17.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 220/3


PROTOCOL

tot wijziging van het Verdrag van Wenen inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor kernschade van 1963

DE STATEN DIE PARTIJ ZIJN BIJ DIT PROTOCOL,

OVERWEGENDE dat het wenselijk is het Verdrag van Wenen inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor kernschade van 21 mei 1963 zodanig te wijzigen dat dit een ruimere werkingssfeer heeft, de exploitant van een kerninstallatie voor een hoger bedrag aansprakelijk is en de voorwaarden die een passende en billijke schadevergoeding garanderen, worden verbeterd,

ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:

Artikel 1

De bepalingen van dit protocol wijzigen het Verdrag van Wenen inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor kernschade van 21 mei 1963, hierna „het Verdrag van Wenen van 1963” genoemd.

Artikel 2

Artikel I van het Verdrag van Wenen van 1963 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Alinea j) van lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

het woord „en” aan het eind van alinea ii) wordt geschrapt en aan het eind van alinea iii) ingevoegd;

b)

de volgende nieuwe alinea iv) wordt toegevoegd:

„iv)

alle andere, door de Raad van beheer van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie periodiek aan te wijzen installaties waarin zich splijtstoffen of radioactieve producten of afvalstoffen bevinden.”.

2)

Alinea k) van lid 1 wordt vervangen door de volgende tekst:

„k)   „Kernschade”:

i)

overlijden of persoonlijk letsel;

ii)

verlies of beschadiging van zaken;

en elk van de volgende elementen in de mate vastgesteld door het recht van de bevoegde rechter:

iii)

economisch nadeel voortvloeiend uit overlijden, persoonlijk letsel, verlies of beschadiging als bedoeld in de alinea's i) en ii) hierboven, voor zover niet inbegrepen in die alinea's, geleden door een persoon die bevoegd is tot het instellen van een vordering naar aanleiding van een dergelijk geval van overlijden, persoonlijk letsel, verlies of beschadiging;

iv)

de kosten van maatregelen tot herstel van een aangetast milieu, tenzij de aantasting onbetekenend is, indien dergelijke maatregelen daadwerkelijk worden genomen of zullen worden genomen, voor zover niet inbegrepen in alinea ii) hierboven;

v)

inkomensderving voortvloeiend uit een economisch belang bij het gebruik of het genot van het milieu, geleden als gevolg van een aanmerkelijke aantasting van dat milieu, voor zover niet inbegrepen in alinea ii) hierboven;

vi)

de kosten van preventieve maatregelen, en van de door deze maatregelen veroorzaakte verdere gevallen van overlijden, persoonlijk letsel, verlies of beschadiging;

vii)

alle andere economische nadelen die niet zijn veroorzaakt door aantasting van het milieu, indien geoorloofd ingevolge het algemene recht van de bevoegde rechter inzake wettelijke aansprakelijkheid,

in het geval van de alinea's i) tot en met v) en alinea vii) hierboven, voor zover het overlijden, persoonlijk letsel, verlies of de beschadiging veroorzaakt wordt door of voortvloeit uit ioniserende straling uit een stralingsbron binnen een kerninstallatie, of afkomstig is uit splijtstoffen of radioactieve producten of afvalstoffen in, of van nucleaire stoffen die afkomstig zijn uit, hun oorsprong hebben in, of worden gezonden naar een kerninstallatie, ongeacht of dit wordt veroorzaakt door de radioactieve eigenschappen van dit materiaal of door een combinatie van radioactieve eigenschappen met toxische, explosieve of andere gevaarlijke eigenschappen van dit materiaal.”.

3)

Alinea l) van lid 1 wordt vervangen door de volgende tekst:

„l)   „Kernongeval”: elk feit, of elke opeenvolging van feiten met dezelfde oorzaak, waardoor kernschade wordt veroorzaakt of waardoor, doch uitsluitend met betrekking tot preventieve maatregelen, een ernstige en onmiddellijke dreiging ontstaat dat een dergelijke schade zal worden veroorzaakt.”.

