31.10.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 289/2


OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië inzake de versoepeling van de afgifte van visa

DE EUROPESE UNIE, hierna „de Unie” genoemd,

en

DE REPUBLIEK ARMENIË, hierna „Armenië” genoemd,

hierna „de partijen” genoemd,

GELEID DOOR DE WENS in het belang van een gestage ontwikkeling van economische, humanitaire, culturele, wetenschappelijke en andere banden de contacten tussen mensen te vergemakkelijken door de afgifte van visa aan burgers van Armenië te versoepelen,

REKENING HOUDEND MET de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Armenië, anderzijds, en met het voornemen van de partijen om een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Armenië te sluiten,

GEZIEN de gezamenlijke verklaringen van de topbijeenkomsten van het Oostelijk Partnerschap in Praag en in Warschau op respectievelijk 7 mei 2009 en 30 september 2011, waarin politieke steun werd betuigd aan de liberalisering van de visumregeling in een veilige omgeving,

BEVESTIGEND dat het de bedoeling is om op termijn geleidelijk te komen tot een visumvrije regeling voor hun burgers, mits aan alle voorwaarden voor een goed beheerde en veilige mobiliteit wordt voldaan,

REKENING HOUDEND MET HET FEIT dat alle burgers van de Unie vanaf 10 januari 2013 zijn vrijgesteld van de visumplicht wanneer zij voor maximaal 90 dagen naar Armenië reizen of op doorreis over het grondgebied van Armenië reizen,

ERKENNEND dat indien Armenië de visumplicht voor burgers van de Unie of bepaalde categorieën daarvan weer invoert, op basis van wederkerigheid voor de betrokken burgers van de Unie automatisch dezelfde versoepelingen gelden als die welke krachtens deze overeenkomst gelden voor de burgers van Armenië,

REKENING HOUDEND MET HET FEIT dat deze visumplicht alleen opnieuw kan worden ingevoerd voor alle burgers van de Unie of voor bepaalde categorieën burgers van de Unie,

ERKENNEND dat visumversoepeling niet mag leiden tot illegale immigratie, en bijzondere aandacht bestedend aan veiligheid en overname,

REKENING HOUDEND MET het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en met het Protocol betreffende het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk en Ierland,

REKENING HOUDEND MET het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Doel en toepassingsgebied

1.   Deze overeenkomst is bedoeld om de afgifte van visa voor een voorgenomen verblijf van ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen aan burgers van Armenië te versoepelen.

2.   Indien Armenië de visumplicht voor burgers van de Unie of bepaalde categorieën daarvan weer invoert, gelden op basis van wederkerigheid voor de betrokken burgers van de Unie automatisch dezelfde versoepelingen als die welke krachtens deze overeenkomst gelden voor de burgers van Armenië.

Artikel 2

Algemene bepaling

1.   De bij deze overeenkomst geregelde soepeler afgifte van visa geldt voor burgers van Armenië slechts voor zover zij niet zijn vrijgesteld van de visumplicht op grond van de wet- en regelgeving van de Unie of de lidstaten, deze overeenkomst of andere internationale overeenkomsten.

2.   Op kwesties die niet onder de bepalingen van deze overeenkomst vallen, zoals de weigering om een visum af te geven, de erkenning van reisdocumenten, het bewijs van voldoende bestaansmiddelen, inreisverboden en uitzettingsmaatregelen, is de nationale wetgeving van Armenië, de nationale wetgeving van de lidstaten of het Unierecht van toepassing.

Artikel 3

Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)   „lidstaat”: elke lidstaat van de Europese Unie, met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie en Noord-Ierland;

b)   „burger van de Unie”: een onderdaan van een lidstaat als bedoeld onder a);

c)   „burger van Armenië”: iedere persoon die het burgerschap van Armenië bezit overeenkomstig de wetgeving van de Republiek Armenië;

d)   „visum”: een machtiging die door een lidstaat wordt afgegeven voor een doorreis over of een voorgenomen verblijf op het grondgebied van de lidstaten van ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen;

e)   „legaal verblijvende persoon”: een burger van Armenië die op grond van het Unierecht of de nationale wetgeving gemachtigd is of toestemming heeft om meer dan 90 dagen op het grondgebied van een lidstaat te verblijven.

