Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2012 , van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie in het kader van de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar
Publicatieblad Nr. L 331 van 17/12/2007 blz. 0011 - 0030
20071115 Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2012, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie in het kader van de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar Artikel 1 Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden 1. De krachtens artikel 5 van de Overeenkomst verleende vangstmogelijkheden worden voor een op 1 januari 2007 ingaande periode van zes jaar als volgt vastgesteld: - Sterk migrerende soorten (in bijlage 1 bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982 vermelde soorten) - vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen: 43 vaartuigen - vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 BT: 50 vaartuigen [1] - vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van 100 BT of minder: 26 vaartuigen - Demersale soorten: 5 vaartuigen voor de experimentele visserij met de beug of de grondbeug. 2. Bovengenoemd lid 1 is van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in de artikelen 4 en 5 van dit protocol. 3. Vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Gemeenschap voeren, mogen slechts visserijactiviteiten beoefenen in de visserijzone van Madagaskar indien zij in het bezit zijn van een door Madagaskar in het kader van dit protocol en overeenkomstig de bepalingen in de bijlage bij dit protocol afgegeven geldige visvergunning. Artikel 2 Financiële tegenprestatie — Betalingswijze 1. De in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie bestaat voor de in artikel 1 bedoelde periode uit een bedrag van 864500 EUR per jaar enerzijds, dat overeenkomt met een referentiehoeveelheid van 13300 t per jaar, en een specifiek bedrag van 332500 EUR per jaar anderzijds, dat wordt uitgetrokken voor de ondersteuning en de uitvoering van het sectorale visserijbeleid van Madagaskar. Dit specifieke bedrag maakt integrerend deel uit van de in artikel 7 van de overeenkomst vastgestelde financiële tegenprestatie. 2. Bovengenoemd lid 1 is van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in de artikelen 4, 5, 6 en 7 van het onderhavige protocol. 3. Het in lid 1 genoemde bedrag (1197000 EUR) wordt, zolang dit protocol van toepassing is, elk jaar door de Gemeenschap betaald. 4. Indien de totale vangst van de communautaire vaartuigen in de visserijzones van Madagaskar meer bedraagt dan de referentiehoeveelheid, wordt het bedrag van de jaarlijkse financiële tegenprestatie met 65 EUR per extra gevangen ton verhoogd. De Gemeenschap mag jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in lid 3 vermelde bedrag (2394000 EUR). Indien communautaire vaartuigen meer vangen dan de met het dubbele van het jaarlijkse totaalbedrag overeenstemmende hoeveelheid, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald. 5. De in lid 1 bedoelde financiële tegenprestatie wordt betaald op uiterlijk 31 december 2007 voor het eerste jaar en uiterlijk 28 februari 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012 voor de volgende jaren. 6. Onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 7 valt de beslissing over de bestemming van de tegenprestatie onder de exclusieve bevoegdheid van de autoriteiten van Madagaskar. 7. De financiële tegenprestatie wordt overgemaakt op een rekening van het ministerie van Financiën bij de Centrale Bank van Madagaskar. De gegevens van de rekening zijn: Agence Comptable Centrale du Trésor public bij de Banque Centrale de Madagascar Antaninarenina- Antananarivo- Madagascar — rekeningnummer: 213 101 000 125 TP EUR. Artikel 3 Samenwerking met het oog op een verantwoorde visserij — Wetenschappelijke samenwerking 1. Beide partijen verbinden zich hierbij tot het bevorderen van een verantwoorde visserij in de wateren van Madagaskar zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren aanwezig zijn. 2. Tijdens de duur van dit protocol doen de Gemeenschap en de autoriteiten van Madagaskar het nodige om de ontwikkeling van de toestand van de visbestanden in de visserijzone van Madagaskar te volgen. 3. Beide partijen verbinden zich ertoe de samenwerking op subregionaal niveau op het gebied van de verantwoorde visserij, en met name in het kader van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) en de Commissie voor de Indische Oceaan (IOC), te bevorderen. 4. Overeenkomstig artikel 4 van de overeenkomst plegen de partijen, op basis van de aanbevelingen en de resoluties van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) en het beste beschikbare wetenschappelijke advies, overleg in de in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie om, in voorkomend geval na een wetenschappelijke vergadering op subregionaal niveau, in onderlinge overeenstemming maatregelen vast te stellen voor een duurzaam beheer van de door de communautaire vaartuigen beviste bestanden. Artikel 4 Herziening van de vangstmogelijkheden in onderlinge overeenstemming 1. De in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden kunnen in onderlinge overeenstemming worden verhoogd voor zover uit de conclusies van de in artikel 3, lid 4, bedoelde wetenschappelijke vergadering blijkt dat een dergelijke verhoging het duurzame beheer van de visbestanden van Madagaskar niet schaadt. De in artikel 2, lid 1, bedoelde financiële tegenprestatie wordt dan evenredig verhoogd pro rata temporis. Het totaalbedrag van de door de Europese Gemeenschap betaalde financiële tegenprestatie die betrekking heeft op de referentiehoeveelheid, mag evenwel niet meer bedragen dan het dubbele van het bedrag van de in artikel 2, lid 1, vastgestelde financiële tegenprestatie. Indien de communautaire vaartuigen jaarlijks meer vangen dan het dubbele van 13300 t (d.i. 26600 t), wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald. 2. Wanneer de partijen daarentegen overeenstemming bereiken over de vaststelling van een verlaging van de in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden, wordt de financiële tegenprestatie evenredig verlaagd pro rata temporis. 