24.1.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 21/41 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 193/2012
van 26 oktober 2012
tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de EER-overeenkomst), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 277/2012 van de Commissie van 28 maart 2012 tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten en actiedrempels voor dioxinen en polychloorbifenylen (1) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(2) |
Aanbeveling 2012/154/EU van de Commissie van 15 maart 2012 betreffende de monitoring van de aanwezigheid van moederkorenalkaloïden in diervoeders en levensmiddelen (2) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(3) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake diervoeding en levensmiddelen. Wetgeving inzake diervoeding en levensmiddelen is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen bij bijlage I en de inleiding bij hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein. |
(4) |
De bijlagen I en II bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Hoofdstuk II van bijlage I bij de overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Het volgende streepje wordt toegevoegd in punt 33 (Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad):
|
2) |
Het volgende punt wordt toegevoegd na punt 40 (Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad):
|
Artikel 2
Onder de kop „BESLUITEN WAARVAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN NOTA NEMEN” wordt onderstaand punt ingevoegd na punt 13 (Aanbeveling 2010/161/EU van de Commissie) van hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst:
„14. |
32012 H 0154: Aanbeveling 2012/154/EU van de Commissie van 15 maart 2012 betreffende de monitoring van de aanwezigheid van moederkorenalkaloïden in diervoeders en levensmiddelen (PB L 77 van 16.3.2012, blz. 20).”. |
Artikel 3
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 277/2012 en Aanbeveling 2012/154/EU zijn authentiek.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op 1 november 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 oktober 2012.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Atle LEIKVOLL
(1) PB L 91 van 29.3.2012, blz. 1.
(2) PB L 77 van 16.3.2012, blz. 20.
(3) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.