10.11.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 291/60


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 172/2019

van 14 juni 2019

tot wijziging van bijlage XIX (Consumentenbescherming) bij de EER-Overeenkomst [2022/2164]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (1), moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen.

(2)

De in de EER-Overeenkomst opgenomen Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (2) wordt bij Verordening (EU) 2017/2394 met ingang van 17 januari 2020 ingetrokken en moet derhalve met ingang van 17 januari 2020 uit de EER-Overeenkomst worden geschrapt.

(3)

De partijen bij de Overeenkomst streven naar een hoog niveau van consumentenbescherming en zijn het erover eens dat de opneming van Verordening (EU) 2017/2394 in de EER-Overeenkomst geen wijziging van de definitie van “wijdverbreide inbreuk met een Uniedimensie” met zich meebrengt. De drempels om te bepalen of een inbreuk een Uniedimensie heeft, worden derhalve uitsluitend berekend op basis van de EU-lidstaten die door de inbreuk zijn getroffen, zonder rekening te houden met de EVA-staten.

(4)

Bijlage XIX bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XIX bij de EER-Overeenkomst wordt de tekst van punt 7f (Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad) met ingang van 17 januari 2020 vervangen door:

 

32017 R 2394: Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 1).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze Overeenkomst met de volgende aanpassingen gelezen:

a)

Onverminderd de bepalingen van Protocol 1 bij deze Overeenkomst wordt voor de toepassing van artikel 3, lid 4, geen rekening gehouden met het grondgebied en de bevolking van de EVA-staten.

b)

In artikel 10, lid 2, worden, wat betreft de EVA-staten, de woorden “het Handvest” gelezen als “de grondrechten”.

c)

In artikel 35, lid 1:

i)

worden de woorden “, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “verbindingsbureaus”;

ii)

wordt de volgende zin toegevoegd: “De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft toegang tot de informatie die is verstrekt door of betrekking heeft op de EVA-staten.”.”

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2017/2394 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 15 juni 2019, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 14 juni 2019.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Claude MAERTEN


(1)  PB L 345 van 27.12.2017, blz. 1.

(2)  PB L 364 van 9.12.2004, blz. 1.

(*)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.