3. De verdeling van de vangstmogelijkheden tussen verschillende categorieën vaartuigen kan eveneens worden aangepast, mits de partijen hiertoe samen na overleg besluiten, en mits eventuele aanbevelingen van de in artikel 3, lid 4, bedoelde wetenschappelijke vergadering inzake het beheer van de bestanden die de gevolgen van die herverdeling zouden ondervinden, in acht worden genomen. De partijen spreken een overeenkomstige aanpassing van de financiële tegenprestatie af, indien de herverdeling van de vangstmogelijkheden dit rechtvaardigt. Artikel 5 Nieuwe vangstmogelijkheden en experimentele visserij 1. Indien communautaire vissersvaartuigen belangstelling hebben voor visserijactiviteiten die niet in artikel 1 zijn vermeld, raadpleegt de Gemeenschap Madagaskar met het oog op een eventuele vergunning voor die nieuwe activiteiten. In voorkomend geval spreken de partijen de voorwaarden voor deze nieuwe vangstmogelijkheden af en passen zij zo nodig het onderhavige protocol en de daarbij horende bijlage aan. 2. De partijen mogen experimentele visreizen uitvoeren in de visserijzones van Madagaskar, na advies van de in artikel 3, lid 4, bedoelde wetenschappelijke vergadering. Daartoe plegen zij overleg op verzoek van een van de partijen en bepalen per geval nieuwe bestanden, voorwaarden en andere relevante parameters. 3. Beide partijen beoefenen de experimentele visserijactiviteiten in overeenstemming met de in onderling overleg vastgestelde wetenschappelijke en administratieve parameters. Vergunningen voor experimentele visserij worden afgegeven voor maximaal twee proefperiodes van zes maanden te rekenen vanaf een door beide partijen in onderling overleg vastgestelde datum. 4. Wanneer de partijen vaststellen dat de experimentele visreizen positieve resultaten hebben opgeleverd en de ecosystemen zijn beschermd en de mariene biologische rijkdommen in stand zijn gehouden, kunnen volgens de in artikel 4 van het onderhavige protocol bedoelde overlegprocedure nieuwe vangstmogelijkheden worden toegekend aan communautaire vaartuigen, zulks tot het verstrijken van het protocol en naargelang van de toegestane visserijinspanning. Daarbij wordt de financiële tegenprestatie dienovereenkomstig verhoogd. Artikel 6 Schorsing en herziening van de betaling van de financiële tegenprestatie in abnormale omstandigheden 1. Indien abnormale omstandigheden, met uitzondering van natuurverschijnselen, de visserij in de exclusieve economische zone (EEZ) van Madagaskar onmogelijk maken, kan de betaling van de in artikel 2, lid 1, vastgestelde financiële tegenprestatie door de Europese Gemeenschap worden geschorst. Het besluit tot schorsing wordt, na overleg tussen beide partijen, genomen binnen twee maanden volgend op het verzoek van een van beide partijen, en op voorwaarde dat de Europese Gemeenschap op het moment van de schorsing alle verschuldigde bedragen heeft betaald. 2. De betaling van de financiële tegenprestatie wordt hervat zodra de partijen na overleg in onderlinge overeenstemming constateren dat de omstandigheden die aan de basis van de stopzetting van de visserijactiviteiten lagen, verdwenen zijn en/of dat de situatie zodanig is, dat er weer gevist kan worden. 3. De samen met de betaling van de financiële tegenprestatie geschorste geldigheid van de aan communautaire vaartuigen verleende vergunningen wordt verlengd voor een periode gelijk aan de duur van de schorsing van de visserijactiviteiten. Artikel 7 Bevordering van een verantwoorde visserij in de wateren van Madagaskar 1. 80 % van het in artikel 2 vastgestelde totaalbedrag van de financiële tegenprestatie en van de door de reders betaalde rechten wordt jaarlijks aangewend voor de ondersteuning en de uitvoering van initiatieven in het kader van het sectorale visserijbeleid van de regering van Madagaskar. Madagaskar beheert het overeenkomstige bedrag op basis van de doelstellingen die door de twee partijen in onderlinge overeenstemming en overeenkomstig de huidige, op een duurzaam en verantwoord beheer van de sector gerichte prioriteiten van het visserijbeleid van Madagaskar worden vastgesteld, en van de daarmee samenhangende jaarlijkse en meerjarige programmering overeenkomstig onderstaand lid 2. 2. Op voorstel van Madagaskar en met het oog op de tenuitvoerlegging van het bovenstaande lid, stellen de Gemeenschap en Madagaskar in de in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie uiterlijk drie maanden na de datum van inwerkingtreding van het onderhavige protocol een meerjarig sectoraal programma en de daarbij horende uitvoeringsbepalingen vast, waarin met name het volgende is bepaald: a) de op meerjarige en jaarbasis vastgestelde richtsnoeren voor het gebruik van het in bovenstaand lid 1 genoemde deel van de financiële tegenprestatie en het gebruik van de specifieke bedragen voor de jaarlijkse initiatieven; b) de doelstellingen die op meerjarige en jaarbasis moeten worden bereikt om op termijn tot de bevordering van een duurzame en verantwoorde visserij te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten die Madagaskar heeft geformuleerd in het kader van het nationale visserijbeleid of van andere beleidslijnen die met de bevordering van een duurzame en verantwoorde visserij in verband staan of deze kunnen beïnvloeden; c) de criteria en de procedures voor de jaarlijkse beoordeling van de resultaten. 3. Voorstellen tot wijziging van het meerjarige sectorale programma of van het gebruik van de specifieke bedragen voor de elk jaar uit te voeren initiatieven moeten door de twee partijen in de gemengde commissie worden goedgekeurd. 4. Elk jaar wijst Madagaskar het bedrag dat overeenkomt met het in lid 1 bedoelde percentage toe aan de tenuitvoerlegging van het meerjarig programma. Voor het eerste jaar van de geldigheidsduur van het protocol moet deze toewijzing aan de Gemeenschap worden meegedeeld wanneer het meerjarige sectorale programma in de gemengde commissie wordt goedgekeurd. Voor elk daaropvolgend jaar meldt Madagaskar de toewijzing op uiterlijk 1 september van het voorafgaande jaar aan de Gemeenschap. 