22011A0720(01)

Monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en de Franse Republiek met betrekking tot het behoud van de euro op Saint-Barthélemy, ten gevolge van de wijziging van de status van dit gebied ten aanzien van de Europese Unie

Publicatieblad Nr. L 189 van 20/07/2011 blz. 0003 - 0004


VERTALING

Monetaire overeenkomst

tussen de Europese Unie en de Franse Republiek met betrekking tot het behoud van de euro op Saint-Barthélemy, ten gevolge van de wijziging van de status van dit gebied ten aanzien van de Europese Unie

DE EUROPESE UNIE, vertegenwoordigd door de Europese Commissie,

en

DE FRANSE REPUBLIEK, handelend ten behoeve van het eiland Saint-Barthélemy,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Saint-Barthélemy vormt een integrerend deel van de Franse Republiek maar maakt met ingang van 1 januari 2012 geen deel meer uit van de Europese Unie overeenkomstig Besluit 2010/718/EU van de Europese Raad van 29 oktober 2010 tot wijziging van de status van het eiland Saint-Barthélemy ten aanzien van de Europese Unie [1].

(2) De Franse Republiek wenst vast te houden aan dezelfde munt op Saint-Barthélemy als die van het moederland en is daarom voornemens op het grondgebied van het eiland Saint-Barthélemy de status van wettig betaalmiddel uitsluitend te blijven verlenen aan eurobankbiljetten en -munten die zijn uitgegeven door het Eurosysteem en de lidstaten die de euro hebben aangenomen.

(3) Op Saint-Barthélemy dient de voortdurende toepassing te worden gewaarborgd van de huidige en toekomstige wetgevingsbepalingen van de Europese Unie die zijn vereist voor de werking van de Economische en Monetaire Unie om met name de eenheid van het monetaire beleid van het Eurosysteem te vrijwaren, om gelijke concurrentievoorwaarden tussen de in het eurogebied gevestigde financiële instellingen te bewerkstelligen en om fraude en vervalsing van contanten en girale betaalmiddelen, alsook het witwassen van geld, te voorkomen.

(4) Deze monetaire overeenkomst wordt gesloten met een lidstaat die handelt ten behoeve van een niet-soevereine entiteit en voorziet daarom niet in een muntrecht. De munteenheid en het bank- en financieel recht vallen onder de bevoegdheid van de Franse staat. Wat de voor de goede werking van de Economische en Monetaire Unie vereiste materies betreft, zijn de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van het Franse recht van rechtswege toepasselijk op Saint-Barthélemy krachtens diens statuut,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN:

Artikel 1

De euro blijft de munteenheid van Saint-Barthélemy.

Artikel 2

De Franse Republiek blijft de status van wettig betaalmiddel verlenen aan eurobankbiljetten en -munten op Saint-Barthélemy.

Artikel 3

1. De Franse Republiek blijft op Saint-Barthélemy de rechtsbesluiten en -regels van de Europese Unie toepassen welke voor de werking van de Economische en Monetaire Unie zijn vereist op het gebied van:

a) eurobankbiljetten en -munten;

b) preventie van fraude met en vervalsing van contante en girale betaalmiddelen;

c) medailles en penningen;

d) op grond van artikel 133 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aangenomen maatregelen die nodig zijn voor het gebruik van de euro als enige munt;

e) bancaire en financiële wetgeving, met inbegrip van de door de Europese Centrale Bank aangenomen rechtsbesluiten;

f) de voorkoming van witwassen van geld;

g) door het Eurosysteem vastgelegde statistische rapportageverplichtingen.

2. De Franse Republiek verbindt zich ertoe op het grondgebied van Saint-Barthélemy volledig met Europol samen te werken op het vlak van de preventie van fraude met en vervalsing van betaalmiddelen, alsook het voorkomen van en de strijd tegen het witwassen van geld.

Artikel 4

De door de bevoegde Franse autoriteiten aangenomen bepalingen om de door de Europese Unie op de in artikel 3, lid 1, bedoelde gebieden vastgestelde rechtshandelingen om te zetten — met inbegrip van de rechtshandelingen van de Europese Centrale Bank — zijn van rechtswege en onder dezelfde voorwaarden van toepassing op Saint-Barthélemy.

Artikel 5

De rechtshandelingen van de Europese Unie die met betrekking tot de in artikel 3, lid 1, bedoelde gebieden zijn aangenomen — met inbegrip van de rechtshandelingen van de Europese Centrale Bank — en die rechtstreeks toepasselijk zijn in de lidstaten, zijn van rechtswege en onder dezelfde voorwaarden van toepassing op Saint-Barthélemy.

Artikel 6

De kredietinstellingen en, in voorkomend geval, de andere financiële instellingen die hun activiteiten op Saint-Barthélemy mogen uitoefenen, hebben toegang tot de interbancaire betalings- en afwikkelingssystemen en effectenafwikkelingssystemen in het eurogebied onder dezelfde voorwaarden als die welke van toepassing zijn op in het moederland gevestigde instellingen.

Artikel 7

De Franse Republiek brengt om de twee jaar aan de Commissie en aan de Europees Centrale Bank verslag uit over de toepassing op Saint-Barthélemy van de onder de werkingssfeer van deze overeenkomst vallende rechtsbesluiten en -regels van de Europese Unie. Dit verslag omvat met name de lijst van rechtshandelingen van de Europese Unie die rechtstreeks toepasselijk zijn, met inbegrip van de rechtshandelingen van de Europese Centrale Bank, die op grond van artikel 5 van rechtswege van toepassing zijn op Saint-Barthélemy. Het eerste verslag wordt uiterlijk eind 2012 uitgebracht.

Artikel 8

1. Een gemengd comité wordt indien nodig bijeengeroepen. Het wordt voorgezeten door de Commissie en is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Europese Unie en de Franse Republiek.

2. De delegatie van de Europese Unie wordt voorgezeten door de Commissie en omvat vertegenwoordigers van de Europese Centrale Bank.

3. Het gemengd comité komt op verzoek van een van de leden van de delegatie van de Europese Unie of de Franse Republiek bijeen om ieder eventueel probleem te onderzoeken dat bij de toepassing van deze overeenkomst kan rijzen.

Artikel 9

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft de exclusieve bevoegdheid voor het beslechten van alle geschillen tussen de partijen die uit de toepassing van deze overeenkomst kunnen rijzen en die niet in het gemengd comité konden worden opgelost.

Artikel 10

De Europese Unie of de Franse Republiek kunnen deze overeenkomst opzeggen met een opzegtermijn van een jaar.

Artikel 11

Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2012, nadat de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van hun eigen ratificatieprocedure.

Artikel 12

Deze overeenkomst is in tweevoud in de Engelse en de Franse taal opgesteld, beide teksten zijnde gelijkelijk authentiek.

Gedaan te Brussel, de twaalfde juli tweeduizend elf.

Voor de Europese Unie

Voor de Franse Republiek

[1] PB L 325 van 9.12.2010, blz. 4.

--------------------------------------------------