1.7.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 167/75


BESLUIT Nr. 2/2014 VAN HET HANDELSCOMITÉ EU-COLOMBIA-PERU

van 16 mei 2014

tot vaststelling van het reglement van orde en de gedragscode voor scheidsrechters als bedoeld in artikel 13, lid 1, onder h), en artikel 315 van de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds [2015/1046]

HET HANDELSCOMITÉ,

Gezien de op 26 juni 2012 te Brussel ondertekende handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds („de overeenkomst”), en met name artikel 13, lid 1, onder h), en artikel 315,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Handelscomité stelt tijdens zijn eerste vergadering het reglement van orde en de gedragscode voor scheidsrechters vast.

(2)

Het Handelscomité heeft de exclusieve bevoegdheid voor het beoordelen en het nemen van besluiten beoogd in de overeenkomst met betrekking tot elk onderwerp dat de krachtens de overeenkomst opgerichte gespecialiseerde organen naar hem doorverwijzen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

1.

Het reglement van orde en de gedragscode voor scheidsrechters worden vastgesteld overeenkomstig de bijlage.

2.

Dit besluit treedt in werking op 7 oktober 2014.

Gedaan te Lima, 16 mei 2014.

Voor het Handelscomité

minister van Handel, Industrie en Toerisme van Colombia

Cecilia ÁLVAREZ-CORREA

Commissaris voor Handel van de Europese Commissie

Karel DE GUCHT

minister van Buitenlandse Handel en Toerisme van Peru

Blanca Magali SILVA VELARDE-ÁLVAREZ


BIJLAGE

REGLEMENT VAN ORDE

ALGEMENE BEPALINGEN

1.

Overeenkomstig titel XII (Geschillenbeslechting) wordt in dit reglement verstaan onder:

a)   „de overeenkomst”: de handelsovereenkomst tussen Peru en Colombia, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Brussel op 26 juni 2012;

b)   „adviseur”: een persoon die door een bij een geschil betrokken partij is aangesteld om haar in verband met de procedure bij een arbitragepanel te adviseren of bij te staan;

c)   „scheidsrechter”: een lid van een op grond van artikel 303 (Instelling van het arbitragepanel) van de overeenkomst daadwerkelijk ingesteld arbitragepanel;

d)   „assistent”: een persoon die in het kader van het mandaat van een scheidsrechter, voor die scheidsrechter onderzoek verricht of ondersteunende taken uitvoert;

e)   „klagende partij”: de partij die op grond van artikel 302 (Inleiding van een arbitrageprocedure) van de overeenkomst om de instelling van een arbitragepanel verzoekt;

f)   „partij waartegen de klacht gericht is”: de partij die ervan beschuldigd wordt de in artikel 299 (Toepassingsgebied) van de overeenkomst bedoelde bepalingen te schenden;

g)   „arbitragepanel”: een op grond van artikel 303 (Instelling van het arbitragepanel) van de overeenkomst ingesteld panel;

h)   „vertegenwoordiger van een partij”: een werknemer van of een persoon aangewezen door een ministerie, een overheidsdienst of een ander overheidsorgaan van een bij een geschil betrokken partij;

i)   „dag”: een kalenderdag;

j)   „derde”: een partij die geen partij bij het geschil is, maar naargelang van het geval deelneemt aan de overleg- en/of arbitrageprocedures overeenkomstig de artikelen 301 (Overleg), lid 10, en/of 302 (Inleiding van een arbitrageprocedure), lid 4, van titel XII (Geschillenbeslechting) van de overeenkomst.

2.

Tenzij anders wordt overeengekomen, is de partij waartegen de klacht is gericht, belast met de logistieke organisatie van geschillenbeslechtingsprocedures, in het bijzonder met de organisatie van de hoorzittingen. Beide partijen bij het geschil delen evenwel de kosten die voortvloeien uit de organisatie van de arbitrageprocedures, met inbegrip van de kosten van de scheidsrechters. Het arbitragepanel kan evenwel besluiten dat deze administratieve kosten, met uitzondering van de kosten van de scheidsrechters, anders worden verdeeld, rekening houdend met de bijzonderheden van de zaak en andere omstandigheden die relevant worden bevonden.

KENNISGEVINGEN

3.

De partijen bij het geschil en het arbitragepanel doen alle verzoeken, mededelingen, schriftelijk ingediende stukken of andere documenten toekomen door afgifte met ontvangstbewijs, als ingeschreven postzending, per koerier, fax, telex, telegram of door enige andere vorm van telecommunicatie waarbij de zending wordt geregistreerd.

