4.3.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 75/33


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. 196/2018

van 21 september 2018

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2021/310]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 van de Commissie van 1 maart 2017 tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen voor verleners van luchtverkeersbeheers- /luchtvaartnavigatiediensten en andere netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer en het toezicht daarop, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 482/2008, de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 1034/2011, (EU) nr. 1035/2011 en (EU) 2016/1377 en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 677/2011 (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EG) nr. 482/2008 (2), Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1034/2011 (3) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 (4) van de Commissie worden ingetrokken bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 en moeten derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(3)

Een aantal bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 is afkomstig van bepalingen van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) die alleen van toepassing zijn op de EUR-regio van de ICAO, waartoe IJsland niet behoort op grond van zijn geografische situatie.

(4)

Een aantal bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 heeft betrekking op EU-verordeningen waarvan het toepassingsgebied beperkt is tot de EUR-regio (Europa) en de AFI-regio (Afrika) van de ICAO, waardoor zij niet op IJsland van toepassing mogen zijn.

(5)

Aangezien IJsland in de NAT-regio (Noord-Atlantische regio) van de ICAO ligt, verbindt het land zich ertoe aan de aanvullende regionale bepalingen van de NAT-regio van de ICAO te voldoen en deze na te leven.

(6)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

Na punt 66xf (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 390/2013 van de Commissie) wordt het volgende ingevoegd:

“66xg.

32017 R 0373: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 van de Commissie van 1 maart 2017 tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen voor verleners van luchtverkeersbeheers- /luchtvaartnavigatiediensten en andere netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer en het toezicht daarop, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 482/2008, de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 1034/2011, (EU) nr. 1035/2011 en (EU) 2016/1377 en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 677/2011 (PB L 62 van 8.3.2017, blz. 1).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst met de volgende aanpassingen gelezen:

a)

wanneer in de verordening en de bijbehorende aanvaardbare wijzen van naleving of richtsnoeren wordt verwezen naar bepalingen van de ICAO die van toepassing zijn op de EUR-regio van de ICAO, dient dit te worden begrepen als niet vereist voor IJsland, voor zover IJsland voldoet aan de aanvullende regionale bepalingen van de NAT-regio van de ICAO. De bepalingen van de NAT-regio van de ICAO kunnen worden begrepen als aanvaardbare wijzen van naleving of richtsnoeren voor IJsland,

b)

wanneer in de verordening wordt verwezen naar Europese verordeningen waarvan het toepassingsgebied beperkt is tot de EUR-/AFI-regio’s van de ICAO, dient dit te worden begrepen als niet vereist voor IJsland, tenzij IJsland specifiek heeft verklaard dat deze verordeningen van toepassing zijn op IJsland. In het andere geval zijn nationale verordeningen of de relevante bepalingen van de ICAO van toepassing,

c)

alternatieve wijzen van naleving zijn niet nodig in de gevallen waarin IJsland voldoet aan de aanvullende regionale bepalingen van de NAT-regio van de ICAO,

d)

in punt ATM/ANS.AR.A.025 van bijlage II worden in punt b) de woorden “, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de lidstaten”,

e)

in punt ATM/ANS.AR.C.050 van bijlage II worden in punt e), 1), de woorden “en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”,

f)

in punt ATM/ANS.OR.D.005 van bijlage III worden in punt c) de woorden “en in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”,

g)

in punt ATM/ANS.OR.D.025 van bijlage III

i)

worden in punt c) de woorden “, het Permanent Comité van de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”, en

ii)

worden in punt e) de woorden “, in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”.”.

2)

Punt 66wn (Verordening (EU) nr. 677/2011 van de Commissie) wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende streepje wordt toegevoegd:

“—

32017 R 0373: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 van de Commissie van 1 maart 2017 (PB L 62 van 8.3.2017, blz. 1).”,

b)

punt j) wordt geschrapt.

3)

De tekst van de punten 66wf (Verordening (EG) nr. 482/2008 van de Commissie), 66xb (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1034/2011 van de Commissie) en 66xc (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 van de Commissie) wordt geschrapt.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 22 september 2018, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 21 september 2018.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Oda Helen SLETNES


(1)  PB L 62 van 8.3.2017, blz. 1.

(2)  PB L 141 van 31.5.2008, blz. 5.

(3)  PB L 271 van 18.10.2011, blz. 15.

(4)  PB L 271 van 18.10.2011, blz. 23.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.