21.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 18/4 |
OVEREENKOMST
tussen de Europese Unie en Antigua en Barbuda tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Antigua en Barbuda inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf
DE EUROPESE UNIE,
enerzijds, en
ANTIGUA EN BARBUDA,
anderzijds,
hierna samen „de overeenkomstsluitende partijen” genoemd,
GEZIEN de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Antigua en Barbuda inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf (1) (hierna „de overeenkomst” genoemd) die op 1 mei 2010 in werking is getreden,
OPNIEUW BEVESTIGEND het belang van het faciliteren van contacten van mens tot mens,
ER NOTA VAN NEMEND dat de overeenkomst functioneert tot tevredenheid van de burgers van de overeenkomstsluitende partijen,
OVERWEGENDE dat de in de overeenkomst opgenomen definitie van kort verblijf, „drie maanden per periode van zes maanden na de datum van eerste toegang”, niet precies genoeg is en dat met name de zinsnede „na de datum van eerste toegang” aanleiding kan geven tot vragen en onzekerheid,
IN AANMERKING NEMENDE dat bij Verordening (EU) nr. 610/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) in het acquis van de Europese Unie inzake visa en grenzen horizontale wijzigingen zijn aangebracht, die onder meer inhouden dat een kort verblijf wordt gedefinieerd als een verblijf van „ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen”,
IN AANMERKING NEMENDE dat het door de Europese Unie in te stellen inreis-uitreissysteem vereist dat een uniforme en duidelijke definitie van kort verblijf wordt toegepast, die voor alle onderdanen van derde landen geldt,
WENSENDE de soepele doorstroming van reizigers aan de grensdoorlaatposten van de overeenkomstsluitende partijen te waarborgen,
HERBEVESTIGENDE dat de overeenkomst betrekking heeft op de burgers van alle lidstaten van de Europese Unie, met uitzondering van die van het Verenigd Koninkrijk en Ierland,
REKENING HOUDENDE met het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en het Protocol betreffende het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie, beide gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en bevestigende dat de bepalingen van deze wijzigingsovereenkomst niet van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk en Ierland,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
De overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1. |
in de titel en in artikel 3, lid 5, artikel 4, lid 3, artikel 6, lid 1, en artikel 8, lid 7, wordt het woord „Gemeenschap” vervangen door het woord „Unie”; |
2. |
in artikel 1 wordt de zinsnede „maximaal drie maanden binnen een tijdvak van zes maanden” vervangen door „ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen”; |
3. |
artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
4. |
de laatste zin van artikel 8, lid 4, wordt vervangen door: „De overeenkomstsluitende partij die de toepassing van de overeenkomst heeft geschorst, stelt de andere overeenkomstsluitende partij ervan in kennis dat de redenen voor de schorsing niet langer bestaan, zodra dit het geval is, en maakt een einde aan de schorsing.”. |
Artikel 2
Deze wijzigingsovereenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures geratificeerd of goedgekeurd en treedt in werking op de eerste dag van de zesde maand volgend op de datum waarop de laatste overeenkomstsluitende partij de andere overeenkomstsluitende partij ervan in kennis stelt dat de hierboven bedoelde procedures zijn voltooid.
Gedaan in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.
Съставено в Брюксел на двадесет и пети април две хиляди и осемнадесета година.
Hecho en Bruselas, el veinticinco de abril de dos mil dieciocho.
V Bruselu dne dvacátého pátého dubna dva tisíce osmnáct.
Udfærdiget i Bruxelles den femogtyvende april to tusind og atten.
Geschehen zu Brüssel am fünfundzwanzigsten April zweitausendachtzehn.
Kahe tuhande kaheksateistkümnenda aasta aprillikuu kahekümne viiendal päeval Brüsselis.
Έγινε στις Βρυξέλλες, στις είκοσι πέντε Απριλίου δύο χιλιάδες δεκαοκτώ.
Done at Brussels on the twenty-fifth day of April in the year two thousand and eighteen.
Fait à Bruxelles, le vingt-cinq avril deux mille dix-huit.
Sastavljeno u Bruxellesu dvadeset petog travnja godine dvije tisuće osamnaeste.
Fatto a Bruxelles, addì venticinque aprile duemiladiciotto.