4.

Elke partij bij het geschil verstrekt de andere partij bij het geschil, eventuele derden en elke scheidsrechter een kopie van elk van haar schriftelijke stukken. Er wordt eveneens een kopie van het document in elektronische vorm verstrekt.

5.

Kennisgevingen worden gericht aan de coördinatoren van de overeenkomst.

6.

Kleine verschrijvingen in verzoeken, mededelingen, schriftelijke stukken of andere documenten in verband met de procedure bij het arbitragepanel kunnen worden verbeterd door indiening van een nieuw document, waarin de wijzigingen duidelijk zijn aangegeven.

7.

Indien de laatste dag waarop een document kan worden ingediend, valt op een officiële feestdag van Colombia, Peru of de EU, kan het document op de volgende werkdag worden ingediend.

INLEIDING VAN EEN ARBITRAGEPROCEDURE

8.

Een klagende partij die beweert dat een maatregel een schending van de bepalingen van de overeenkomst oplevert, legt overeenkomstig artikel 302 (Inleiding van een arbitrageprocedure), lid 2, op een wijze die de juridische grondslagen voor de klacht aldus duidelijk maakt dat de verweerder zijn verweer kan formuleren, uit waarom die maatregel een inbreuk vormt op de bepalingen van de overeenkomst.

DERDEN

9.

Overeenkomstig artikel 302 (Inleiding van een arbitrageprocedure), lid 4, van de overeenkomst, kan een derde bij het arbitragepanel een schriftelijk stuk indienen, met kopie aan de partijen bij het geschil en eventuele derden.

10.

Een eventuele derde kan ook deelnemen aan de hoorzitting(en) van het arbitragepanel; hij wordt door het arbitragepanel schriftelijk verzocht om zijn standpunt tijdens deze hoorzitting(en) naar voren te brengen.

LIJST VAN SCHEIDSRECHTERS

11.

Wanneer een partij kandidaten voor de in artikel 304 (Lijst van scheidsrechters) van de overeenkomst bedoelde lijst van scheidsrechters voordraagt, kunnen de andere partijen tegen die voordracht alleen bezwaar maken indien de voorgedragen personen niet voldoen aan de voorschriften van artikel 304 (Lijst van scheidsrechters), lid 3, van de overeenkomst en van de gedragscode voor de leden van een arbitragepanel.

12.

Wanneer een door een partij voorgedragen kandidaat niet langer op de lijst staat, draagt die partij een nieuwe kandidaat voor. In het geval van kandidaat-voorzitters van het arbitragepanel moeten de partijen het eens worden over een vervanger.

INSTELLING VAN EEN ARBITRAGEPANEL

13.

Indien op grond van artikel 303 (Instelling van het arbitragepanel) van de overeenkomst een lid van het panel via loting wordt gekozen, worden vertegenwoordigers van beide partijen bij het geschil tijdig genoeg uitgenodigd om bij de loting aanwezig te kunnen zijn. Hoe dan ook wordt de loting verricht met de op dat tijdstip aanwezige partij bij het geschil, en binnen vijf dagen na het verzoek om aanwijzing van de scheidsrechter door de voorzitter van het Handelscomité.

14.

De partijen bij het geschil delen de scheidsrechters mee dat zij zijn aangewezen.

15.

Een scheidsrechter die is aangewezen volgens de procedure van artikel 303 (Instelling van het arbitragepanel) van de overeenkomst deelt het Handelscomité binnen vijf dagen na de datum waarop hij/zij van zijn/haar aanwijzing in kennis is gesteld, mee dat hij/zij die aanwijzing aanvaardt.

16.

Tenzij de partijen bij het geschil anders overeenkomen, komen deze partijen binnen zeven dagen na de instelling van het arbitragepanel met dit panel bijeen om te beslissen over aangelegenheden die de partijen bij het geschil of het arbitragepanel passend achten. Indien het Handelscomité niet heeft bepaald welke bezoldiging en kostenvergoedingen aan de scheidsrechters moeten worden betaald, worden die bezoldiging en kostenvergoedingen vastgesteld overeenkomstig de praktijk in de WTO.