5. Wanneer de jaarlijkse beoordeling van de resultaten van de uitvoering van het meerjarige sectorale programma dat rechtvaardigt, kan de Europese Gemeenschap een aanpassing vragen van het aan de ondersteuning en uitvoering van het sectorale visserijbeleid van Madagaskar bestede bedrag dat deel uitmaakt van de in artikel 2, lid 1, van dit protocol bedoelde financiële tegenprestatie om het daadwerkelijk voor de uitvoering van het programma toegewezen bedrag aan die resultaten aan te passen. Artikel 8 Geschillen — Schorsing van de toepassing van het protocol 1. De partijen moeten in de in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie, zo nodig in een bijzondere zitting ervan, overleg plegen over eventuele onderlinge geschillen inzake de interpretatie en de toepassing van de in dit protocol vastgestelde bepalingen. 2. Onverminderd artikel 9 kan de toepassing van het protocol op initiatief van een partij worden geschorst, wanneer het geschil tussen de twee partijen als ernstig wordt beschouwd en het overeenkomstig lid 1 in de gemengde commissie gevoerde overleg niet is uitgemond in een minnelijke schikking. 3. De toepassing van het protocol kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt. 4. Bij schorsing blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Zodra een minnelijke schikking is getroffen, wordt de toepassing van het protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie evenredig verlaagd pro rata temporis, naar gelang van de duur van de periode waarin de toepassing van het protocol is geschorst. Artikel 9 Schorsing van de toepassing van het protocol bij niet-betaling Onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 6 kan, wanneer de Gemeenschap de in artikel 2 bedoelde betalingen niet verricht, de toepassing van dit protocol als volgt worden geschorst: a) De bevoegde autoriteiten van Madagaskar stellen de Commissie in kennis van het feit dat de betaling niet heeft plaatsgevonden. De Commissie verricht de nodige controles en gaat zo nodig binnen 60 werkdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving, over tot betaling. b) Indien binnen de in artikel 2, lid 5, gestelde termijn het verschuldigde bedrag niet is betaald of niet is gemotiveerd waarom dat niet is gebeurd, hebben de bevoegde autoriteiten van Madagaskar het recht om de toepassing van het protocol op te schorten. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. c) De toepassing van het protocol wordt hervat zodra het betrokken bedrag is betaald. Artikel 10 Geldend nationaal recht De activiteiten van de communautaire vissersvaartuigen die in de wateren van Madagaskar actief zijn, ressorteren onder Malagassisch recht, behalve indien dat anders is bepaald in de overeenkomst of in dit protocol en de daarbij horende bijlage en aanhangsels. Artikel 11 Intrekking De bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar wordt ingetrokken en vervangen door de bijlage bij dit protocol. Artikel 12 Inwerkingtreding 1. Het onderhavige protocol en de bijlage daarbij treden in werking op de datum waarop de partijen elkaar de voltooiing van de in dit verband te volgen procedures melden. 2. Zij zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2007. [1] De vergunningen die bestemd zijn voor vaartuigen van meer dan 100 BT mogen ook worden gebruikt door vaartuigen van minder dan 100 BT. De forfaitaire bedragen die zijn vastgesteld in hoofdstuk I, afdeling 2, punt 3, van de bijlage zijn evenwel die welke overeenstemmen met de tonnage van het vaartuig. -------------------------------------------------- 20071115 BIJLAGE VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ DOOR COMMUNAUTAIRE VAARTUIGEN IN DE VISSERIJZONE VAN MADAGASKAR HOOFDSTUK I Formaliteiten voor het aanvragen en het afgeven van de vergunningen AFDELING 1 Afgifte van vergunningen 1. Alleen daarvoor in aanmerking komende vaartuigen kunnen een visvergunning krijgen voor de visserijzone van Madagaskar. 2. Een vaartuig komt slechts voor een vergunning in aanmerking als voor de reder, de kapitein en het vaartuig zelf geen verbod tot uitoefening van visserij in Madagaskar geldt. Tevens mogen zij bij Madagaskar geen verplichtingen hebben uitstaan uit hoofde van eerdere visserijactiviteiten in het kader van de met de Gemeenschap gesloten visserijovereenkomsten. 3. De bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap dienen (langs elektronische weg) ten minste 15 werkdagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidsduur bij het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar een aanvraag in voor elk vaartuig dat op grond van de overeenkomst wil vissen of de visserijactiviteit wil ondersteunen. 4. Voor het indienen van de aanvragen bij het voor visserij bevoegde ministerie wordt gebruikgemaakt van het formulier volgens het model in aanhangsel I. De autoriteiten van Madagaskar nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in het kader van de vergunningsaanvraag ontvangen gegevens vertrouwelijk worden behandeld. Deze gegevens worden uitsluitend in het kader van de uitvoering van de visserijovereenkomst gebruikt. 5. Elke vergunningsaanvraag gaat vergezeld van de volgende documenten: - het bewijs van betaling van het forfaitaire voorschot voor de geldigheidsduur van de vergunning; - een door de vlaggenlidstaat voor eensluidend gewaarmerkte kopie van de meetbrief waarop in GT de tonnage van het vaartuig is vermeld; - een recente, gecertificeerde kleurenfoto met een zijaanzicht van het vaartuig. Deze foto moet minstens 15 x 10 cm groot zijn; - een kleurenfotokopie van de registratiemerktekens en roepnaammerktekens [1]. 6. Het bedrag van de visrechten wordt overgemaakt op de door de autoriteiten van Madagaskar opgegeven rekening als vermeld in artikel 2, lid 7, van het protocol. 7. De rechten omvatten alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van havenbelastingen en kosten voor dienstverlening. 8. De vergunningen voor alle vaartuigen worden uiterlijk 15 werkdagen na de datum van ontvangst van alle in punt 5 bedoelde documenten door het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar afgegeven aan de reders of hun vertegenwoordigers, via de delegatie van de Commissie in Madagaskar. 9. De vergunning wordt afgegeven op naam van een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar. 10. Wanneer wordt geconstateerd dat er sprake is van overmacht, kan de vergunning van een bepaald vaartuig op verzoek van de Europese Gemeenschap worden vervangen door een nieuwe vergunning op naam van een ander vaartuig van dezelfde in artikel 1 van het protocol bedoelde categorie als het te vervangen vaartuig, zonder dat hiervoor nieuwe visrechten moeten worden betaald. In dat geval wordt bij de berekening van de vangsten voor de vaststelling van een eventuele aanvullende betaling rekening gehouden met de som van de totale vangsten van beide schepen. 