4)

Na alinea l) van lid 1 worden de volgende nieuwe alinea's m), n), o) en p) toegevoegd:

„m)   „Herstelmaatregelen”: alle redelijke maatregelen die zijn goedgekeurd door de bevoegde autoriteiten van de staat waar de maatregelen zijn genomen en die gericht zijn op het herstel of de wederopbouw van beschadigde of vernietigde onderdelen van het milieu, of, waar redelijk, op het in het milieu brengen van equivalenten van deze onderdelen. In de wetgeving van de staat waar de kernschade wordt geleden, wordt vastgelegd wie bevoegd is tot het nemen van dergelijke maatregelen.

n)   „Preventieve maatregelen”: alle redelijke maatregelen die een persoon heeft genomen nadat zich een kernongeval heeft voorgedaan, ter voorkoming of minimalisering van kernschade als bedoeld in alinea k), i) tot en met v), of alinea k) vii), onder voorbehoud van goedkeuring door de bevoegde autoriteiten indien deze vereist is volgens het recht van de staat waar de maatregelen zijn genomen.

o)   „Redelijke maatregelen”: maatregelen die ingevolge het recht van de bevoegde rechter gelet op alle omstandigheden passend en proportioneel worden geacht, bijvoorbeeld:

i)de aard en omvang van de geleden schade of, in het geval van preventieve maatregelen, de aard en omvang van het risico van dergelijke schade;ii)de mate waarin deze maatregelen, op het tijdstip dat zij worden genomen, waarschijnlijk effectief zijn; eniii)relevante wetenschappelijke en technische expertise.

p)   „Bijzondere trekkingsrechten” (hierna „SDR” genoemd): de rekeneenheid die door het Internationaal Monetair Fonds is vastgesteld en door dit Fonds wordt gebruikt bij zijn eigen werkzaamheden en transacties.”.

5)

Lid 2 wordt vervangen door de volgende tekst:

„2.   Een installatiestaat kan, indien de geringe omvang van de betrokken risico's dit rechtvaardigt, elke kerninstallatie of kleine hoeveelheden nucleaire stoffen van de toepassing van dit verdrag uitsluiten, mits:

a)

er door de Raad van beheer van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie met betrekking tot kerninstallaties criteria voor een dergelijke uitsluiting zijn vastgesteld en een uitsluiting door een installatiestaat aan deze criteria voldoet; alsmede

b)

er door de Raad van beheer van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie maximumgrenzen voor de uitsluiting van kleine hoeveelheden nucleaire stoffen zijn vastgesteld en de installatiestaat ten aanzien van elke uitsluiting binnen deze grenzen blijft.

De criteria voor de uitsluiting van kerninstallaties en de maximumgrenzen voor de uitsluiting van kleine hoeveelheden nucleaire stoffen zullen door de Raad van beheer periodiek worden herzien.”.

Artikel 3

Na artikel I van het Verdrag van Wenen van 1963 worden de volgende twee nieuwe artikelen I A en I B toegevoegd:

„Artikel I A

1.   Dit verdrag is van toepassing op kernschade ongeacht waar deze is geleden.

2.   Bij de wetgeving van de installatiestaat kan echter de volgende schade van het toepassingsgebied van dit verdrag worden uitgesloten:

a)

schade die is geleden op het grondgebied van een niet-verdragsluitende staat; of

b)

schade die is geleden binnen maritieme zones die door een niet-verdragsluitende staat in overeenstemming met het internationale recht van de zee zijn ingesteld.

3.   Een uitsluiting krachtens lid 2 van dit artikel is alleen van toepassing op een niet-verdragsluitende staat die op het tijdstip van het ongeval:

a)

op zijn grondgebied of binnen door hem in overeenstemming met het internationale recht van de zee ingestelde maritieme zones een kerninstallatie heeft; alsmede

b)

geen equivalente wederkerige uitkeringen biedt.

4.   Geen enkele uitsluiting krachtens lid 2 van dit artikel is van invloed op de in alinea a) van lid 1 van artikel IX genoemde rechten en uitsluiting krachtens alinea b) van lid 2 van dit artikel heeft geen betrekking op schade aan boord van of aan een schip of luchtvaartuig.

Artikel I B

Dit verdrag is niet van toepassing op kerninstallaties die voor niet-vreedzame doeleinden worden gebruikt.”.

Artikel 4

Artikel II van het Verdrag van Wenen van 1963 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Aan het einde van alinea a) van lid 3 wordt de volgende tekst toegevoegd:

„De installatiestaat kan de overheidsmiddelen die per ongeval beschikbaar worden gesteld beperken tot het eventuele verschil tussen de op deze wijze vastgestelde bedragen en het bedrag dat krachtens lid 1 van artikel V is vastgesteld.”.