17.

a)

Tenzij de partijen bij het geschil binnen vijf dagen na de datum van selectie van de scheidsrechters anders overeenkomen, luidt het mandaat van het arbitragepanel als volgt:

„in het licht van de door de partijen bij het geschil aangevoerde bepalingen van de overeenkomst de in het verzoek om instelling van het arbitragepanel beschreven aangelegenheid onderzoeken, zich uitspreken over de verenigbaarheid van de maatregel in kwestie met de in artikel 299 (Toepassingsgebied) bedoelde bepalingen en een uitspraak doen overeenkomstig artikel 307 (Uitspraak van het arbitragepanel) van de overeenkomst.”.

b)

De partijen bij het geschil stellen het arbitragepanel binnen twee dagen in kennis van het overeengekomen mandaat.

EERST INGEDIENDE STUKKEN

18.

Uiterlijk 20 dagen na de datum van instelling van het arbitragepanel dient de klagende partij haar eerste schriftelijke stuk in. Uiterlijk 20 dagen na de datum van indiening van het eerste schriftelijke stuk dient de partij waartegen de klacht gericht is haar verweerschrift in.

WERKWIJZE VAN HET ARBITRAGEPANEL

19.

De voorzitter van het arbitragepanel zit alle bijeenkomsten van het panel voor. Het arbitragepanel kan de bevoegdheid tot het nemen van administratieve besluiten inzake de procedure aan de voorzitter overdragen.

20.

Tenzij in de overeenkomst of dit reglement van orde anders is bepaald, kan het arbitragepanel bij zijn werkzaamheden alle mogelijke middelen gebruiken, waaronder telefoon-, fax- en computerverbindingen.

21.

Hoewel alleen scheidsrechters aan de beraadslagingen van het arbitragepanel kunnen deelnemen, kan het panel zijn assistenten machtigen de beraadslagingen bij te wonen.

22.

Het opstellen van uitspraken van het arbitragepanel is een exclusieve bevoegdheid van het arbitragepanel, die niet mag worden overgedragen.

23.

Wanneer een procedurele vraag rijst die niet door de bepalingen van de overeenkomst of de bijlagen daarbij wordt bestreken, kan het arbitragepanel een passende, met die bepalingen verenigbare procedure vaststellen.

24.

Wanneer het arbitragepanel van oordeel is dat een procedurele termijn moet worden gewijzigd of een andere procedurele of administratieve aanpassing nodig is, stelt het de partijen bij het geschil schriftelijk in kennis van de redenen voor de wijziging of aanpassing onder vermelding van de vereiste termijn of aanpassing. De termijnen van artikel 307 (Uitspraak van het arbitragepanel), lid 2, kunnen niet worden gewijzigd.

BEZWAAR, VERWIJDERING EN VERVANGING

25.

Een verzoek van een partij bij het geschil voor de wraking of verwijdering van een scheidsrechter als bedoeld in artikel 305 (Bezwaar, verwijdering en vervanging), lid 1, van de overeenkomst wordt schriftelijk ingediend en bevat de grondslag voor en het bewijs van de schending van de gedragscode door de scheidsrechter. Dat verzoek wordt aan de andere partij bij het geschil toegezonden, met een kopie aan het Handelscomité, binnen tien dagen na de datum waarop de partij het bewijs heeft verkregen van de omstandigheden die hebben geleid tot het verzoek om de scheidsrechter te wraken.

26.

Binnen vijf dagen na ontvangst van het verzoek plegen de partijen bij het geschil overleg. Als zij het eens worden, wordt een nieuwe scheidsrechter aangewezen overeenkomstig de procedure van artikel 303 (Instelling van het arbitragepanel) van de overeenkomst.

27.

Indien de partijen het niet eens worden over de vraag of een scheidsrechter moet worden verwijderd, kan een partij verzoeken de aangelegenheid voor te leggen aan de voorzitter van het arbitragepanel, wiens beslissing definitief is.

28.

Indien de voorzitter van het arbitragepanel of diens vertegenwoordiger van oordeel is dat een scheidsrechter niet voldoet aan de vereisten van de gedragscode, wijst hij door loting een nieuwe scheidsrechter aan. Indien de oorspronkelijke scheidsrechter door de partijen bij het geschil is aangewezen overeenkomstig artikel 303 (Instelling van het arbitragepanel), lid 2, van de overeenkomst, wordt de vervanger door loting aangewezen uit de personen op de in artikel 304 (Lijst van scheidsrechters) van de overeenkomst bedoelde lijst die waren voorgesteld door de partij die de oorspronkelijke scheidsrechter had aangewezen. Indien de oorspronkelijke scheidsrechter door de partijen bij het geschil echter is aangewezen overeenkomstig artikel 303 (Instelling van het arbitragepanel), lid 5, van de overeenkomst, gebeurt de loting onder alle personen op de bedoelde lijst. De selectie geschiedt overeenkomstig regel 12, mutatis mutandis, en binnen vijf dagen na de indiening van het verzoek bij de voorzitter van het arbitragepanel.