11. De reder van het te vervangen vaartuig of diens vertegenwoordiger zendt de geannuleerde vergunning via de delegatie van de Commissie terug aan het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar. 12. De nieuwe vergunning gaat in op de datum waarop de reder de geannuleerde vergunning heeft teruggezonden aan het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar. De delegatie van de Commissie in Madagaskar wordt van de vergunningsoverdracht in kennis gesteld. 13. De vergunning moet permanent aan boord worden bewaard. De Europese Gemeenschap houdt een ontwerplijst bij van vaartuigen waarvoor een visvergunning is afgegeven overeenkomstig de in dit protocol vastgestelde bepalingen. Deze ontwerplijst wordt meteen na de vaststelling ervan en vervolgens na elke bijwerking ervan aan de autoriteiten van Madagaskar meegedeeld. Vanaf de ontvangst van deze ontwerplijst en van de kennisgeving van de betaling van het voorschot die door de Commissie aan de autoriteiten van de kuststaat is gezonden, wordt het vaartuig door de bevoegde autoriteit van Madagaskar ingeschreven op een lijst van visgerechtigde vaartuigen, die aan de met de visserijcontrole belaste autoriteiten wordt medegedeeld. In dat geval wordt in afwachting van de afgifte van de visvergunning aan de reder een gewaarmerkte kopie van die lijst gezonden en aan boord bewaard in plaats van de visvergunning. 14. De twee partijen komen overeen de invoering te bevorderen van een vergunningssysteem dat uitsluitend steunt op een elektronische uitwisseling van alle hierboven beschreven informatie en documentatie. Beide partijen komen overeen ervoor te zorgen dat de papieren vergunning snel wordt vervangen door een elektronisch equivalent zoals de lijst van vaartuigen die in de visserijzone van Madagaskar mogen vissen. 15. De vergunningen voor ondersteuningsvaartuigen zijn niet onderworpen aan visrechten. Ondersteuningsvaartuigen moeten onder communautaire vlag varen of deel uitmaken van een communautaire onderneming. AFDELING 2 Vergunningsvoorwaarden — visrechten en voorschotten 1. De vergunningen zijn een jaar geldig. Zij kunnen worden vernieuwd. 2. Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug worden de visrechten vastgesteld op 35 EUR per ton die in de visserijzone van Madagaskar wordt gevangen. 3. De vergunningen worden afgegeven na betaling van de volgende forfaitaire bedragen aan de bevoegde nationale autoriteiten: - 3920 EUR per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 112 t per jaar; - 3500 EUR per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 GT, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 100 t per jaar; - 1680 EUR per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug kleiner dan of gelijk aan 100 GT, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 48 t per jaar; - het bedrag van de vergunningen voor de demersale visserij zal later in het kader van de gemengde commissie worden vastgesteld na de proeffase. Tijdens de proeffase worden de vergunningen gratis afgegeven. 4. De lidstaten delen de Commissie elk jaar uiterlijk op 15 juni de vangstgegevens, uitgedrukt in ton, over het voorgaande jaar mee, welke gegevens door de in onderstaand punt 5 bedoelde wetenschappelijke instellingen zijn bevestigd. 5. De definitieve afrekening van de rechten die voor een jaar n verschuldigd zijn, wordt uiterlijk op 31 juli van het jaar n + 1 door de Commissie, via haar delegatie, opgemaakt aan de hand van de door de reders opgestelde vangstaangiften die zijn bevestigd door de voor de verificatie van de vangstgegevens bevoegde wetenschappelijke instellingen van de lidstaten, zoals het Institut de Recherche pour le Développement (IRD), het Instituto Español de Oceanografia (IEO) en het Instituto Português de Investigaçao Maritima (IPIMAR). 6. Deze definitieve afrekening wordt terzelfdertijd aan het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar en aan de reders toegezonden. 7. Elke eventuele extra betaling voor vangsten boven 112 t voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en 100 t voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 GT en 48 t voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug kleiner dan of gelijk aan 100 GT gebeurt door de reders aan de bevoegde nationale autoriteiten van Madagaskar uiterlijk op 31 augustus van het jaar n + 1 op de in lid 6 van afdeling 1 van dit hoofdstuk bedoelde rekening, op basis van 35 EUR per ton. 8. Als het bedrag van de afrekening kleiner is dan het in punt 3 van deze afdeling bedoelde voorschot, wordt het verschil echter niet aan de reder terugbetaald. HOOFDSTUK II Visserijzones 1. De communautaire vaartuigen mogen visserijactiviteiten uitoefenen in de wateren buiten 12 zeemijl vanaf de basislijnen voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug. Er moet een beschermingszone in acht worden genomen van 3 zeemijl rond de visaantrekkende constructies die niet aan communautaire vaartuigen toebehoren. HOOFDSTUK III Regeling inzake vangstaangiften voor vaartuigen die in de wateren van Madagaskar mogen vissen 1. Met het oog op de toepassing van deze bijlage wordt onder de duur van een visreis van een vaartuig van de Gemeenschap in de visserijzone van Madagaskar verstaan: - hetzij de tijd tussen het binnenvaren en het buitenvaren van de visserijzone van Madagaskar; - de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Madagaskar en een overslag in de haven en/of een aanlanding in Madagaskar. 2. Alle vaartuigen die op grond van de overeenkomst in de wateren van Madagaskar mogen vissen, moeten hun vangsten aangeven zodat de autoriteiten van Madagaskar controles kunnen verrichten op de gevangen hoeveelheden die door de bevoegde wetenschappelijke instellingen volgens de in hoofdstuk I, afdeling 2, punt 5, van deze bijlage bedoelde procedure zijn gevalideerd. Vaartuigen met een lengte van meer dan 24 m moeten deze om de 15 kalenderdagen aan het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar meedelen zolang zij zich in de visserijzone van Madagaskar bevinden. De vangsten worden als volgt aangegeven: 2.1. Tijdens een jaarlijkse geldigheidsperiode van de vergunning in de zin van hoofdstuk I, afdeling 2, van deze bijlage hebben de aangiften betrekking op de tijdens elke visreis door het vaartuig gedane vangsten. De op een fysieke drager aangebrachte originele exemplaren van de aangiften worden binnen 45 dagen na de laatste in die periode gemaakte visreis toegezonden aan het Centrum voor visserijtoezicht. Bovendien moeten deze mededelingen gebeuren per fax (+ 261 20 22 490 14) of per elektronische post (csp-mprh@blueline.mg). 