24.11.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 306/18 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 95/2005
van 8 juli 2005
tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-Overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage I bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 30/2005 van het Gemengd Comité van de EER van 11 maart 2005 (1). |
(2) |
Beschikking 2004/842/EG van de Commissie van 1 december 2004 tot vaststelling van uitvoeringsregels volgens welke de lidstaten toestemming kunnen geven voor het in de handel brengen van zaai- of pootgoed van rassen waarvoor de opname in de nationale rassenlijst voor landbouw- of groentegewassen is aangevraagd (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Beschikking 2004/893/EG van de Commissie van 20 december 2004 betreffende het tijdelijk in de handel brengen van bepaald zaaizaad van de soort Secale cereale dat niet aan de eisen van Richtlijn nr. 66/402/EEG van de Raad voldoet (3) moet in de Overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Beschikking 2004/894/EG van de Commissie van 20 december 2004 betreffende het tijdelijk in de handel brengen van bepaald zaaizaad van de soort Triticum aestivum dat niet aan de eisen van Richtlijn nr. 66/402/EEG van de Raad voldoet (4) moet in de Overeenkomst worden opgenomen. |
(5) |
Beschikking 2005/5/EG van de Commissie van 27 december 2004 tot vaststelling van de voorschriften voor de uitvoering van de communautaire vergelijkende proeven en tests voor zaaizaad en teeltmateriaal van bepaalde landbouw- en groentegewassen en wijnstokken op grond van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 92/33/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG van de Raad voor 2005 tot en met 2009 (5) moet in de Overeenkomst worden opgenomen, |
BESLUIT:
Artikel 1
In deel 2 van hoofdstuk III van bijlage I bij de Overeenkomst worden na punt 35 (Beschikking nr. 2004/371/EG van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
„36. |
32004 D 0842: Beschikking 2004/842/EG van de Commissie van 1 december 2004 tot vaststelling van uitvoeringsregels volgens welke de lidstaten toestemming kunnen geven voor het in de handel brengen van zaai- of pootgoed van rassen waarvoor de opname in de nationale rassenlijst voor landbouw- of groentegewassen is aangevraagd (PB L 362 van 9.12.2004, blz. 21). Voor de toepassing van deze Overeenkomst worden de bepalingen van de beschikking als volgt gelezen: Verwijzingen naar andere besluiten in de beschikking worden relevant geacht voor zover en in de vorm waarin deze in de Overeenkomst zijn opgenomen. |
37. |
32004 D 0893: Beschikking 2004/893/EG van de Commissie van 20 december 2004 betreffende het tijdelijk in de handel brengen van bepaald zaaizaad van de soort Secale cereale dat niet aan de eisen van Richtlijn nr. 66/402/EEG van de Raad voldoet (PB L 375 van 23.12.2004, blz. 31). |
38. |
32004 D 0894: Beschikking 2004/894/EG van de Commissie van 20 december 2004 betreffende het tijdelijk in de handel brengen van bepaald zaaizaad van de soort Triticum aestivum dat niet aan de eisen van Richtlijn nr. 66/402/EEG van de Raad voldoet (PB L 375 van 23.12.2004, blz. 33). |
39. |
32005 D 0005: Beschikking 2005/5/EG van de Commissie van 27 december 2004 tot vaststelling van de voorschriften voor de uitvoering van de communautaire vergelijkende proeven en tests voor zaaizaad en teeltmateriaal van bepaalde landbouw- en groentegewassen en wijnstokken op grond van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 92/33/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG van de Raad voor 2005 tot en met 2009 (PB L 2 van 5.1.2005, blz. 12). Voor de toepassing van deze Overeenkomst worden de bepalingen van de beschikking als volgt gelezen: Verwijzingen naar andere besluiten in de beschikking worden relevant geacht voor zover en in de vorm waarin deze in de Overeenkomst zijn opgenomen.”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en Noorse taal van Beschikkingen 2004/842/EG, 2004/893/EG, 2004/894/EG en 2005/5/EG zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 9 juli 2005, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (6).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 8 juli 2005.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
ZD Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 198 van 28.7.2005, blz. 18.
(2) PB L 362 van 9.12.2004, blz. 21.
(3) PB L 375 van 23.12.2004, blz. 31.
(4) PB L 375 van 23.12.2004, blz. 33.
(5) PB L 2 van 5.1.2005, blz. 12.
(6) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.