10.7.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 184/3


OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, en de bijlage daarbij, en van Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten

DE EUROPESE UNIE,

enerzijds, en

HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN,

anderzijds,

hierna gezamenlijk “de overeenkomstsluitende partijen” genoemd,

GELEID DOOR DE WENS de politiële en justitiële samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein te verbeteren, onverminderd de regelgeving ter bescherming van de individuele vrijheid,

OVERWEGENDE dat de huidige betrekkingen tussen de overeenkomstsluitende partijen, met name het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (1), een toonbeeld zijn van nauwe samenwerking bij de bestrijding van criminaliteit,

EROP WIJZEND dat de overeenkomstsluitende partijen belang hebben bij een doeltreffende en vlotte politiële samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein, die verenigbaar is met de grondbeginselen van hun nationale rechtsstelsels en in overeenstemming met de individuele rechten en de beginselen van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950,

ERKENNENDE dat Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad van 18 december 2006 betreffende de vereenvoudiging van de uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie (2) reeds regels bevat op grond waarvan de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten en het Vorstendom Liechtenstein snel en doeltreffend bestaande informatie en inlichtingen kunnen uitwisselen teneinde een strafrechtelijk onderzoek of een criminele-inlichtingenoperatie uit te voeren,

ERKENNENDE dat het van cruciaal belang is dat exacte informatie snel en doeltreffend kan worden uitgewisseld teneinde de internationale samenwerking op het gebied van rechtshandhaving te stimuleren,

INDACHTIG het doel om procedures in te voeren ter bevordering van snelle, efficiënte en goedkope gegevensuitwisselingsmiddelen, en dat voor het gezamenlijke gebruik van gegevens, in die procedures de respectieve verantwoordelijkheden moeten worden bepaald en de procedures de nodige waarborgen moeten bieden wat betreft de juistheid en de beveiliging van de gegevens bij doorgifte en opslag; alsmede procedures voor de registratie van gegevensuitwisseling en beperkingen op het gebruik van de uitgewisselde gegevens,

EROP WIJZEND dat deze overeenkomst derhalve bepalingen bevat die stoelen op de voornaamste bepalingen van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (3) en Besluit 2008/616/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (4), met inbegrip van de bijlage, alsmede Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad van 30 november 2009 over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten (5), en die dienen ter verbetering van de informatie-uitwisseling waarbij de lidstaten van de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein elkaar toegang verlenen tot hun geautomatiseerde DNA-analysebestanden, geautomatiseerde vingerafdrukidentificatiesystemen en voertuigregistratiegegevens,

EROP WIJZEND dat in het geval van nationale DNA-analysebestanden en geautomatiseerde vingerafdrukidentificatiesystemen, een hit/no hit-systeem de verzoekende staat, in een tweede fase, in staat moet stellen specifieke met een dossier verband houdende persoonsgegevens op te vragen in de staat die het dossier beheert en, waar nodig, via rechtshulpprocedures, waaronder die welke ingevolge Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad zijn vastgesteld, om nadere informatie te verzoeken,

OVERWEGENDE dat die bepalingen de bestaande procedures aan de hand waarvan de lidstaten van de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein kunnen nagaan of een andere staat, over de door hen benodigde informatie beschikt, aanzienlijk zouden bespoedigen en, zo ja, welke staat,

OVERWEGENDE dat grensoverschrijdende gegevensvergelijking een nieuwe dimensie zal geven aan de misdaadbestrijding en dat de informatie die door het vergelijken van gegevens wordt verkregen, nieuwe onderzoeksmethoden mogelijk zal maken en daardoor een cruciale rol spelen bij de ondersteuning van de rechtshandhavings- en justitiële autoriteiten van de staten,

OVERWEGENDE dat de regels gebaseerd zijn op netwerkverbindingen tussen de nationale gegevensbanken van de staten,

OVERWEGENDE dat de staten onder bepaalde voorwaarden al dan niet persoonsgebonden gegevens moeten kunnen verstrekken teneinde in verband met grootschalige evenementen met een grensoverschrijdende dimensie de uitwisseling van gegevens te verbeteren met het oog op de voorkoming van strafbare feiten en de handhaving van de openbare orde en veiligheid,