29.

Indien de partijen bij het geschil het niet eens worden over de vraag of de voorzitter van het arbitragepanel moet worden vervangen, kan een partij verzoeken de aangelegenheid voor te leggen aan een van de resterende personen op de in artikel 304 (Lijst van scheidsrechters), lid 1, van de overeenkomst bedoelde lijst van personen die als voorzitter kunnen optreden. Deze persoon wordt door loting aangewezen door de voorzitter van het Handelscomité of diens vertegenwoordiger. Deze selectie geschiedt overeenkomstig regel 12 en binnen vijf dagen na de indiening van het verzoek bij de voorzitter van het Handelscomité. De beslissing van deze persoon over de noodzaak tot vervanging van de voorzitter is definitief.

30.

Indien deze persoon beslist dat de oorspronkelijke voorzitter de gedragscode schendt, wijst hij of zij door loting een nieuwe voorzitter aan uit de resterende personen op de in artikel 304 (Lijst van scheidsrechters) van de overeenkomst bedoelde lijst van personen die als voorzitter kunnen optreden. Deze selectie van de nieuwe voorzitter geschiedt overeenkomstig regel 12, mutatis mutandis, en binnen vijf dagen na de datum waarop de aangewezen persoon het besluit over de wraking heeft genomen.

31.

De procedure bij het arbitragepanel en de hiervoor geldende termijnen worden geschorst zolang geen besluit is genomen over een verzoek tot wraking van een scheidsrechter, en zijn/haar verwijdering en vervanging, naar gelang van het geval.

HOORZITTINGEN

32.

De voorzitter stelt in overleg met de partijen bij het geschil en de overige leden van het arbitragepanel de datum en het tijdstip van de hoorzitting vast en zendt de partijen hiervan een schriftelijke kennisgeving. De partij die belast is met de logistieke organisatie van de procedure maakt deze mededeling openbaar, tenzij de hoorzitting niet voor het publiek toegankelijk is.

33.

Tenzij de partijen bij het geschil anders overeenkomen, wordt de hoorzitting in Brussel gehouden wanneer Colombia of Peru de klagende partij is en in Bogota of Lima wanneer de Europese Unie de klagende partij is.

34.

Het arbitragepanel kan aanvullende hoorzittingen bijeenroepen indien de partijen zulks overeenkomen.

35.

Gedurende alle hoorzittingen zijn alle scheidsrechters aanwezig.

36.

De volgende personen kunnen een hoorzitting bijwonen, ongeacht of de procedure openstaat voor het publiek:

a)

vertegenwoordigers van de partijen bij het geschil en eventuele derden;

b)

adviseurs van de partijen bij het geschil en eventuele derden;

c)

administratief personeel, tolken, vertalers en notulisten, alsmede assistenten van scheidsrechters.

37.

Alleen de vertegenwoordigers en adviseurs van de partijen bij het geschil en eventuele derden kunnen het woord richten tot het arbitragepanel.

38.

Uiterlijk vijf dagen vóór de datum van een hoorzitting verstrekt elke partij bij het geschil het arbitragepanel een lijst met de namen van de personen die namens die partij pleidooien of uiteenzettingen op de hoorzitting zullen houden en van andere vertegenwoordigers of adviseurs die de hoorzitting zullen bijwonen.

39.

Behoudens de regels 46, 47, 48 en 49 zijn de hoorzittingen van het arbitragepanel toegankelijk voor het publiek, tenzij de partijen bij het geschil besluiten dat de hoorzittingen gedeeltelijk of geheel achter gesloten deuren zullen plaatsvinden.

40.

De hoorzitting wordt door het arbitragepanel op de volgende wijze geleid, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de klagende partij en de partij waartegen de klacht gericht is, evenveel tijd krijgen toegewezen:

 

Pleidooi

a)

pleidooi van de klagende partij;

b)

pleidooi van de partij waartegen de klacht gericht is.

 

Weerlegging

a)

pleidooi van de klagende partij;

b)

repliek van de partij waartegen de klacht gericht is.

41.

Het arbitragepanel kan op elk ogenblik van de hoorzitting vragen stellen aan een van de partijen bij het geschil.

