31962R0025

EEG Raad: Verordening nr. 25 inzake de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Publicatieblad Nr. 030 van 20/04/1962 blz. 0991 - 0993
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 1 blz. 0028
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 1 blz. 0028
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1959-1962 blz. 0118
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1959-1962 blz. 0126
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 1 blz. 0032
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 1 blz. 0027
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 1 blz. 0027


++++

VERORDENING No . 25

inzake de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

DE RAAD VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP ,

Gelet op de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en met name op de artikelen 40 , 43 en 199 tot en met 209 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ,

Overwegende dat de werking en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt voor de landbouwprodukten gepaard moeten gaan met de totstandkoming van een gemeenschappelijk landbouwbeleid en dat dit beleid met name een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten dient te omvatten ;

Overwegende dat , om de voor deze gemeenschappelijke ordening gestelde doeleinden te kunnen bereiken , een Europees Oriëntatie - en Garantiefonds voor de landbouw ingesteld dient te worden en regels betreffende de werking daarvan vastgesteld dienen te worden ;

Overwegende dat het , in verband met de instelling van dit Fonds en de uitvoering van een gemeenschappelijk landbouwbeleid , noodzakelijk is gebleken bepaalde gemeenschappelijke regels voor het financiële en het begrotingsbeleid vast te stellen ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Om de voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten gestelde doeleinden te kunnen bereiken wordt een Europees Oriëntatie - en Garantiefonds voor de landbouw ingesteld , hierna te noemen het " Fonds " .

Het Fonds vormt een onderdeel van de begroting van de Gemeenschap .

Titel I : Eindstadium van de gemeenschappelijke markt

Artikel 2

1 . De ontvangsten uit de heffingen op de invoer uit derde landen komen ten goede aan de Gemeenschap en zijn bestemd voor dekking van de uitgaven der Gemeenschap in dier voege dat de begrotingsmiddelen van de Gemeenschap zowel deze ontvangsten omvatten als alle andere ontvangsten waartoe volgens de regels van het Verdrag is besloten , alsmede de bijdragen van de Lid-Staten , overeenkomstig artikel 200 van het Verdrag . De Raad maakt tijdig een begin met de procedure , voorgeschreven in artikel 201 van het Verdrag , ten einde de bovengenoemde bepalingen ten uitvoer te leggen .

2 . Aangezien in het eindstadium van de gemeenschappelijke markt de eenwording van de prijsstelsels bereikt is en het landbouwbeleid gemeenschappelijk is , worden de financiële gevolgen die hieruit voortvloeien door de Gemeenschap gedragen . Aldus worden door het Fonds gefinancierd :

a ) de restituties bij uitvoer naar derde landen ;

b ) de interventies ter regularisatie van de markten ;

c ) de gemeenschappelijke acties waartoe besloten wordt ten einde de doelstellingen van artikel 39 , lid 1 , sub a , van het Verdrag te verwezenlijken , met inbegrip van de structuurwijzigingen , nodig voor de goede werking van de gemeenschappelijke markt , zonder dat deze acties in de plaats treden van de activiteiten van de Europese Investeringsbank en het Europees Sociaal Fonds .

Titel II : Overgangsperiode

Artikel 3

1 . Voor financiering uit het Fonds komen de volgende uitgaven in aanmerking :

a ) de restituties bij uitvoer naar derde landen , berekend op grondslag van de omvang van de netto-uitvoer en van de hoogte der restitutie van de Lid-Staat met de laagste gemiddelde restitutie , overeenkomstig de bepalingen die in de verordeningen voor de verschillende produkten zijn vastgesteld ;

b ) de interventies op de interne markt die een doel en een functie hebben , gelijk aan die van de sub a bedoelde restituties ; die gelijkheid wordt vastgesteld op voorstel van de Commissie bij besluit van de Raad , met eenparigheid van stemmen tijdens de tweede etappe en met gekwalificeerde meerderheid nadien ;

c ) de overige interventies op de interne markt die krachtens communautaire regels plaatsvinden ; de voorwaarden waaronder de desbetreffende uitgaven in aanmerking komen , worden bepaald op voorstel van de Commissie door de Raad , met eenparigheid van stemmen tijdens de tweede etappe en met gekwalificeerde meerderheid nadien ;

d ) de acties die krachtens communautaire regels worden ondernomen ter verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 39 , lid 1 , sub a , van het Verdrag , hieronder begrepen structuurwijzigingen , die door de ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt vereist worden ; de voorwaarden waaronder de desbetreffende uitgaven in aanmerking komen , worden bepaald op voorstel van de Commissie door de Raad , met eenparigheid van stemmen tijdens de tweede etappe en met gekwalificeerde meerderheid nadien .

