22009A0203(01)

Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Djibouti over de status van een door de Europese Unie geleide strijdmacht in de Republiek Djibouti in het kader van de militaire operatie Atalanta van de Europese Unie

Publicatieblad Nr. L 033 van 03/02/2009 blz. 0043 - 0048


VERTALING

Overeenkomst

tussen de Europese Unie en de Republiek Djibouti over de status van een door de Europese Unie geleide strijdmacht in de Republiek Djibouti in het kader van de militaire operatie Atalanta van de Europese Unie

DE EUROPESE UNIE (EU),

enerzijds, en

DE REPUBLIEK DJIBOUTI, hierna "de gaststaat" genoemd,

anderzijds,

hierna "de partijen" genoemd,

Verontrust over de plotse toename van piraterij en gewapende overvallen op schepen die humanitaire hulp vervoeren en schepen die langs de Somalische kust varen,

REKENING HOUDEND MET:

de Resoluties 1814 (2008), 1838 (2008) en 1846 (2008) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN-Veiligheidsraad);

de brief van de Republiek Djibouti d.d. 1 december 2008 waarbij in het bijzonder de aanwezigheid van onderdelen van de EU-zeestrijdmacht op het grondgebied van Djibouti wordt aanvaard;

Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 10 november 2008 inzake de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust (operatie "Atalanta");

het feit dat deze overeenkomst de rechten en verplichtingen van de partijen krachtens internationale overeenkomsten en andere internationale instrumenten tot instelling van internationale tribunalen, waaronder het statuut van het Internationaal Strafhof, onverlet laat,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OVER HETGEEN VOLGT:

Artikel 1

Werkingssfeer en definities

1. Deze overeenkomst is van toepassing op de door de Europese Unie geleide strijdmacht en op het personeel daarvan.

2. Deze overeenkomst is uitsluitend van toepassing op het grondgebied van de gaststaat, met inbegrip van zijn binnenwateren, territoriale zee en luchtruim.

3. Voor de toepassing van deze overeenkomst gelden de volgende definities:

a) "door de Europese Unie geleide zeestrijdmacht" (EUNAVFOR): het militaire hoofdkwartier van de Europese Unie en de nationale contingenten die bijdragen tot de operatie, alsmede hun schepen, hun luchtvaartuigen, hun materieel en middelen en hun vervoermiddelen;

b) "operatie": de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en ondersteuning van de militaire missie in aansluiting op het mandaat op grond van de Resoluties 1814 (2008) en 1816 (2008) van de VN-Veiligheidsraad en eventuele toepasselijke vervolgresoluties van de VN-Veiligheidsraad en het op 10 december 1982 ondertekende Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee;

c) "operationele commandant": de commandant van de operatie;

d) "commandant van de EU-strijdmacht": de commandant in het inzetgebied;

e) "militair hoofdkwartier van de Europese Unie": het militaire hoofdkwartier en de verschillende onderdelen daarvan, ongeacht waar deze zich bevinden, die onder het gezag staan van de militaire commandanten van de Europese Unie die het militaire commando of de militaire controle over de operatie uitoefenen;

f) "nationale contingenten": de eenheden, schepen, luchtvaartuigen en onderdelen, met name de aan boord van koopvaardijschepen ingescheepte beschermingsdetachementen en militaire onderdelen van de lidstaten van de Europese Unie en van andere staten die aan deze operatie deelnemen;

g) "EUNAVFOR-personeel": het burgerpersoneel en het militaire personeel dat is toegewezen aan EUNAVFOR, personeel dat wordt ingezet om de operatie voor te bereiden, personeel dat op missie is en politiepersoneel dat door de EUNAVFOR gevangengenomen personen begeleidt, voor een zendstaat of een EU-instelling in het kader van de operatie, en dat aanwezig is op het grondgebied van de gaststaat, behoudens andersluidende bepalingen in deze overeenkomst, met uitzondering van het ter plaatse aangeworven personeel en het personeel in dienst van internationale commerciële contractanten;

h) "ter plaatse aangeworven personeel": personeel dat onderdaan is van de gaststaat of er permanent verblijft;

i) "faciliteiten": alle gebouwen, huisvesting en terreinen die nodig zijn voor EUNAVFOR en voor het EUNAVFOR-personeel;

j) "zendstaat": een staat die een nationaal contingent levert voor EUNAVFOR;

k) "wateren": de binnenwateren en territoriale zee van de gaststaat en het luchtruim boven deze wateren;

l) "officiële briefwisseling": alle op de operatie en de functies ervan betrekking hebbende briefwisseling.

