11.4.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/3


VERTALING

OVEREENKOMST

Tussen de Europese Unie en de Verenigde Republiek Tanzania betreffende de voorwaarden voor de overdracht van van piraterij verdachte personen en bijbehorende in beslag genomen goederen van de door de Europese Unie geleide zeemacht aan de Verenigde Republiek Tanzania

DE EUROPESE UNIE, hierna „EU” genoemd,

enerzijds, alsmede

DE VERENIGDE REPUBLIEK TANZANIA, hierna „Tanzania” genoemd,

anderzijds,

hierna „de partijen” te noemen,

IN AANMERKING NEMEND:

de Resoluties 1814 (2008), 1838 (2008), 1846 (2008) en 1851 (2008) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN), en de resoluties die daarop het vervolg vormen;

het VN-Verdrag inzake het recht van de zee (UNCLOS) van 1982, met name de artikelen 100 tot en met 107 en artikel 110;

Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB van de Raad van 10 november 2008 inzake de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust (1) (Operatie „EUNAVFOR Atalanta”), als vervolgens gewijzigd;

het internationale recht betreffende de mensenrechten, met inbegrip van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966 en het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing van 1984;

dat deze overeenkomst de rechten en verplichtingen van de partijen krachtens internationale overeenkomsten en andere instrumenten tot instelling van internationale tribunalen, waaronder het statuut van het Internationaal Strafhof, onverlet laat,

REKENING HOUDEND MET:

de regionale initiatieven ter bestrijding van piraterij, zoals initiatieven van de Afrikaanse Unie (AU), de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC), de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC), de Gedragscode van Djibouti en de in 2010 op Mauritius aangenomen regionale strategie inzake maritieme veiligheid en bestrijding van piraterij,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OVER HETGEEN VOLGT:

Artikel 1

Doel

Deze overeenkomst bevat de voorwaarden en nadere bepalingen voor de overdracht van EUNAVFOR naar Tanzania van personen die ervan worden verdacht daden van piraterij te begaan of te hebben begaan dan wel hiertoe een poging te hebben ondernomen, en die door EUNAVFOR worden vastgehouden, en de overdracht van de bijbehorende door EUNAVFOR in beslag genomen goederen, alsmede voor de behandeling van deze personen en goederen na de overdracht.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)   door de Europese Unie geleide zeemacht (EUNAVFOR)” : het militaire hoofdkwartier van de Europese Unie en de nationale contingenten die bijdragen tot de operatie Atalanta van de EU, alsmede hun schepen, luchtvaartuigen en goederen;

b)   operatie” : de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en ondersteuning van de militaire missie die is vastgesteld bij Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB van de Raad van de Europese Unie en/of de missies ter voortzetting daarvan;

c)   nationale contingenten” : de eenheden en schepen van de lidstaten van de Europese Unie en van andere staten die aan de operatie deelnemen;

d)   zendstaat” : een staat die een nationaal contingent voor EUNAVFOR levert;

e)   piraterij” : piraterij als omschreven in artikel 101 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee;

f)   overgedragen persoon” : iedere persoon die ervan wordt verdacht daden van piraterij te begaan of te hebben begaan dan wel een poging daartoe te hebben ondernomen, en die krachtens deze overeenkomst door EUNAVFOR aan Tanzania is overgedragen.

Artikel 3

Algemene beginselen

1.   Op verzoek van EUNAVFOR kan Tanzania de overdracht door EUNAVFOR van door EUNAVFOR in verband met piraterij vastgehouden personen en de bijbehorende in beslag genomen goederen aanvaarden en de betrokken personen en goederen met het oog op onderzoek en vervolging overgeven aan zijn bevoegde instanties. Tanzania bepaalt per geval of het instemt met een voorgestelde overdracht en houdt daarbij rekening met alle ter zake doende omstandigheden, zoals de plaats waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden.