2 . De Commissie dient uiterlijk op 30 september 1962 de eerste voorstellen in met toepassing van lid 1 , sub b , c en d , ten einde de gemeenschappelijke financiering van de aldaar bedoelde acties met ingang van het jaar 1962/1963 mogelijk te maken .

3 . Van het eerste jaar af onderzoekt de Raad jaarlijks aan de hand van een rapport van de Commissie welke gevolgen de gemeenschappelijke financiering van de in lid 1 , sub a , bedoelde restituties bij uitvoer heeft voor de oriëntatie van de produktie en de ontwikkeling van de afzet .

De Raad kan tijdens de tweede etappe met eenparigheid van stemmen en op verzoek van een van de Lid-Staten of van de Commissie en nadien met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie , de voor de gemeenschappelijke financiering van deze restituties vastgestelde criteria wijzigen .

De Raad onderzoekt eveneens elk jaar aan de hand van een rapport van de Commissie de gevolgen voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de in lid 1 , sub b , c , en d , bedoelde communautaire financiering .

Artikel 4

Voor het verstrijken van het derde jaar gaat de Raad aan de hand van een rapport van de Commissie over tot een algeheel onderzoek met name betreffende de ontwikkeling van het bedrag van de verrichtingen van het Fonds , de aard van zijn uitgaven , de voorwaarden waaronder de desbetreffende uitgaven voor financiering in aanmerking worden genomen , de verdeling naar herkomst van zijn ontvangsten , alsook betreffende de vooruitgang bij de uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en met name betreffende de oriëntatie van de landbouwproduktie van de Lid-Staten , de toenadering der prijzen en de ontwikkeling van het handelsverkeer binnen de Gemeenschap . Dit onderzoek gaat aan de met toepassing van artikel 5 , lid 1 , en artikel 7 , lid 2 , te nemen besluiten vooraf .

Artikel 5

1 . Ten aanzien van de krachtens artikel 3 , lid 1 , sub a , b en c , in aanmerking komende uitgaven , wordt de bijdrage van het Fonds voor de eerste drie jaren vastgesteld op : 1/6 voor 1962/1963 , 2/6 voor 1963/1964 en 3/6 voor 1964/1965 .

Met ingang van 1 juli 1965 en tot aan het einde van de overgangsperiode worden de bijdragen van het Fonds regelmatig verhoogd , zodat aan het einde van de overgangsperiode het totaal van de in aanmerking komende uitgaven door het Fonds wordt gefinancierd . Aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek bedoeld in artikel 4 , wordt het daartoe noodzakelijke besluit overeenkomstig de in artikel 43 van het Verdragvermelde stemprocedure door de Raad genomen .

2 . De bijdrage van het Fonds voor de uitgaven die krachtens artikel 3 , lid 1 , sub d , in aanmerking komen , bedraagt voor zover mogelijk 1/3 van het met toepassing van lid 1 vastgestelde bedrag .

Artikel 6

1 . Het bedrag van de middelen waaruit door het Fonds voornoemde uitgaven bestreden moeten worden , wordt ieder jaar door de Raad volgens de begrotingsprocedure vastgesteld .

2 . De jaarlijks vastgestelde bedragen kunnen worden verhoogd door een besluit van de Raad volgens dezelfde procedure .

Artikel 7

1 . De ontvangsten van het Fonds worden gedurende de eerste drie jaar gevormd door financiële bijdragen van de Lid-Staten , berekend voor een eerste gedeelte volgens de verdeelsleutel van artikel 200 , lid 1 , van het Verdrag en voor een tweede gedeelte evenredig aan de netto-invoer van iedere Lid-Staat uit derde landen .

De twee gedeelten van de bijdragen van de Lid-Staten dekken de totale uitgaven van het Fonds in de volgende verhoudingen :

* 1962/1963 * 1963/1964 * 1964/1965

volgens de verdeelsleutel

van artikel 200 , lid 1 * 100 * 90 * 80

evenredig aan de netto -

invoer * _ * 10 * 20

2 . V}}r het einde van het derde jaar bepaalt de Raad aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek bedoeld in artikel 4 , volgens de in artikel 200 , lid 3 , van het Verdrag voorgeschreven procedure , de regels die inzake de ontvangsten van het Fonds met ingang van 1 juli 1965 en tot aan het einde van de overgangsperiode zullen gelden ten einde de geleidelijke overgang naar het stelsel van de gemeenschappelijke markt te verzekeren .

Artikel 8

Op de wijze vastgesteld in elk van de verordeningen betreffende de produkten , is deze verordening met ingang van 1 juli 1962 van toepassing op de markt voor granen , voor varkensvlees , voor eieren en voor slachtpluimvee , met ingang van 1 november 1962 op de markt voor zuivelprodukten en , voor zover nodig , op andere markten vanaf data die door de Raad zullen worden vastgesteld .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 4 april 1962 .

Voor de Raad

De Voorzitter

M . COUVE de MURVILLE