2.2. De vaartuigen geven hun vangsten aan met behulp van het formulier volgens het model in aanhangsel 2 (komt overeen met de desbetreffende bladzijde uit het logboek). Met betrekking tot de perioden waarin het vaartuig zich niet in de visserijzone van Madagaskar bevond, wordt de vermelding "Buiten de visserijzone van Madagaskar" in het logboek aangebracht. 2.3. De formulieren moeten leesbaar worden ingevuld en door de kapitein van het vaartuig of zijn wettelijke vertegenwoordiger worden ondertekend. 3. Wanneer de bepalingen van dit hoofdstuk niet worden nageleefd, behoudt de regering van Madagaskar zich het recht voor om de vergunning van het betrokken vaartuig op te schorten totdat de formaliteit is vervuld, en om ten aanzien van de reder van het vaartuig de sanctie toe te passen waarin door de regelgeving van Madagaskar is voorzien. De Commissie en de betrokken vlaggenlidstaat worden hierover ingelicht. 4. De twee partijen komen overeen een systeem voor vangstaangiften te bevorderen dat uitsluitend steunt op een elektronische uitwisseling van alle hierboven beschreven informatie en documentatie. Beide partijen komen overeen ervoor te zorgen dat de schriftelijke aangifte (logbook) snel wordt vervangen door een equivalent in de vorm van een elektronisch bestand. HOOFDSTUK IV Overlading en aanlanding De twee partijen werken samen om de overladings- en aanlandingsmogelijkheden in de havens van Madagaskar te verbeteren. 1. Aanlandingen: De communautaire vaartuigen voor de tonijnvisserij die vrijwillig hun vangsten in een haven van Madagaskar aanlanden, hebben op het in hoofdstuk I, afdeling 2, punt 2, van de bijlage vermelde visrecht een korting van 5 EUR per ton in de visserijzone van Madagaskar gevangen vis. Worden de visserijproducten aan een visverwerkingsfabriek van Madagaskar worden verkocht, dan wordt een extra korting van 5 EUR verleend. Dit mechanisme is voor elk communautair vaartuig van toepassing voor maximaal 50 % van de eindafrekening van de vangsten (zoals omschreven in hoofdstuk III van de bijlage) vanaf het eerste jaar van dit protocol. 2. De uitvoeringsbepalingen voor de controle van de aangelande of overgeladen tonnen vis worden tijdens de eerste bijeenkomst van de gemengde commissie vastgesteld. 3. Evaluatie: Het niveau van de financiële prikkels en het maximumpercentage van de eindafrekening van de vangsten worden in de gemengde commissie aangepast op grond van het sociaaleconomische effect van de in het betrokken jaar aangelande hoeveelheden. HOOFDSTUK V Aanmonstering van zeelieden 1. De reders van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug verbinden zich ertoe onderdanen van de ACS-landen in dienst te nemen onder de hierna vastgestelde voorwaarden en binnen de volgende grenzen: - op de vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen wordt tijdens het seizoen waarin in de visserijzone van derde landen op tonijn wordt gevist, ten minste 20 % van de zeelieden uit de ACS-landen aangemonsterd [2]; - op de vloot van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug wordt tijdens het seizoen waarin in de visserijzone van derde landen wordt gevist, ten minste 20 % van de zeelieden uit de ACS-landen aangemonsterd. 2. De reders spannen zich in om bovenop dit aantal nog meer zeelieden uit de ACS-landen in dienst te nemen. 3. De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die zijn aangemonsterd op communautaire vaartuigen. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep. 4. De arbeidsovereenkomsten van de zeelieden uit de ACS-landen, waarvan de ondertekenende partijen een afschrift ontvangen, worden gesloten tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers. Die overeenkomsten garanderen de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is, met inbegrip van een overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering. 5. Het loon van de ACS-zeelieden komt ten laste van de reder. Het loon wordt vastgesteld in onderling overleg tussen de reders of hun vertegenwoordigers en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of hun vertegenwoordigers. De bezoldigingsvoorwaarden van de ACS-zeelieden mogen evenwel niet ongunstiger zijn dan die welke worden toegepast voor bemanningen uit hun land, en mogen in geen geval ongunstiger zijn dan de IAO-normen. 6. De op de communautaire vaartuigen aangemonsterde zeelieden moeten zich daags vóór de afgesproken datum van aanmonstering melden bij de kapitein van het aangewezen vaartuig. Indien de zeeman zich niet op de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die zeeman aan te monsteren. HOOFDSTUK VI Technische maatregelen De vissersvaartuigen nemen de maatregelen en aanbevelingen van de IOTC voor de regio met betrekking tot het vistuig en de technische specificaties daarvan in acht, alsmede alle andere, voor hun visserijactiviteiten geldende technische maatregelen. HOOFDSTUK VII Waarnemers 1. De vaartuigen die op grond van de overeenkomst een vergunning hebben om in de visserijzones van Madagaskar te vissen, nemen overeenkomstig de onderstaande voorwaarden waarnemers aan boord die door de bevoegde regionale visserijorganisatie (RVO) zijn aangewezen. 1.1. Op verzoek van de bevoegde autoriteit nemen de communautaire vaartuigen een door deze autoriteit aangewezen waarnemer aan boord om de in de wateren van Madagaskar gedane vangsten te controleren. 1.2. De lijst van schepen die zijn aangewezen om een waarnemer aan boord te nemen en de lijst van waarnemers die zijn aangewezen om aan boord te gaan, worden door de bevoegde autoriteit vastgesteld. Deze lijsten worden bijgewerkt. De lijsten worden meteen na de opstelling ervan en vervolgens, rekening houdend met de eventuele bijwerking ervan, om de drie maanden aan de Commissie doorgegeven. 