2)

Aan het einde van lid 4 wordt de volgende tekst toegevoegd:

„De installatiestaat kan de beschikbaar gestelde overheidsmiddelen overeenkomstig alinea a) van lid 3 van dit artikel beperken.”.

3)

Lid 6 wordt vervangen door de volgende tekst:

„6.   Niemand is aansprakelijk voor verlies of schade die niet krachtens alinea k) van lid 1 van artikel I, kernschade is, maar krachtens de bepalingen van alinea k) als zodanig had kunnen worden vastgesteld.”.

Artikel 5

Na artikel III, eerste zin, van het Verdrag van Wenen van 1963 wordt de volgende tekst toegevoegd:

„De installatiestaat kan deze verplichting echter uitsluiten met betrekking tot vervoer dat volledig op zijn grondgebied plaatsvindt.”.

Artikel 6

Artikel IV van het Verdrag van Wenen van 1963 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Lid 3 wordt vervangen door de volgende tekst:

„3.   Een exploitant heeft geen enkele aansprakelijkheid op grond van dit verdrag indien hij aantoont dat de kernschade rechtstreeks te wijten is aan een gewapend conflict, vijandelijkheden, burgeroorlog of opstand.”.

2)

Lid 5 wordt vervangen door de volgende tekst:

„5.   De exploitant is op grond van dit verdrag niet aansprakelijk voor kernschade:

a)

aan de kerninstallatie zelf of aan andere kerninstallaties, met inbegrip van kerninstallaties in aanbouw, die zich bevinden op het terrein waar die installatie is gelegen; alsmede

b)

aan zaken die zich bevinden op dat terrein en die worden gebruikt of bestemd zijn om te worden gebruikt in verband met een van die installaties.”.

3)

Lid 6 wordt vervangen door de volgende tekst:

„6.   De vergoeding van kernschade veroorzaakt aan het vervoermiddel waarin de desbetreffende nucleaire stoffen zich op het ogenblik van het kernongeval bevonden, heeft niet ten gevolge dat de aansprakelijkheid van de exploitant voor andere kernschade wordt teruggebracht tot een bedrag dat lager is dan 150 miljoen SDR, of dat lager is dan het hogere bedrag dat door een verdragsluitende partij bij wet is vastgesteld of lager is dan een bedrag dat krachtens alinea c) van lid 1 van artikel V is vastgesteld.”.

4)

Lid 7 wordt vervangen door de volgende tekst:

„7.   Dit verdrag laat onverlet de aansprakelijkheid van eenieder voor kernschade waarvoor de exploitant, krachtens lid 3 of lid 5 van dit artikel, op grond van dit verdrag niet aansprakelijk is en die de betrokkene heeft veroorzaakt door een handeling, of het nalaten daarvan met het oogmerk schade te veroorzaken.”.

Artikel 7

1.   De tekst van artikel V van het Verdrag van Wenen van 1963 wordt vervangen door de volgende tekst:

1.„1.   De aansprakelijkheid van de exploitant kan door de installatiestaat per kernongeval worden beperkt tot, ofwel:

a)

niet minder dan 300 miljoen SDR; of

b)

ten minste 150 miljoen SDR, mits bovenop dat bedrag en ten belope van ten minste 300 miljoen SDR door die staat overheidsmiddelen beschikbaar worden gesteld om de kernschade te vergoeden; of

c)

een overgangsbedrag van ten minste 100 miljoen SDR, voor een periode van maximaal 15 jaar na de datum van inwerkingtreding van dit protocol, met betrekking tot een kernongeval dat binnen die periode plaatsvindt. Een lager bedrag dan 100 miljoen SDR kan worden vastgesteld, mits die staat overheidsmiddelen beschikbaar stelt om de kernschade te vergoeden ten belope van een bedrag dat ligt tussen dat lagere bedrag en 100 miljoen SDR.

2.   Niettegenstaande lid 1 van dit artikel kan de installatiestaat, gelet op de aard van de kerninstallatie of de betrokken nucleaire stoffen en op de te verwachten gevolgen van een kernongeval dat daarin zijn oorsprong heeft, voor de aansprakelijkheid van de exploitant een lager bedrag vaststellen, met dien verstande dat een aldus vastgesteld bedrag in geen geval minder mag bedragen dan 5 miljoen SDR en dat de installatiestaat ervoor zorgt dat overheidsmiddelen beschikbaar worden gesteld ten belope van het krachtens lid 1 vastgestelde bedrag.