ERKENNENDE dat niet alleen de informatie-uitwisseling moet worden verbeterd, maar ook andere vormen van nauwere samenwerking tussen politiediensten moeten worden gereguleerd, met name waar het gaat om gezamenlijke veiligheidsoperaties (bijvoorbeeld gezamenlijke patrouilles),

OVERWEGENDE dat het hit/no hit-systeem een structuur voor de vergelijking van anonieme profielen biedt, waarbij aanvullende persoonsgegevens pas na een hit worden uitgewisseld, en dat de verstrekking en de ontvangst van die gegevens vallen onder het nationale recht, met inbegrip van de rechtshulpvoorschriften en dat deze opzet een adequaat systeem waarborgt voor gegevensbescherming, met dien verstande dat voor de verstrekking van persoonsgegevens aan een andere staat een toereikend niveau van gegevensbescherming in de ontvangende staten is vereist,

OVERWEGENDE dat het Vorstendom Liechtenstein de kosten van zijn eigen autoriteiten in verband met de toepassing van deze overeenkomst draagt,

ERKENNENDE dat, aangezien de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten een belangrijke stap is naar een veiligere en effectievere uitwisseling van forensische informatie, sommige bepalingen van Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad derhalve door het Vorstendom Liechtenstein dienen te worden nageleefd;

OVERWEGENDE dat de verwerking van persoonsgegevens, op grond van deze overeenkomst, door de autoriteiten van het Vorstendom Liechtenstein met het oog op het voorkomen, opsporen of onderzoeken van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit onderworpen dient te zijn aan normen voor de bescherming van persoonsgegevens uit hoofde van het nationaal recht van het Vorstendom Liechtenstein die voldoen aan Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (6),

ZICH BASEREND op het wederzijds vertrouwen van de lidstaten van de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein in de structuur en werking van hun rechtsstelsels,

ERMEE REKENING HOUDENDE dat op grond van de overeenkomst tussen de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein ten aanzien van de samenwerking in het kader van de Zwitserse informatiesystemen wat betreft vingerafdrukgegevens en DNA-profielen (7), beide landen dezelfde gegevensbanken en informatie-uitwisselingssystemen gebruiken voor respectievelijk DNA en vingerafdrukgegevens,

ERKENNENDE dat de bepalingen van de bilaterale en multilaterale overeenkomsten van toepassing blijven voor alle aangelegenheden die niet in deze overeenkomst zijn geregeld;

HEBBEN BESLOTEN DE VOLGENDE OVEREENKOMST TE SLUITEN:

Artikel 1

Onderwerp en doel

1.   Behoudens deze overeenkomst zijn de artikelen 1 tot en met 24, artikel 25, lid 1, en de artikelen 26 tot en met 32 en artikel 34 van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, van toepassing op de bilaterale betrekkingen tussen het Vorstendom Liechtenstein en elke lidstaat.

2.   Behoudens deze overeenkomst zijn de artikelen 1 tot en met 19 en artikel 21 van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, en, met uitzondering van punt 1 van hoofdstuk 4, van de bijlage ervan, van toepassing op de bilaterale betrekkingen tussen het Vorstendom Liechtenstein en elke lidstaat.

3.   De verklaringen die de lidstaten uit hoofde van Besluiten 2008/615/JBZ en 2008/616/JBZ van de Raad hebben afgelegd, zijn ook van toepassing op hun bilaterale betrekkingen met het Vorstendom Liechtenstein.

4.   Behoudens deze overeenkomst zijn de artikelen 1 tot en met 5 en artikel 6, lid 1, van Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten, van toepassing op de bilaterale betrekkingen tussen het Vorstendom Liechtenstein en elke lidstaat.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

1)   “overeenkomstsluitende partijen”: de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein;

2)   “lidstaat”: een lidstaat van de Europese Unie;

3)   “staat”: een lidstaat of het Vorstendom Liechtenstein.