42.

Het arbitragepanel laat van elke hoorzitting een proces-verbaal opmaken, dat zo spoedig mogelijk aan de partijen bij het geschil wordt verstrekt.

43.

Binnen tien dagen na de datum van de hoorzitting kan elke partij bij het geschil een aanvullend schriftelijk stuk indienen over alle aspecten die tijdens de hoorzitting aan de orde kunnen zijn gekomen.

SCHRIFTELIJKE VRAGEN

44.

Het arbitragepanel kan op elk moment van de procedure schriftelijke vragen stellen aan een partij bij het geschil of aan beide partijen bij het geschil, of aan eventuele derden. De partijen bij het geschil en eventuele derden ontvangen een kopie van de vragen van het arbitragepanel. Indien een vraag niet tijdens een hoorzitting kan worden beantwoord, dienen de arbitragepanels de partijen bij het geschil een passende termijn te geven om die vragen te beantwoorden.

45.

Een partij bij het geschil of een derde verstrekt de andere partij bij het geschil en eventuele derden een kopie van haar schriftelijke antwoord op de vragen van het arbitragepanel. De partijen bij het geschil worden in de gelegenheid gesteld binnen vijf dagen na de datum van ontvangst schriftelijke opmerkingen in te dienen over het antwoord van de andere partij bij het geschil of van eventuele derden.

VERTROUWELIJKHEID

46.

Elke partij bij het geschil, eventuele derden en hun adviseurs behandelen informatie die door de andere partij bij het geschil aan het arbitragepanel is verstrekt en als vertrouwelijk is aangemerkt, vertrouwelijk.

47.

Wanneer een partij bij het geschil het arbitragepanel een vertrouwelijke versie van haar schriftelijke stukken verstrekt, dient zij op verzoek van de andere partij bij het geschil uiterlijk 15 dagen na de datum van het verzoek of, indien dit later is, na de datum van indiening van de vertrouwelijke versie, tevens een niet-vertrouwelijke samenvatting van de informatie in het stuk in.

48.

Bij het arbitragepanel ingediende schriftelijke stukken worden vertrouwelijk behandeld, maar worden ter beschikking gesteld van de partijen bij het geschil en eventuele derden. Geen enkele bepaling van dit reglement van orde belet een partij bij het geschil haar eigen standpunten openbaar te maken, voor zover deze geen vertrouwelijke informatie bevatten.

49.

Het arbitragepanel komt in besloten zitting bijeen wanneer de stukken en pleidooien van een partij bij het geschil vertrouwelijke informatie bevatten.

50.

Wanneer een hoorzitting van het arbitragepanel overeenkomstig regel 39 niet openbaar is, respecteren de partijen bij het geschil en hun adviseurs de vertrouwelijkheid van de zitting.

EENZIJDIGE CONTACTEN

51.

Het arbitragepanel heeft geen ontmoetingen of contacten met een partij bij het geschil in afwezigheid van de andere partij bij het geschil.

52.

Het is de leden van het arbitragepanel verboden enig aspect van de inhoud van de procedure met een partij bij het geschil of met beide partijen bij het geschil dan wel met eventuele derden te bespreken in afwezigheid van de andere scheidsrechters.

BIJDRAGEN VAN AMICI CURIAE

53.

Elke belanghebbende niet-gouvernementele persoon die is gevestigd op het grondgebied van een van de partijen bij het geschil en die geen deel uitmaakt van de overheid van een van de partijen bij het geschil, kan binnen tien dagen na de datum van oprichting van het arbitragepanel bij het arbitragepanel een schriftelijk verzoek indienen, met een kopie aan de partijen bij het geschil, om een memorie als amicus curiae te mogen indienen. Dit verzoek:

a)

bevat een beschrijving van de persoon die het verzoek indient, met inbegrip van de plaats van vestiging en andere contactgegevens, de aard van zijn werkzaamheden en, in het geval van een rechtspersoon, informatie over zijn leden, zijn rechtsvorm en zijn algemene doelstellingen;

b)

vermeldt de specifieke feitelijke en juridische kwesties die in de memorie zullen worden behandeld;

c)

vermeldt de aard van zijn belang en de relevantie ervan voor de procedure, alsmede de manier waarop de memorie het arbitragepanel zou helpen om de feitelijke of juridische kwesties die verband houden met het geschil vast te stellen;

d)

vermeldt de directe of indirecte belangen die de persoon die het verzoek indient, heeft of heeft gehad met een van de partijen bij het geschil, alsmede zijn financieringsbronnen;

e)

vermeldt of hij bij de voorbereiding van het verzoek om een memorie te mogen indienen of de voorbereiding van de memorie zelf financiële of andere ondersteuning heeft ontvangen of zal ontvangen van een partij bij het geschil, een persoon of een andere organisatie;

f)

mag niet langer zijn dan 5 bladzijden getypt met dubbele interlinie, en

g)

is opgesteld in de taal van de procedure.

