20.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 271/44


BESLUIT Nr. 1/2017 VAN HET OZA-EU COMITÉ DOUANESAMENWERKING

van 2 oktober 2017

betreffende de afwijking van de oorsprongsregels in Protocol 1 bij de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, in verband met de bijzondere situatie van de staten in oostelijk en zuidelijk Afrika met betrekking tot tonijnconserven en tonijnfilets („loins”) [2017/1923]

HET COMITÉ DOUANESAMENWERKING,

Gezien de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en met name artikel 41, lid 4, van Protocol 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (1), (hierna „de tussentijdse EPO” genoemd), wordt sinds 14 mei 2012 voorlopig toegepast tussen de Unie en de Republiek Madagaskar, de Republiek Mauritius, de Republiek der Seychellen en de Republiek Zimbabwe.

(2)

Bij Protocol 1 bij de tussentijdse EPO betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking zijn de oorsprongsregels vastgelegd voor de invoer van producten van oorsprong uit OZA-staten naar de Unie.

(3)

Overeenkomstig artikel 42, lid 8, van Protocol 1 bij de tussentijdse EPO worden afwijkingen van deze oorsprongsregels automatisch toegestaan binnen een contingent van 8 000 ton per jaar voor ingeblikte tonijn en van 2 000 ton per jaar voor tonijnfilets („loins”).

(4)

Op 29 november 2012 heeft het OZA-EU Comité douanesamenwerking Besluit nr. 1/2012 (2) vastgesteld op grond waarvan overeenkomstig artikel 42, lid 8, van Protocol 1 bij de tussentijdse EPO voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2017 een automatische afwijking van de oorsprongsregels wordt toegestaan voor in de Unie ingevoerde ingeblikte tonijn en tonijnfilets („loins”).

(5)

Om het beschikbare contingent effectief en volledig te kunnen gebruiken, verzochten Mauritius, de Seychellen en Madagaskar om een afwijking voor de hoeveelheden van 8 000 ton per jaar voor ingeblikte tonijn en 2 000 ton per jaar voor tonijnfilets („loins”) voor invoer in de Unie met ingang van 1 januari 2018.

(6)

Aangezien het jaarcontingent automatisch wordt toegestaan op verzoek van de OZA-staten, dient het Comité douanesamenwerking het totale contingent aan de OZA-staten toe te wijzen. Daarom moet aan de OZA-staten voor de gevraagde hoeveelheden een afwijking worden toegestaan voor 8 000 ton ingeblikte tonijn en voor 2 000 ton tonijnfilets („loins”).

(7)

De verwijzing naar „ingeblikte tonijn” in artikel 42, lid 8, van Protocol 1 bij de tussentijdse EPO heeft betrekking op tonijn geconserveerd in plantaardige olie of op andere wijze. Naar deze vormen van tonijn wordt verwezen met de term „conserven” in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (3) („de gecombineerde nomenclatuur”). De term „tonijnconserven” slaat op ingeblikte tonijn, maar ook op vacuümverpakte tonijn in plastic zakken of andere verpakkingen. Het is daarom gepast om de term „tonijnconserven” te gebruiken.

(8)

Duidelijkheidshalve zij expliciet vermeld dat de niet van oorsprong zijnde tonijn voor de productie van tonijnconserven van de GN-codes 1604 14 21, 31 en 41, 1604 14 28, 38 en 48, ex 1604 20 70 en tonijnfilets („loins”) van GN-code 1604 14 26, 36 en 46 tonijn van de GS-posten 0302 of 0303 moet zijn om de tonijnconserven en tonijnfilets („loins”) voor de afwijking in aanmerking te laten komen.

(9)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 (4) van de Commissie zijn regels vastgesteld voor het beheer van tariefcontingenten. Deze regels dienen van toepassing te zijn op het beheer van de hoeveelheid waarvoor bij dit besluit een afwijking wordt toegestaan.

(10)

De afwijking moet worden toegestaan voor een periode van vijf jaar zoals in artikel 42, lid 10, onder a), van Protocol 1 bij de tussentijdse EPO is bepaald.

