22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 339/14


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 114/2005

van 30 september 2005

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-Overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 97/2005 van het Gemengd Comité van de EER van 8 juli 2005 (1).

(2)

Richtlijn 2004/115/EG van de Commissie van 15 december 2004 tot wijziging van Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat de daarin vastgestelde maximumgehalten voor bepaalde residuen van bestrijdingsmiddelen betreft (2), zoals gerectificeerd bij PB L 5 van 7.1.2005, blz. 26, en PB L 72 van 18.3.2005, blz. 50, moet in de overeenkomst worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In hoofdstuk XII van bijlage II bij de overeenkomst wordt in punt 54 (Richtlijn 90/642/EEG van de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32004 L 0115: Richtlijn 2004/115/EG van de Commissie van 15 december 2004 (PB L 374 van 22.12.2004, blz. 64), zoals gerectificeerd in PB L 5 van 7.1.2005, blz. 26 en PB L 72 van 18.3.2005, blz. 50.”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2004/115/EG, zoals gerectificeerd bij PB L 5 van 7.1.2005, blz. 26 en PB L 72 van 18.3.2005, blz. 50, zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2005 mits alle in artikel 103, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 30 september 2005.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

ZDH Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN


(1)  PB L 306 van 24.11.2005, blz. 24.

(2)  PB L 374 van 22.12.2004, blz. 64.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.