31968R0986

Verordening (EEG) nr. 986/68 van de Raad van 15 juli 1968 houdende vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van steun voor ondermelk en magere- melkpoeder bestemd voor voederdoeleinden

Publicatieblad Nr. L 169 van 18/07/1968 blz. 0004 - 0006
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1968(I) blz. 0250
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1968(I) blz. 0260
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 3 blz. 0120
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 2 blz. 0194
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 2 blz. 0194
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 2 blz. 0100
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 2 blz. 0100


++++

( 1 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 13 .

VERORDENING ( EEG ) Nr . 986/68 VAN DE RAAD

van 15 juli 1968

houdende vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van steun voor ondermelk en mager melkpoeder bestemd voor voederdoeleinden

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk - en zuivelprodukten ( 1 ) , inzonderheid op artikel 10 , lid 2 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat overeenkomstig artikel 10 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 804/68 steun wordt verleend voor ondermelk en mager melkpoeder die in de Gemeenschap zijn geproduceerd en als voeder voor dieren zijn gebruikt ; dat het voor controledoeleinden noodzakelijk is te bepalen dat slechts steun kan worden verleend voor ondermelk die geproduceerd is op het landbouwbedrijf waar zij als voeder voor dieren wordt gebruikt , of die volgens nader vast te stellen bepalingen is gedifferentieerd , ofwel die is verwerkt in mengvoeder ; dat het om dezelfde redenen noodzakelijk is te bepalen dat de steun slechts mag worden toegekend voor gedenatureerd of als voeder voor dieren gebruikt mager melkpoeder ;

Overwegende dat het dienstig is de betaling van de steun voor ondermelk aan de zuivelfabriek in voorkomend geval afhankelijk te stellen van de voorwaarde dat de zuivelfabriek zich voor de bewerkte ondermelk een prijs heeft laten betalen die niet hoger is dan een eventuele maximumprijs ; dat deze maximumprijs zou moeten verzekeren dat de doelstelling van deze steun wordt bereikt , namelijk dat een zo groot mogelijke hoeveelheid ondermelk in vloeibare vorm als voeder voor dieren wordt gebruikt ; dat deze prijs zodanig dient te worden vastgesteld dat het belang van het gebruik van ondermelk als voeder voor dieren gehandhaafd blijft ; dat het om deze redenen noodzakelijk is deze prijs vast te stellen met inachtneming van de interventiemaatregelen voor ondermelk en mager melkpoeder , alsmede van de prijzen voor vergelijkbaar voeder voor dieren ;

Overwegende dat het , ten einde te waarborgen dat de betrokken produkten in overeenstemming met de eraan gegeven bestemming worden gebruikt , dienstig is de uitbetaling van de steun voor ondermelk afhankelijk te stellen van het bewijs dat het produkt is gebruikt als voeder voor dieren dan wel voor de vervaardiging van mengvoeder , en voor mager melkpoeder van het bewijs dat het produkt is gedenatureerd of is gebruikt voor de vervaardiging van mengvoeder ;

Overwegende dat het om administratief-technische redenen dienstig is te bepalen dat iedere Lid-Staat een interventiebureau aanwijst dat bevoegd is voor de uitvoering van de steunregeling ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder

a ) Melk :

het door het melken van een of meer koeien verkregen produkt waaraan niets is toegevoegd en waaraan ten hoogste een deel der vetstoffen is onttrokken ;

b ) Ondermelk :

melk met een vetgehalte van ten hoogste 0,10 % ;

c ) Mager melkpoeder :

melkpoeder met een vetgehalte van ten hoogste 1,5 % .

Artikel 2

1 . Steun wordt verleend voor

a ) in een zuivelfabriek geproduceerde en bewerkte ondermelk die ten opzichte van andere ondermelk volgens nader vast te stellen bepalingen is gedifferentieerd en die aan bedrijven waar deze ondermelk als voeder voor dieren wordt gebruikt is verkocht tegen een prijs die niet hoger is dan een eventueel vastgestelde maximumprijs ;

b ) ondermelk die als voeder voor dieren is gebruikt in de bedrijven waar zij uit eigen produktie ter beschikking is gekomen ;

c ) mager melkpoeder dat volgens nader vast te stellen methoden gedenatureerd is ;

d ) mager melkpoeder en in een zuivelfabriek geproduceerde en bewerkte ondermelk die zijn gebruikt voor de vervaardiging van mengvoeder . De steun voor een bepaalde hoeveelheid ondermelk die is gebruikt voor de vervaardiging van mengvoeder is gelijk aan de steun die zou zijn verleend voor de hoeveelheid mager melkpoeder die uit de genoemde hoeveelheid ondermelk kan worden verkregen .

2 . De in lid 1 genoemde bewerking in een zuivelfabriek omvat ten minste de reiniging , pasteurisering en koeling .

3 . De in lid 1 genoemde maximumprijs wordt vastgesteld met inachtneming van

a ) de uit de interventieprijs voor mager melkpoeder voortvloeiende waarde van de ondermelk ;

b ) de steun voor ondermelk en

c ) de prijs voor vergelijkbaar voeder voor dieren .

4 . Het in lid 1 genoemde mengvoeder moet voldoen aan bepaalde minimumeisen ten aanzien van de samenstelling .

Artikel 3

1 . Het bedrag van de steun wordt uitbetaald door het interventiebureau van de Lid-Staat op wiens grondgebied

_ de zuivelfabriek ligt die de voor voeder voor dieren bestemde ondermelk heeft geleverd aan het verbruikende bedrijf ,

_ het in artikel 2 , lid 1 , sub b ) , genoemde bedrijf ligt ,

_ het bedrijf ligt dat het mager melkpoeder heeft gedenatureerd of heeft gebruikt voor de vervaardiging van mengvoeder , of

_ het bedrijf ligt dat de ondermelk heeft gebruikt voor de vervaardiging van mengvoeder .

Wanneer , gedurende de melkprijsjaren 1968/1969 en 1969/1970 , in een Lid-Staat geproduceerd mager melkpoeder op het grondgebied van een andere Lid-Staat is gedenatureerd of is gebruikt voor de vervaardiging van mengvoeder , is echter eerstgenoemde Lid-Staat gemachtigd de steun uit te betalen .

2 . Het bedrag van de steun wordt slechts uitbetaald wanneer is aangetoond dat

_ de ondermelk als voeder voor dieren of voor de vervaardiging van mengvoeder is gebruikt ,

_ het mager melkpoeder is gedenatureerd of is gebruikt voor de vervaardiging van mengvoeder .

3 . De controle die nodig is om de naleving van lid 2 te waarborgen , wordt in elke Lid-Staat uitgeoefend door een overheidsorgaan .

Artikel 4

Iedere Lid-Staat wijst een interventiebureau aan , dat bevoegd is voor de uitvoering van de in deze verordening vervatte maatregelen .

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Zij is van toepassing met ingang van 29 juli 1968 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 15 juli 1968 .

Voor de Raad

De Voorzitter

G . SEDATI