1.3. Bij de afgifte van de vergunning of uiterlijk 15 dagen vóór de datum waarop de waarnemer aan boord moet gaan, deelt de bevoegde autoriteit aan de betrokken reder of diens vertegenwoordiger de naam van de waarnemer mee die is aangewezen om aan boord te gaan van het desbetreffende vaartuig. 2. De waarnemer blijft gedurende één visreis aan boord. Op expliciet verzoek van de bevoegde autoriteiten van Madagaskar kan de periode aan boord, naar gelang van de verwachte gemiddelde duur van de visreizen voor een bepaald vaartuig, evenwel tot meerdere visreizen worden uitgebreid. Een dergelijk verzoek wordt door de bevoegde autoriteit gedaan bij de opgave van de naam van de waarnemer die is aangewezen om aan boord van het desbetreffende vaartuig te gaan. 3. De voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer worden door de reder of diens vertegenwoordiger en de bevoegde autoriteit in onderling overleg vastgesteld. 4. De waarnemer gaat aan boord in een door de reder gekozen haven aan het begin van de eerste visreis die na de mededeling van de lijst van aangewezen vaartuigen plaatsvindt in de viswateren van Madagaskar. 5. De betrokken reders krijgen twee weken de tijd om de data en de havens in de subregio te melden die voor het aan boord nemen van de waarnemers zijn vastgesteld, met dien verstande dat deze melding ten minste tien dagen vóór de waarnemers aan boord gaan, plaatsvindt. 6. Indien de waarnemer in een land buiten de subregio aan boord gaat, zijn de reiskosten van de waarnemer voor rekening van de reder. Als een vaartuig dat een regionale waarnemer aan boord heeft de regionale visserijzone verlaat, wordt alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de waarnemer zo spoedig mogelijk kan terugkeren; de kosten hiervan zijn voor rekening van de reder. 7. Indien de waarnemer zich binnen twaalf uur na het afgesproken tijdstip nog niet op de afgesproken plaats heeft gemeld, is de reder automatisch ontheven van de verplichting hem aan boord te nemen. 8. De waarnemer wordt aan boord als een officier behandeld. Wanneer het vaartuig zich in de wateren van Madagaskar bevindt, verricht hij de volgende taken: 8.1. hij observeert de visserijactiviteiten van de vaartuigen; 8.2. hij controleert de positie van de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn; 8.3. hij verricht bemonsteringsactiviteiten voor biologische doeleinden in het kader van wetenschappelijke programma’s; 8.4. hij noteert welk vistuig wordt gebruikt; 8.5. hij controleert de in het logboek opgenomen gegevens over de vangsten die in de viswateren van Madagaskar zijn gedaan; 8.6. hij controleert de percentages van de bijvangsten en schat de hoeveelheden teruggegooide verhandelbare vis; 8.7. hij deelt aan zijn bevoegde autoriteit met alle geschikte middelen de visserijgegevens mee, waaronder de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst. 9. De kapitein neemt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke en morele veiligheid van de waarnemer bij de uitoefening van zijn taken te garanderen. 10. De waarnemer krijgt alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De kapitein laat de waarnemer de communicatiemiddelen gebruiken die deze voor zijn werk nodig heeft, stelt hem de documenten ter beschikking die rechtstreeks met de visserijactiviteit van het vaartuig verband houden, met inbegrip van het logboek en het navigatieboek, en verleent hem toegang tot de delen van het vaartuig waar hij dient te zijn voor de uitoefening van zijn taak. 11. Tijdens zijn verblijf aan boord gedraagt de waarnemer zich als volgt: 11.1. hij zorgt ervoor dat zijn inscheping en verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen, 11.2. hij laat de goederen en uitrusting aan boord ongemoeid, en eerbiedigt het vertrouwelijke karakter van alle documenten van het desbetreffende vaartuig. 12. Aan het einde van de waarnemingsperiode stelt hij, vóór hij van boord gaat, een verslag van zijn activiteiten op dat wordt overgelegd aan de bevoegde autoriteiten en waarvan een kopie wordt bezorgd aan de Commissie. Hij ondertekent dat verslag in aanwezigheid van de kapitein, die er opmerkingen aan kan toevoegen of laten toevoegen en daarbij zijn handtekening plaatst. De wetenschappelijke waarnemer geeft bij het verlaten van het vaartuig een kopie van het verslag aan de kapitein. 13. De reder moet, op zijn kosten en volgens de mogelijkheden van het vaartuig, zorgen voor kost en logies van de waarnemers, die op dit punt als officier worden behandeld. 14. Het loon en de sociale premies voor de waarnemer zijn voor rekening van de bevoegde autoriteit. 15. De twee partijen gaan zo snel mogelijk met de belanghebbende derde landen aan tafel zitten om een systeem van regionale waarnemers vast te stellen en de bevoegde regionale visserijorganisatie te kiezen. Zolang er nog geen systeem van regionale waarnemers ontwikkeld is, nemen de vaartuigen die op grond van de overeenkomst een vergunning hebben om in de visserijzone van Madagaskar te vissen, in plaats van regionale waarnemers, waarnemers aan boord die door de bevoegde autoriteiten van Madagaskar zijn aangewezen, overeenkomstig de hierboven uiteengezette regels. HOOFDSTUK VIII Controle 1. Overeenkomstig het bepaalde in punt 13 houdt de Europese Gemeenschap een ontwerplijst bij van vaartuigen waarvoor een visvergunning is afgegeven overeenkomstig de in dit protocol vastgestelde bepalingen. Deze lijst wordt meteen na de vaststelling ervan en vervolgens na elke bijwerking ervan meegedeeld aan de voor de visserijcontrole bevoegde autoriteiten van Madagaskar. 2. Vanaf de ontvangst van deze ontwerp-lijst en de kennisgeving van de betaling van het voorschot die door de Commissie aan de autoriteiten van de kuststaat is gezonden, wordt het vaartuig door de bevoegde autoriteit van Madagaskar ingeschreven op een lijst van visgerechtigde vaartuigen, die aan de met de visserijcontrole belaste autoriteiten wordt medegedeeld. In dat geval wordt in afwachting van de afgifte van de visvergunning aan de reder een gewaarmerkte kopie van die lijst gezonden en aan boord bewaard in plaats van de visvergunning. 3. Binnenvaren en buitenvaren van de zone: 3.1. De communautaire vaartuigen delen de voor de visserijcontrole bevoegde autoriteiten van Madagaskar ten minste 3 uur op voorhand mee dat zij van plan zijn de visserijzone van Madagaskar binnen te varen of buiten te varen; voorts delen zij de totale hoeveelheden en de soorten aan boord mee volgens het model in de bijlage. Een meegedeeld voornemen tot binnenvaren dat zonder gevolg blijft, moet per fax of e-mail worden geannuleerd. Het Centrum voor visserijtoezicht is verplicht om voor elk bericht van binnenvaren/buitenvaren een ontvangstbewijs rechtstreeks aan het vissersvaartuig en/of de reder per e-mail toe te zenden. 