEMMING Ondergetekende ... ( naam en voornamen ) verklaart dat het volgende voertuig 1 ) soort ... 2 ) merk ... 3 ) type ... 4 ) serienummer van het type ... geheel in overeenstemming is met het op ... te ... door ... goedgekeurde type als omschreven in goedkeuringsformulier nr . ... en inlichtingenformulier nr . ... Gedaan te ... , ... ... ( Handtekening ) ... ( Functie )