Artikel 4

Bewijsstukken betreffende het doel van de reis

1.   Voor de hieronder genoemde categorieën burgers van Armenië volstaan de volgende documenten als rechtvaardiging van het doel van de reis naar de andere partij:

a)

voor naaste familieleden - echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen), ouders (inclusief voogden), grootouders en kleinkinderen - die op bezoek gaan bij burgers van Armenië die legaal in de lidstaten verblijven of bij burgers van de Europese Unie die verblijven in de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn:

een schriftelijke uitnodiging van de gastheer of -vrouw;

b)

voor leden van officiële delegaties van Armenië, met inbegrip van permanente leden van dergelijke delegaties, die op officiële uitnodiging deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van een van de lidstaten worden gehouden:

een brief van een bevoegde instantie van Armenië waarin wordt bevestigd dat de aanvrager lid respectievelijk permanent lid is van de delegatie die naar het grondgebied van de andere partij afreist om deel te nemen aan een hierboven bedoeld evenement, en een kopie van de officiële uitnodiging;

c)

voor scholieren, studenten, postdoctoraal studenten en begeleidende docenten die reizen voor studie- of opleidingsdoeleinden, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma’s, en andere schoolgerelateerde activiteiten:

een schriftelijke uitnodiging of een inschrijvingsbewijs van de gastuniversiteit, het gastcollege of de gastschool, of een studentenkaart of inschrijvingsbewijs van de te volgen cursussen;

d)

voor personen die om medische redenen reizen en hun noodzakelijke begeleiders:

een officieel document van de medische instelling waaruit blijkt dat medische behandeling in deze instelling noodzakelijk is en dat de betrokkene onder begeleiding moet reizen, en bewijs van voldoende financiële middelen om de behandeling te betalen;

e)

voor journalisten en het technisch personeel dat hen beroepshalve vergezelt:

en certificaat of ander document van een beroepsorganisatie of van de werkgever van de aanvrager waaruit blijkt dat de betrokkene een gekwalificeerd journalist is en dat de reis is bedoeld om journalistiek werk te verrichten, of waaruit blijkt dat de betrokkene behoort tot het technisch personeel dat de journalist beroepshalve vergezelt;

f)

oor deelnemers aan internationale sportevenementen en personen die hen beroepshalve begeleiden:

en schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie, de bevoegde instanties, de nationale sportfederatie of het nationale olympisch comité van de betrokken lidstaat;

g)

voor zakenlieden en vertegenwoordigers van bedrijfsorganisaties:

een schriftelijke uitnodiging van een in het gastland gevestigde rechtspersoon of onderneming of organisatie, of een bureau of filiaal daarvan, van nationale of lokale autoriteiten van de lidstaten of van organisatiecomités van handels- en industrietentoonstellingen, -conferenties en -symposia die worden gehouden op het grondgebied van de lidstaten en de instemming genieten van de bevoegde instanties overeenkomstig de nationale wetgeving;

h)

voor beoefenaars van vrije beroepen die deelnemen aan internationale tentoonstellingen, conferenties, symposia, studiebijeenkomsten of vergelijkbare evenementen:

een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie waaruit blijkt dat de betrokkene deelneemt aan het evenement;

i)

voor vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en personen uitgenodigd door in de lidstaten geregistreerde non-profitorganisaties van de Armeense gemeenschap die reizen in verband met een opleiding, studiebijeenkomsten of conferenties, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma’s of pan-Armeense en gemeenschapsbevorderende hulpprogramma’s:

een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie, een bevestiging dat de betrokkene de maatschappelijke organisatie vertegenwoordigt of deelneemt aan pan-Armeense of gemeenschapsbevorderende activiteiten en het oprichtingsdocument van de organisatie uit het desbetreffende register, afgegeven door een nationale instantie overeenkomstig de nationale wetgeving;

j)