3.   De overeenkomstig de leden 1 en 2 van dit artikel en lid 6 van artikel IV door de installatiestaat van de aansprakelijke exploitant vastgestelde bedragen zijn ongeacht de plaats waar het kernongeval plaatsvindt van toepassing.”.

2.   Na artikel V worden de volgende vier nieuwe artikelen V A, V B, V C en V D toegevoegd:

„Artikel V A

1.   Kosten en interesten welke door de rechter naar aanleiding van een rechtsvordering tot vergoeding van kernschade worden toegewezen, zijn verschuldigd boven de in artikel V genoemde bedragen.

2.   De in artikel V en artikel IV, lid 6, bedoelde bedragen kunnen in de nationale munteenheid worden omgerekend in ronde bedragen.

Artikel V B

Iedere verdragsluitende partij draagt er zorg voor dat personen die schade hebben geleden, hun rechten op schadevergoeding kunnen uitoefenen zonder dat zij afzonderlijke gedingen aanhangig behoeven te maken naargelang van de herkomst van de voor deze schadevergoeding bestemde gelden.

Artikel V C

1.   Indien de rechter van een andere verdragsluitende partij dan de installatiestaat bevoegd is, kunnen de uit hoofde van de alinea's b) en c) van lid 1 van artikel V en lid 1 van artikel VII vereiste overheidsmiddelen, alsmede de door een rechter toegewezen kosten en interesten door de eerstgenoemde verdragsluitende partij beschikbaar worden gesteld. De installatiestaat zal de andere verdragsluitende partij alle aldus betaalde bedragen terugbetalen. Deze beide verdragsluitende partijen bepalen in onderlinge overeenstemming de procedure voor terugbetaling.

2.   Wanneer de rechter van een andere verdragsluitende partij dan de installatiestaat bevoegd is, neemt de verdragsluitende partij waarvan de rechter bevoegd is alle maatregelen die nodig zijn om de installatiestaat in staat te stellen zich bij de procedure aan te sluiten en deel te nemen aan een schikking inzake de schadevergoeding.

Artikel V D

1.   De directeur-generaal van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie belegt een bijeenkomst van de verdragsluitende partijen om de in artikel V genoemde aansprakelijkheidsgrenzen te wijzigen wanneer een derde van de verdragsluitende partijen de wens daartoe te kennen geeft.

2.   Wijzigingen worden aangenomen met een meerderheid van twee derde van de aanwezige verdragsluitende partijen die hun stem uitbrengen, mits ten minste de helft van de verdragsluitende partijen op het tijdstip van de stemming aanwezig is.

3.   Bij de besluitvorming over een voorstel tot wijziging van de aansprakelijkheidsgrenzen houdt de vergadering van de verdragsluitende partijen onder meer rekening met het risico op schade door een kernongeval, wijzigingen in de geldwaarden en de capaciteit van de verzekeringsmarkt.

2.4.

a)

De directeur-generaal van de IAEA stelt de verdragsluitende partijen van elke overeenkomstig lid 2 van dit artikel vastgestelde wijziging in kennis ter aanvaarding. De wijziging wordt geacht te zijn aanvaard na het verstrijken van een periode van 18 maanden na de kennisgeving, op voorwaarde dat ten minste een derde van de verdragsluitende partijen op het tijdstip van de vaststelling van de wijziging door de vergadering de directeur-generaal van de IAEA heeft meegedeeld de wijziging te aanvaarden. Een overeenkomstig dit lid aanvaarde wijziging treedt twaalf maanden na de aanvaarding ervan in werking voor de verdragsluitende partijen die haar hebben aanvaard.

b)

Wanneer een wijziging niet binnen een periode van 18 maanden na de datum van kennisgeving ter aanvaarding is aanvaard overeenkomstig het bepaalde onder a), wordt de wijziging geacht te zijn afgewezen.

5.   Voor elke verdragsluitende partij die een wijziging aanvaardt nadat zij is aanvaard maar nog niet in werking is getreden of nadat zij in werking is getreden overeenkomstig lid 4 van dit artikel, treedt de wijziging in werking twaalf maanden nadat zij door die verdragsluitende partij is aanvaard.