3.2. Bij het verlaten van de visserijzone geven de vaartuigen tevens hun positie door. Deze mededelingen worden bij voorkeur per fax doorgestuurd (+ 261 20 22 490 14) of per e-mail (csp-mprh@blueline.mg); vaartuigen die daarmee niet zijn uitgerust, mogen hun gegevens meedelen via de radio (oproepcode BLU, uitsluitend tijdens in Madagaskar geldende werkdagen en werkuren, frequentie 8754,00 Mhz. De roepnaam van het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar is "CHARLIE SIERRA PAPA"). 3.3. Vaartuigen die hun aanwezigheid niet bij de bevoegde autoriteit van Madagaskar hebben gemeld en toch op de uitoefening van visserijactiviteiten worden betrapt, worden beschouwd als vaartuigen in overtreding. 3.4. De fax- en telefoonnummers en het e-mailadres worden eveneens meegedeeld bij het afgeven van de visvergunning. 3.5. Bij de ontvangst van de berichten van binnenvaren en/of buitenvaren van de visserijzone behouden de autoriteiten van Madagaskar zich het recht voor te besluiten vangsten van de beugvisserij van meer dan 250 GT te controleren op basis van een steekproef van ongeveer 10 % van de betrokken vloot. Deze controles vinden plaats in de dichtstbijzijnde haven of op een controlepunt in zee. 4. Controleprocedures 4.1. De kapiteins van de communautaire vaartuigen die in de visserijwateren van Madagaskar vissen, moeten iedere met de inspectie en controle van de visserijactiviteiten belaste ambtenaar van Madagaskar het aan boord gaan toestaan en vergemakkelijken en hem bijstaan bij het vervullen van zijn taken. 4.2. Deze ambtenaren mogen niet langer aan boord blijven dan voor het uitvoeren van hun taken nodig is. 4.3. Na elke inspectie en controle wordt aan de kapitein van het vaartuig een attest afgegeven. 5. Satellietcontrole Alle op grond van deze overeenkomst visgerechtigde communautaire vaartuigen worden overeenkomstig de bepalingen in aanhangsel 4 gevolgd via satelliet. 6. Aanhouding 6.1. Wanneer een vaartuig van de Gemeenschap in de visserijwateren van Madagaskar wordt aangehouden of een sanctie op een dergelijk vaartuig wordt toegepast, stellen de bevoegde autoriteiten van Madagaskar de vlaggenstaat en de Commissie daarvan binnen 24 uur schriftelijk in kennis. 6.2. De vlaggenstaat en de Commissie ontvangen tegelijkertijd een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de aanhouding. 7. Proces-verbaal van de aanhouding 7.1. De kapitein van het vaartuig moet het proces-verbaal waarin de geconstateerde feiten door de bevoegde autoriteit van Madagaskar zijn opgetekend, ondertekenen. 7.2. Deze ondertekening heeft geen consequenties ten aanzien van de rechten en de middelen die de kapitein te zijner verdediging kan doen gelden met betrekking tot de overtreding die hem ten laste wordt gelegd. Weigert hij het document te ondertekenen, dan moet hij dit schriftelijk motiveren en de inspecteur brengt de vermelding "weigert te ondertekenen" aan. 7.3. De kapitein moet zijn vaartuig naar de door de autoriteiten van Madagaskar opgegeven haven brengen. Bij een lichte overtreding kan de bevoegde autoriteit van Madagaskar het aangehouden vaartuig toestaan zijn visserijactiviteiten voort te zetten. 8. Overlegvergadering bij aanhouding 8.1. Voordat ten aanzien van de kapitein, de bemanning van het vaartuig, de lading of de uitrusting van het vaartuig maatregelen in overweging worden genomen — tenzij het maatregelen betreft om bewijsmateriaal over de vermoedelijke overtreding veilig te stellen — wordt één werkdag na ontvangst van de hierboven bedoelde gegevens een overlegvergadering gehouden tussen de Commissie en de bevoegde autoriteiten van Madagaskar, eventueel in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de betrokken lidstaat. 8.2. Tijdens dit overleg verstrekken de partijen elkaar alle documenten of inlichtingen die de omstandigheden van de geconstateerde feiten kunnen helpen ophelderen. De reder of zijn vertegenwoordiger wordt in kennis gesteld van de uitkomst van dit overleg en van alle maatregelen die naar aanleiding van de aanhouding kunnen worden genomen. 9. Afwikkeling van de aanhouding 9.1. Voordat een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, wordt ernaar gestreefd de vermoedelijke overtreding via een schikkingsprocedure af te handelen. Deze procedure moet uiterlijk binnen drie werkdagen na de aanhouding zijn afgewikkeld. 9.2. Bij een minnelijke schikking wordt het bedrag van de boete vastgesteld overeenkomstig de regelgeving van Madagaskar. 9.3. Als de zaak niet via een minnelijke schikking kan worden afgehandeld en door een bevoegde rechterlijke instantie in behandeling moet worden genomen, stelt de reder bij een door de bevoegde autoriteiten van Madagaskar opgegeven bank een bankgarantie die wordt vastgesteld met inachtneming van de met de aanhouding gepaard gaande kosten, de boetesom en de vergoedingen die moeten worden betaald door degenen die verantwoordelijk zijn voor de overtreding. 9.4. De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is voltooid. Indien de procedure niet tot een veroordeling heeft geleid, wordt de bankgarantie vrijgegeven. Als bij veroordeling de boete kleiner is dan de gestelde bankgarantie, wordt het saldo na de uitspraak vrijgegeven door de bevoegde autoriteiten van Madagaskar. 9.5. Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning wordt gemachtigd de haven te verlaten: - zodra aan de bij de schikkingsprocedure vastgestelde verplichtingen is voldaan, of - zodra, in afwachting van de voltooiing van de gerechtelijke procedure, een bankgarantie als bedoeld in punt 9.3 is gesteld en deze door de bevoegde autoriteiten van Madagaskar is aanvaard. 10. Overlading 10.1. Communautaire vaartuigen die hun vangsten in de wateren van Madagaskar willen overladen, doen dat in de havens of op de rede van de havens van Madagaskar. 10.2. De reders van die vaartuigen stellen de bevoegde autoriteiten van Madagaskar ten minste 24 uur van tevoren in kennis van: - de naam van de vissersvaartuigen waaruit wordt overgeladen; - de naam, het IMO-nummer en de vlag van het vrachtschip; - de overgeladen hoeveelheid (in ton) van elke soort; - dag en plaats van de overlading. 