(11)

Om efficiënt toezicht te kunnen uitoefenen op de wijze waarop de afwijking wordt toegepast, moeten de autoriteiten van de OZA-staten regelmatig verslag uitbrengen aan de Commissie over de afgegeven certificaten inzake goederenverkeer EUR.1,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van Protocol 1 bij de tussentijdse EPO en overeenkomstig artikel 42, lid 8, van dat protocol worden tonijnconserven en tonijnfilets („loins”) van GS-post 1604, vervaardigd uit niet van oorsprong zijnde tonijn van de GS-posten 0302 of 0303, overeenkomstig de voorwaarden in de artikelen 2 tot en met 4 van dit besluit beschouwd als van oorsprong uit een OZA-staat.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde afwijking geldt op jaarbasis voor de in de bijlage bij dit besluit vermelde producten en hoeveelheden die vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 december 2022 vanuit een OZA-staat voor het vrije verkeer in de Unie worden aangegeven.

Artikel 3

De in de bijlage vastgestelde hoeveelheden worden beheerd overeenkomstig de artikelen 49 tot en met 54 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447.

Artikel 4

1.   De douaneautoriteiten van de OZA-staten verrichten kwantitatieve controles bij de uitvoer van de in artikel 1 bedoelde producten.

2.   Voor het eind van de maand die volgt op elk kwartaal, sturen de douaneautoriteiten van deze landen via het secretariaat van het Comité douanesamenwerking de Commissie een overzicht van de hoeveelheden waarvoor op grond van dit besluit certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 zijn afgegeven, samen met de volgnummers van deze certificaten.

3.   In vak 7 van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 die krachtens dit besluit worden afgegeven, wordt één van de volgende vermeldingen aangebracht:

 

„Derogation — Decision No 1/2017 of the ESA-EU Customs Cooperation Committee of 2 October 2017”;

 

„Dérogation — Décision no 1/2017 du comité de coopération douanière AfOA-UE du 2 octobre 2017”.

Artikel 5

1.   De OZA-staten en de Unie nemen ieder voor zich de nodige maatregelen om dit besluit uit te voeren.

2.   Wanneer de Unie op basis van objectieve informatie tot de bevinding is gekomen dat er sprake is geweest van onregelmatigheden of fraude of dat de verplichtingen van artikel 4 herhaaldelijk niet zijn nagekomen, kan de Unie om een tijdelijke schorsing van de in artikel 1 bedoelde afwijking verzoeken overeenkomstig de procedure van artikel 22, leden 5 en 6, van de tussentijdse EPO.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2018.

Gedaan te Antananarivo, 2 oktober 2017.

M. R. NABEE

OZA-vertegenwoordiger

namens de OZA-staten

J. G. SANCHEZ

Europese Commissie

namens de Europese Unie


(1)  PB L 111 van 24.4.2012, blz. 2.

(2)  Besluit nr. 1/2012 van het OZA-EU Comité douanesamenwerking van 29 november 2012 betreffende de afwijking van de oorsprongsregels in Protocol nr. 1 bij de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, in verband met de bijzondere situatie van de staten in oostelijk en zuidelijk Afrika met betrekking tot tonijnconserven en tonijnfilets („loins”) (PB L 347 van 15.12.2012, blz. 38).

(3)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).


BIJLAGE

Volgnummer

GN-code

Omschrijving

Periode

Nettogewicht

(in ton)

09.1618

1604 14 21 , 31 en 41

1604 14 28 , 38 en 48

ex 1604 20 70  (1)

Tonijnconserven (2)

1.1.2018 — 31.12.2018

8 000

1.1.2019 — 31.12.2019

8 000

1.1.2020 — 31.12.2020

8 000

1.1.2021 — 31.12.2021

8 000

1.1.2022 — 31.12.2022

8 000

09.1619

1604 14 26 , 36 en 46

Tonijnfilets („loins”)

1.1.2018 — 31.12.2018

2 000

1.1.2019 — 31.12.2019

2 000

1.1.2020 — 31.12.2020

2 000

1.1.2021 — 31.12.2021

2 000

1.1.2022 — 31.12.2022

2 000


(1)  Taric-codes 1604207030, 1604207040, 1604207050, 1604207092 en 1604207094.

(2)  In elke verpakkingsvorm waarbij het product wordt beschouwd als conserven in de zin van GS-post 1604.