2.6.   Een staat die na de inwerkingtreding van een wijziging overeenkomstig lid 4 van dit artikel partij bij dit verdrag wordt, wordt wanneer hij niet anderszins te kennen geeft:

a)

geacht partij bij dit aldus gewijzigde verdrag te zijn; alsmede

b)

geacht partij bij het ongewijzigde verdrag te zijn ten aanzien van elke staat die die partij is en niet door de wijziging is gebonden.”.

Artikel 8

Artikel VI van het Verdrag van Wenen van 1963 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Lid 1 wordt vervangen door de volgende tekst:

„1.

a)

Het recht op schadevergoeding op grond van dit verdrag vervalt indien geen rechtsvordering wordt ingesteld:

i)

ten aanzien van overlijden en persoonlijk letsel, binnen dertig jaar na de datum van het kernongeval;

ii)

ten aanzien van overige kernschade, binnen tien jaar na de datum van het kernongeval.

b)

Indien evenwel de aansprakelijkheid van de exploitant ingevolge het recht van de installatiestaat voor een langere periode is gedekt door verzekering of een andere financiële zekerheid, met inbegrip van openbare middelen, kan het recht van de bevoegde rechter bepalen dat het recht op schadevergoeding jegens de exploitant slechts zal vervallen na het verstrijken van die langere periode, welke niet langer mag zijn dan de termijn gedurende welke zijn aansprakelijkheid ingevolge het recht van de installatiestaat aldus is gedekt.

c)

Een vordering tot schadevergoeding met betrekking tot overlijden en/of persoonlijk letsel of, na een verlenging krachtens het bepaalde in alinea b) van dit lid, met betrekking tot andere schade, die later dan tien jaar na de datum van het kernongeval wordt ingesteld, laat in elk geval het recht op schadevergoeding op grond van dit verdrag onverlet van eenieder die vóór het verstrijken van die termijn van tien jaar een rechtsvordering tegen de exploitant heeft ingesteld.”.

2)

Lid 2 wordt geschrapt.

3)

Lid 3 wordt vervangen door de volgende tekst:

„3.   Het recht op schadevergoeding op grond van dit verdrag verjaart of vervalt, naar gelang het recht van de bevoegde rechter, indien geen rechtsvordering is ingesteld binnen drie jaar na de datum waarop de persoon die kernschade heeft geleden kennis droeg of redelijkerwijze geacht kon worden kennis te dragen van de kernschade en van de voor de schade aansprakelijke exploitant, met dien verstande dat de overeenkomstig de alinea's a) en b) van lid 1 vastgestelde termijnen niet worden overschreden.”.

Artikel 9

Artikel VII wordt als volgt gewijzigd:

1)

In lid 1 worden de volgende twee zinnen toegevoegd aan het einde van het lid en het aldus gewijzigde lid wordt alinea a) van dat lid:

„Wanneer de aansprakelijkheid van de exploitant onbeperkt is, kan de installatiestaat een grens vaststellen voor de financiële zekerheid van de aansprakelijke exploitant, met dien verstande dat deze grens niet lager mag zijn dan 300 miljoen SDR. De installatiestaat waarborgt de betaling van vorderingen tot vergoeding van kernschade die tegen de exploitant zijn ingesteld voor zover de opbrengst van de financiële zekerheid ontoereikend is om deze vorderingen te dekken, zij het tot een bedrag dat niet hoger is dan het bedrag van de krachtens dit lid te verstrekken financiële zekerheid.”.

2)

Aan lid 1 wordt een nieuwe alinea b) toegevoegd, die als volgt luidt:

„b)

Niettegenstaande het in alinea a) van dit lid bepaalde kan de installatiestaat, wanneer de aansprakelijkheid van de exploitant onbeperkt is, gelet op de aard van de kerninstallatie of de betrokken nucleaire stoffen en op de te verwachten gevolgen van een kernongeval dat daarin zijn oorsprong heeft, voor de financiële zekerheid van de exploitant een lager bedrag vaststellen, met dien verstande dat een aldus vastgesteld bedrag in geen geval lager mag zijn dan 5 miljoen SDR en dat de installatiestaat de betaling waarborgt van vorderingen tot vergoeding van kernschade die tegen de exploitant zijn ingesteld door tot de in alinea a) van dit lid vermelde grens de nodige financiële middelen beschikbaar te stellen voor zover de opbrengst van de verzekering of andere financiële zekerheid ontoereikend is om deze vorderingen te dekken.”.

