Verordening (EEG) nr. 1216/68 van de Commissie van 9 augustus 1968 houdende vaststelling van de methode ter bepaling van het gehalte aan lactose (melksuiker) van uit derde landen ingevoerd mengvoeder
Publicatieblad Nr. L 198 van 10/08/1968 blz. 0013 - 0016
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 2 blz. 0127
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1968(II) blz. 0414
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 2 blz. 0127
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1968(II) blz. 0421
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 4 blz. 0007
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 3 blz. 0008
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 3 blz. 0008
++++ ( 1 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 13 . ( 2 ) PB nr . L 151 van 30 . 6 . 1968 , blz . 3 . VERORDENING ( EEG ) Nr . 1216/68 VAN DE COMMISSIE van 9 augustus 1968 houdende vaststelling van de methode ter bepaling van het gehalte aan lactose ( melksuiker ) van uit derde landen ingevoerd mengvoeder DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten ( 1 ) , inzonderheid op artikel 14 , lid 7 , Overwegende dat in artikel 11 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 823/68 van de Raad van 28 juni 1968 houdende vaststelling van de produktengroepen en de bijzondere voorschriften betreffende de berekening van de heffingen in de sector melk en zuivelprodukten ( 2 ) is vastgesteld dat het gehalte aan melk en zuivelprodukten van mengvoeder behorende tot onderverdeling ex 23.07 B , omschreven in bijlage II van genoemde verordening , wordt bepaald door het gehalte aan lactose per 100 kg van het betreffende produkt te vermenigvuldigen met een coëfficiënt 2 ; Overwegende dat , ten einde een uniforme toepassing van de betrokken bepalingen te verzekeren een voor alle Lid-Staten verplichte analysemethode van het gehalte aan lactose moet worden vastgesteld ; dat het dienstig is een algemeen erkende methode te kiezen ; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten , HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : Artikel 1 De methode voor het bepalen van het gehalte aan lactose ( melksuiker ) van de produkten behorende tot onderverdeling ex 23.07 B , vermeld in bijlage II van Verordening ( EEG ) nr . 823/68 , wordt omschreven in de bijlage . Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op 29 juli 1968 . Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat . Brussel , 9 augustus 1968 . Voor de Commissie V . BODSON Lid van de Commissie BIJLAGE Analysemethode voor de bepaling van lactose in produkten behorende tot tariefpostonderverdeling nr . 23.07 B Deel I 1 . Toepassingsgebied De methode kan worden toegepast bij een lactosegehalte van meer dan 0,5 % . 2 . Principe De suikers oplossen in water . De gist ( Saccharomyces cerevisiae ) die de lactose intact laat , laten inwerken . Het lactosegehalte van de oplossing bepalen volgens de methode Luff-Schoorl na klaring en filtering . 3 . Reagentia Natriumthiosulfaat 0,1 n . Indicator : zetmeeloplossing . Een mengsel van 5 g oplosbaar zetmeel ( als conserveermiddel eventueel 10 mg kwikjodide toevoegen ) en 30 ml water wordt gevoegd bij 1 liter kokend water ; dit mengsel 3 minuten laten koken en daarna afkoelen . Oplossing van kaliumjodide van analysekwaliteit van 30 % ( g / v ) . Oplossing van zwavelzuur 6 n . Reagens volgens Luff-Schoorl : a ) 25 g ijzervrij kopersulfaat van analysekwaliteit ( CuSO4.5H2O ) = oplossen in 100 ml water ; b ) 50 g citroenzuur van analysekwaliteit ( C6H8O7.H2O ) oplossen in 50 ml water ; c ) 143,8 g watervrij natriumcarbonaat van analysekwaliteit ( Na2CO3 ) oplossen in ongeveer 300 ml warm water . Voorzichtig b ) in c ) gieten ( na afkoeling ) en vervolgens a ) bijvoegen . Aanvullen tot 1 liter , het geheel een nacht laten staan en affiltreren . De normaliteit van het aldus verkregen reagens dient te worden gecontroleerd ( 0,1 n in Cu , 2 n in Na2CO3 ) . De pH moet in de buurt van 9,4 liggen . Oplossing Carrez I : 23,8 g Zn ( C2H3O2 ) 2.2H2O en 3 g ijsazijn oplossen in water en aanvullen tot 100 ml . Oplossing Carrez II : 10,6 g K4Fe ( CN ) 6.3H2O oplossen in water en aanvullen tot 100 ml . Puimsteenkorrels behandeld door koken met zoutzuur , gewassen met water en gedroogd . Suspensie van Saccharomyces cerevisiae : 25 g verse gist in 100 ml water ( niet langer dan een week in de koelkast bewaren ) . 