voor deelnemers aan wetenschappelijke, academische, culturele en artistieke activiteiten, zoals universitaire en andere uitwisselingsprogramma’s:

een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie om deel te nemen aan deze activiteiten;

k)

voor chauffeurs die internationaal goederen- en personenvervoer verzorgen naar de lidstaten met voertuigen die zijn geregistreerd in Armenië:

een schriftelijke uitnodiging van de nationale vereniging (vakbond) van vervoerders van Armenië die internationaal goederenvervoer over de weg verzorgen, waarin het doel, het traject, de duur en de frequentie van de reizen staan vermeld;

l)

voor deelnemers aan officiële uitwisselingsprogramma’s van zustersteden en andere gemeentelijke entiteiten:

een schriftelijke uitnodiging van het hoofd van het stadsbestuur/de burgemeester van deze gemeenten en steden;

m)

voor bezoekers van militaire of civiele begraafplaatsen:

een officieel document waaruit blijkt dat het graf bestaat en blijft voortbestaan en dat er sprake is van een familierelatie of een andere relatie tussen de aanvrager en de overledene.

2.   Voor de toepassing van dit artikel moet de schriftelijke uitnodiging de volgende gegevens bevatten:

a)

voor degene die wordt uitgenodigd: voor- en achternaam, geboortedatum, geslacht, burgerschap, paspoortnummer, tijdstip en doel van de reis, aantal inreizen en waar nodig de naam van de echtgenoot en kinderen die met de uitgenodigde persoon meereizen;

b)

voor degene die uitnodigt: voor- en achternaam en adres;

c)

voor de rechtspersoon, onderneming of organisatie die uitnodigt: volledige naam en adres en:

indien de uitnodiging afkomstig is van een organisatie of instantie: naam en positie van de persoon die de uitnodiging ondertekent;

indien de uitnodiging afkomstig is van een in een lidstaat gevestigde rechtspersoon of onderneming of een bureau of filiaal daarvan: het in de betrokken lidstaat wettelijk voorgeschreven registratienummer.

3.   Voor de in lid 1 genoemde categorieën personen worden alle soorten visa verstrekt volgens de vereenvoudigde procedure en zijn geen andere door de wetgeving van de partijen voorgeschreven vormen van motivering, uitnodiging of validering betreffende het doel van de reis nodig.

Artikel 5

Afgifte van meervoudige visa

1.   De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten verstrekken meervoudige visa met een geldigheidsduur van vijf jaar aan de volgende categorieën personen:

a)

echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen) die jonger zijn dan 21 jaar of ten laste komen van de aanvrager, en ouders (inclusief voogden) die op bezoek gaan bij burgers van Armenië die legaal in de lidstaten verblijven of bij burgers van de Unie die verblijven in de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn;

b)

leden van nationale en regionale regeringen, constitutionele hoven en hoogste rechterlijke instanties in de uitoefening van hun functie, indien zij bij deze overeenkomst niet zijn vrijgesteld van de visumplicht;

c)

permanente leden van officiële delegaties van Armenië die op officiële uitnodiging regelmatig deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van de lidstaten worden gehouden.

In afwijking daarvan wordt, wanneer duidelijk is dat de noodzaak of de bedoeling om frequent of regelmatig te reizen slechts voor een kortere periode geldt, de geldigheidsduur van het meervoudig visum beperkt tot die kortere periode, met name wanneer:

in het geval van de onder a) bedoelde personen: de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning van burgers van Armenië die legaal in de Unie verblijven,

in het geval van de onder b) bedoelde personen: de ambtstermijn,

in het geval van de onder c) bedoelde personen: de geldigheidsduur van de status als permanent lid van een officiële delegatie,

korter is dan vijf jaar.