54.

Het arbitragepanel stelt een passende termijn vast waarbinnen de partijen bij het geschil opmerkingen kunnen indienen over het verzoek.

55.

Het arbitragepanel onderzoekt het verzoek om een memorie te mogen indienen, de juistheid van de daarin verstrekte informatie en de eventuele opmerkingen van de partijen bij het geschil en neemt die in overweging; het besluit onverwijld of het een belanghebbende niet-gouvernementele persoon toestemming verleent om een memorie in te dienen. De door een arbitragepanel verleende toestemming om een memorie in te dienen, betekent niet dat het arbitragepanel in zijn uitspraak de juridische argumenten in de memorie zal onderzoeken.

56.

Memories van amici curiae worden binnen vijf dagen na de datum van de door het arbitragepanel verleende toestemming daarvoor toegezonden aan het arbitragepanel, met een kopie aan de partijen bij het geschil. De memorie:

a)

moet zijn gedateerd en ondertekend door de persoon die het stuk indient of door zijn/haar vertegenwoordiger;

b)

moet beknopt zijn en mag in geen geval langer zijn dan 15 pagina's, getypt met dubbele interlinie, inclusief eventuele bijlagen;

c)

mag geen nieuwe kwesties aan het geschil toevoegen, en mag uitsluitend betrekking hebben op kwesties die relevant zijn voor de feitelijke en juridische toedracht die aan het arbitragepanel wordt voorgelegd en die is vermeld in het verzoek om een memorie te mogen indienen, waarin wordt uitgelegd hoe de memorie het arbitragepanel helpt bij het vaststellen van deze kwesties;

d)

moet worden ingediend in de talen van de procedure.

57.

Het arbitragepanel zorgt ervoor dat de partijen bij het geschil vóór de datum van de hoorzitting schriftelijk kunnen antwoorden op alle memories van amici curiae.

58.

Het arbitragepanel geeft in zijn uitspraak een overzicht van alle memories van amici curiae die het heeft ontvangen. Het arbitragepanel is niet verplicht in zijn uitspraak op de in die memories naar voren gebrachte argumenten in te gaan.

59.

Wanneer het arbitragepanel verzoeken om een memorie of een memorie als amicus curiae te mogen indienen in overweging neemt, vermijdt het de procedure te onderbreken en garandeert het de gelijkheid van de partijen bij het geschil.

INLICHTINGEN EN TECHNISCH ADVIES

60.

Het arbitragepanel stelt de partijen bij het geschil in kennis van zijn voornemen om inlichtingen of technisch advies van deskundigen in te winnen als bedoeld in artikel 316 (Inlichtingen en technisch advies), lid 1, van de overeenkomst.

61.

Het arbitragepanel stelt de partijen bij het geschil een kopie van de ontvangen inlichtingen of technische adviezen ter beschikking, en verleent de bij het geschil betrokken partijen een redelijke termijn om hun opmerkingen in te dienen. Het advies van de deskundigen heeft een louter raadgevend karakter.

62.

Wanneer het arbitragepanel de ontvangen inlichtingen of technische adviezen in overweging neemt, houdt het ook rekening met alle commentaren of opmerkingen die de partijen bij het geschil in verband met die inlichtingen of technische adviezen hebben ingediend.

63.

Het arbitragepanel zorgt ervoor dat, wanneer het inlichtingen inwint en om technisch advies vraagt, het daarvoor een beroep doet op erkende personen met ervaring op het betrokken gebied. Bovendien zijn de deskundigen onafhankelijk, onpartijdig, niet verbonden aan of direct of indirect afhankelijk van elk van de partijen bij het geschil, en krijgen zij geen instructies van hen of enige organisatie.

DRINGENDE GEVALLEN

64.

In dringende gevallen als bedoeld in artikel 307 (Uitspraak van het arbitragepanel), lid 2, van de overeenkomst past het arbitragepanel in voorkomend geval de in dit reglement van orde vastgestelde termijnen aan.

