15.1.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 10/29


VERTALING

OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en de Republiek Somalië inzake de status van de door de Europese Unie geleide zeemacht in de Republiek Somalië in het kader van de militaire operatie Atalanta van de EU

DE EUROPESE UNIE (EU),

enerzijds, en

DE REPUBLIEK SOMALIË, hierna „de gaststaat” genoemd,

anderzijds,

hierna „de partijen” genoemd,

REKENING HOUDEND MET:

de Resoluties 1814 (2008), 1816 (2008) en 1838 (2008) en daaropvolgende resoluties van de VN-Veiligheidsraad,

de brief d.d. 1 november 2008 van de minister-president van de federale overgangsregering van de Republiek Somalië aan de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie in antwoord op het samenwerkingsaanbod van de Europese Unie en de kennisgeving door de federale overgangsregering van de Republiek Somalië van dit aanbod aan de secretaris-generaal van de VN d.d. 14 november 2008,

Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 10 november 2008 inzake de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust (operatie „Atalanta”),

het feit dat deze overeenkomst de rechten en verplichtingen van de partijen krachtens internationale overeenkomsten en andere instrumenten tot instelling van internationale tribunalen, waaronder het statuut van het Internationaal Strafhof, onverlet laat,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OVER HETGEEN VOLGT:

Artikel 1

Werkingssfeer en definities

1.   Deze overeenkomst is van toepassing op de door de Europese Unie geleide troepenmacht en op het personeel daarvan.

2.   Deze overeenkomst is uitsluitend van toepassing op het grondgebied van de gaststaat, met inbegrip van zijn binnenwateren, territoriale zee en luchtruim.

3.   Voor de toepassing van deze overeenkomst gelden de volgende definities:

a)

„door de Europese Unie geleide zeemacht” (EUNAVFOR): het militaire hoofdkwartier van de Europese Unie en de nationale contingenten die bijdragen tot de operatie, alsmede hun schepen, hun luchtvaartuigen, hun materieel en middelen en hun vervoermiddelen;

b)

„operatie”: de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en ondersteuning van de militaire missie in aansluiting op het mandaat op grond van de Resoluties 1814 (2008) en 1816 (2008) van de VN-Veiligheidsraad en eventuele daaropvolgende relevante resoluties van de VN-Veiligheidsraad en het VN-Zeerechtverdrag uit 1982;

c)

„operationele commandant van de Europese Unie”: de commandant van de operatie;

d)

„commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht”: de commandant in het inzetgebied;

e)

„militair hoofdkwartier van de Europese Unie”: het militaire hoofdkwartier en de verschillende onderdelen daarvan, ongeacht hun vestigingsplaats, die onder het gezag staan van de militaire commandanten van de Europese Unie die het militaire commando of de militaire controle over de operatie uitoefenen;

f)

„nationale contingenten”: de eenheden, schepen, luchtvaartuigen en elementen van de lidstaten van de Europese Unie en van andere staten die aan deze operatie deelnemen, met inbegrip van eenheden ter bescherming van schepen en militairen aan boord van koopvaardijschepen;

g)

„EUNAVFOR-personeel”: het burgerpersoneel en het militaire personeel dat is toegewezen aan EUNAVFOR, evenals het personeel dat wordt ingezet om de operatie voor te bereiden en het personeel dat in het kader van de operatie op missie is voor een zendstaat of een EU-instelling, en dat aanwezig is op het grondgebied van de gaststaat, behoudens andersluidende bepalingen in deze overeenkomst, met uitzondering van het ter plaatse aangeworven personeel en het personeel in dienst van internationale commerciële contractanten;

h)

„zendstaat”: een staat die een nationaal contingent levert voor EUNAVFOR;

i)

„wateren”: de binnenwateren en territoriale zee van de gaststaat en het luchtruim boven deze wateren.

Artikel 2

Algemene bepalingen

1.   EUNAVFOR en het EUNAVFOR-personeel eerbiedigen de wetten en regels van de gaststaat en onthouden zich van alle acties en activiteiten die onverenigbaar zijn met de doeleinden van de operatie.

2.   EUNAVFOR informeert de regering van de gaststaat regelmatig over het aantal vaartuigen en luchtvaartuigen dat in de wateren van de gaststaat opereert en over het aantal vaartuigen dat in havens van de gaststaat aanlegt.

Artikel 3

Identificatie

1.   Het EUNAVFOR-personeel dat aanwezig is op het grondgebied van de gaststaat moet te allen tijde zijn paspoort of militaire identiteitskaart bij zich dragen.