2.   De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten verstrekken meervoudige visa met een geldigheidsduur van een jaar aan de volgende categorieën personen, mits deze in het voorafgaande jaar ten minste één visum hebben verkregen waarvan zij gebruik hebben gemaakt overeenkomstig de wetgeving inzake inreis en verblijf in de bezochte staat:

a)

leden van officiële delegaties van Armenië die op officiële uitnodiging regelmatig deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van de lidstaten worden gehouden;

b)

vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en personen uitgenodigd door in de lidstaten geregistreerde non-profitorganisaties van de Armeense gemeenschap die reizen naar de lidstaten in verband met een opleiding, studiebijeenkomsten of conferenties, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma’s of pan-Armeense en gemeenschapsbevorderende hulpprogramma’s;

c)

beoefenaars van vrije beroepen die deelnemen aan internationale tentoonstellingen, conferenties, symposia, studiebijeenkomsten of vergelijkbare evenementen die regelmatig naar de lidstaten reizen;

d)

deelnemers aan wetenschappelijke, culturele en artistieke activiteiten, waaronder universitaire en andere uitwisselingsprogramma’s, die regelmatig naar de lidstaten reizen;

e)

studenten en postdoctoraal studenten die regelmatig reizen voor studie- of opleidingsdoeleinden, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma’s;

f)

deelnemers aan officiële uitwisselingsprogramma’s van zustersteden en andere gemeentelijke entiteiten;

g)

personen die om medische redenen regelmatig naar de lidstaten moeten reizen en hun noodzakelijke begeleiders;

h)

journalisten en technisch personeel dat hen beroepshalve vergezelt;

i)

zakenlieden en vertegenwoordigers van bedrijfsorganisaties die regelmatig naar de lidstaten reizen;

j)

deelnemers aan internationale sportevenementen en personen die hen beroepshalve begeleiden;

k)

chauffeurs die internationaal goederen- en personenvervoer verzorgen naar de lidstaten met voertuigen die zijn geregistreerd in Armenië.

In afwijking van de eerste zin, wordt, wanneer duidelijk is dat de noodzaak of de bedoeling om frequent of regelmatig te reizen slechts voor een kortere periode geldt, de geldigheidsduur van het meervoudig visum beperkt tot die kortere periode.

3.   De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten verstrekken de in lid 2 bedoelde personen meervoudige visa met een geldigheidsduur van ten minste twee en ten hoogste vijf jaar, mits deze personen in de voorafgaande twee jaar overeenkomstig de wetgeving inzake inreis en verblijf in de bezochte staat gebruik hebben gemaakt van het meervoudig visum voor één jaar, tenzij duidelijk is dat de noodzaak of de bedoeling om frequent of regelmatig te reizen voor een kortere periode geldt; in dat geval wordt de geldigheidsduur van het meervoudig visum beperkt tot die kortere periode.

4.   De in de leden 1 tot en met 3 bedoelde personen mogen in totaal ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen op het grondgebied van de lidstaten verblijven.

Artikel 6

Leges voor de behandeling van een visumaanvraag

1.   Voor de behandeling van een visumaanvraag wordt 35 EUR in rekening gebracht.

Het hierboven genoemde bedrag kan worden aangepast volgens de procedure van artikel 14, lid 4.

2.   Onverminderd lid 3 van dit artikel worden aan de volgende categorieën personen geen kosten in rekening gebracht voor de behandeling van een visumaanvraag:

a)

gepensioneerden;

b)

kinderen jonger dan 12 jaar;

c)

leden van nationale en regionale regeringen en van constitutionele hoven en hoogste rechterlijke instanties, indien zij bij deze overeenkomst niet zijn vrijgesteld van de visumplicht;

d)

gehandicapten en personen die hen indien nodig begeleiden;

e)

naaste familieleden - echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen), ouders (inclusief voogden), grootouders en kleinkinderen - van burgers van Armenië die legaal in de lidstaten verblijven of van burgers van de Unie die verblijven in de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn;

f)

leden van officiële delegaties van Armenië, met inbegrip van permanente leden van officiële delegaties, die op officiële uitnodiging deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van een van de lidstaten worden gehouden;

g)

scholieren, studenten, postdoctoraal studenten en begeleidende docenten die reizen voor studie- of opleidingsdoeleinden, zoals uitwisselingsprogramma’s en andere schoolgerelateerde activiteiten;

h)

journalisten en technisch personeel dat hen beroepshalve vergezelt;

i)

