22005A0713(01)

Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte

Publicatieblad Nr. L 182 van 13/07/2005 blz. 0012 - 0019


Overeenkomst

voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna "de Gemeenschap" genoemd)

enerzijds,

en

DE ARABISCHE REPUBLIEK EGYPTE (hierna "Egypte" genoemd)

anderzijds,

hierna de "partijen",

GELET OP het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 170 juncto artikel 300, lid 2, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea;

GELET OP Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 [1] betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006);

OVERWEGENDE het belang van wetenschap en technologie voor beider economische en sociale ontwikkeling en de verwijzing hiernaar in artikel 43 van de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, welke overeenkomst op 25 juni 2001 is ondertekend;

ZIJN OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:

Artikel 1

Toepassingsgebied en beginselen

1. De partijen bevorderen, ontwikkelen en faciliteren samenwerkingsactiviteiten tussen de Gemeenschap en Egypte op gebieden van gemeenschappelijk belang waarop zij wetenschappelijke en technologische onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten ontplooien.

2. De samenwerkingsactiviteiten worden uitgevoerd op basis van onderstaande beginselen:

- bevordering van een kennismaatschappij om de sociale en economische ontwikkeling van beide partijen te stimuleren;

- wederzijds nut op basis van een algeheel evenwichtige verdeling van de voordelen;

- wederzijdse toegang tot de activiteiten van de onderzoeksprogramma’s en -projecten van elke partij;

- tijdige uitwisseling van informatie die van invloed kan zijn op de samenwerkingsactiviteiten;

- passende uitwisseling en bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten.

Artikel 2

Vormen van samenwerking

1. In Egypte gevestigde juridische entiteiten, zoals gedefinieerd in bijlage I, inclusief natuurlijke personen of privaat- of publiekrechtelijke rechtspersonen, nemen aan de werkzaamheden onder contract van het Kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (hierna het "EG-Kaderprogramma" genoemd) deel onder dezelfde voorwaarden als die welke van toepassing zijn op de juridische entiteiten van de lidstaten van de Europese Unie, behoudens de voorwaarden vastgesteld bij of bedoeld in de bijlagen I en II.

2. Juridische entiteiten die gevestigd zijn in de lidstaten van de Europese Gemeenschap nemen deel aan de onderzoeksprogramma’s en -projecten in Egypte wat betreft onderwerpen die overeenstemmen met die van het EG-Kaderprogramma onder dezelfde voorwaarden als juridische entiteiten uit Egypte, behoudens de voorwaarden vastgesteld bij of bedoeld in de bijlagen I en II.

3. De samenwerking kan tevens volgende vormen aannemen:

- regelmatige discussies over de hoofdlijnen en prioriteiten van het onderzoeksbeleid en de onderzoeksplanning in Egypte en de Gemeenschap;

- discussies over de vooruitzichten en ontwikkeling van de samenwerking;

- tijdige verschaffing van informatie over de tenuitvoerlegging van programma’s en onderzoeksprojecten van Egypte en de Gemeenschap en over de resultaten van de in het kader van deze overeenkomst verrichte werkzaamheden;

- gezamenlijke vergaderingen;

- bezoeken en uitwisselingen van onderzoekers, ingenieurs en technici, inclusief voor opleidingsdoeleinden;

- uitwisseling en gezamenlijk gebruik van uitrusting en materiaal;

- geregelde en permanente contacten tussen programma- of projectbeheerders van Egypte en de Gemeenschap;

- deelname van deskundigen aan seminars, symposia en workshops;

- uitwisselingen van informatie over praktijken, wetten, voorschriften en programma’s die relevant zijn voor de samenwerking in het kader van deze overeenkomst;

- opleiding inzake onderzoek en technologische ontwikkeling;

- wederzijdse toegang tot wetenschappelijke en technologische informatie binnen het kader van deze samenwerking;

- elke andere modaliteit vastgesteld door het Gezamenlijk Comité voor wetenschappelijke en technische samenwerking EG-Egypte, zoals gedefinieerd in artikel 4, en in overeenstemming geacht met de in beide partijen van toepassing zijnde beleidslijnen en procedures.

Artikel 3

Versterking van de samenwerking

1. De partijen stellen alles in het werk om in het kader van hun toepasselijke wetgeving het vrije verkeer en het verblijf van onderzoekers die aan de onder deze overeenkomst vallende activiteiten deelnemen, en het grensoverschrijdende verkeer van goederen die bestemd zijn om in het kader van die activiteiten te worden gebruikt, te faciliteren.

