21.3.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 81/38 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 236/2012
van 31 december 2012
tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna de „EER-overeenkomst” genoemd) en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 1193/2011 van de Commissie van 18 november 2011 tot instelling van een EU-register voor de op 1 januari 2013 beginnende handelsperiode en de daaropvolgende handelsperioden van de EU-regeling voor de handel in emissierechten krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2216/2004 en (EU) nr. 920/2010 van de Commissie (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de Gemeenschap en de uitvoering van het Protocol van Kyoto (2) is niet in de EER-overeenkomst opgenomen; de specifieke verslagleggingsvereisten van die beschikking zijn derhalve niet van toepassing op de EVA-staten. |
(3) |
De EVA-staten dienen te worden opgenomen in het EU-register en het EU-transactielogboek (EUTL). De centrale administrateur voert zijn taken uit met betrekking tot de EVA-staten; de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA is bevoegd om de nodige opdrachten te geven aan de centrale administrateur ten aanzien van bepalingen voor de eventuele toepassing van Verordening (EU) nr. 1193/2011 op de EVA-staten. |
(4) |
De overeenkomstsluitende partijen zijn van oordeel dat, gezien de specifieke aard van de EU-regeling voor de handel in emissierechten en het daarmede samenhangende gestandaardiseerde en beveiligde stelsel van registers dat is ingesteld bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) tot instelling van een EU-register, bijzondere voorschriften inzake gegevensopslag en toegang tot het EU-register vereist zijn, teneinde te waarborgen dat de broeikasgasemissierechten voldoen aan de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen in het kader van het Protocol van Kyoto en dat de overdracht van dergelijke emissierechten in overeenstemming is met de verplichtingen die uit dat protocol voortvloeien. |
(5) |
Het EU-register moet rekening houden met de uitbreiding van de EU-regeling voor het verhandelen van emissierechten (EU-ETS) tot de EVA-staten. Overeenkomstig Besluit nr. 152/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 26 juli 2012 (4) omvatten de EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten, de EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten, de EU-veilingrekening, de EU-toewijzingsrekening, de EU-rekening voor de nieuwkomersreserve, de EU-luchtvaartveilingrekening en de EU-rekening voor de bijzondere reserve, emissierechten van de EVA-staten. |
(6) |
De overeenkomstsluitende partijen erkennen het bijzondere karakter van het EU-register en het EUTL en de verantwoordelijkheden van de Commissie ten aanzien van het veilige functioneren en het onderhoud van het systeem. De Commissie moet derhalve in staat zijn indien nodig de toegang onmiddellijk op te schorten, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1193/2011, rekening houdend met de rol van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA. Deze oplossing laat toekomstige kwesties onverlet in verband met de tweepijlerstructuur die binnen de EER-overeenkomst is opgezet. |
(7) |
De overeenkomstsluitende partijen erkennen dat het van wezenlijk belang is dat de rechtshandhavings- en belastingautoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen, het Europees Bureau voor fraudebestrijding van de Europese Commissie, de Europese Rekenkamer, Eurojust alsook de bevoegde autoriteiten, bedoeld in artikel 11 van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad (5), en in artikel 37, lid 1, van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (6), de bevoegde nationale controleautoriteiten, de nationale administrateurs van de overeenkomstsluitende partijen, alsook de bevoegde autoriteiten, bedoeld in artikel 18 van Richtlijn 2003/87/EG, het recht hebben om in welbepaalde gevallen bepaalde in het EU-register en in het EUTL opgeslagen gegevens te verkrijgen, indien dit noodzakelijk is voor de vervulling van hun taken, overeenkomstig artikel 83 van Verordening (EU) nr. 1193/2011, en artikel 75 van Verordening (EU) nr. 920/2010 van de Commissie (7), als gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1193/2011. |
(8) |
Om dezelfde redenen erkennen de overeenkomstsluitende partijen dat Europol permanente read-only-toegang krijgt tot gegevens die zijn opgeslagen in het EU-register en het EUTL, ondanks het feit dat Besluit 2009/371/JBZ van de Raad (8) niet is opgenomen in de EER-overeenkomst. |
(9) |
De overeenkomstsluitende partijen wijzen er echter op dat de toekenning van het recht op toegang tot informatie en van permanente read-only-toegang zoals bedoeld in artikel 83 van Verordening (EU) nr. 1193/2011 en artikel 75 van Verordening (EU) nr. 920/2010, als gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1193/2011, onverlet laat dat politiële en justitiële samenwerking in strafzaken en belastingadministratie en -inning buiten de werkingssfeer van de EER-overeenkomst vallen en dat de verordening de genoemde instellingen derhalve geen andere rechten toekent dan die welke in artikel 83 respectievelijk 75 uitdrukkelijk worden genoemd. |
(10) |
Bijlage XX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Punt 21an (Verordening (EU) nr. 920/2010 van de Commissie) wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Na punt 21an (Verordening (EU) nr. 920/2010 van de Commissie) wordt het volgende ingevoegd:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 1193/2011 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013 of op de dag volgende op de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER op grond van artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (9), naargelang wat zich het laatst voordoet.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 31 december 2012.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Atle LEIKVOLL
(1) PB L 315 van 29.11.2011, blz. 1.
(2) PB L 49 van 19.2.2004, blz. 1.
(3) PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.
(4) PB L 309 van 8.11.2012, blz. 38.
(5) PB L 96 van 12.4.2003, blz. 16.
(6) PB L 309 van 25.11.2005, blz. 15.
(7) PB L 270 van 14.10.2010, blz. 1.
(8) PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37.
(9) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.