Briselē, divi tūkstoši astoņpadsmitā gada divdesmit piektajā aprīlī.
Priimta du tūkstančiai aštuonioliktų metų balandžio dvidešimt penktą dieną Briuselyje.
Kelt Brüsszelben, a kétezer-tizennyolcadik év április havának huszonötödik napján.
Magħmul fi Brussell, fil-ħamsa u għoxrin jum ta' April fis-sena elfejn u tmintax.
Gedaan te Brussel, vijfentwintig april tweeduizend achttien.
Sporządzono w Brukseli dnia dwudziestego piątego kwietnia roku dwa tysiące osiemnastego.
Feito em Bruxelas, em vinte e cinco de abril de dois mil e dezoito.
Întocmit la Bruxelles la douăzeci și cinci aprilie două mii optsprezece.
V Bruseli dvadsiateho piateho apríla dvetisícosemnásť.
V Bruslju, dne petindvajsetega aprila leta dva tisoč osemnajst.
Tehty Brysselissä kahdentenakymmenentenäviidentenä päivänä huhtikuuta vuonna kaksituhattakahdeksantoista.
Som skedde i Bryssel den tjugofemte april år tjugohundraarton.
За Европейския съюз
Рог la Unión Europea
Za Evropskou unii
For Den Europæiske Union
Für die Europäische Union
Euroopa Liidu nimel
Για την Ευρωπαϊκή Ένωση
For the European Union
Pour l'Union européenne
Za Europsku uniju
Per l'Unione europea
Eiropas Savienības vārdā –
Europos Sąjungos vardu
Az Európai Unió részéről
Għall-Unjoni Ewropea
Voor de Europese Unie
W imieniu Unii Europejskiej
Pela União Europeia
Pentru Uniunea Europeană
Za Európsku úniu
Za Evropsko unijo
Euroopan unionin puolesta
För Europeiska unionen
За Антигуа и Барбуда
Por Antigua y Barbuda
Za Antiguu a Barbudu
For Antigua og Barbuda
Für Antigua und Barbuda
Antigua ja Barbuda nimel
Για την Αντίγκουα και Μπαρμπούντα
For Antigua and Barbuda
Pour Antigua-et-Barbuda
Za Antigvu i Barbudu
Per Antigua e Barbuda
Antigvas un Barbudas vārdā –
Antigvos ir Barbudos vardu
Antigua és Barbuda részéről
Għal Antigwa u Barbuda
Voor Antigua en Barbuda
W imieniu Antigui i Barbudy
Por Antígua e Barbuda
Pentru Antigua și Barbuda
Za Antiguu a Barbudu
Za Antigvo in Barbudo
Antigua ja Barbudan puolesta
För Antigua och Barbuda
(1) PB L 169 van 30.6.2009, blz. 3.
(2) Verordening (EU) nr. 610/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) en van de Overeenkomst ter uitvoering van het Schengenakkoord, Verordeningen (EG) nr. 1683/95 en (EG) nr. 539/2001 van de Raad en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 1).
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE IJSLAND, NOORWEGEN, ZWITERLAND EN LIECHTENSTEIN
Het is wenselijk dat de autoriteiten van Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein, enerzijds, en Antigua en Barbuda, anderzijds, onverwijld bilaterale overeenkomsten sluiten inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf, die vergelijkbaar zijn met deze wijzigingsovereenkomst.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE INTERPRETATIE VAN DE TERMIJN VAN 90 DAGEN BINNEN EEN PERIODE VAN 180 DAGEN
De overeenkomstsluitende partijen komen overeen dat de termijn van ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen, als bedoeld in artikel 4 van deze overeenkomst, kan bestaan uit één aaneengesloten bezoek of uit meerdere opeenvolgende bezoeken die in totaal niet meer dan 90 dagen binnen een periode van 180 dagen beslaan.
Hierbij wordt uitgegaan van een referentieperiode van 180 dagen die zodanig wordt berekend dat op elke dag van het verblijf wordt gekeken naar de aan die dag voorafgaande periode van 180 dagen om na te gaan of nog steeds aan de voorwaarde van 90 dagen binnen een periode van 180 dagen wordt voldaan. Dit betekent onder meer dat een ononderbroken afwezigheid van 90 dagen recht geeft op een nieuw verblijf van ten hoogste 90 dagen.