2.   Luchtvaartuigen en schepen van EUNAVFOR zijn voorzien van een duidelijk EUNAVFOR-herkenningsteken, waarvan de bevoegde autoriteiten van de gaststaat in kennis worden gesteld.

3.   EUNAVFOR mag de vlag van de Europese Unie voeren en op EUNAVFOR-luchtvaartuigen en schepen militaire tekens, titels en officiële symbolen aanbrengen. Op het grondgebied van de gaststaat wordt op de uniformen van het EUNAVFOR-personeel een duidelijk EUNAVFOR-herkenningsteken aangebracht. Nationale vlaggen of tekens van de nationale contingenten die deel uitmaken van de operatie, mogen op de uniformen van EUNAVFOR worden aangebracht, een en ander overeenkomstig het besluit van de commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht.

Artikel 4

Overschrijding van de grenzen en verplaatsingen op het grondgebied van de gaststaat

1.   Het EUNAVFOR-personeel komt het grondgebied van de gaststaat uitsluitend binnen op basis van de uit hoofde van artikel 3, lid 1, afgegeven documenten. Het EUNAVFOR-personeel is bij het betreden en verlaten van, en tijdens het verblijf op het grondgebied van de gaststaat vrijgesteld van alle paspoort- en visumverplichtingen, immigratie- en douanecontroles.

2.   Het EUNAVFOR-personeel is vrijgesteld van de voorschriften van de gaststaat inzake de registratie van en het toezicht op vreemdelingen, maar verwerft geen permanent verblijfs- of woonrecht op het grondgebied van de gaststaat.

3.   EUNAVFOR-materieel en -vervoermiddelen die ter ondersteuning van de operatie het grondgebied van de gaststaat binnenkomen, oversteken of verlaten, zijn vrijgesteld van de verplichting om inventarissen en andere douanedocumenten te verschaffen en zijn niet aan controles onderworpen.

4.   Het EUNAVFOR-personeel mag op en boven het grondgebied van de gaststaat motorvoertuigen, schepen en luchtvaartuigen besturen, op voorwaarde dat het in het bezit is van een geldig nationaal, internationaal of militair rijbewijs, vaarbewijs of vliegbrevet.

5.   De gaststaat garandeert dat EUNAVFOR en het EUNAVFOR-personeel zich op zijn grondgebied, en in zijn wateren en zijn luchtruim vrij kunnen verplaatsen en er vrij kunnen reizen. Vrij verkeer binnen de territoriale zee van de gaststaat houdt in dat onder alle omstandigheden mag worden gestopt en voor anker mag worden gegaan.

6.   EUNAVFOR mag voor de operatie in de wateren en het luchtruim van de gaststaat troepenbewegingen uitvoeren, wapenoefeningen houden, luchtvaartuigen of militaire apparatuur doen opstijgen, doen landen of aan boord nemen.

7.   EUNAVFOR-onderzeeërs hoeven voor de operatie in de territoriale zee van de gaststaat niet aan de oppervlakte te varen en hun vlag te tonen.

8.   EUNAVFOR en het vervoermiddel dat het huurt kan voor de operatie zonder betaling van rechten, vergoedingen, tolgelden, belastingen en soortgelijke heffingen gebruikmaken van openbare wegen, bruggen, veerponten, luchthavens en havens. EUNAVFOR is niet vrijgesteld van betaling van een redelijke vergoeding voor gevraagde en ontvangen diensten op dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de strijdkrachten van de gaststaat.

Artikel 5

Door de gaststaat aan EUNAVFOR verleende voorrechten en immuniteiten

1.   De schepen en luchtvaartuigen van EUNAVFOR zijn onschendbaar. Vertegenwoordigers van de gaststaat mogen deze alleen betreden met toestemming van de commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht.

2.   De schepen en luchtvaartuigen van EUNAVFOR, alsmede de vervoermiddelen, genieten immuniteit van onderzoek, vordering, beslaglegging en executoriale maatregelen.

3.   EUNAVFOR, alsmede zijn schepen, luchtvaartuigen, bezittingen en goederen, ongeacht waar deze zich bevinden en door wie ze worden gehouden, genieten immuniteit van iedere vorm van gerechtelijke procedure.

4.   Het archief en de documenten van EUNAVFOR zijn, te allen tijde en waar ze zich ook bevinden, onschendbaar.

5.   De officiële briefwisseling van EUNAVFOR is onschendbaar. Onder officiële briefwisseling wordt verstaan alle op de operatie en de functies ervan betrekking hebbende briefwisseling.