Artikel 2

Algemene bepalingen

1. EUNAVFOR en het EUNAVFOR-personeel eerbiedigen de wetten en regels van de gaststaat en onthouden zich van alle acties en activiteiten die onverenigbaar zijn met de doeleinden van de operatie.

2. EUNAVFOR informeert de regering van de gaststaat vooraf en op gezette tijden over het aantal EUNAVFOR-personeelsleden dat het grondgebied van de gaststaat transiteert of op dat grondgebied is gestationeerd, en over de identiteit van de vaartuigen, luchtvaartuigen en eenheden die in de wateren van de gaststaat opereren of de havens van de gaststaat aandoen.

Artikel 3

Identificatie

1. De leden van het op het grondgebied van de gaststaat aanwezige EUNAVFOR-personeel moeten te allen tijde hun paspoort of militaire identiteitskaart bij zich dragen.

2. Voertuigen, luchtvaartuigen, schepen en andere vervoermiddelen van EUNAVFOR zijn voorzien van een duidelijk EUNAVFOR-herkenningsteken en/of kentekenplaten, waarvan de bevoegde autoriteiten van de gaststaat vooraf in kennis worden gesteld.

3. EUNAVFOR mag de vlag van de Europese Unie voeren en herkenningstekens zoals militaire tekens, titels en officiële symbolen aanbrengen op zijn faciliteiten, voertuigen en andere vervoermiddelen. Op de uniformen van het EUNAVFOR-personeel wordt een duidelijk EUNAVFOR-herkenningsteken aangebracht. Nationale vlaggen of tekens van de nationale contingenten die deel uitmaken van de operatie, mogen op de faciliteiten, voertuigen en andere vervoermiddelen en de uniformen van EUNAVFOR worden gevoerd of aangebracht, een en ander overeenkomstig het besluit van de commandant van de door de Europese Unie geleide strijdmacht.

Artikel 4

Overschrijding van de grenzen en verplaatsingen op het grondgebied van de gaststaat

1. De leden van het EUNAVFOR-personeel komen het grondgebied van de gaststaat uitsluitend binnen op vertoon van een geldig paspoort en, in geval van een eerste binnenkomst, behoudens voor de bemanningen van schepen en luchtvaartuigen van EUNAVFOR, een door EUNAVFOR afgegeven individuele of collectieve dienstopdracht. Het EUNAVFOR-personeel is bij het betreden en verlaten van, en tijdens het verblijf op het grondgebied van de gaststaat vrijgesteld van alle instructies in het kader van immigratieformaliteiten en douanecontroles. De bemanningen van schepen en luchtvaartuigen van EUNAVFOR zijn vrijgesteld van visumverplichtingen.

2. De leden van het EUNAVFOR-personeel zijn vrijgesteld van de voorschriften van de gaststaat inzake de registratie van en het toezicht op vreemdelingen, maar verwerven geen permanent verblijfs- of woonrecht op het grondgebied van de gaststaat.

3. De gaststaat ontvangt ter informatie een algemene lijst van het EUNAVFOR-materieel dat het grondgebied van de gaststaat binnenkomt. Dit materieel is voorzien van een duidelijk EUNAVFOR-herkenningsteken. EUNAVFOR is vrijgesteld van het overleggen van enig ander douanedocument en van enige controle.

4. Het EUNAVFOR-personeel mag op en boven het grondgebied van de gaststaat motorvoertuigen, schepen en luchtvaartuigen besturen, op voorwaarde dat het in het bezit is van een geldig door een van de zendstaten afgegeven nationaal, internationaal of militair rijbewijs, vaarbewijs of vliegbrevet.

5. De gaststaat garandeert dat EUNAVFOR en het EUNAVFOR-personeel zich voor de operatie op zijn grondgebied, en in zijn wateren en zijn luchtruim vrij kunnen verplaatsen en er vrij kunnen reizen. Vrij verkeer binnen de territoriale zee van de gaststaat houdt in dat met name mag worden gestopt en voor anker mag worden gegaan.