10.3. Overlading wordt beschouwd als het buitenvaren van de visserijzone van Madagaskar. De kapiteins van de vaartuigen moeten de vangstaangiften derhalve bij de bevoegde autoriteiten van Madagaskar indienen en meedelen of zij voornemens zijn door te gaan met vissen dan wel de visserijzone van Madagaskar te verlaten. 10.4. Overladen op andere wijze dan hierboven beschreven is niet toegestaan in de visserijzone van Madagaskar. Overtredingen worden bestraft met de sancties waarin de geldende regelgeving van Madagaskar voorziet. 11. Kapiteins van communautaire vaartuigen die hun vangst in een haven van Madagaskar aanlanden of overladen, moeten de controle op deze verrichtingen door Malagassische inspecteurs toestaan en vergemakkelijken. Na elke inspectie en controle in de haven wordt aan de kapitein van het vaartuig een attest afgegeven. [1] Conform de internationale normen. [2] Op de totale Europese vloot moeten minstens 70 zeelieden uit de lidstaten van de IOTC afkomstig zijn. -------------------------------------------------- 20071115 Aanhangsels 1. Formulier voor het aanvragen van een vergunning 2. ICCAT-logboek 3. Bepalingen voor het satellietvolgsysteem voor vaartuigen (VMS) en coördinaten van de visserijzone van Madagaskar -------------------------------------------------- 20071115 AANHANGSEL 1 MINISTERIE VAN VISSERIJ VAN MADAGASKAR Nieuwe aanvraag voor of verlenging van [1] een vergunning voor buitenlandse vaartuigen die de industriële visserij beoefenen 1. Naam van de reder: 2. Adres van de reder: 3. Naam van de vertegenwoordiger of de zaakgelastigde (in voorkomend geval): 4. Adres van de vertegenwoordiger of plaatselijk zaakgelastigde van de reder (in voorkomend geval): 5. Naam van de kapitein: 6. Naam van het vaartuig: 7. Registratienummer: 8. Fax: 9. E-mail: 10. Radiocode: 11. Bouwjaar en -plaats: 12. Nationaliteit van de vlag: 13. Haven van registratie: 14. Uitrustingshaven: 15. Lengte (over alles): 16. Breedte: 17. Brutotonnage (in GT): 18. Inhoud van het scheepsruim: 19. Koel- en vriescapaciteit: 20. Motortype en -vermogen: 21. Vistuig: 22. Aantal zeelieden: 23. Communicatiesysteem: 24. Roepnaam: 25. Herkenningstekens: 26. Uit te voeren visserijactiviteiten: 27. Haven van aanlanding: 28. Visserijzones: 29. Soorten waarop zal worden gevist: 30. Geldigheidsduur: 31. Speciale voorwaarden: Advies van het directoraat-generaal visserij en aquacultuur: Opmerkingen van het voor visserij bevoegde ministerie: (1) Doorhalen wat niet van toepassing is. +++++ TIFF +++++ [1] Doorhalen wat niet van toepassing is. -------------------------------------------------- 20071115 AANHANGSEL 2 Logboek voor de visserij op tonijn Naam van het vaartuig: Brutotonnage: Maand Dag Jaar Haven Vlaggenstaat: Capaciteit (MT): Registratienummer: Kapitein: VERTREK vaartuig Reder: Aantal bemanningsleden: Adres: Datum van het rapport: TERUGKEER vaartuig: Beug Levend aas Ringzegen Sleepnet of trawl Andere (Auteur van het verslag): Aantal dagen op zee Aantal visdagen: Aantal uitzetten: Nummer visreis: Datum Sector Temp. oppervlak-tewater (°C) Visserij-inspan-ning Gebruikt aantal haken Capturas (Vangsten) Isco usado na pesca (Gebruikt aas) Maand Dag Breedtegraad N/Z Lengtegraad O/W Blauwvintonijn Geelvintonijn (Grootoog- tonijn) (Witte tonijn) (Zwaardvis) (Gestreepte marlijn) (Witte marlijn) (Zwarte marlijn) (Zeilvis) Gestreepte tonijn Dagtotaal Thunnus thynnus of maccoyi Thunnus albacares Thunnus obesus Thunnus alalunga Xiphias gladius Tetraptunus audax of albidus Makaira indica Istiophorus albicane of platypterus Katsuwonus pelamis (Diverse soorten) (alleen gewicht in kg) Geep Inktvis Levend aas (Andere) Aantal Gewicht in kg Aantal kg Aantal kg Aantal kg Aantal kg Aantal kg Aantal kg Aantal kg Aantal kg Aantal kg Aantal kg AANGELAND GEWICHT (IN KG) Opmerkingen: 1 — Gebruik één blad per maand en 1 regel per dag. 2 — Na afloop van elke reis een afschrift van het formulier bezorgen aan uw correspondent of aan ICCAT, Calle Corazón de María, 8, 28002 Madrid Spanje. 3 — Met „dag” wordt bedoeld de dag van het uitzetten van de lijn. 4 — „Visserijzone” betekent de positie van het vaartuig. Minuten afronden en breedte- en lengtegraden opgeven. Niet vergeten N/Z en O/W te vermelden. 5 — Onderste regel — aangeland gewicht — pas invullen aan het einde van de reis. Op te geven is het daadwerkelijke gewicht bij het lossen van het vaartuig. 6 — Alle gegevens van dit formulier worden strikt vertrouwelijk behandeld. +++++ TIFF +++++ -------------------------------------------------- 20071115 AANHANGSEL 3 Coordonnées (latitudes et longitudes de la zone pêche (ZP) de Madagascar (voir aussi carte géographique annexée en appendice 4) | Coordonnées en deg. déc. | Coordonnées en deg. mn | Réf | X | Y | X | Y | A | 49,40 | –10,3 | 49°24′E | 10°18′S | B | 51 | –11,8 | 51°0′E | 11°48′S | C | 53,3 | –12,7 | 53°18′E | 12°42′S | D | 52,2 | –16,3 | 52°12′E | 16°18′S | E | 52,8 | –18,8 | 52°48′E | 18°48′S | F | 52 | –20,4 | 52°0′E | 20°24′S | G | 51,8 | –21,9 | 51°48′E | 21°54′S | H | 50,4 | –26,2 | 50°24′E | 26°12′S | I | 48,3 | –28,2 | 48°18′E | 28°12′S | J | 45,4 | –28,7 | 45°24′E | 28°42′S | K | 41,9 | –27,8 | 41°54′E | 27°48′S | L | 40,6 | –26 | 40°36′E | 26°0′S | M | 41,8 | –24,3 | 41°48′E | 24°18′S | N | 41,6 | –20,8 | 41°36′E | 20°48′S | O | 41,4 | –19,3 | 41°24′E | 19°18′S | P | 43,2 | –17,8 | 43°12′E | 17°48′S | Q | 43,4 | –16,9 | 43°24′E | 16°54′S | R | 42,55 | –15,6 | 42°33′E | 15°36′S | S | 43,15 | –14,35 | 43°9′E | 14°21′S | T | 45 | –14,5 | 45°0′E | 14°30′S | U | 46,8 | –13,4 | 46°48′E | 13°24′S | V | 48,4 | –11,2 | 48°24′E | 11°12′S | -------------------------------------------------- 20071115 AANHANGSEL 4 Visserijzones van Madagaskar Échelle: 1/14 000 000 e Édition: Septembre 2003. Zone de pêche de Madagascar: — À l'ouest: Calage de la zone de pêche de Madagascar sur la zone de pêche française, — Au sud et au sud-est: Calage sur la ligne des 200 milles calculée à partir de trait de côte, — Au nord et à l'est: Calage sur la zone de pêche calculée par la méthode des équidistances, — Simplification de la délimitation à partir de points de référence. +++++ TIFF +++++ --------------------------------------------------