Artikel 3

Eenvormige toepassing en uitlegging

1.   Om ervoor te zorgen dat de in artikel 1 bedoelde bepalingen zo eenvormig mogelijk worden toegepast en uitgelegd, volgen de overeenkomstsluitende partijen de ontwikkeling van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie en van de bevoegde rechtscolleges van het Vorstendom Liechtenstein betreffende die bepalingen op de voet. Daartoe wordt een mechanisme voor de regelmatige wederzijdse uitwisseling van die rechtspraak opgezet.

2.   Het Vorstendom Liechtenstein is gerechtigd memories of schriftelijke opmerkingen in te dienen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie wanneer een rechterlijke instantie van een lidstaat het Hof van Justitie een prejudiciële vraag voorlegt over de uitlegging van een in artikel 1 bedoelde bepaling.

Artikel 4

Geschillenbeslechting

Een geschil tussen het Vorstendom Liechtenstein en een lidstaat betreffende de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst of van een in artikel 1 bedoelde bepaling en daarop betrekking hebbende wijzigingen kan door een partij bij het geschil verwezen worden naar een vergadering van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie en van het Vorstendom Liechtenstein, met het oog op een snelle beslechting van het geschil.

Artikel 5

Wijzigingen

1.   Indien een wijziging moet worden aangebracht in de in artikel 1 bedoelde bepalingen, stelt de Europese Unie het Vorstendom Liechtenstein zo spoedig mogelijk op de hoogte en neemt zij in voorkomend geval zijn opmerkingen in ontvangst.

2.   Wijzigingen van de in artikel 1 bedoelde bepalingen worden het Vorstendom Liechtenstein door de Europese Unie na aanneming zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht.

Het Vorstendom Liechtenstein besluit onafhankelijk of het de inhoud van een dergelijke wijziging aanvaardt en die in zijn interne rechtsorde omzet. Dat besluit wordt binnen drie maanden na de in de eerste alinea bedoelde kennisgeving ter kennis van de Europese Unie gebracht.

3.   Indien de inhoud van de wijziging voor het Vorstendom Liechtenstein pas bindend kan worden nadat aan zijn grondwettelijke verplichtingen is voldaan, deelt het Vorstendom Liechtenstein de Europese Unie zulks bij zijn kennisgeving mee. Het Vorstendom Liechtenstein deelt de Europese Unie onverwijld schriftelijk mee wanneer aan alle grondwettelijke verplichtingen is voldaan. Wanneer geen referendum vereist is, vindt de kennisgeving plaats onmiddellijk na het verstrijken van de referendumtermijn. Indien een referendum vereist is, beschikt het Vorstendom Liechtenstein voor het verrichten van de kennisgeving over een termijn van ten hoogste achttien maanden vanaf de kennisgeving door de Europese Unie. Vanaf de datum waarop de wijziging voor het Vorstendom Liechtenstein in werking moet treden, tot de mededeling dat aan de grondwettelijke verplichtingen is voldaan, past het Vorstendom Liechtenstein indien mogelijk de inhoud van de wijziging voorlopig toe.

4.   Indien het Vorstendom Liechtenstein de inhoud van de wijziging niet aanvaardt, wordt deze overeenkomst opgeschort. De overeenkomstsluitende partijen komen bijeen om elke mogelijkheid tot voortzetting van de goede werking van de overeenkomst te onderzoeken, met inbegrip van de mogelijkheid om de gelijkwaardigheid van wetgeving te erkennen. De opschorting wordt opgeheven zodra het Vorstendom Liechtenstein kennisgeving doet dat het de inhoud van wijziging aanvaardt of indien de overeenkomstsluitende partijen overeenkomen de bestaande overeenkomst opnieuw toe te passen.

5.   Indien de overeenkomstsluitende partijen na afloop van een opschortingsperiode van zes maanden nog niet zijn overeengekomen de overeenkomst opnieuw toe te passen, wordt de toepassing van de overeenkomst beëindigd.