6. EUNAVFOR mag voor de operatie in de wateren van de gaststaat luchtvaartuigen of militaire apparatuur doen opstijgen, doen landen of aan boord nemen.

7. EUNAVFOR mag voor de operatie met de vervoermiddelen die zij huurt, zonder betaling van belastingen en soortgelijke heffingen gebruikmaken van openbare wegen, bruggen, veerponten, luchthavens en havens. EUNAVFOR is niet vrijgesteld van betaling van een financiële vergoeding voor op verzoek ontvangen diensten.

Artikel 5

Door de gaststaat aan EUNAVFOR verleende voorrechten en immuniteiten

1. De faciliteiten en de schepen en luchtvaartuigen van EUNAVFOR zijn onschendbaar. Vertegenwoordigers van de gaststaat mogen deze alleen betreden met toestemming van de commandant van de EU-strijdmacht.

2. EUNAVFOR, haar bezittingen en goederen, ongeacht waar deze zich bevinden en door wie ze worden gehouden, genieten immuniteit van iedere vorm van gerechtelijke procedure.

3. De faciliteiten van EUNAVFOR, alsmede het meubilair en andere goederen die zich daarin bevinden en de vervoermiddelen, genieten immuniteit van onderzoek, vordering, beslaglegging of executoriale maatregelen.

4. Het archief en de documenten van EUNAVFOR zijn, te allen tijde en waar ze zich ook bevinden, onschendbaar.

5. De officiële briefwisseling van EUNAVFOR is onschendbaar.

6. De gaststaat laat alle voor de operatie bestemde goederen toe tot zijn grondgebied en verleent daarvoor vrijstelling van alle douanerechten, belastingen en vergelijkbare heffingen, met uitzondering van kosten voor opslag, vervoer en andere geleverde diensten.

7. Wat betreft aangekochte of ingevoerde goederen, verleende diensten en faciliteiten die EUNAVFOR voor de operatie gebruikt, geniet EUNAVFOR vrijstelling van alle nationale, regionale en gemeentelijke belastingen en heffingen en vergelijkbare rechten. EUNAVFOR geniet geen vrijstelling van vergoedingen en rechten die gelden als betaling van verleende diensten.

Artikel 6

Door de gaststaat verleende voorrechten en immuniteiten van het EUNAVFOR-personeel

1. Het EUNAVFOR-personeel is gevrijwaard van enigerlei vorm van aanhouding of vrijheidsbeneming. Bij betrapping op heterdaad op de openbare weg door een politiële autoriteit van de gaststaat kan deze de pleger van een strafbaar feit die de lichamelijke integriteit van een onderdaan van de gaststaat heeft aangetast, aanhouden teneinde voor diens bescherming in te staan tot de bevoegde autoriteiten van EUNAVFOR ter plaatse zijn aangekomen.

2. De papieren, briefwisseling en bezittingen van EUNAVFOR-personeel zijn onschendbaar, behalve in het geval van executoriale maatregelen die uit hoofde van lid 6 geoorloofd zijn.

3. Het EUNAVFOR-personeel geniet immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de gaststaat.

De betrokken zendstaat of EU-instelling kan afstand doen van deze immuniteit van EUNAVFOR-personeel ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken. Het afstand doen van de immuniteit dient altijd schriftelijk kenbaar te worden gemaakt.

4. Het EUNAVFOR-personeel geniet immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht van de gaststaat in burgerlijke en administratieve zaken wanneer het gaat om uitspraken of geschriften en alle handelingen die het EUNAVFOR-personeel verricht bij de uitoefening van zijn officiële functies.

Indien tegen EUNAVFOR-personeel een burgerlijke procedure wordt ingeleid voor een rechter van de gaststaat, worden de commandant van de EU-strijdmacht en de bevoegde autoriteit van de zendstaat of de betrokken EU-instelling daarvan onmiddellijk in kennis gesteld. Voordat de procedure voor de bevoegde rechter wordt ingeleid, verklaren de commandant van de EU-strijdmacht en de bevoegde autoriteit van de zendstaat of de betrokken EU-instelling dat het EUNAVFOR-personeel de handeling in kwestie al dan niet tijdens de uitoefening van zijn officiële functies heeft gepleegd.