deelnemers aan internationale sportevenementen en personen die hen beroepshalve begeleiden;

j)

vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en personen uitgenodigd door in de lidstaten geregistreerde non-profitorganisaties van de Armeense gemeenschap die reizen in verband met een opleiding, studiebijeenkomsten of conferenties, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma’s of pan-Armeense en gemeenschapsbevorderende hulpprogramma’s;

k)

deelnemers aan wetenschappelijke, academische, culturele en artistieke activiteiten, inclusief universitaire en andere uitwisselingsprogramma’s;

l)

personen die documenten hebben overgelegd waaruit blijkt dat hun reis om humanitaire redenen noodzakelijk is, bijvoorbeeld om een dringende medische behandeling te ondergaan, in welk geval de vrijstelling ook geldt voor degene die de betrokkene begeleidt, of om een begrafenis van een naast familielid bij te wonen of een ernstig ziek naast familielid te bezoeken.

3.   Indien een lidstaat bij het afgeven van visa samenwerkt met een externe dienstverlener mag deze dienstverlener kosten in rekening brengen. Deze dienstverleningskosten moeten in verhouding staan tot de kosten die de externe dienstverlener moet maken voor het uitvoeren van zijn taken en mogen ten hoogste 30 EUR bedragen. De lidstaten handhaven voor alle aanvragers de mogelijkheid rechtstreeks een aanvraag in te dienen bij hun consulaat.

Voor de Unie verricht de externe dienstverlener zijn werkzaamheden overeenkomstig de Visumcode en met eerbiediging van de Armeense wetgeving.

Artikel 7

Duur van de behandeling van een visumaanvraag

1.   De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten nemen binnen tien kalenderdagen na ontvangst van de visumaanvraag en de benodigde bewijsstukken een beslissing over de visumaanvraag.

2.   De periode voor het nemen van een beslissing over een visumaanvraag kan in individuele gevallen worden verlengd tot 30 kalenderdagen, met name wanneer nader onderzoek van de aanvraag nodig is.

3.   De periode voor het nemen van een beslissing over een visumaanvraag kan in dringende gevallen worden beperkt tot twee werkdagen of minder.

4.   Indien visumaanvragers een afspraak moeten maken voor het indienen van een aanvraag, bedraagt de wachttijd tot de afspraak in de regel ten hoogste twee weken, te rekenen van de datum waarop om de afspraak is verzocht. In gemotiveerde dringende gevallen kan het consulaat aanvragers toestaan hun aanvraag zonder afspraak in te dienen of vindt de afspraak onmiddellijk plaats.

Artikel 8

Vertrek in geval van verloren of gestolen documenten

Burgers van de Unie en Armenië die hun identiteitsbewijs hebben verloren of van wie het identiteitsbewijs is gestolen tijdens hun verblijf op het grondgebied van Armenië respectievelijk van de lidstaten, kunnen dat grondgebied zonder visum of een andere machtiging verlaten met een geldig identiteitsbewijs waarmee de grens mag worden overschreden, dat is afgegeven door een diplomatieke of consulaire post van de lidstaten respectievelijk Armenië.

Artikel 9

Verlenging van het visum in buitengewone omstandigheden

Van burgers van Armenië die door overmacht of om humanitaire redenen niet in staat zijn het grondgebied van de lidstaten binnen de in hun visum vermelde termijn te verlaten, wordt het visum kosteloos volgens de wetgeving van de gastlidstaat verlengd voor de periode die nodig is tot hun terugkeer naar hun eigen land.

Artikel 10

Diplomatieke paspoorten

1.   Burgers van Armenië die houder zijn van een geldig diplomatiek paspoort hebben geen visum nodig voor een inreis in, een uitreis uit of een doorreis over het grondgebied van de lidstaten.

2.   De in lid 1 van dit artikel bedoelde personen mogen ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen zonder visum op het grondgebied van de lidstaten verblijven.

Artikel 11

Territoriale geldigheid van visa

Onverminderd nationale veiligheidsregels en -voorschriften van de lidstaten en onverminderd regels van de Unie inzake visa met een beperkte territoriale geldigheid, hebben de burgers van Armenië het recht om volgens dezelfde voorwaarden als de burgers van de Unie op het grondgebied van de lidstaten te reizen.

