|
17.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 369/1 |
MONETAIRE OVEREENKOMST
tussen de Europese Unie en het Vorstendom Andorra
2011/C 369/01
DE EUROPESE UNIE, vertegenwoordigd door de Europese Commissie,
en
HET VORSTENDOM ANDORRA
overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op grond van Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 is met ingang van 1 januari 1999 de munteenheid van elke lidstaat die deelneemt aan de derde fase van de Economische en Monetaire Unie, waaronder Spanje en Frankrijk, vervangen door de euro. |
|
(2) |
Voor de sluiting van deze overeenkomst had het Vorstendom Andorra geen officiële munteenheid en had het geen enkele monetaire overeenkomst met een lidstaat of met een derde land gesloten. De Spaanse en Franse bankbiljetten en –munten hadden in Andorra de status van feitelijk betaalmiddel en werden met ingang van 1 januari 2002 vervangen door eurobankbiljetten en –munten. Het Vorstendom Andorra heeft tevens enkele verzamelaarsmunten in diners uitgegeven. |
|
(3) |
Krachtens deze monetaire overeenkomst is de euro de officiële munteenheid van het Vorstendom Andorra Het Vorstendom Andorra heeft bijgevolg het recht om euromunten uit te geven en de verplichting om de status van wettig betaalmiddel toe te kennen aan door het Eurosysteem en de lidstaten waar de euro is ingevoerd, uitgegeven eurobankbiljetten en –munten. Het Vorstendom Andorra dient ervoor te zorgen dat de regels van de Europese Unie met betrekking tot de eurobankbiljetten en –munten, met inbegrip van de regels betreffende de bescherming van de euro tegen valsemunterij, van toepassing zijn op zijn grondgebied. |
|
(4) |
Het Vorstendom Andorra beschikt over een aanzienlijke banksector die in nauw verband met de banksector van het eurogebied functioneert. Teneinde een gelijkere behandeling te garanderen, moeten bijgevolg de relevante bancaire en financiële wetgeving van de EU, de wetgeving met betrekking tot de voorkoming van witwassen van geld, de preventie van fraude en vervalsing in verband met andere betaalmiddelen dan contanten, alsook de verplichting statistische gegevens mee te delen, geleidelijk aan toepasselijk worden verklaard in het Vorstendom Andorra. |
|
(5) |
Deze overeenkomst verplicht de ECB en de nationale centrale banken niet tot opneming van de financiële instrumenten van het Vorstendom Andorra in de lijst(en) van effecten die voor de monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem in aanmerking komen. |
|
(6) |
Er dient een gemengd comité samengesteld uit vertegenwoordigers van het Vorstendom Andorra en de Europese Unie, te worden ingesteld om de toepassing van deze overeenkomst te analyseren, het jaarlijkse plafond voor de uitgifte van munten vast te stellen, en de door het Vorstendom Andorra genomen maatregelen tot uitvoering van de relevante EU-wetgeving te beoordelen. De delegatie van de EU dient te zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek en de Europese Centrale Bank. |
|
(7) |
Het Hof van Justitie van de Europese Unie is de rechterlijke instantie die verantwoordelijk is voor het beslechten van geschillen die uit de toepassing van de overeenkomst kunnen rijzen, |
HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT HETGEEN VOLGT:
Artikel 1
Het Vorstendom Andorra heeft het recht de euro als zijn officiële munteenheid te gebruiken, in overeenstemming met de Verordeningen (EG) nr. 1103/97 en (EG) nr. 974/98. Het Vorstendom Andorra kent de status van wettig betaalmiddel toe aan eurobankbiljetten en –munten.
Artikel 2
1. Het Vorstendom Andorra geeft geen bankbiljetten uit. De voorwaarden voor de uitgifte van euromunten vanaf 1 juli 2013 worden in de navolgende artikelen vastgelegd.