VERTALING EN VERTOLKING

65.

De partijen bij het geschil hebben het recht om schriftelijke stukken in te dienen en te ontvangen, en pleidooien te houden en te horen in de taal van hun keuze. Elke partij bij het geschil zorgt zo snel mogelijk voor en draagt de kosten van de vertaling van haar schriftelijke stukken in de door de andere partij bij het geschil gekozen taal. De partij waartegen de klacht gericht is, zorgt voor de vertolking van de pleidooien naar de door de partijen bij het geschil gekozen talen.

66.

Het arbitragepanel doet uitspraak in de door de partijen bij het geschil gekozen talen.

67.

De kosten voor het vertalen van een uitspraak van het arbitragepanel worden gelijkelijk door de partijen bij het geschil gedragen.

68.

Elke partij bij het geschil kan opmerkingen indienen over een overeenkomstig dit reglement van orde gemaakte vertaling van een document.

BEREKENING VAN DE TERMIJNEN

69.

Wanneer de partijen bij het geschil een document ingevolge de toepassing van regel 7 niet op dezelfde datum ontvangen, worden termijnen die ingaan vanaf de datum van ontvangst van dat document, vanaf de laatste datum van ontvangst berekend.

ANDERE PROCEDURES

70.

Dit reglement van orde is ook van toepassing op de procedures van artikel 308 (Tenuitvoerlegging van de uitspraak van het arbitragepanel), lid 3, artikel 309 (Onderzoek van maatregelen getroffen tot naleving van de uitspraak van het arbitragepanel), lid 2, artikel 310 (Tijdelijke maatregelen bij niet-naleving), lid 4, en artikel 311 (Onderzoek van maatregelen vastgesteld na het opschorten van voordelen of compensatie wegens niet-naleving), lid 2. De in dit reglement van orde vermelde termijnen voor de vaststelling van een uitspraak door het arbitragepanel worden in dat geval vervangen door de bijzondere termijnen die in die andere procedures zijn vastgesteld.

GEDRAGSCODE

DEFINITIES

1.

In deze gedragscode wordt verstaan onder:

a)   „scheidsrechter”: een lid van een op grond van artikel 303 (Instelling van het arbitragepanel) van de overeenkomst daadwerkelijk ingesteld arbitragepanel;

b)   „bemiddelaar”: een persoon die een bemiddelingsprocedure overeenkomstig artikel 322 (Bemiddelingsmechanisme) en bijlage XIV (Bemiddelingsmechanisme voor niet-tarifaire maatregelen) van de overeenkomst leidt;

c)   „kandidaat”: een persoon wiens naam voorkomt op de in artikel 304 (Lijst van scheidsrechters) van de overeenkomst bedoelde lijst van scheidsrechters en wiens selectie als lid van een arbitragepanel overeenkomstig artikel 303 (Instelling van het arbitragepanel) van de overeenkomst wordt overwogen;

d)   „deskundige”: een persoon met technische kennis van of gespecialiseerd in bepaalde gebieden die onder de verschillende titels van de overeenkomst vallen;

e)   „assistent”: een persoon die in het kader van het mandaat van een scheidsrechter, voor die scheidsrechter onderzoek verricht of ondersteunende taken uitvoert;

f)   „procedure”: tenzij anders gespecificeerd, een procedure van een arbitragepanel in de zin van de overeenkomst, en

g)   „personeel”: met betrekking tot een scheidsrechter, andere personen dan assistenten die onder zijn leiding en toezicht werkzaam zijn.

PLICHTEN IN HET KADER VAN DE PROCEDURE

2.

Elke kandidaat en elke scheidsrechter vermijdt laakbaar gedrag en de schijn van laakbaar gedrag, is onafhankelijk en onpartijdig, vermijdt directe en indirecte belangenconflicten en neemt bij zijn gedrag de hoogste normen in acht, zodat de integriteit en onpartijdigheid van de regeling inzake geschillenbeslechting is gegarandeerd. Voormalige scheidsrechters leven de verplichtingen in de punten 15 tot en met 18 van deze gedragscode na.

OPENBAARMAKINGSPLICHT

3.

Voorafgaand aan de bevestiging van hun aanstelling tot scheidsrechter op grond van de overeenkomst geven kandidaten opening van zaken over alle belangen, relaties of aangelegenheden die van invloed kunnen zijn op hun onafhankelijkheid of onpartijdigheid of waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij tijdens de procedure de schijn van laakbaar gedrag of partijdigheid kunnen wekken. Daartoe stelt de kandidaat al hetgeen redelijkerwijs in zijn vermogen ligt, in het werk om na te gaan of er sprake is van dergelijke belangen, relaties of aangelegenheden.