Indien de handeling in kwestie tijdens de uitoefening van officiële functies is gepleegd, wordt de procedure niet ingeleid en gelden de bepalingen van artikel 15. Indien de handeling in kwestie niet tijdens de uitoefening van officiële functies is gepleegd, kan de procedure worden voortgezet. De gaststaat vergewist zich ervan dat de verklaring van de commandant van de EU-strijdmacht en de bevoegde autoriteit van de zendstaat of de betrokken EU-instelling door de bevoegde rechter wordt erkend.

Indien EUNAVFOR-personeel een burgerlijke procedure inleidt, kan het zich niet beroepen op immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht wanneer er een tegenvordering wordt ingesteld die direct verband houdt met de hoofdvordering.

5. EUNAVFOR-personeel is niet verplicht als getuige op te treden.

6. Tegen EUNAVFOR-personeel mogen geen executoriale maatregelen worden genomen, behalve indien tegen EUNAVFOR-personeel een burgerlijke procedure wordt ingeleid die geen verband houdt met zijn officiële functies. De bezittingen van EUNAVFOR-personeel waarvan de commandant van de EU-strijdmacht heeft verklaard dat zij nodig zijn voor de vervulling van de officiële functies van het EUNAVFOR-personeel, mogen niet ter uitvoering van een rechterlijke beslissing in beslag worden genomen. In burgerlijke procedures gelden voor EUNAVFOR-personeel geen beperking van de persoonlijke vrijheid, noch andere dwangmaatregelen.

7. De immuniteit van het EUNAVFOR-personeel ten aanzien van de rechtsmacht van de gaststaat houdt voor het personeel geen immuniteit in ten aanzien van de rechtsmacht van de zendstaat.

8. Het EUNAVFOR-personeel is vrijgesteld van elke vorm van belasting in de gaststaat over het salaris en de emolumenten die EUNAVFOR of de zendstaten aan het personeel betalen, evenals van iedere belasting op inkomsten die van buiten de gaststaat worden ontvangen.

9. De gaststaat laat, overeenkomstig zijn mogelijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, de binnenkomst toe van goederen voor persoonlijk gebruik door EUNAVFOR-personeel en verleent daarvoor vrijstelling van alle douanerechten, belastingen en daarmee verband houdende vergoedingen, met uitzondering van vergoedingen voor opslag, vervoer en soortgelijke diensten.

De persoonlijke bagage van EUNAVFOR-personeel wordt vrijgesteld van onderzoek, tenzij er ernstige redenen zijn om te veronderstellen dat de bagage goederen bevat die niet bedoeld zijn voor persoonlijk gebruik door EUNAVFOR-personeel of goederen waarvan de in- of uitvoer bij wet verboden is of onderworpen is aan quarantainebepalingen van de gaststaat. Onderzoek mag slechts plaatsvinden in aanwezigheid van het betrokken EUNAVFOR-personeel of een gemachtigde vertegenwoordiger van EUNAVFOR.

Artikel 7

Plaatselijk aangeworven personeel

Plaatselijk aangeworven personeel geniet geen voorrechten en immuniteiten. De gaststaat moet zijn rechtsmacht over dit personeel evenwel uitoefenen op een wijze die de uitoefening van de functies van de operatie niet onnodig bemoeilijkt.

Artikel 8

Rechtsmacht in strafzaken

De bevoegde autoriteiten van een zendstaat kunnen op het grondgebied van en in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de gaststaat de rechtsmacht in strafzaken en de tuchtrechtelijke rechtsmacht uitoefenen die hun door de wetgeving van die zendstaat verleend wordt met betrekking tot alle onder die wetgeving vallende leden van het EUNAVFOR-personeel.

Artikel 9

Uniform en wapens

1. Voor het dragen van het uniform gelden de door de commandant van de door de EU-strijdmacht uitgevaardigde voorschriften.

2. Militair EUNAVFOR-personeel en politiepersoneel dat door de EUNAVFOR gevangengenomen personen begeleidt mag de voor de operatie benodigde wapens en munitie dragen of meevoeren, op voorwaarde dat de bevelen daarin voorzien.

Artikel 10

Steun van de gaststaat en het sluiten van contracten

1. De gaststaat gaat ermee akkoord de EUNAVFOR op verzoek bij te staan bij het vinden van geschikte faciliteiten.

2. Binnen de grenzen van zijn middelen en mogelijkheden helpt de gaststaat bij het voorbereiden, opzetten, uitvoeren en ondersteunen van de operatie.