6.   De leden 4 en 5 van dit artikel zijn niet van toepassing op wijzigingen betreffende hoofdstuk 3, 4 of 5 van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad of betreffende artikel 17 van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad ten aanzien waarvan het Vorstendom Liechtenstein de Europese Unie met redenen omkleed heeft meegedeeld de wijziging niet te aanvaarden. In dergelijke gevallen blijven, onverminderd het bepaalde in artikel 10 van deze overeenkomst, in de bilaterale betrekkingen tussen het Vorstendom Liechtenstein en elke lidstaat de betrokken bepalingen van toepassing in de versie van voor de wijziging.

Artikel 6

Evaluatie

De overeenkomstsluitende partijen stemmen ermee in deze overeenkomst uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding gezamenlijk aan een evaluatie te onderwerpen. De evaluatie heeft in het bijzonder betrekking op de praktische uitvoering, de uitlegging en de verdere ontwikkeling van de overeenkomst en behelst ook aangelegenheden zoals de gevolgen van de ontwikkeling van de Europese Unie met betrekking tot het voorwerp van de overeenkomst.

Artikel 7

Verhouding tot andere instrumenten

1.   Het staat het Vorstendom Liechtenstein vrij om bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen inzake grensoverschrijdende samenwerking met lidstaten die op de datum van de sluiting van deze overeenkomst van kracht zijn, te blijven toepassen, voor zover die overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met de doelstellingen van deze overeenkomst. Het Vorstendom Liechtenstein stelt de Europese Unie in kennis van dergelijke overeenkomsten of regelingen die van toepassing zullen blijven.

2.   Na de inwerkingtreding van deze overeenkomst staat het Vorstendom Liechtenstein vrij om andere bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen inzake grensoverschrijdende samenwerking met lidstaten te sluiten of in werking te doen treden, voor zover die overeenkomsten of regelingen de mogelijkheid bieden de doelstellingen van deze overeenkomst te verruimen of te verbreden. Het Vorstendom Liechtenstein stelt de Europese Unie binnen drie maanden na de ondertekening van dergelijke nieuwe overeenkomsten of regelingen hiervan in kennis, of, wat betreft overeenkomsten of regelingen die reeds voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze overeenkomst waren ondertekend, binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dergelijke nieuwe overeenkomsten of regelingen.

3.   De in de leden 1 en 2 bedoelde overeenkomsten en regelingen laten de betrekkingen met de lidstaten die daarbij geen partij zijn, onverlet.

4.   Deze overeenkomst laat bestaande overeenkomsten betreffende rechtsbijstand of wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen onverlet.

Artikel 8

Kennisgevingen, verklaringen en inwerkingtreding

1.   De overeenkomstsluitende partijen stellen elkaar in kennis van de voltooiing van de noodzakelijke procedures, waarmee zij te kennen geven dat zij ermee instemmen door de overeenkomst te worden gebonden.

2.   De Europese Unie kan ermee instemmen door deze overeenkomst gebonden te worden, zelfs al zijn de besluiten inzake de verwerking van persoonsgegevens die overeenkomstig Besluit 2008/615/JBZ van de Raad zijn of worden verstrekt, nog niet ten aanzien van alle lidstaten genomen.

3.   Artikel 5, leden 1 en 2, worden vanaf de datum van ondertekening van deze overeenkomst voorlopig toegepast.

4.   Ten aanzien van wijzigingen van de in artikel 1 bedoelde bepalingen die na de ondertekening maar voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze overeenkomst zijn aangenomen, vangt de in artikel 5, lid 2, tweede alinea, bedoelde periode van drie maanden aan op de datum waarop de overeenkomst in werking treedt.

5.   Bij de in lid 1 bedoelde kennisgeving of, indien daarin is voorzien, op enig later tijdstip, legt het Vorstendom Liechtenstein de in artikel 1, lid 3, bedoelde verklaringen af.

6.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na de datum van de laatste kennisgeving als bedoeld in lid 1.

7.   Verstrekking door de lidstaten en het Vorstendom Liechtenstein van persoonsgegevens op grond van deze overeenkomst vindt niet plaats voordat de bepalingen van hoofdstuk 6 van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad in het nationale recht van de bij de verstrekking betrokken staten zijn uitgevoerd.