2. Voorzover de Gemeenschap in overeenstemming met haar eigen regels eenzijdig financiering toekent aan een juridische entiteit van Egypte die deelneemt aan een communautaire werkzaamheid onder contract, draagt Egypte er zorg voor dat die transactie aan geen lasten of heffingen wordt onderworpen.

Artikel 4

Beheer van de overeenkomstGezamenlijk Comité voor wetenschappelijke en technologische samenwerking EG-Egypte

1. De coördinatie en facilitering van de activiteiten krachtens deze overeenkomst geschiedt namens Egypte door de Academie voor wetenschappelijk onderzoek en technologie en namens de Gemeenschap door de diensten van de Commissie belast met het Kaderprogramma die optreden als uitvoerend orgaan van de partijen (hierna "de Uitvoerende Organen" genoemd).

2. De Uitvoerende Organen richten een gezamenlijk comité op, het "Gezamenlijk Comité voor wetenschappelijke en technologische samenwerking EG-Egypte" (hierna "het Gezamenlijk Comité" genoemd), met onder meer de volgende taken:

- verzekeren, evalueren en toetsen van de uitvoering van deze overeenkomst en wijzigen van de bijlagen of vaststellen van nieuwe bijlagen om rekening te houden met de ontwikkelingen van het wetenschappelijke beleid van de partijen, behoudens naleving door elk van de partijen van de interne procedures in dat verband;

- vaststellen, op jaarlijkse basis, van potentiële sectoren waar samenwerking moet worden ontwikkeld en verbeterd en onderzoeken van maatregelen in dat verband;

- regelmatige discussies houden over de toekomstige hoofdlijnen en prioriteiten van het onderzoeksbeleid en de onderzoeksplanning in Egypte en de Gemeenschap en over de vooruitzichten voor toekomstige samenwerking in het kader van deze overeenkomst.

3. Het Gezamenlijk Comité, dat zal bestaan uit vertegenwoordigers van de Uitvoerende Organen, stelt zijn reglement van orde vast.

4. Het Gezamenlijk Comité komt minstens eenmaal per jaar, afwisselend in de Gemeenschap en in Egypte, bijeen. Buitengewone vergaderingen worden op verzoek van een van beide partijen gehouden. De conclusies en aanbevelingen van het Gezamenlijk Comité worden ter informatie toegezonden aan het Associatiecomité van de Europees-mediterrane overeenkomst tussen de Europese Unie en de Arabische Republiek Egypte.

Artikel 5

Financiering

De wederzijdse deelname aan de onderzoeksactiviteiten krachtens deze overeenkomst is geregeld overeenkomstig de voorwaarden in bijlage I en is onderworpen aan de wetgeving, voorschriften, beleidslijnen en voorwaarden voor de uitvoering van de programma’s die van kracht zijn op het grondgebied van elke partij.

Artikel 6

Verspreiding en gebruik van resultaten en informatie

De verspreiding en het gebruik van behaalde en/of uitgewisselde resultaten en informatie en het beheer, de toekenning en uitoefening van intellectuele-eigendomsrechten die voortvloeien uit de onderzoeksactiviteiten in het kader van deze overeenkomst zijn onderworpen aan de voorwaarden in bijlage II.

Artikel 7

Slotbepalingen

1. De bijlagen I en II maken integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Alle vraagstukken of geschillen in verband met de interpretatie of tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden in onderlinge overeenstemming tussen de partijen geregeld.

2. Deze overeenkomst treedt in werking wanneer de partijen elkaar in kennis hebben gesteld dat hun interne procedures voor de sluiting ervan voltooid zijn. In afwachting dat de partijen hun interne procedures voor de sluiting van deze overeenkomst voltooien, passen zij deze bij ondertekening voorlopig toe.

Mocht een partij de andere partij in kennis stellen dat zij de overeenkomst niet zal sluiten, dan wordt hierbij wederzijds overeengekomen dat projecten en activiteiten die zijn gestart in het kader van deze voorlopige toepassing en die nog aan de gang zijn op het moment van de hierboven bedoelde kennisgeving onder de in deze overeenkomst neergelegde voorwaarden worden voortgezet totdat zij voltooid zijn.