2.   EUNAVFOR draagt personen alleen over aan bevoegde rechtshandhavingsinstanties van Tanzania.

3.   De partijen behandelen de overgedragen personen als bedoeld in artikel 1 zowel voor als na de overdracht humaan en overeenkomstig de internationale mensenrechtenverplichtingen, zoals het verbod op foltering en wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing en het verbod op onrechtmatige hechtenis, alsook overeenkomstig de verplichting te zorgen voor een eerlijk proces.

4.   Overdrachten worden pas uitgevoerd als de bevoegde rechtshandhavingsinstanties van Tanzania overeenkomstig de interne Tanzaniaanse procedures en op basis van bewijsmateriaal dat EUNAVFOR via de geëigende communicatiekanalen heeft doen toekomen, besluiten dat er redelijke vooruitzichten zijn op veroordeling van door EUNAVFOR vastgehouden personen.

Artikel 4

Behandeling, vervolging en berechting van een overgedragen persoon

1.   Een overgedragen persoon wordt humaan behandeld en niet onderworpen aan foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, wordt op passende wijze gehuisvest en gevoed, krijgt toegang tot medische verzorging en wordt in staat gesteld zijn godsdienstige plichten te vervullen.

2.   Een overgedragen persoon wordt terstond voorgeleid aan een rechter of andere magistraat die krachtens de wet bevoegd is rechterlijke macht uit te oefenen, en die zich onverwijld over de wettigheid van zijn aanhouding uitspreekt, en hem in vrijheid doet stellen indien de gevangenhouding niet gerechtvaardigd is.

3.   Een overgedragen persoon heeft het recht binnen een redelijke termijn te worden berecht of in vrijheid te worden gesteld.

4.   Bij de vaststelling van de aanklacht jegens hem heeft iedere overgedragen persoon recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak door een bij de wet ingestelde bevoegde, onafhankelijke en onpartijdige rechtbank.

5.   Een overgedragen persoon tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt geacht onschuldig te zijn totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan.

6.   Bij de vaststelling van de aanklacht jegens hem heeft iedere overgedragen persoon in volle gelijkheid recht op de volgende minimumwaarborgen:

a)

onverwijld, in detail en in een taal die hij begrijpt, op de hoogte te worden gesteld van de aard en de reden van het hem ten laste gelegde;

b)

te beschikken over voldoende tijd en faciliteiten voor de voorbereiding van zijn verdediging en te communiceren met de raadsman van zijn keuze;

c)

terecht te staan zonder onnodige vertraging;

d)

aanwezig te zijn ter terechtzitting, verweer te voeren in persoon of door middel van door hemzelf gekozen rechtsbijstand; ingeval hij geen rechtsbijstand heeft, van het recht daarop in kennis te worden gesteld; en rechtsbijstand toegewezen te krijgen in alle gevallen waarin het belang van de rechtspleging dit vereist, en kosteloos indien betrokkene niet over voldoende middelen beschikt;

e)

kennis te nemen van alle bewijsstukken tegen hem, met inbegrip van de beëdigde verklaringen van de getuigen op wier aanwijzingen hij is aangehouden, en de verschijning en ondervraging te verkrijgen van getuigen à decharge op dezelfde voorwaarden als gelden voor getuigen à charge;

f)

zich kosteloos te doen bijstaan door een tolk indien hij de taal die ter terechtzitting wordt gebezigd, niet verstaat of niet spreekt;

g)

niet gedwongen te worden tegen zichzelf te getuigen of schuld te bekennen.

7.   Een overgedragen persoon die wordt veroordeeld, heeft het recht overeenkomstig de wetgeving van Tanzania tegen zijn veroordeling en het vonnis bezwaar aan te tekenen of bij een hogere rechtbank in beroep te gaan.

8.   Tanzania kan, na overleg met de EU, overgedragen personen die in Tanzania zijn veroordeeld en daar hun straf uitzitten, overdragen aan een derde staat die garandeert dat hij zich houdt aan bovengenoemde mensenrechtennormen, zodat de persoon in kwestie de rest van zijn straf in die derde staat kan uitzitten. In geval van ernstige bezorgdheid over de mensenrechtensituatie in die derde staat, vindt er geen overdracht plaats zolang overleg tussen de partijen over de geformuleerde bezwaren geen bevredigende oplossing oplevert.