3)

In lid 3 worden de woorden „of de alinea's b) en c) van lid 1 van artikel V” ingevoegd na de woorden „van dit artikel”.

Artikel 10

Artikel VIII van het Verdrag van Wenen van 1963 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De tekst van artikel VIII wordt lid 1 van dat artikel.

2)

Het volgende nieuwe lid 2 wordt toegevoegd:

„2.   Onverminderd de toepasselijkheid van de regel van alinea c) van lid 1 van artikel VI zal, wanneer met betrekking tot tegen de exploitant ingestelde vorderingen de op grond van dit verdrag te vergoeden schade hoger is of waarschijnlijk zal zijn dan het maximumbedrag dat ingevolge lid 1 van artikel V beschikbaar is gesteld, bij de verdeling van de schadevergoeding voorrang worden gegeven aan vorderingen ter zake van overlijden of persoonlijk letsel.”.

Artikel 11

In artikel X van het Verdrag van Wenen van 1963 wordt aan het einde van het artikel de volgende nieuwe zin toegevoegd:

„Het recht van verhaal krachtens dit artikel kan ook worden uitgebreid ten gunste van de installatiestaat voor zover deze op grond van dit verdrag overheidsmiddelen heeft verstrekt.”.

Artikel 12

Artikel XI van het Verdrag van Wenen van 1963 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Het volgende nieuwe lid 1 bis wordt toegevoegd:

„1 bis.   In gevallen waarin een kernongeval plaatsvindt binnen het gebied van de exclusieve economische zone van een verdragsluitende partij of, indien een dergelijke zone niet is ingesteld, in een gebied dat de grenzen van een exclusieve economische zone, indien er een ingesteld zou worden, niet overschrijdt, kunnen rechtsvorderingen met betrekking tot kernschade ten gevolge van dat kernongeval voor de toepassing van dit verdrag uitsluitend worden ingesteld bij de rechters van die partij. De voorgaande zin is van toepassing indien die verdragsluitende partij de depositaris voorafgaand aan het kernongeval mededeling heeft gedaan van een dergelijk gebied. Niets in dit lid mag worden uitgelegd als toestemming voor de uitoefening van rechtsbevoegdheid op een wijze die strijdig is met het internationale recht van de zee, met inbegrip van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee.”.

2)

Lid 2 wordt vervangen door de volgende tekst:

„2.   In gevallen waarin een kernongeval niet plaatsvindt binnen het grondgebied van een van de verdragsluitende partijen of binnen een gebied waarvan overeenkomstig lid 1 bis mededeling is gedaan, of in gevallen waarin de plaats van het kernongeval niet met zekerheid kan worden vastgesteld, is uitsluitend de rechter van de installatiestaat van de aansprakelijke exploitant bevoegd.”.

3)

In lid 3, eerste regel, en alinea b), wordt na het cijfer „1” ingevoegd „, 1 bis”.

4)

Het volgende nieuwe lid 4 wordt toegevoegd:

„4.   De verdragsluitende partij waarvan de rechters bevoegd zijn, ziet erop toe dat slechts een van haar rechters bevoegd is ten aanzien van een bepaald kernongeval.”.

Artikel 13

Na artikel XI wordt het volgende nieuwe artikel XI A ingevoegd:

„Artikel XI A

De verdragsluitende partij waarvan de rechters bevoegd zijn, ziet erop toe dat met betrekking tot vorderingen tot vergoeding van kernschade:

a)

elke staat een rechtsvordering kan instellen namens personen die kernschade hebben geleden, die onderdanen van die staat zijn of hun woon- of verblijfplaats op zijn grondgebied hebben, en die daarmee hebben ingestemd; alsmede

b)

elke persoon een rechtsvordering kan instellen ter afdwinging van rechten die ingevolge dit verdrag verkregen zijn via subrogatie of overdracht.”.

Artikel 14

De tekst van artikel XII van het Verdrag van Wenen van 1963 wordt vervangen door de volgende tekst:

„Artikel XII

1.   Een beslissing van een bevoegde rechter van een verdragsluitende partij waartegen geen gewoon rechtsmiddel meer openstaat, wordt erkend tenzij:

a)

de beslissing is verkregen door bedrog;

b)

de partij jegens wie de beslissing werd uitgesproken geen billijke kans heeft gekregen zijn zaak te bepleiten; of

c)

de beslissing in strijd is met de openbare orde van de verdragsluitende partij op het grondgebied waarvan de erkenning wordt verlangd, of niet met de fundamentele rechtsnormen in overeenstemming is.