3. Elk van beide partijen kan deze overeenkomst te allen tijde beëindigen met een opzegtermijn van twaalf maanden.

Projecten en activiteiten die op het ogenblik waarop deze overeenkomst wordt beëindigd, gaande zijn, worden onder de in deze overeenkomst neergelegde voorwaarden voortgezet totdat zij zijn voltooid.

4. Mocht een van de partijen besluiten haar onderzoeksprogramma’s en -projecten zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, te wijzigen, dan stelt het Uitvoerend Orgaan van deze partij het Uitvoerend Orgaan van de andere partij in kennis van de precieze inhoud van deze wijzigingen.

In afwijking van lid 2, tweede alinea, kan deze overeenkomst onder onderling overeengekomen voorwaarden worden beëindigd mocht een van de partijen binnen één maand na de vaststelling van de in de eerste alinea bedoelde herzieningen de andere partij in kennis stellen van haar voornemen deze overeenkomst te beëindigen.

5. Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op de territoria waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap geldt en onder de in dat verdrag neergelegde voorwaarden en, anderzijds, op het territorium van de Arabische Republiek Egypte. Dit vormt geen beletsel voor de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten op open zee, in de ruimte of op het grondgebied van derde landen volgens de regels van internationaal recht.

6. Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Arabische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Hecho en El Cairo, el veintiuno de junio de dos mil cinco.

Udfærdiget i Kairo den enogtyvende juni to tusind og fem.

Geschehen zu Kairo am einundzwanzigsten Juni zweitausendfünf.

Έγινε στο Κάιρο, στις είκοσι μία Ιουνίου δύο χιλιάδες πέντε.

Done at Cairo on the twenty-first day of June in the year two thousand and five.

Fait au Caire, le vingt-et-un juin deux mille cinq.

Fatto a il Cairo, addì ventuno giugno duemilacinque.

Gedaan te Kaïro, de eenentwintigste juni tweeduizend vijf.

Feito no Cairo, em vinte e um de Junho de dois mil e cinco.

Tehty Kairossa kahdentenakymmenentenäensimmäisenä päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattaviisi.

Som skedde i Kairo den tjugoförsta juni tjugohundrafern.

Por la Comunidad Europea

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Voor de Europese Gemeenschap

Pela Comunidade Europeia

Euroopan yhteisön puolesta

För Europeiska gemenskapen

Por el Gobierno de la República Árabe de Egipto

På vegne af Den Arabiske Republik Egyptens regering

Für die Regierung der Arabischen Republik Ägypten

Για την Κυβέρνηση της Αραβικής Δημοκρατίας της Αιγύπτου

For the Government of the Arab Republic of Egypt

Pour le gouvernement de la République arabe d’Égypte

Per il Governo della Repubblica araba di Egitto

Voor de regering van de Arabische Republiek Egypte

Pelo Governo da República Árabe do Egipto

Egyptin arabitasavallan hallituksen puolesta

För Arabrepubliken Egyptens regering

[1] PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1. Besluit gewijzigd bij Besluit nr. 786/2004/EG (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 7).

--------------------------------------------------

BIJLAGE I

Voorwaarden voor de deelname van juridische entiteiten uit de lidstaten van de Europese Unie en uit Egypte

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder juridische entiteit verstaan: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon, opgericht overeenkomstig het nationale recht van zijn vestigingsplaats of overeenkomstig het Gemeenschapsrecht of internationale recht, die rechtspersoonlijkheid bezit en in eigen naam ongeacht welke rechten en verplichtingen kan hebben.

I. VOORWAARDEN VOOR DE DEELNAME VAN JURIDISCHE ENTITEITEN UIT EGYPTE AAN WERKZAAMHEDEN ONDER CONTRACT VAN HET EG-KADERPROGRAMMA

1. De deelname van in Egypte gevestigde juridische entiteiten aan werkzaamheden onder contract van het EG-Kaderprogramma is onderworpen aan de voorwaarden die door het Europees Parlement en de Raad zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 167 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Voorts kunnen in Egypte gevestigde juridische entiteiten deelnemen aan werkzaamheden onder contract die ten uitvoer worden gelegd op grond van artikel 164 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

2. De Gemeenschap kan aan in Egypte gevestigde juridische entiteiten die deelnemen aan de in punt 1 bedoelde werkzaamheden onder contract financiering toekennen onder de voorwaarden die zijn neergelegd in het besluit dat is vastgesteld door het Europees Parlement en de Raad overeenkomstig artikel 167 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, de financiële reglementen van de Europese Gemeenschap en elke andere toepasselijke communautaire wetgeving.