4.

Na hun aanwijzing blijven scheidsrechters alles in het werk stellen wat redelijkerwijs in hun vermogen ligt om na te gaan of er sprake is van de in punt 3 van deze gedragscode bedoelde belangen, relaties of aangelegenheden en maken zij deze in voorkomend geval openbaar. Op grond van de verplichting tot openbaarmaking zijn scheidsrechters voortdurend gehouden dergelijke belangen, relaties en aangelegenheden openbaar te maken wanneer deze zich tijdens de procedure voordoen.

5.

Kandidaten of scheidsrechters richten mededelingen betreffende feitelijke of mogelijke schendingen van deze gedragscode tot het Handelscomité, ter overweging door de partijen.

TAKEN VAN SCHEIDSRECHTERS

6.

Na hun aanwijzing zetten scheidsrechters zich gedurende de hele procedure in om hun taken nauwgezet, snel en billijk te vervullen.

7.

Scheidsrechters onderzoeken uitsluitend vragen die in de procedure aan de orde worden gesteld en voor de uitspraak noodzakelijk zijn, en dragen deze taak niet over aan een andere persoon.

8.

Scheidsrechters nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze gedragscode door hun assistenten en personeel wordt gekend en nageleefd.

9.

Een scheidsrechter onthoudt zich van eenzijdige contacten in verband met de procedure.

ONAFHANKELIJKHEID EN ONPARTIJDIGHEID VAN SCHEIDSRECHTERS

10.

Scheidsrechters zijn onafhankelijk en onpartijdig, vermijden de schijn van laakbaar gedrag of partijdigheid en laten zich niet leiden door eigenbelang, druk van buitenaf, politieke overwegingen, publieke protesten, trouw aan een partij of vrees voor kritiek.

11.

Scheidsrechters mogen rechtstreeks noch middellijk verplichtingen aangaan of voordelen aanvaarden die op welke wijze dan ook de goede uitoefening van hun taken verstoren of lijken te verstoren.

12.

Scheidsrechters gebruiken hun positie als lid van het arbitragepanel niet om persoonlijke of particuliere belangen te dienen en onthouden zich van handelingen die de indruk kunnen wekken dat anderen in een bijzondere positie verkeren waardoor zij invloed op hen kunnen uitoefenen.

13.

Scheidsrechters laten hun gedrag of oordeel niet beïnvloeden door financiële, zakelijke, professionele, familiale, persoonlijke of sociale relaties of verantwoordelijkheden.

14.

Scheidsrechters gaan geen relaties aan en verwerven geen financiële belangen wanneer daardoor hun onpartijdigheid in het gedrang kan komen of wanneer redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daardoor de schijn van laakbaar gedrag of partijdigheid wordt gewekt.

VERPLICHTINGEN VAN VOORMALIGE SCHEIDSRECHTERS

15.

Voormalige scheidsrechters onthouden zich van handelingen die de schijn kunnen wekken dat zij bij de uitoefening van hun taken niet onpartijdig waren of voordeel hebben van het besluit of de uitspraak van het arbitragepanel.

VERTROUWELIJKHEID

16.

De scheidsrechter of voormalige scheidsrechter mag op geen enkel ogenblik niet-openbare, een procedure betreffende of tijdens een procedure verkregen informatie openbaar maken of gebruiken, behalve ten behoeve van die procedure, en mag deze informatie in geen geval openbaar maken of gebruiken om persoonlijk voordeel te behalen, anderen een voordeel te schenken of het belang van anderen in negatieve zin te beïnvloeden.

17.

Scheidsrechters maken de uitspraken van het arbitragepanel of delen daarvan niet bekend vóór de openbaarmaking ervan overeenkomstig artikel 318 (Besluiten en uitspraken van het arbitragepanel), lid 4, van de overeenkomst.

18.

Scheidsrechters of voormalige scheidsrechters mogen nooit informatie openbaar maken over de beraadslagingen van een arbitragepanel of over de standpunten van een scheidsrechter.

BEMIDDELAARS, DESKUNDIGEN

19.

De bepalingen van deze gedragscode die betrekking hebben op scheidsrechters en voormalige scheidsrechters, zijn van overeenkomstige toepassing op bemiddelaars en deskundigen.