3. In elk contract dat EUNAVFOR in de gaststaat sluit, wordt vastgelegd welk recht op het contract van toepassing is.

4. In het contract, kan worden bepaald dat bij geschillen die voortvloeien uit de toepassing van het contract, de in artikel 15, leden 3 en 4, bedoelde procedure voor het beslechten van geschillen wordt gehanteerd.

5. De gaststaat faciliteert de uitvoering van de contracten die EUNAVFOR ten behoeve van de operatie sluit met commerciële instellingen.

Artikel 11

Veranderingen aan faciliteiten

EUNAVFOR mag met de voorafgaande toestemming van de gaststaat faciliteiten bouwen of veranderen naar gelang van de operationele vereisten van EUNAVFOR.

Artikel 12

Overleden EUNAVFOR-personeelsleden

1. De commandant van de EU-strijdmacht mag passende regelingen treffen voor de repatriëring van overleden EUNAVFOR-personeelsleden en hun persoonlijke bezittingen.

2. Op overleden EUNAVFOR-personeelsleden wordt geen lijkschouwing verricht zonder de instemming van de betrokken staat en de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van EUNAVFOR en/of van de betrokken staat.

3. De gaststaat en EUNAVFOR verlenen elkaar alle medewerking om overleden EUNAVFOR-personeelsleden zo spoedig mogelijk te repatriëren.

Artikel 13

Veiligheid van EUNAVFOR en de militaire politie

1. De gaststaat neemt alle passende maatregelen om de veiligheid en de beveiliging van EUNAVFOR en EUNAVFOR-personeel buiten de EUNAVFOR-faciliteiten te waarborgen.

2. EUNAVFOR mag op het grondgebied en in de wateren van de gaststaat, en in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de gaststaat, de nodige maatregelen nemen om zijn faciliteiten, schepen en luchtvaartuigen, alsmede de schepen die het beschermt, tegen iedere aanval of indringing van buitenaf te beschermen.

3. De commandant van de EU-strijdmacht kan een militaire politie-eenheid instellen met het oog op de ordehandhaving binnen de EUNAVFOR-faciliteiten.

4. De militaire politie-eenheid mag, in overleg en in samenwerking met de militaire politie of de politie van de gaststaat, ook buiten deze faciliteiten optreden om de orde en tucht onder het EUNAVFOR-personeel te handhaven.

5. EUNAVFOR-personeel dat over het grondgebied van Djibouti transiteert om door de EUNAVFOR gevangengenomen personen te begeleiden, kan ten aanzien van deze personen de nodige lichamelijke dwangmaatregelen nemen.

Artikel 14

Communicatie

1. EUNAVFOR mag zend- en ontvangststations voor radiocommunicatie en satellietsystemen installeren en gebruiken. EUNAVFOR overlegt met de bevoegde autoriteiten van de gaststaat teneinde conflicten te vermijden bij het gebruik van de nodige frequenties. De gaststaat verleent volgens zijn geldende wetgeving toegang tot het frequentiespectrum.

2. EUNAVFOR heeft het recht op onbeperkte communicatie via radio (met inbegrip van satelliet-, cellulaire en draagbare systemen), telefoon, telegraaf, fax of anderszins, en om de noodzakelijke apparatuur voor de instandhouding van die communicatie binnen en tussen EUNAVFOR-faciliteiten te installeren, inclusief het recht te voorzien in de voor de operatie benodigde kabels en grondverbindingen.

3. EUNAVFOR mag, wat de eigen installaties betreft, de nodige voorzieningen treffen voor het bezorgen van post aan en van EUNAVFOR en/of EUNAVFOR-personeel.

4. Over de wijze van toepassing van dit artikel worden regelingen getroffen met de bevoegde autoriteiten van de gaststaat.

Artikel 15

Schadevorderingen bij overlijden, lichamelijk letsel en beschadiging of verlies van goederen

1. Verzoeken om schadevergoeding bij beschadiging of verlies van bezittingen van burgers of van de overheid, evenals vorderingen bij overlijden of lichamelijk letsel van personen en bij beschadiging of verlies van EUNAVFOR-bezittingen, worden bij minnelijke schikking geregeld.