6.   Wat betreft aangekochte of ingevoerde goederen, verleende diensten en faciliteiten die EUNAVFOR voor de operatie gebruikt, genieten EUNAVFOR, alsmede zijn leveranciers of contractanten, vrijstelling van alle nationale, regionale en gemeentelijke belastingen en heffingen en vergelijkbare rechten. EUNAVFOR geniet geen vrijstelling van belastingen, heffingen en rechten die gelden als betaling van verleende diensten.

7.   De gaststaat laat alle voor de operatie bestemde goederen toe tot zijn grondgebied en verleent daarvoor vrijstelling van alle douanerechten, vergoedingen, tolgelden, belastingen en vergelijkbare heffingen, met uitzondering van kosten voor opslag, vervoer en andere geleverde diensten.

Artikel 6

Door de gaststaat verleende voorrechten en immuniteiten van het EUNAVFOR-personeel

1.   Het EUNAVFOR-personeel is gevrijwaard van enigerlei vorm van aanhouding of vrijheidsbeneming.

2.   De papieren, briefwisseling en bezittingen van EUNAVFOR-personeel zijn onschendbaar.

3.   Het EUNAVFOR-personeel geniet onder alle omstandigheden immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in straf-, burgerlijke en administratieve zaken van de gaststaat.

De betrokken zendstaat of EU-instelling kan afstand doen van deze immuniteit van het EUNAVFOR-personeel ten aanzien van de rechtsmacht. Het afstand doen van de immuniteit dient altijd schriftelijk kenbaar te worden gemaakt.

4.   Indien EUNAVFOR-personeel een procedure inleidt, kan het zich niet beroepen op immuniteit van de rechtsmacht wanneer er een tegenvordering wordt ingesteld die direct verband houdt met de hoofdvordering.

5.   EUNAVFOR-personeel is niet verplicht als getuige op te treden.

6.   Tegen de EUNAVFOR-personeelsleden kunnen geen executoriale maatregelen worden genomen.

7.   De immuniteit van het EUNAVFOR-personeel ten aanzien van de rechtsmacht van de gaststaat houdt voor het personeel geen immuniteit in ten aanzien van de rechtsmacht van de respectieve zendstaten.

8.   Het EUNAVFOR-personeel is vrijgesteld van elke vorm van belasting in de gaststaat over het salaris en de emolumenten die EUNAVFOR of de zendstaten aan het personeel betalen, evenals van iedere belasting op inkomsten die van buiten de gaststaat worden ontvangen.

9.   De gaststaat laat de binnenkomst toe van goederen voor persoonlijk gebruik door EUNAVFOR-personeel en verleent vrijstelling van alle douanerechten, belastingen en daarmee verband houdende heffingen, met uitzondering van heffingen voor opslag, vervoer en dergelijke diensten, een en ander in overeenstemming met eventueel door deze staat aan te nemen wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.

De persoonlijke bagage van EUNAVFOR-personeel wordt vrijgesteld van onderzoek, tenzij er ernstige redenen zijn om te veronderstellen dat de bagage goederen bevat die niet bedoeld zijn voor persoonlijk gebruik door EUNAVFOR-personeel of goederen waarvan de in- of uitvoer bij wet verboden is of onderworpen is aan quarantainebepalingen van de gaststaat. Onderzoek mag slechts plaatsvinden in aanwezigheid van het betrokken EUNAVFOR-personeel of een gemachtigde vertegenwoordiger van EUNAVFOR.

Artikel 7

Strafrechtelijke rechtsmacht

De bevoegde autoriteiten van een zendstaat mogen op het grondgebied van de gaststaat de rechtsmacht in strafzaken en de krijgstuchtrechtelijke rechtsmacht uitoefenen die hun door de wetgeving van de zendstaat verleend wordt met betrekking tot al het EUNAVFOR-personeel dat onder het ter zake doende recht van de zendstaat valt.

Artikel 8

Uniform en wapens

1.   Voor het dragen van het uniform gelden de door de commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht uitgevaardigde voorschriften.

2.   Het militair EUNAVFOR-personeel mag wapens en munitie dragen, op voorwaarde dat de bevelen daarin voorzien.

Artikel 9

Steun van de gaststaat en het sluiten van contracten

1.   Binnen de grenzen van zijn middelen en mogelijkheden helpt de gaststaat bij het voorbereiden, opzetten, uitvoeren en ondersteunen van de operatie.

2.   In elk contract dat EUNAVFOR in de gaststaat sluit, wordt vastgelegd welk recht op het contract van toepassing is.

3.   De gaststaat faciliteert de uitvoering van de contracten die EUNAVFOR ten behoeve van de operatie sluit met commerciële instellingen.