Teneinde na te gaan of zulks in het Vorstendom Liechtenstein het geval is, worden overeenkomstig de voorwaarden en regelingen die met het Vorstendom Liechtenstein zijn overeengekomen, een evaluatiebezoek en een proefproject uitgevoerd, die identiek zijn aan die welke krachtens hoofdstuk 4 van de bijlage bij Besluit 2008/616/JBZ van de Raad in de lidstaten zijn uitgevoerd.

Aan de hand van het verslag van de algehele evaluatie en nadat dezelfde stappen zijn gezet als bij de aanvang van geautomatiseerde gegevensuitwisseling in de lidstaten, besluit de Raad met ingang van welke datum of data de lidstaten persoonsgegevens overeenkomstig deze overeenkomst aan het Vorstendom Liechtenstein mogen verstrekken.

8.   De bepalingen van Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad worden door het Vorstendom Liechtenstein ten uitvoer gelegd en toegepast. Het Vorstendom Liechtenstein stelt de Europese Commissie in kennis van de tekst van de belangrijkste bepalingen die op het door die richtlijn bestreken gebied worden vastgesteld.

9.   De artikelen 1 tot en met 24, artikel 25, lid 1, en de artikelen 26 tot en met 32 en artikel 34 van Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad, worden door het Vorstendom Liechtenstein uitgevoerd en toegepast. Het Vorstendom Liechtenstein deelt de Europese Commissie de tekst mede van de belangrijkste bepalingen die op het door dat kaderbesluit van de Raad bestreken gebied worden vastgesteld.

10.   De bevoegde autoriteiten van het Vorstendom Liechtenstein mogen de bepalingen van hoofdstuk 2 van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad niet toepassen voordat het Vorstendom Liechtenstein de in de leden 8 en 9 van dit artikel bedoelde maatregelen heeft uitgevoerd en toegepast.

Artikel 9

Toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie

De toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie schept krachtens deze overeenkomst rechten en verplichtingen tussen die nieuwe lidstaten en het Vorstendom Liechtenstein.

Artikel 10

Opzegging

1.   Deze overeenkomst kan te allen tijde door een van de overeenkomstsluitende partijen worden opgezegd door nederlegging van een kennisgeving van opzegging bij de andere overeenkomststluitende partij.

2.   De opzegging van deze overeenkomst overeenkomstig lid 1 wordt van kracht zes maanden na de nederlegging van de kennisgeving van opzegging.

Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Съставено в Брюксел на двадесет и седми юни две хиляди и деветнадесета година.

Hecho en Bruselas, el veintisiete de junio de dos mil diecinueve.

V Bruselu dne dvacátého sedmého června dva tisíce devatenáct.

Udfærdiget i Bruxelles den syvogtyvende juni to tusind og nitten.

Geschehen zu Brüssel am siebenundzwanzigsten Juni zweitausendneunzehn.

Kahe tuhande üheksateistkümnenda aasta juunikuu kahekümne seitsmendal päeval Brüsselis.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις είκοσι εφτά Ιουνίου δύο χιλιάδες δεκαεννέα.

Done at Brussels on the twenty-seventh day of June in the year two thousand and nineteen.

Fait à Bruxelles, le vingt-sept juin deux mille dix-neuf.

Sastavljeno u Bruxellesu dvadeset sedmog lipnja godine dvije tisuće devetnaeste.

Fatto a Bruxelles, addì ventisette giugno duemiladiciannove.

Briselē, divi tūkstoši deviņpadsmitā gada divdesmit septītajā jūnijā.

Priimta du tūkstančiai devynioliktų metų birželio dvidešimt septintą dieną Briuselyje.

Kelt Brüsszelben, a kétezer-tizenkilencedik év június havának huszonhetedik napján.

Magħmul fi Brussell, fis-sebgħa u għoxrin jum ta' Ġunju fis-sena elfejn u dsatax.

Gedaan te Brussel, zevenentwintig juni tweeduizend negentien.

Sporządzono w Brukseli dnia dwudziestego siódmego czerwca roku dwa tysiące dziewiętnastego.

Feito em Bruxelas, em vinte e sete de junho de dois mil e dezanove.