2. Deze verzoeken worden via de bevoegde autoriteiten van de gaststaat bij EUNAVFOR ingediend indien het gaat om verzoeken van natuurlijke of rechtspersonen van de gaststaat of bij de bevoegde autoriteiten van de gaststaat indien het gaat om verzoeken van EUNAVFOR.

3. Indien geen minnelijke schikking kan worden getroffen, wordt het verzoek om schadevergoeding voorgelegd aan een schadevergoedingscommissie die bestaat uit evenveel vertegenwoordigers van EUNAVFOR en van de gaststaat. De vorderingen worden geregeld bij onderlinge overeenstemming.

4. Indien binnen de schadevergoedingscommissie geen minnelijke schikking wordt bereikt, worden verzoeken:

a) over bedragen tot en met 80000 EUR langs diplomatieke weg opgelost tussen de gaststaat en vertegenwoordigers van de Europese Unie;

b) over bedragen die het onder a) genoemde bedrag overstijgen, voorgelegd aan een scheidsgerecht waarvan de beslissingen bindend zijn.

5. Het scheidsgerecht bestaat uit drie scheidsrechters waarvan er één wordt benoemd door de gaststaat, één door EUNAVFOR en één door de gaststaat en EUNAVFOR tezamen. Indien één van beide partijen niet binnen twee maanden een scheidsrechter benoemt of indien de gaststaat en EUNAVFOR het niet eens kunnen worden over de benoeming van de derde scheidsrechter, wordt de scheidsrechter in kwestie benoemd door de president van het Hooggerechtshof van de Republiek Djibouti.

6. EUNAVFOR en de overheid van de gaststaat treffen een administratieve regeling waarin het mandaat van de schadevergoedingscommissie en het scheidsgerecht worden vastgelegd, evenals de procedures die binnen deze twee instanties worden gehanteerd en de voorwaarden voor het indienen van verzoeken om schadevergoeding.

Artikel 16

Contacten en geschillen

1. Alle aangelegenheden in verband met de toepassing van deze overeenkomst worden gezamenlijk onderzocht door vertegenwoordigers van EUNAVFOR en van de bevoegde autoriteiten van de gaststaat.

2. Bij gebreke van een regeling worden geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen de gaststaat en vertegenwoordigers van de EU.

Artikel 17

Overige bepalingen

1. Wanneer in deze overeenkomst wordt verwezen naar de voorrechten, immuniteiten en rechten van EUNAVFOR en het EUNAVFOR-personeel, is de overheid van de gaststaat verantwoordelijk voor de uitvoering en naleving ervan door de bevoegde lokale autoriteiten van de gaststaat.

2. Niets in deze overeenkomst is bedoeld of mag worden geïnterpreteerd als een afwijking van eventueel voor een EU-lidstaat of een andere staat die bijdraagt tot EUNAVFOR geldende rechten uit hoofde van andere overeenkomsten.

Artikel 18

Uitvoeringsbepalingen

Ter uitvoering van deze overeenkomst kunnen operationele, administratieve, financiële en technische aangelegenheden worden behandeld in afzonderlijke regelingen die worden gesloten tussen de commandant van de EU-strijdmacht en de administratieve autoriteiten van de gaststaat.

Artikel 19

Inwerkingtreding en opzegging

1. Deze overeenkomst treedt in werking op de dag waarop ze wordt ondertekend en blijft twaalf maanden van kracht. Zij wordt stilzwijgend telkens met drie maanden verlengd. Elke partij stelt de andere partij ten minste één maand tevoren in kennis van haar voornemen deze overeenkomst niet te verlengen.

2. Niettegenstaande lid 1 worden de bepalingen van artikel 4, lid 7, artikel 5, leden 1 tot en met 3, 6 en 7, artikel 6, leden 1, 3, 4, 6, 8 en 9, artikel 11 en artikel 15 geacht van toepassing te zijn vanaf de datum waarop het eerste EUNAVFOR-personeel is ingezet indien deze datum eerder valt dan de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

3. Deze overeenkomst kan worden gewijzigd op basis van schriftelijke onderlinge overeenstemming tussen de partijen.

4. De opzegging van deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de uitvoering van de overeenkomst vóór de opzegging ervan.

Gedaan te Djibouti, 5 januari 2009, in twee originele exemplaren in de Franse taal.

Voor de Europese Unie

Voor de gaststaat

--------------------------------------------------