2.   Wanneer een beslissing die krachtens lid 1 van dit artikel wordt erkend, wordt aangeboden voor tenuitvoerlegging overeenkomstig de door het recht van de verdragsluitende staat waar de tenuitvoerlegging wordt gevraagd voorgeschreven formaliteiten, kan deze ten uitvoer worden gelegd als zou het om een beslissing van een rechter van die verdragsluitende partij gaan. De feiten terzake van de vordering waarop de beslissing betrekking heeft, mogen niet opnieuw aan een onderzoek worden onderworpen.”.

Artikel 15

Artikel XIII van het Verdrag van Wenen van 1963 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De tekst van artikel XIII wordt lid 1 van dat artikel.

2)

Het volgende nieuwe lid 2 wordt toegevoegd:

„2.   Niettegenstaande lid 1 van dit artikel mag de wetgeving van de installatiestaat, voor zover de vergoeding van kernschade hoger is dan 150 miljoen SDR, afwijken van de bepalingen van dit verdrag met betrekking tot kernschade die is geleden op het grondgebied of binnen in overeenstemming met het internationale recht van de zee vastgestelde maritieme zones van een andere staat die op het tijdstip van het ongeval een nucleaire installatie op dat grondgebied heeft, voor zover die staat geen wederkerige uitkeringen van een equivalent bedrag biedt.”.

Artikel 16

De tekst van artikel XVIII van het Verdrag van Wenen van 1963 wordt vervangen door de volgende tekst:

„Dit verdrag laat de rechten en verplichtingen van een verdragsluitende partij ingevolge de algemene regels van internationaal publiekrecht onverlet.”.

Artikel 17

Na artikel XX van het Verdrag van Wenen van 1963 wordt het volgende nieuwe artikel XX A ingevoegd:

„Artikel XX A

1.   Ingeval zich een geschil voordoet tussen verdragsluitende partijen betreffende de uitlegging of de toepassing van dit verdrag, plegen de partijen bij het geschil overleg, ten einde het geschil te regelen door middel van onderhandelingen of door enig ander vreedzaam middel voor de regeling van geschillen dat voor hen aanvaardbaar is.

2.   Indien een geschil van deze aard als bedoeld in lid 1 van dit artikel niet kan worden geregeld binnen zes maanden na het verzoek om overleg ingevolge lid 1 van dit artikel, wordt het, op verzoek van een partij bij dit geschil, onderworpen aan arbitrage of ter beslissing aan het Internationale Gerechtshof voorgelegd. Ingeval een geschil aan arbitrage wordt onderworpen, kan een partij bij het geschil, indien binnen zes maanden na de datum van het verzoek de partijen bij het geschil geen overeenstemming kunnen bereiken over de wijze van arbitrage, de voorzitter van het Internationale Gerechtshof of de secretaris-generaal van de Verenigde Naties verzoeken één of meer scheidslieden aan te wijzen. In het geval van tegenstrijdige verzoeken van de partijen bij het geschil, heeft het verzoek aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties voorrang.

3.   Bij de bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van of toetreding tot dit verdrag kan een staat verklaren zich niet gebonden te achten door de in lid 2 van dit artikel bedoelde procedures voor de regeling van geschillen, of door één van beide. De overige verdragsluitende staten zijn niet gebonden aan een in lid 2 van dit artikel bedoelde procedure voor de regeling van geschillen met betrekking tot een verdragsluitende partij voor wie een dergelijke verklaring van kracht is.

4.   Een verdragsluitende partij die een verklaring heeft afgegeven overeenkomstig lid 3 van dit artikel, kan deze te allen tijde intrekken door middel van een kennisgeving aan de depositaris.”.

Artikel 18

1.   De artikelen XX tot en met XXV, de leden 2 en 3, en het lidnummer „1.” van artikel XXVI en de artikelen XXVII en XXIX van het Verdrag van Wenen van 1963 worden geschrapt.

2.   Het Verdrag van Wenen van 1963 en dit protocol worden tussen de partijen bij dit protocol tezamen gelezen en uitgelegd als een enkele tekst waarnaar kan worden verwezen als het Verdrag van Wenen inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor kernschade van 1997.