Artikel 12

Gemengd Comité voor het beheer van de overeenkomst

1.   De partijen richten een Gemengd Comité van deskundigen op (hierna „het comité” genoemd) dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Unie en Armenië. De Unie wordt vertegenwoordigd door de Commissie, die wordt bijgestaan door deskundigen van de lidstaten.

2.   Het comité heeft met name de volgende taken:

a)

toezien op de toepassing van deze overeenkomst;

b)

wijzigingen van of toevoegingen aan deze overeenkomst voorstellen;

c)

geschillen beslechten die voortvloeien uit de interpretatie of de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst.

3.   Het comité komt zo vaak als nodig is op verzoek van een van de partijen bijeen, maar ten minste eens per jaar.

4.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 13

Verband tussen deze overeenkomst en bilaterale overeenkomsten tussen de lidstaten en Armenië

Zodra deze overeenkomst in werking treedt, heeft zij voorrang op de bepalingen van bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen die zijn gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en Armenië, voor zover de bepalingen daarvan betrekking hebben op aangelegenheden die bij deze overeenkomst worden geregeld.

Artikel 14

Slotbepalingen

1.   Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures geratificeerd of goedgekeurd en treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de hierboven bedoelde procedures zijn voltooid.

2.   In afwijking van lid 1 treedt deze overeenkomst pas in werking op de datum van de inwerkingtreding van de overnameovereenkomst tussen de Europese Unie en Armenië indien dit later is dan de in lid 1 bedoelde datum.

3.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten, tenzij zij wordt opgezegd in overeenstemming met lid 6.

4.   Deze overeenkomst kan met wederzijdse schriftelijk instemming van de partijen worden gewijzigd. Wijzigingen treden in werking nadat de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

5.   Elk van beide partijen kan deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk opschorten in verband met de openbare orde, de bescherming van de nationale veiligheid of de bescherming van de volksgezondheid. Het besluit tot opschorting wordt uiterlijk 48 uur vóór de inwerkingtreding ervan meegedeeld aan de andere partij. De partij die de toepassing van de overeenkomst heeft opgeschort, stelt de andere partij onverwijld in kennis van het feit dat de redenen voor de opschorting zijn vervallen zodra dit het geval is.

6.   Elk van beide partijen kan deze overeenkomst opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere partij. Deze overeenkomst wordt beëindigd 90 dagen na de datum van deze kennisgeving.

Gedaan te Brussel, 17 december 2012, in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Armeense taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

За Европейския съюз

Por la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Για την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l'Union européenne

Per l'Unione europea

Eiropas Savienības vārdā –

Europos Sąjungos vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

För Europeiska unionen

Image

Image

Image

За Pепублика Армения

Por la República de Armenia

Za Arménskou republiku

For Republikken Armenien

Für die Republik Armenien

Armeenia Vabariigi nimel

Για τη Δημοκρατία της Αρμενίας

For the Republic of Armenia

Pour la République d'Arménie

Per la Repubblica di Armenia

Armēnijas Republikas vārdā –

Armėnijos Respublikos vardu

Örmény Köztársaság részéről

Għar-Repubblika tal-Armenja

Voor de Republiek Armenië

W imieniu Republiki Armenii

Pela República da Arménia

Pentru Republica Armenia

Za Arménsku republiku

Za Republiko Armenijo

Armenian tasavallan puolesta

För Republiken Armenien

Image

Image


PROTOCOL

bij de overeenkomst betreffende de lidstaten die het Schengenacquis niet volledig toepassen

De lidstaten die gebonden zijn door het Schengenacquis maar nog geen Schengenvisa afgeven omdat zij in afwachting zijn van het daarvoor benodigde besluit van de Raad, verstrekken nationale visa die alleen geldig zijn op hun eigen grondgebied.