Întocmit la Bruxelles la douăzeci și șapte iunie două mii nouăsprezece.

V Bruseli dvadsiateho siedmeho júna dvetisícdevätnásť.

V Bruslju, dne sedemindvajsetega junija leta dva tisoč devetnajst.

Tehty Brysselissä kahdentenakymmenentenäseitsemäntenä päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattayhdeksäntoista.

Som skedde i Bryssel den tjugosjunde juni år tjugohundranitton.

За Европейския съюз

Рог la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Για την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l'Union européenne

Za Europsku uniju

Per l'Unione europea

Eiropas Savienības vārdā –

Europos Sąjungos vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

För Europeiska unionen

Image 1

За Княжество Лихтенщайн

Por el Principado de Liechtenstein

Za Lichtenštejnské knížectví

For Fyrstendømmet Liechtenstein

Für das Fürstentum Liechtenstein

Liechtensteini Vürstiriigi nimel

Για το Πριγκιπάτο του Λιχτενστάιν

For the Principality of Liechtenstein

Pour la Principauté de Liechtenstein

Za Kneževinu Lihtenštajn

Per il Principato del Liechtenstein

Lihtenšteinas Firstistes vārdā –

Lichtenšteino Kunigaikštystės vardu

A Liechtensteini Hercegség részéről

Għall-Prinċipat tal-Liechtenstein

Voor het Vorstendom Liechtenstein

W imieniu Księstwa Liechtensteinu

Pelo Principado do Listenstaine

Pentru Principatul Liechtenstein

Za Lichtenštajnské kniežatstvo

Za Kneževino Lihtenštajn

Liechtensteinin ruhtinaskunnan puolesta

För Furstendömet Liechtenstein


(1)  PB EU L 160 van 18.6.2011, blz. 3.

(2)  PB EU L 386 van 29.12.2006, blz. 89.

(3)  PB EU L 210 van 6.8.2008, blz. 1.

(4)  PB EU L 210 van 6.8.2008, blz. 12.

(5)  PB EU L 322 van 9.12.2009, blz. 14.

(6)  PB EU L 119 van 4.5.2016, blz. 89.

(7)  Liechtensteinisches Landesgesetzblatt 2006 Nr. 75; Liechtensteinische Rechtsvorschrift 0.369.101.2.


Verklaring van de overeenkomstsluitende partijen bij de ondertekening van de Overeenkomst

De Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein, partijen bij de Overeenkomst betreffende de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, en de bijlage daarbij, en van Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten (hierna “de overeenkomst” genoemd), verklaren:

 

Met het oog op de uitwisseling van gegevens betreffende DNA-profielen, vingerafdrukken en voertuigkentekens is het noodzakelijk dat het Vorstendom Liechtenstein voor elk van deze categorieën met elk van de lidstaten bilaterale verbindingen opzet.

 

Om deze taak te vergemakkelijken, worden alle beschikbare documenten, softwareproducten en lijsten met contacten aan het Vorstendom Liechtenstein toegezonden.

 

Het Vorstendom Liechtenstein kan met lidstaten die dergelijke uitwisselingen reeds hebben uitgevoerd, een informeel partnerschap aangaan, teneinde in de opgedane ervaringen te delen en praktische en technische bijstand te krijgen. Over de gang van zaken bij een dergelijk partnerschap dient met de betrokken lidstaten overeenstemming te worden bereikt.

 

Voor informatie, verduidelijking of andere ondersteuning kunnen Liechtensteinse deskundigen zich altijd wenden tot het voorzitterschap van de Raad, de Commissie of erkende deskundigen op de betrokken gebieden. Evenzo zal de Commissie, wanneer zij contact heeft met vertegenwoordigers van de lidstaten bij de voorbereiding van voorstellen of mededelingen, ook contact opnemen met vertegenwoordigers van het Vorstendom Liechtenstein.

 

Liechtensteinse deskundigen kunnen worden uitgenodigd voor vergaderingen waar deskundigen van de lidstaten in Raadsverband technische aspecten bespreken die rechtstreeks betrekking hebben op de toepassing en ontwikkeling van de inhoud van bovengenoemde besluiten van de Raad.