6.6.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 140/107


BESLUIT Nr. 1/2018 VAN HET SUBCOMITÉ DOUANE EU-GEORGIË

van 20 maart 2018

tot vervanging van Protocol I bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking [2018/836]

HET SUBCOMITE DOUANE EU-GEORGIË,

Gezien de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (1), en met name artikel 23, lid 2,

Gezien Protocol I bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 23, lid 2, van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (hierna „de overeenkomst” genoemd), wordt voor de oorsprongsregels verwezen naar Protocol I bij de overeenkomst (hierna „Protocol I” genoemd).

(2)

De overeenkomst is op 1 juli 2016 in werking getreden.

(3)

Krachtens artikel 38 van Protocol I kan het bij artikel 74, lid 1, van de overeenkomst opgerichte Subcomité douane besluiten de bepalingen van dat protocol te wijzigen.

(4)

De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (2) (hierna „de conventie” genoemd) strekt ertoe de protocollen inzake de oorsprongsregels die momenteel van kracht zijn tussen de landen van het pan-Euro-mediterrane gebied, door één rechtshandeling te vervangen.

(5)

De Unie heeft de conventie op 15 juni 2011 ondertekend. In zijn Besluit nr. 1/2016 (3) heeft het bij artikel 3, lid 1, van de conventie opgerichte Gemengd Comité bepaald dat Georgië wordt uitgenodigd om tot de conventie toe te treden.

(6)

De Unie en Georgië hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 17 mei 2017 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Bijgevolg is op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie de conventie voor de Unie en Georgië op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 juli 2017 in werking getreden.

(7)

Protocol I moet derhalve worden vervangen door een nieuw protocol dat naar de conventie verwijst,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Protocol I bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing met ingang van 1 juni 2018.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2018.

Voor het Subcomité douane

De voorzitter

S. URIDIA

Secretarissen

D. WENCEL

M. KHVEDELIDZE


(1)  PB L 261 van 30.8.2014, blz. 4.

(2)  PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.

(3)  Besluit nr. 1/2016 van het Gemengd Comité van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels van 28 september 2016 inzake het verzoek van Georgië om partij te worden bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (PB L 329 van 3.12.2016, blz. 118).


BIJLAGE

PROTOCOL I

betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking

Artikel 1

Toepasselijke regels van oorsprong

1.   Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn aanhangsel I en de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (1) (hierna „de conventie” genoemd), van toepassing.

2.   Alle verwijzingen naar de „desbetreffende overeenkomst” in aanhangsel I en in de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie gelden als verwijzingen naar deze overeenkomst.

Artikel 2

Geschillenregeling

1.   Indien er een geschil ontstaat in verband met de controleprocedures in artikel 32 van aanhangsel I bij de conventie dat niet kan worden opgelost door de douaneautoriteit die de controle heeft aangevraagd en de douaneautoriteit die de controle moet uitvoeren, wordt dit aan het Subcomité douane voorgelegd. De bepalingen betreffende het geschillenbeslechtingsmechanisme in hoofdstuk 14 (Beslechting van geschillen) van titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst zijn niet van toepassing.

2.   In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.

Artikel 3

Wijzigingen van het protocol

Het Subcomité douane kan besluiten de bepalingen van dit protocol te wijzigen.

Artikel 4

Opzegging van de conventie

1.   Indien ofwel de Europese Unie ofwel Georgië de depositaris van de conventie schriftelijk te kennen geeft de conventie op grond van artikel 9 van de conventie te willen opzeggen, openen de Unie en Georgië onmiddellijk onderhandelingen over oorsprongsregels voor de toepassing van deze overeenkomst.

2.   Tot de inwerkingtreding van deze nieuw overeengekomen oorsprongsregels blijven de op het moment van opzegging geldende oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie van toepassing op deze overeenkomst. Vanaf de opzegging worden de oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie evenwel zo uitgelegd dat zij uitsluitend bilaterale cumulatie tussen de Unie en Georgië toestaan.

Artikel 5

Overgangsbepalingen — cumulatie

Niettegenstaande artikel 16, lid 5, en artikel 21, lid 3, van aanhangsel I bij de conventie mag het bewijs van oorsprong een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn indien bij de cumulatie alleen EVA-staten, de Faeröer, de Unie, Turkije, de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces, de Republiek Moldavië en Georgië zijn betrokken.


(1)  PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.