Overeenkomstig Beschikking nr. 582/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot instelling van een vereenvoudigde regeling voor de controle van personen aan de buitengrenzen, gebaseerd op de eenzijdige erkenning door Bulgarije, Cyprus en Roemenië van bepaalde documenten als gelijkwaardig met hun nationale visa, met het oog op doorreis over hun grondgebied (1) zijn geharmoniseerde maatregelen genomen om de doorreis van houders van Schengenvisa en -verblijfstitels over het grondgebied van de lidstaten die het Schengenacquis nog niet volledig toepassen, te vereenvoudigen.


(1)  PB L 161 van 20.6.2008, blz. 30.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 10 van de overeenkomst, over diplomatieke paspoorten

De Europese Unie of Armenië kan de overeenkomst volgens de procedure van artikel 14, lid 5, gedeeltelijk opschorten, met name artikel 10, indien de toepassing van artikel 10 wordt misbruikt door de andere partij of tot een bedreiging van de openbare veiligheid leidt.

Indien de toepassing van artikel 10 wordt opgeschort, voeren beide partijen in het kader van het bij de overeenkomst opgerichte Gemengd Comité overleg om de problemen die tot de opschorting hebben geleid, op te lossen.

Beide partijen verklaren prioriteit te geven aan het goed beveiligen van diplomatieke paspoorten, in het bijzonder met behulp van biometrische identificatiemiddelen. Wat de Unie betreft, zal dit worden gedaan overeenkomstig de voorschriften van Verordening (EG) nr. 2252/2004 van 13 december 2004 betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten (1).


(1)  PB L 385 van 29.12.2004, blz. 1.


Verklaring van de Europese Unie over de documenten die moeten worden overgelegd bij het aanvragen van een visum voor kort verblijf

De Europese Unie zal haar inspanningen intensiveren om te trachten vóór de inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië inzake de versoepeling van de afgifte van visa, een lijst van minimumvereisten op te stellen zodat Armeense visumaanvragers samenhangende en gelijkluidende basisinformatie krijgen, overeenkomstig artikel 47, lid 1, onder a), van de Visumcode, en in principe dezelfde bewijsstukken moeten overleggen.

De hierboven bedoelde informatie moet op grote schaal worden verspreid (via informatieborden van consulaten, folders, websites enz.).


Gemeenschappelijke verklaring betreffende Denemarken

De partijen nemen er nota van dat deze overeenkomst niet van toepassing is op de procedures voor de afgifte van visa door de diplomatieke en consulaire diensten van Denemarken.

Daarom is het passend dat de autoriteiten van Denemarken en van Armenië onverwijld een bilaterale overeenkomst sluiten over de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf, die vergelijkbaar is met de overeenkomst tussen de Unie en Armenië.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende het Verenigd Koninkrijk en Ierland

De partijen nemen er nota van dat deze overeenkomst niet van toepassing is op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk en Ierland.

Daarom is het passend dat de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Armenië bilaterale overeenkomsten sluiten over de versoepeling van de afgifte van visa.


Gemeenschappelijke verklaring betreffende IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein

De partijen nemen nota van de nauwe betrekkingen tussen de Unie en Zwitserland, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, met name uit hoofde van de overeenkomsten van 18 mei 1999 en 26 oktober 2004 inzake de wijze waarop die landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

Daarom is het passend dat de autoriteiten van Zwitserland, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen en Armenië onverwijld bilaterale overeenkomsten sluiten over de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf, die vergelijkbaar zijn met de overeenkomst tussen de Unie en Armenië.


Gemeenschappelijke verklaring over de samenwerking op het gebied van reisdocumenten

De partijen komen overeen dat het bij artikel 12 van deze overeenkomst opgerichte Gemengd Comité bij het toezicht op de uitvoering van de overeenkomst nagaat welk effect het beveiligingsniveau van de respectieve reisdocumenten hebben op de werking van de overeenkomst. Daartoe komen de partijen overeen elkaar regelmatig op de hoogte te houden van de maatregelen om de wildgroei van reisdocumenten tegen te gaan, de technische aspecten van reisdocumentenbeveiliging te ontwikkelen en de afgifte van reisdocumenten verder te personaliseren.