Artikel 19

1.   Een staat die partij is bij dit protocol, maar niet bij het Verdrag van Wenen van 1963 is gebonden door de bepalingen van dat verdrag zoals deze gewijzigd zijn bij dit protocol ten opzichte van andere staten die partij bij het protocol zijn, en, wanneer hij op het tijdstip van nederlegging van een in artikel 20 genoemde akte geen andere intentie te kennen heeft gegeven, door de bepalingen van het Verdrag van Wenen van 1963 ten opzichte van staten die alleen partij bij dat verdrag zijn.

2.   Niets in dit protocol raakt aan de verplichtingen van een staat die partij is bij zowel het Verdrag van Wenen van 1963 als dit protocol ten aanzien van een staat die bij partij is bij het Verdrag van Wenen van 1963, maar niet bij dit protocol.

Artikel 20

1.   Dit protocol staat open voor ondertekening door alle staten op het hoofdkantoor van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie te Wenen vanaf 19 september 1997 tot aan het tijdstip waarop het in werking treedt.

2.   Dit protocol is onderworpen aan bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring door de staten die het hebben ondertekend.

3.   Na de inwerkingtreding kan elke staat die dit protocol niet heeft ondertekend, ertoe toetreden.

4.   De akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding dienen te worden nedergelegd bij de directeur-generaal van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie, die de depositaris van dit protocol is.

Artikel 21

1.   Dit protocol treedt in werking drie maanden na de nederlegging van de vijfde akte van bekrachtiging, aanvaarding, of goedkeuring.

2.   Voor iedere staat die dit protocol bekrachtigt, aanvaardt, goedkeurt of ertoe toetreedt na de nederlegging van de vijfde akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, treedt dit protocol in werking drie maanden na de datum van nederlegging door die staat van de passende akte.

Artikel 22

1.   Iedere verdragsluitende staat kan dit protocol opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de depositaris.

2.   De opzegging wordt van kracht één jaar na de datum waarop de kennisgeving door de depositaris is ontvangen.

3.   Opzegging van het Verdrag van Wenen van 1963, overeenkomstig artikel XXVI van het verdrag, door een staat die partij is bij dit protocol, wordt onder geen beding uitgelegd als een opzegging van het Verdrag van Wenen van 1963 als gewijzigd bij dit protocol.

4.   Niettegenstaande de opzegging van dit protocol ingevolge dit artikel door een verdragsluitende partij blijven de bepalingen van dit protocol van toepassing op alle kernschade die is veroorzaakt door een kernongeval dat plaatsvond voordat die opzegging van kracht werd.

Artikel 23

De depositaris stelt de staten die partij zijn en alle andere staten onverwijld in kennis van:

a)

elke ondertekening van dit protocol;

b)

elke nederlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding;

c)

de inwerkingtreding van dit protocol;

d)

elke kennisgeving die ingevolge lid 1 bis van artikel XI is ontvangen;

e)

verzoeken tot het bijeenroepen van een conferentie ter herziening ingevolge artikel XXVI van het Verdrag van Wenen van 1963 en tot het bijeenroepen van een bijeenkomst van de verdragsluitende partijen ingevolge artikel V D van het Verdrag van Wenen van 1963 als gewijzigd bij dit protocol;

f)

kennisgevingen van opzegging die ingevolge artikel 22 zijn ontvangen en andere relevante kennisgevingen met betrekking tot dit protocol.

Artikel 24

1.   Het originele exemplaar van dit protocol, waarvan de Arabische, de Chinese, de Engelse, de Franse, de Russische en de Spaanse tekst gelijkelijk authentiek zijn, wordt nedergelegd bij de depositaris.

2.   De Internationale Organisatie voor Atoomenergie stelt de geconsolideerde tekst vast van het Verdrag van Wenen van 1963 als gewijzigd bij dit protocol, in de Arabische, de Chinese, de Engelse, de Franse, de Russische en de Spaanse taal overeenkomstig de bijlage bij dit protocol.

3.   De depositaris verstrekt alle staten voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van dit protocol tezamen met de geconsolideerde tekst van het Verdrag van Wenen van 1963 als gewijzigd bij dit protocol.

TEN BLIJKE waarvan de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit protocol hebben ondertekend.

Gedaan te Wenen, de twaalfde september, negentienhonderd zevenennegentig.