Artikel 10

Overleden EUNAVFOR-personeelsleden

De commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht mag passende regelingen treffen voor de repatriëring van overleden EUNAVFOR-personeelsleden en hun persoonlijke bezittingen.

Artikel 11

Veiligheid van EUNAVFOR

EUNAVFOR mag op het grondgebied en in de binnenwateren van de gaststaat de nodige maatregelen nemen om zijn schepen, luchtvaartuigen en middelen en de schepen die het beschermt tegen iedere aanval of indringing van buitenaf te beschermen.

Artikel 12

Communicatie

EUNAVFOR heeft het recht op onbeperkte communicatie via de radio (met inbegrip van satelliet-, mobiele en draagbare radio’s), telefoon, telegraaf, fax of anderszins. De gaststaat verleent kosteloos toegang tot het frequentiespectrum.

Artikel 13

Schadevorderingen bij overlijden, lichamelijk letsel, en beschadiging of verlies van goederen

1.   EUNAVFOR en EUNAVFOR-personeel zijn niet aansprakelijk voor beschadiging of verlies van bezittingen van burgers of van de overheid die voortvloeien uit operationele behoeften of die het gevolg zijn van activiteiten in verband met verstoringen van de openbare orde of bescherming van EUNAVFOR.

2.   Vorderingen bij beschadiging of verlies van bezittingen van burgers of van de overheid die niet onder lid 1 vallen, evenals vorderingen bij overlijden of lichamelijk letsel van personen en bij beschadiging of verlies van EUNAVFOR-bezittingen, worden langs diplomatieke weg afgehandeld.

3.   In geval van een rechtsvordering die wordt ingesteld in verband met schade aan derden treedt de Republiek Somalië in de plaats van EUNAVFOR. In elk geval betaalt de Republiek Somalië een eventuele schadevergoeding als compensatie voor andere schade aan derden dan die welke bedoeld wordt in lid 1. Indien een dergelijke schadevergoeding aan EUNAVFOR kan worden toegeschreven, wordt het bedrag van de schadevergoeding geheel of gedeeltelijk door EUNAVFOR terugbetaald.

Artikel 14

Contacten en geschillen

1.   Alle vraagstukken in verband met de toepassing van deze overeenkomst worden gezamenlijk onderzocht door vertegenwoordigers van EUNAVFOR en van de bevoegde autoriteiten van de gaststaat.

2.   Bij gebreke van een regeling worden geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen de gaststaat en vertegenwoordigers van de EU.

Artikel 15

Overige bepalingen

1.   Wanneer in deze overeenkomst wordt verwezen naar de immuniteiten, voorrechten en rechten van EUNAVFOR en het EUNAVFOR-personeel, is de overheid van de gaststaat verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan en voor de naleving ervan door de bevoegde lokale autoriteiten van de gaststaat.

2.   Niets in deze overeenkomst is bedoeld of mag worden geïnterpreteerd als een afwijking van eventueel voor een EU-lidstaat of een andere staat die bijdraagt tot EUNAVFOR geldende rechten uit hoofde van andere overeenkomsten.

Artikel 16

Uitvoeringsbepalingen

Ter uitvoering van deze overeenkomst kunnen operationele, administratieve en technische aangelegenheden worden behandeld in afzonderlijke regelingen die worden gesloten tussen de commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht en de administratieve autoriteiten van de gaststaat.

Artikel 17

Inwerkingtreding en beëindiging

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de dag waarop ze wordt ondertekend en blijft van kracht tot de door EUNAVFOR opgegeven datum van vertrek van het laatste element en het laatste personeelslid van EUNAVFOR.

2.   Niettegenstaande lid 1 worden de bepalingen in artikel 4, lid 8, artikel 5, leden 1 tot en met 3, 6 en 7, artikel 6, leden 1, 3, 4, 6, 8 en 9, en artikel 13 geacht te zijn toegepast vanaf de datum waarop het eerste EUNAVFOR-personeel is ingezet indien deze datum eerder viel dan de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

3.   Deze overeenkomst kan worden gewijzigd op basis van schriftelijke onderlinge overeenstemming tussen de partijen.

4.   De opzegging van deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten of verplichtingen die voortvloeien uit de uitvoering van de overeenkomst vóór de opzegging ervan.

Gedaan te Nairobi, 31 december 2008, in twee originelen in de Engelse taal.

Voor de Europese Unie

Voor de gaststaat