4 . Werkwijze Tot op 1 mg nauwkeurig 1 g van het te analyseren monster wegen en dit in een maatkolf van 100 ml brengen . 25 - 30 ml water bijvoegen . De kolf 30 minuten in een kokend waterbad plaatsen ; daarna afkoelen tot ongeveer 35 * . 5 ml van de gistsuspensie ( 1 ) toevoegen en omroeren . De maatkolf met inhoud moet 2 uur in het waterbad op een temperatuur van 38 - 40 * C blijven . ( 1 ) Bij produkten die meer dan 40 % fermenteerbare suikers bevatten verhoge men de hoeveelheid van de gistoplossing . Na gisting afkoelen tot een temperatuur van ongeveer 20 * C . 2,5 ml van de oplossing Carrez I bijvoegen en roeren gedurende 30 seconden ; vervolgens 2,5 ml van de oplossing Carrez II toevoegen en opnieuw roeren gedurende 30 seconden . Aanvullen met water tot 100 ml , mengen en filtreren . Een hoeveelheid filtraat van ten hoogste 25 ml , dat bij voorkeur 40 - 80 mg lactose bevat pipetteren ; zo nodig aanvullen met water tot 25 ml en het gehalte aan watervrije lactose volgens Luff-Schoorl bepalen . Alleen met de gist een volledige blanco-proef uitvoeren . Deel II 1 . Bepaling van het lactosegehalte volgens de methode Luff-Schoorl 25 ml reagens volgens Luff-Schoorl pipetteren en dit in een Erlenmeyerkolf van 300 ml brengen ; 25 ml , nauwkeurig gemeten , van de geklaarde oplossing toevoegen . Na twee korrels puimsteen te hebben bijgevoegd , onder roeren met de hand verwarmen , boven een open vlam van middelmatige hoogte en de vloeistof binnen ongeveer 2 minuten aan de kook brengen . De Erlenmeyerkolf onmiddellijk op een metaalgaasje voorzien van een asbestplaatje , waaronder tevoren een vlam is aangestoken , plaatsen . Deze vlam wordt zodanig geregeld dat de Erlenmeyerkolf alleen onder de bodem wordt verwarmd ; daarop een terugvloeikoeler aansluiten . Vervolgens precies 10 minuten laten doorkoken . Onmiddellijk afkoelen in koud water en na ongeveer 5 minuten als volgt titreren : Aan de vloeistof 10 ml kaliumjodide toevoegen en onmiddellijk daarna , doch voorzichtig ( met het oog op de overvloedige schuimvorming ) , 25 ml zwavelzuur 6 n . Vervolgens titreren met het natriumthiosulfaat totdat een zwakgele kleur ontstaat en tegen het einde van de titratie de zetmeelindicator bijvoegen . Op dezelfde wijze titreren een nauwkeurig gemeten mengsel van 25 ml reagens volgens Luff-Schoorl en 25 ml water , na 10 ml kaliumjodide en 25 ml zwavelzuur 6 n te hebben bijgevoegd , ditmaal echter zonder dat de vloeistof aan de kook wordt gebracht . Aan de hand van de navolgende tabel de hoeveelheid lactose in mg bepalen , die overeenkomt met het verschil tussen de uitkomsten van beide titraties ( uitgedrukt in ml natriumthiosulfaat 0,1 n ) . TABEL Tabel voor 25 ml reagens volgens Luff-Schoorl ( zie in de tekst aangegeven voorwaarden ) 1 . Natriumthiosulfaat 0,1 n 2 . Lactose C12H22O11 * 2 * * 2 1 * * 1 ml * * * ml * mg * verschil * * mg * verschil 1 * 3,6 * * 13 * 48,4 * * 3,7 * * * 3,8 2 * 7,3 * * 14 * 52,2 * * 3,7 * * * 3,8 3 * 11,0 * * 15 * 56,0 * * 3,7 * * * 3,9 4 * 14,7 * * 16 * 59,9 * * 3,7 * * * 3,9 5 * 18,4 * * 17 * 63,8 * * 3,7 * * * 3,9 6 * 22,1 * * 18 * 67,7 * * 3,7 * * * 4,0 7 * 25,8 * * 19 * 71,7 * * 3,7 * * * 4,0 8 * 29,5 * * 20 * 75,7 * * 3,7 * * * 4,1 9 * 33,2 * * 21 * 79,8 * * 3,8 * * * 4,1 10 * 37,0 * * 22 * 83,9 * * 3,8 * * * 4,1 11 * 40,8 * * 23 * 88,0 * * 3,8 12 * 44,6 * * 3,8