Artikel 5

Straf

Een overgedragen persoon kan nooit worden gestraft voor een misdrijf waarop een maximumstraf staat die zwaarder is dan levenslange gevangenisstraf.

Artikel 6

Gegevens en kennisgevingen

1.   Met betrekking tot iedere overdracht wordt een passend document opgesteld, dat wordt ondertekend door een vertegenwoordiger van EUNAVFOR en een vertegenwoordiger van de bevoegde rechtshandhavingsinstanties van Tanzania.

2.   EUNAVFOR verstrekt Tanzania ten aanzien van iedere overgedragen persoon de gegevens betreffende zijn hechtenis. Deze omvatten de fysieke toestand van de overgedragen persoon tijdens de hechtenis, het tijdstip van overdracht aan de autoriteiten van Tanzania, de reden voor zijn hechtenis, tijdstip en plaats van begin van de hechtenis en eventuele beslissingen in verband met zijn hechtenis.

3.   Tanzania is verantwoordelijk voor een nauwkeurige administratie van alle overgedragen personen, met ten minste gegevens betreffende eventuele in beslag genomen goederen, de fysieke toestand van de betrokkenen, de plaats van hechtenis, de eventuele tenlastelegging en alle beslissingen van enig belang die in de loop van de vervolging en het proces zijn genomen.

4.   Deze gegevens zijn voor de vertegenwoordigers van de Europese Unie en EUNAVFOR beschikbaar overeenkomstig de Tanzaniaanse wet- en regelgeving indien zij het ministerie van Buitenlandse Zaken van Tanzania daar schriftelijk om verzoeken.

5.   Daarenboven stelt Tanzania EUNAVFOR in kennis van de plaats van hechtenis van iedere uit hoofde van deze overeenkomst overgedragen persoon, alsmede van iedere verslechtering van zijn fysieke toestand en van alle meldingen waarin sprake is van slechte behandeling. Vertegenwoordigers van de Europese Unie en van EUNAVFOR hebben, conform de toepasselijke wetgeving, tijdens het voorarrest toegang tot alle krachtens deze overeenkomst overgedragen personen en hebben het recht hen te ondervragen.

6.   Op hun verzoek wordt het nationale en internationale humanitaire instellingen toegestaan personen die uit hoofde van de onderhavige overeenkomst zijn overgedragen, te bezoeken.

7.   Teneinde EUNAVFOR in staat te stellen Tanzania tijdig bij te staan middels de verschijning van getuigen van EUNAVFOR en de overlegging van relevante bewijsstukken, stelt Tanzania EUNAVFOR in kennis van zijn voornemen om jegens een overgedragen persoon een strafproces in te stellen, en deelt Tanzania het tijdschema voor het indienen van de bewijsstukken en het verhoor mede.

Artikel 7

Verplichting voor EU en EUNAVFOR de instructie en de vervolging te faciliteren

1.   De EU en EUNAVFOR helpen Tanzania met al hun middelen en vermogens bij de instructie betreffende en de vervolging van de overgedragen personen.

2.   De EU en EUNAVFOR moeten met name:

a)

de gegevens betreffende de hechtenis verstrekken overeenkomstig artikel 6, lid 2, van deze overeenkomst;

b)

alle beschikbare bewijsmateriaal verwerken overeenkomstig de wensen van de bevoegde autoriteiten van Tanzania als overeengekomen in de uitvoeringsregelingen die in artikel 10 omschreven worden;

c)

zorgen voor al dan niet beëdigde getuigenverklaringen door functionarissen van EUNAVFOR die betrokken zijn geweest bij incidenten in verband waarmee personen uit hoofde van de onderhavige overeenkomst zijn overgedragen;

d)

alle ter zake doende in beslag genomen goederen die in het bezit van EUNAVFOR zijn, overdragen;

e)

alle ter zake doende in beslag genomen goederen, bewijsstukken, foto's en artikelen met bewijswaarde die in het bezit van EUNAVFOR zijn, overdragen;

f)

zorgen voor de aanwezigheid van getuigen van EUNAVFOR zodat zij in de rechtbank (of via een televisieverbinding of een ander goedgekeurd elektronisch middel) tijdens het proces kunnen getuigen;

g)

de aanwezigheid van de eventueel door de bevoegde autoriteiten van Tanzania verlangde tolken vergemakkelijken zodat zij kunnen helpen bij onderzoeken en processen waarbij overgedragen personen betrokken zijn.

