8.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 271/1


Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Commissie en het Europees Laboratorium voor Moleculaire Biologie

2012/C 271/01

De Europese Commissie, hierna de „Commissie” genoemd, en het Europees Laboratorium voor Moleculaire Biologie, met zetel in Heidelberg, Duitsland, hierna het „EMBL” genoemd (gezamenlijk hierna de „twee partijen” genoemd),

GELET OP

Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie waarbij de samenwerking op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie met derde landen en internationale organisaties wordt bevorderd,

De Overeenkomst tot oprichting van het Europees Laboratorium voor Moleculaire Biologie, ondertekend op 30 mei 1973 (1); op basis van deze overeenkomst hebben de ondertekenaars de uitvoering van fundamenteel onderzoek in de moleculaire biologie, de opleiding van wetenschappers, studenten en gasten op alle niveaus, het aanbieden van vitale diensten aan wetenschappers in de lidstaten die ondertekenaar zijn, het ontwikkelen van nieuwe instrumenten en methoden in de levenswetenschappen en het ondernemen van activiteiten voor technologieoverdracht aan het EMBL toevertrouwd,

De administratieve regeling voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Commissie en het EMBL, ondertekend op 18 januari 1995,

De intentieverklaring tussen de Commissie en de EIROforum-organisaties, ondertekend op 24 juni 2010,

De kaderprogramma's van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie,

Het Groenboek van 2007 inzake nieuwe perspectieven voor de Europese Onderzoeksruimte (EOR) (2), waarin een oproep wordt gedaan tot nauwere samenwerking en een hechter partnerschap met intergouvernementele onderzoeksorganisaties zoals het EMBL, met name wat onderzoeksprogrammering, opleiding en mobiliteit van onderzoekers, onderzoeksinfrastructuur, intellectuele eigendom en internationale samenwerking betreft,

De mededeling inzake internationale samenwerking in de EOR van 2008 (3), die het nut van een versterkt partnerschap tussen de Europese Gemeenschap en Europese intergouvernementele onderzoeksorganisaties, met name EIROforum-organisaties, bevestigt om bij te dragen tot het samenvoegen van de kritische massa die nodig is om een effectief antwoord te bieden op beleidsuitdagingen die in toenemende mate mondiaal zijn,

De visie 2020 voor de EOR, op 2 december 2008 door de Raad van de Europese Unie (EU) (4) goedgekeurd, die bepaalt dat tegen 2020 alle spelers in de hel EOR (5) ten volle de 5e vrijheid zullen genieten,

Europa 2020: Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' (6), op 17 juni 2010 door de Europese Raad goedgekeurd, het gerelateerde kerninitiatief „Een digitale agenda voor Europa”, op 19 mei 2010 door de Europese Commissie aangenomen (7) en het gerelateerde kerninitiatief „Innovatie-Unie”, door de Europese Commissie op 6 oktober 2010 aangenomen (8),

ERKENNENDE

 

De respectieve verantwoordelijkheden van de twee partijen op bovengenoemde gebieden die elkaar wederzijds versterken,

 

De langdurige uitstekende samenwerking tussen het EMBL en de Europese Commissie op basis van de vorige administratieve regeling,

HEBBEN OMTRENT HET VOLGENDE OVEREENSTEMMING BEREIKT:

1.

De twee partijen zijn voornemens samen te werken, rekening houdend met hun respectieve bevoegdheden, teneinde de Europese Onderzoeksruimte te versterken en verder te ontwikkelen, met name op het gebied van onderzoeksprogrammering, opleiding en mobiliteit van onderzoekers, onderzoeksinfrastructuur, intellectuele eigendom en internationale samenwerking. Te dien einde kunnen zij gezamenlijke activiteiten opzetten op het gebied van moleculaire levenswetenschappen.

2.

Rekening houdend met hun respectieve bevoegdheden, de institutionele verbanden en de operationele kaders, zullen de twee partijen elkaar informeren en raadplegen, naargelang dit passend is, over kwesties van wederzijds belang, in het bijzonder wat de consolidatie en verdere ontwikkeling van de Europese Onderzoeksruimte betreft.

3.

De in 1995 aan de Europese Commissie verleende status van waarnemer op de EMBL-Raad wordt gehandhaafd (9).

4.

De Commissie zal aan het EMBL het recht verlenen om kandidaten voor te dragen voor lidmaatschap van relevante deskundigen- en adviesorganen. Deze deskundigen zullen door de Commissie worden benoemd volgens haar eigen regels en procedures.

5.

De twee partijen richten contactpunten op en stellen communicatiemechanismen vast met het oog op het bereiken van de doelstellingen van dit memorandum van overeenstemming.

6.

De twee partijen komen wanneer nodig en ten minste jaarlijks bijeen om een evaluatie van de voortgang van de samenwerking te maken en eventueel nieuwe mogelijkheden van nauwere wederzijdse samenwerking, inclusief gezamenlijke activiteiten, te bespreken of potentiële synergieën te verkennen.

7.

De twee partijen zijn het eens over de kwesties in verband met de interpretatie en tenuitvoerlegging van dit memorandum van overeenstemming.

8.

De administratieve regeling van 18 januari 1995 wordt vervangen door dit memorandum van overeenstemming.

Gedaan in tweevoud te Heidelberg, 4 maart 2011.

Voor de Europese Commissie

Máire GEOGHEGAN-QUINN

Commissaris voor Onderzoek, Innovatie en Wetenschap

Voor het Europees Laboratorium voor Moleculaire Biologie (EMBL)

Iain W. MATTAJ

Directeur-generaal


(1)  http://www.embl.de/aboutus/general_information/organisation/hostsite_agreement/un_agreement.pdf.

(2)  Met het Groenboek inzake de Europese Onderzoeksruimte wordt bedoeld het op 4 april 2007 aangenomen groenboek van de Commissie „De Europese Onderzoeksruimte: Nieuwe perspectieven”, (COM(2007) 161 final).

(3)  „Een strategisch Europees kader voor internationale samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie”, 24 september 2008 (COM(2008) 588).

(4)  Conclusies 16767/08 van de Raad Concurrentievermogen betreffende „Europese Onderzoeksruimte — Visie 2020”, 1-2 december 2008.

(5)  De EOR omvat de EU en de met het kaderprogramma voor onderzoek geassocieerde landen.

(6)  Mededeling COM(2010) 2020 van de Commissie van 3 maart 2010 en conclusies van de Europese Raad van 17 juni 2010 (http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ec/115355.pdf).

(7)  Mededeling COM(2010) 245 van de Commissie van 19 mei 2010.

(8)  Mededeling COM(2010) 546 van de Commissie van 6 oktober 2010.

(9)  De status van waarnemer is aan de Europese Commissie toegekend in de op 18 januari 1995 ondertekende administratieve regeling.