2. Het recht met ingang van 1 juli 2013 euromunten uit te geven is aan de volgende voorwaarden onderworpen:
|
a) |
de voorafgaandelijke vaststelling door het Vorstendom Andorra van het geheel van EU-rechtsbesluiten en -regels zoals opgesomd in de bijlage bij deze overeenkomst waarvoor een omzettingstermijn van 12 of 18 maanden vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst geldt; |
|
b) |
de ondertekening door het Vorstendom Andorra, uiterlijk 18 maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst, van het multilateraal memorandum van overeenstemming van de Internationale Organisatie van Effectentoezichthouders inzake de raadpleging, de samenwerking en de uitwisseling van informatie. |
Artikel 3
Het jaarlijkse plafond (in waardetermen) voor de uitgifte van euromunten door het Vorstendom Andorra wordt door het bij deze overeenkomst ingesteld gemengd comité berekend als de som van de volgende elementen:
|
— |
een vast deel, waarvan het initiële bedrag voor 2013 op 2 342 000 EUR is vastgesteld. Het gemengd comité kan het vaste deel jaarlijks herzien om rekening te houden met zowel de inflatie — op basis van de HICP-inflatie van het eurogebied gedurende de twaalf voorafgaande maanden — als met eventuele belangrijke ontwikkelingen die de verzamelaarsmarkt voor euromunten beïnvloeden; |
|
— |
een variabel deel, dat overeenstemt met de gemiddelde muntuitgifte per hoofd van de bevolking van het eurogebied gedurende de twaalf voorafgaande maanden, vermenigvuldigd met het aantal inwoners van het Vorstendom Andorra. |
Artikel 4
1. De door het Vorstendom Andorra uitgegeven euromunten zijn, wat de nominale waarde, de wettigheid als betaalmiddel, de technische specificaties, de artistieke kenmerken van de gemeenschappelijke zijde en de gemeenschappelijke artistieke kenmerken van de nationale zijde betreft, identiek aan de euromunten die worden uitgegeven door de lidstaten van de Europese Unie die de euro hebben aangenomen.
2. Het Vorstendom Andorra brengt de ontwerpen van de nationale zijden van zijn euromunten vooraf ter kennis van de Commissie, die verifieert of de EU-voorschriften in acht zijn genomen.
Artikel 5
1. Door het Vorstendom Andorra uitgegeven euromunten worden door een EU-munt van zijn keuze geslagen, die desalniettemin ervaring dient te hebben met het slaan van euromunten. Als er van contractant veranderd wordt, dient het gemengd comité telkens op de hoogte te worden gebracht.
2. Ten minste 80 % van de euromuntstukken die voor de circulatie zijn bestemd, worden tegen de nominale waarde ingevoerd. Het gemengd comité kan beslissen dit aandeel te verhogen.
3. De uitgifte van euromunten voor verzamelaars door het Vorstendom Andorra geschiedt in overeenstemming met de EU-richtsnoeren voor euromunten voor verzamelaars, die met name het gebruik van technische specificaties, artistieke kenmerken en denominaties inhouden op grond waarvan euromunten voor verzamelaars van voor de circulatie bestemde munten kunnen worden onderscheiden.
Artikel 6
1. De helft van de door het Vorstendom Andorra uitgegeven hoeveelheid euromunten wordt bijgeteld bij de door het Koninkrijk Spanje uitgegeven hoeveelheid munten, terwijl de andere helft wordt bijgeteld bij de door de Franse Republiek uitgegeven hoeveelheid munten, met het oog op de goedkeuring door de Europese Centrale Bank van de totale omvang van de uitgifte van het Koninkrijk Spanje en de Franse Republiek overeenkomstig artikel 128, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
2. Het Vorstendom Andorra deelt de Europese Commissie, het Koninkrijk Spanje en de Franse Republiek elk jaar vóór uiterlijk 1 september de totale nominale waarde mee van de euromunten die het voornemens is het volgende jaar uit te geven. Het Vorstendom Andorra deelt de Europese Commissie eveneens mee welke de beoogde uitgiftevoorwaarden van deze munten zijn, en met name het aandeel van de euromunten voor verzamelaars alsook de gedetailleerde voorwaarden voor de invoering van voor de circulatie bestemde munten.
Artikel 7
1. Deze overeenkomst laat het recht van het Vorstendom Andorra om munten voor verzamelaars in diners te blijven uitgeven, onverlet.
2. De door het Vorstendom Andorra uitgegeven verzamelaarsmunten in diners hebben in de Europese Unie niet de status van wettig betaalmiddel.
