5.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 68/10


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 280/2019

van 13 december 2019

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2020/299]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/723 van de Commissie van 2 mei 2019 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft het standaardformulier dat in de door de lidstaten ingediende jaarverslagen moet worden gebruikt (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake plantgezondheid. Wetgeving inzake plantgezondheid valt buiten het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst en is daarom niet van toepassing op de EVA-staten.

(3)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake levende dieren, andere dan vissen en aquacultuurdieren. Wetgeving inzake levende dieren, andere dan vissen en aquacultuurdieren, is niet van toepassing op IJsland, zoals bepaald in punt 2 van de inleiding van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst.

(4)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden, diervoeders en levensmiddelen. Wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden, diervoeders en levensmiddelen is niet van toepassing op Liechtenstein zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen bij bijlage I en de inleiding van hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

(5)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Beschikking 2006/778/EG (2) en Uitvoeringsbesluit 2013/188/EU (3) worden met ingang van 14 december 2019 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/723 ingetrokken en moeten bijgevolg met ingang van 14 december 2019 uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(6)

De bijlagen I en II bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel 1.1 van hoofdstuk I wordt na punt 11b (Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende punt ingevoegd:

“11ba.

32019 R 0723: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/723 van de Commissie van 2 mei 2019 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft het standaardformulier dat in de door de lidstaten ingediende jaarverslagen moet worden gebruikt (PB L 124 van 13.5.2019, blz. 1).”.

2)

In hoofdstuk II wordt na punt 31q (Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende punt ingevoegd:

“31qa.

32019 R 0723: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/723 van de Commissie van 2 mei 2019 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft het standaardformulier dat in de door de lidstaten ingediende jaarverslagen moet worden gebruikt (PB L 124 van 13.5.2019, blz. 1).”.

3)

De tekst van punt 14 (Uitvoeringsbesluit 2013/188/EU van de Commissie) in deel 9.1 van hoofdstuk I en van punt 4 (Beschikking 2006/778/EG van de Commissie) in deel 9.2 van hoofdstuk I wordt geschrapt met ingang van 14 december 2019.

Artikel 2

In hoofdstuk XII van bijlage II wordt na punt 164 (Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende punt ingevoegd:

“164a.

32019 R 0723: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/723 van de Commissie van 2 mei 2019 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft het standaardformulier dat in de door de lidstaten ingediende jaarverslagen moet worden gebruikt (PB L 124 van 13.5.2019, blz. 1).”.

Artikel 3

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/723 zijn authentiek.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op 14 december 2019, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 210/2019 van het Gemengd Comité van de EER van 27 september 2019 (4) als dat later is.

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 december 2019.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Gunnar PÁLSSON


(1)  PB L 124 van 13.5.2019, blz. 1.

(2)  PB L 314 van 15.11.2006, blz. 39.

(3)  PB L 111 van 23.4.2013, blz. 107.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.

(4)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.