Artikel 8

Verband met de andere rechten van de overgedragen personen

Niets in deze overeenkomst is bedoeld als een afwijking, of kan worden opgevat als een afwijking, van enig recht van een overgedragen persoon krachtens het toepasselijke nationale of internationale recht.

Artikel 9

Contacten en geschillen

1.   Alle problemen die zich ten aanzien van de toepassing van deze overeenkomst voordoen, worden door de bevoegde autoriteiten van Tanzania en van de Europese Unie gezamenlijk onderzocht.

2.   Bij gebreke van een regeling worden geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen vertegenwoordigers van Tanzania en van de EU.

Artikel 10

Uitvoeringsregelingen

1.   Met het oog op de toepassing van deze overeenkomst kunnen voor operationele, administratieve en technische aangelegenheden uitvoeringsregelingen worden overeengekomen tussen de bevoegde autoriteiten van Tanzania enerzijds en de bevoegde autoriteiten van de Europese Unie en die van de zendstaten anderzijds.

2.   Uitvoeringsregelingen kunnen onder andere betrekking hebben op:

a)

het aanwijzen van de bevoegde rechtshandhavingsinstanties van Tanzania waaraan EUNAVFOR personen kan overdragen;

b)

de inrichtingen voor bewaring waar de overgedragen personen worden vastgehouden;

c)

de afhandeling van documenten, waaronder die betreffende bewijsverkrijging, die bij de overdracht van een persoon aan de bevoegde rechtshandhavingsinstanties van Tanzania worden overhandigd;

d)

contactpunten voor kennisgevingen en nadere bepalingen voor het waarschuwen van de bevoegde instanties van Tanzania door EUNAVFOR;

e)

bij de overdracht te gebruiken formulieren;

f)

het op verzoek van Tanzania verstrekken van technische steun, deskundigheid, opleidingen en andere bijstand in verband met repatriëring, hechtenis, vaststelling van nationaliteit, vertegenwoordiging in rechte en aansprakelijkheidskwesties, teneinde het doel van deze overeenkomst te bereiken.

Artikel 11

Inwerkingtreding en beëindiging

1.   Deze overeenkomst wordt voorlopig toegepast met ingang van de datum waarop zij wordt ondertekend en treedt in werking zodra alle partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat zij hun interne procedures voor de bekrachtiging van deze overeenkomst hebben afgerond.

2.   Iedere partij kan deze overeenkomst middels een schriftelijke kennisgeving beëindigen. In voorkomend geval wordt de beëindiging drie maanden na ontvangst van de kennisgeving van kracht.

3.   Deze overeenkomst kan worden gewijzigd op basis van schriftelijke overeenstemming tussen de partijen.

4.   De eventuele beëindiging van deze overeenkomst heeft geen gevolgen voor de rechten en verplichtingen die uit de uitvoering van deze overeenkomst zijn voortgevloeid voordat deze beëindigd was, zulks met inbegrip van de rechten die in Tanzania in hechtenis gehouden of vervolgde overgedragen personen eraan kunnen ontlenen.

5.   Na beëindiging van deze overeenkomst kunnen alle rechten die de EU uit hoofde van de overeenkomst geniet, worden uitgeoefend door een persoon die wordt aangewezen door de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. Na beëindiging van deze overeenkomst worden alle uit hoofde van de overeenkomst aan EUNAVFOR gerichte kennisgevingen gericht aan de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid.

Gedaan te Brussel, de eerste april tweeduizend veertien in twee originele exemplaren, elk in de Engelse taal.

Voor de Europese Unie

Image

Voor de Verenigde Republiek Tanzania

Image


(1)  PB L 301 van 12.11.2008, blz. 33.