Artikel 8
1. Het Vorstendom Andorra verbindt zich ertoe door middel van directe omzettingen of eventuele gelijkwaardige instrumenten alle passende maatregelen te nemen met het oog op de tenuitvoerlegging van de in de bijlage bij deze overeenkomst vermelde EU-rechtsbesluiten en -regels op het gebied van:
|
a) |
eurobankbiljetten en -munten; |
|
b) |
de bancaire en financiële wetgeving, met name wat de activiteiten en het toezicht van de betreffende instellingen betreft; |
|
c) |
de voorkoming van witwassen van geld, de preventie van fraude met en de vervalsing van contante en girale betaalmiddelen (waarvoor een samenwerkingsakkoord met Europol dient te worden ondertekend), de regels met betrekking tot medailles en penningen, en de statistische rapportageverplichtingen. Wat de wetgeving inzake de verzameling van statistische gegevens betreft, moeten de gedetailleerde regels inzake de invoering en de technische aanpassingen (waaronder de uitzonderingen die vereist zijn om de specifieke situatie van Andorra in aanmerking te nemen) in overleg met de Europese Centrale Bank worden vastgesteld uiterlijk 18 maanden voor de aanvang van de effectieve verzameling van statistische gegevens; |
|
d) |
de op grond van artikel 133 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vastgestelde maatregelen die nodig zijn voor het gebruik van de euro als enige munt; |
2. De in lid 1 bedoelde rechtsbesluiten en -regels worden door het Vorstendom Andorra overeenkomstig de in de bijlage gespecificeerde termijnen ten uitvoer gelegd.
3. Het Vorstendom Andorra kan om technische bijstand verzoeken van de entiteiten die deel uitmaken van de delegatie van de Europese Unie voor de invoering van de betreffende Europese wetgeving, met name inzake de verzameling van statistieken.
4. De bijlage wordt door de Commissie jaarlijks, of vaker indien nodig, gewijzigd teneinde met de nieuwe toepasselijke EU-rechtsbesluiten en -regels, alsook met de wijzigingen in de bestaande EU-rechtsbesluiten en -regels rekening te houden Het gemengd comité beslist daarna over passende en redelijke termijnen voor de tenuitvoerlegging door het Vorstendom Andorra van de nieuwe rechtsbesluiten en -regels die aan de bijlage zijn toegevoegd.
5. In uitzonderlijke omstandigheden kan het gemengd comité een bestaande en in de bijlage vastgelegde termijn herzien.
6. De herziene bijlage wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.
Artikel 9
De kredietinstellingen en, in voorkomend geval, de andere financiële instellingen die hun activiteiten op het grondgebied van het Vorstendom Andorra mogen uitoefenen, hebben toegang tot de interbancaire betalings- en afwikkelingssystemen en effectenafwikkelingssystemen in het eurogebied volgens de regels en voorwaarden die met instemming van de Europese Centrale Bank door de bevoegde autoriteiten van Spanje of Frankrijk worden vastgesteld.
Artikel 10
1. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft de exclusieve bevoegdheid voor het beslechten van alle geschillen tussen de partijen die uit de toepassing van deze overeenkomst kunnen rijzen en die niet in het gemengd comité konden worden opgelost.
2. Indien de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Europese Commissie en op aanbeveling van de EU-delegatie in het gemengd comité, of het Vorstendom Andorra van mening is dat de andere partij een uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichting niet is nagekomen, kan de zaak aanhangig worden gemaakt bij het Hof van Justitie. Het arrest van het Hof is bindend voor de partijen bij de procedure, die gehouden zijn binnen de door genoemd Hof vastgestelde termijn de maatregelen te nemen die nodig zijn ter uitvoering van het arrest, en er kan tegen het arrest van het Hof geen beroep worden ingesteld.
3. Ingeval de Europese Unie of het Vorstendom Andorra nalaat om binnen de gestelde termijn de maatregelen te nemen die nodig zijn ter uitvoering van het arrest, kan de andere partij de overeenkomst met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden opzeggen.
Artikel 11
1. Er wordt een gemengd comité ingesteld. Het comité is samengesteld uit vertegenwoordigers van het Vorstendom Andorra en de Europese Unie. De delegatie van de Europese Unie dient te zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie (die het gemengd comité voorzit), het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek en de Europese Centrale Bank.
2. Het gemengd comité komt ten minste éénmaal per jaar bijeen. Het voorzitterschap wordt door een vertegenwoordiger van de Europese Unie en een vertegenwoordiger van het Vorstendom Andorra bij toerbeurt uitgeoefend voor een periode van één jaar. Het gemengd comité beslist bij eenparigheid van stemmen.
3. Het gemengd comité houdt gedachtewisselingen, wisselt informatie uit en neemt de besluiten die in de artikelen 3 en 8 worden vermeld. De delegatie van de Europese Unie brengt het Vorstendom Andorra op de hoogte van wetgevingsvoorstellen van de Europese Unie op de in artikel 8 bedoelde gebieden die momenteel worden besproken. Het gemengd comité onderzoekt daarenboven de door het Vorstendom Andorra genomen maatregelen en tracht eventuele geschillen die uit de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst voortvloeien op te lossen.
4. De Europese Unie is bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 13 de eerste voorzitter van het gemengd comité.
Artikel 12
Onverminderd artikel 10, lid 3, kan iedere partij deze overeenkomst opzeggen met een opzegtermijn van een jaar.
Artikel 13
Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van hun eigen ratificatieprocedure.
Artikel 14
Deze overeenkomst is in vier talen gesloten en ondertekend (Catalaans, Frans, Engels en Spaans), de teksten zijnde in elk van deze talen gelijkelijk authentiek.
Gedaan te Brussel, 30 juni 2011.
Voor de Europese Unie
Olli REHN
Lid van de Europese Commissie
Voor het Vorstendom Andorra
Antoni MARTÍ PETIT
Hoofd van de regering
BIJLAGE
|
Toe te passen wettelijke bepalingen |
Toepassingstermijn (met ingang van de inwerkingtredingsdatum van de overeenkomst) |
||||||||||||||||||||||
|
Voorkoming van witwassen van geld |
|||||||||||||||||||||||
|
Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, PB L 309 van 25.11.2005, blz. 15 gewijzigd bij:
aangevuld met:
|
18 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Preventie van fraude en vervalsing |
|||||||||||||||||||||||
|
Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij, PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6 gewijzigd bij: Verordening (EG) nr. 44/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij, PB L 17 van 22.1.2009, blz. 1 |
18 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Beschikking 2003/861/EG van de Raad van 8 december 2003 betreffende de analyse van valse euromunten en de samenwerking terzake, PB L 325 van 12.12.2003, blz. 44 |
18 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Verordening (EG) nr. 2182/2004 van de Raad van 6 december 2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen, PB L 373 van 21.12.2004, blz. 1 gewijzigd bij: Verordening (EG) nr. 46/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2182/2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen, PB L 17 van 22.1.2009, blz. 5 |
18 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad van 29 mei 2000 tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro, PB L 140 van 14.6.2000, blz. 1 gewijzigd bij: Kaderbesluit 2001/888/JBZ van de Raad van 6 december 2001 tot wijziging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro, PB L 329 van 14.12.2001, blz. 3 |
18 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol), PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37 |
18 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Besluit 2001/923/EG van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles”), PB L 339 van 21.12.2001, blz. 50 gewijzigd bij:
aangevuld met: Besluit 2001/887/JBZ van de Raad van 6 december 2001 inzake de bescherming van de euro tegen valsemunterij, PB L 329 van 14.12.2001, blz. 1 |
18 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de bestrijding van fraude en vervalsing in verband met andere betaalmiddelen dan contanten, PB L 149 van 2.6.2001, blz. 1 |
18 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Besluit 2010/597/EU van de Europese Centrale Bank van 16 september 2010 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (ECB/2010/14), PB L 267 van 9.10.2010, blz. 1 |
18 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Regels betreffende eurobankbiljetten en -munten |
|||||||||||||||||||||||
|
Verordening (EG) nr. 975/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken, PB L 139 van 11.5.1998, blz. 6 gewijzigd bij: Verordening (EG) nr. 423/1999 van de Raad van 22 februari 1999 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 975/98 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken, PB L 52 van 27.2.1999, blz. 2 |
12 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Conclusies van de Raad van 10 mei 1999 betreffende het kwaliteitszorgsysteem voor de euromunten |
12 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Conclusies van de Raad van 23 november 1998 en van 5 november 2002 betreffende euromunten voor verzamelaars |
12 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Aanbeveling 2009/23/EG van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 8625), PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52 |
12 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Mededeling 2001/C 318/03 van de Commissie van 22 oktober 2001 over de auteursrechtelijke bescherming van het ontwerp van de gemeenschappelijke zijde van de euro-muntstukken (C(2001) 600 definitief), PB C 318 van 13.11.2001 blz. 3 |
12 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Verordening (EU) nr. 1210/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende de echtheidscontrole van euromunten en de behandeling van euromunten die ongeschikt zijn voor circulatie, PB L 339 van 22.12.2010, blz. 1 |
12 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Richtsnoer ECB/2003/5 van de Europese Centrale Bank van 20 maart 2003 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen tegen niet-conforme reproducties van eurobankbiljetten en betreffende de vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten, PB L 78 van 25.3.2003, blz. 20 |
12 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Besluit 2003/205/EG van de Europese Centrale Bank van 20 maart 2003 betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (ECB/2003/4), PB L 78 van 25.3.2003, blz. 16 |
12 maand |
||||||||||||||||||||||
|
Bancaire en financiële wetgeving |
|||||||||||||||||||||||
|
Richtlijn 2006/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen (herschikking), PB L 177 van 30.6.2006, blz. 201 gewijzigd bij:
|
4 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking), PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1 gewijzigd bij:
|
4 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG, PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7 |
4 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG, PB L 319 van 5.12.2007, blz. 1 Rectificatie van Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG (PB L 319 van 5.12.2007), PB L 187 van 18.7.2009, blz. 5 gewijzigd bij: Richtlijn 2009/111/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2007/64/EG wat betreft banken die zijn aangesloten bij centrale instellingen, bepaalde eigenvermogensbestanddelen, grote posities, het toezichtkader en het crisisbeheer, PB L 302 van 17.11.2009, blz. 97 |
4 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen, PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1 gewijzigd bij:
|
4 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Richtlijn 94/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 inzake de depositogarantiestelsels, PB L 135 van 31.5.1994, blz. 5 gewijzigd bij:
|
4 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Richtlijn 2001/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen, PB L 125 van 5.5.2001, blz. 15 |
6 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Richtlijn 89/117/EEG van de Raad van 13 februari 1989 betreffende de verplichtingen inzake openbaarmaking van jaarstukken voor in een Lid-Staat gevestigde bijkantoren van kredietinstellingen en financiële instellingen die hun hoofdkantoor buiten deze Lid-Staat hebben, PB L 44 van 16.2.1989, blz. 40 |
6 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat en tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 35 van 11.2.2003, blz. 1 gewijzigd bij:
|
6 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad, PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1 Rectificatie van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad, PB L 45 van 16.2.2005, blz. 18 gewijzigd bij:
aangevuld met:
|
6 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Verordening (EG) nr. 924/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende grensoverschrijdende betalingen in de Gemeenschap en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2560/2001, PB L 266 van 9.10.2009, blz. 11 |
6 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Richtlijn 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juni 2002 betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten, PB L 168 van 27.6.2002, blz. 43 gewijzigd bij: Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft, PB L 146 van 10.6.2009, blz. 37 |
6 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Aanbeveling 97/489/EG van de Commissie van 30 juli 1997 betreffende transacties die met een elektronisch betaalinstrument worden verricht, in het bijzonder inzake de betrekking tussen uitgever en houder, PB L 208 van 2.8.1997, blz. 52 |
6 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels, PB L 84 van 26.3.1997, blz. 22 |
6 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen, PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45 gewijzigd bij:
|
6 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft, PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120 |
4 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie, PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12 |
4 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie, PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84 |
4 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s, PB L 331 van 15.12.2010, blz. 1 |
4 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Verordening (EU) nr. 1096/2010 van de Raad van 17 november 2010 tot toewijzing aan de Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het Europees Comité voor systeemrisico’s, PB L 331 van 15.12.2010, blz. 162 |
4 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Wetgeving inzake de verzameling van statistische gegevens (artikel 6, lid 1, van het mandaat) |
|||||||||||||||||||||||
|
Verordening (EG) nr. 25/2009 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2008 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (Herschikking) (ECB/2008/32), PB L 15 van 20.1.2009, blz. 14 |
4 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Verordening (EG) nr. 63/2002 van de Europese Centrale Bank van 20 december 2001 met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen ten aanzien van huishoudens en niet-financiële vennootschappen gehanteerde rentetarieven op deposito's en leningen (ECB/2001/18), PB L 10 van 12.1.2002, blz. 24 gewijzigd bij:
|
4 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Richtsnoer ECB/2007/9 van de Europese Centrale Bank van 1 augustus 2007 betreffende monetaire statistieken en statistieken inzake financiële instellingen en markten (herschikking), PB L 341 van 27.12.2007, blz. 1 Rectificatie van het richtsnoer ECB/2007/9 van de Europese Centrale Bank van 1 augustus 2007 betreffende monetaire statistieken en statistieken inzake financiële instellingen en markten (herschikking), PB L 84 van 26.3.2008, blz. 393 gewijzigd bij:
|
4 jaar |
||||||||||||||||||||||
|
Richtsnoer ECB/2002/7 van de Europese Centrale Bank van 21 november 2002 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen, PB L 334 van 11.12.2002, blz. 24 gewijzigd bij:
|
4 jaar |
||||||||||||||||||||||