3. Een contract dat door de Gemeenschap wordt gesloten met een in Egypte gevestigde juridische entiteit voor het verrichten van werkzaamheden onder contract dient te voorzien in controles en verificaties die moeten worden verricht door, of in opdracht van, de Commissie of de Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen.

Met het oog op de samenwerking en de wederzijdse belangen verlenen de bevoegde Egyptische autoriteiten alle redelijkerwijs mogelijke assistentie die in de gegeven omstandigheden voor het uitvoeren van bedoelde controles en audits nodig of nuttig is.

II. VOORWAARDEN VOOR DE DEELNAME VAN JURIDISCHE ENTITEITEN UIT DE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE AAN EGYPTISCHE ONDERZOEKPROGRAMMA’S EN -PROJECTEN

1. Iedere in de Gemeenschap gevestigde juridische entiteit, opgericht overeenkomstig het nationale recht dat van toepassing is in een van de lidstaten van de Europese Unie of overeenkomstig het Gemeenschapsrecht, kan deelnemen aan projecten van Egyptische onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s in samenwerking met Egyptische juridische entiteiten.

2. Rekening houdend met de aard van de samenwerking tussen Egypte en de Gemeenschap op dit gebied zijn, onverminderd punt 1 en bijlage II, de rechten en verplichtingen van in de Gemeenschap gevestigde juridische entiteiten die aan Egyptische onderzoeksprojecten binnen programma’s voor onderzoek en ontwikkeling deelnemen en de voorwaarden voor de indiening en evaluatie van voorstellen en voor de toekenning en sluiting van contracten in dergelijke projecten onderworpen aan de Egyptische wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het beheer van de programma’s voor onderzoek en ontwikkeling, zoals van toepassing op de Egyptische juridische entiteiten en onder waarborging van billijke behandeling.

De financiering van de in de Gemeenschap gevestigde juridische entiteiten die deelnemen aan de Egyptische onderzoeksprojecten binnen programma’s voor onderzoek en ontwikkeling valt onder de Egyptische wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het beheer van de programma’s voor onderzoek en ontwikkeling, zoals van toepassing op niet-Egyptische juridische entiteiten die deelnemen aan de Egyptische onderzoeksprojecten binnen programma’s voor onderzoek en ontwikkeling.

3. Egypte houdt de Gemeenschap en de Egyptische juridische entiteiten regelmatig op de hoogte van de lopende Egyptische programma’s en de mogelijkheden voor in de Gemeenschap gevestigde juridische entiteiten om daaraan deel te nemen.

--------------------------------------------------

BIJLAGE II

Beginselen inzake de toekenning van intellectuele-eigendomsrechten

I. TOEPASSING

Voor de toepassing van deze overeenkomst heeft "intellectuele eigendom" de betekenis zoals bedoeld in artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom, gesloten in Stockholm op 14 juli 1967.

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder "kennis" verstaan: de resultaten, met inbegrip van informatie, al dan niet beschermbaar, en de auteursrechten of aan de bedoelde informatie verbonden rechten naar aanleiding van aanvragen voor, of de toekenning van octrooien, tekeningen en modellen, kwekersrechten, aanvullende beschermingscertificaten of soortgelijke vormen van bescherming.

II. INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN VAN DE JURIDISCHE ENTITEITEN VAN DE PARTIJEN

1. Elke partij zorgt ervoor dat de intellectuele-eigendomsrechten van juridische entiteiten van de andere partij die deelnemen aan activiteiten welke overeenkomstig deze overeenkomst worden uitgevoerd en aanverwante rechten en verplichtingen die uit een dergelijke deelname voortvloeien in overeenstemming zijn met de relevante internationale overeenkomsten die op de partijen van toepassing zijn, met inbegrip van de TRIPS-overeenkomst (Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, die door de Wereldhandelsorganisatie wordt beheerd), de Conventie van Bern (Akte van Parijs 1971) en de Conventie van Parijs (Akte van Stockholm 1967).

2. Onverminderd lid 1 hebben in Egypte gevestigde juridische entiteiten die deelnemen aan een werkzaamheid onder contract van het EG-Kaderprogramma, onder de voorwaarden die zijn neergelegd in het besluit dat door het Europees Parlement en de Raad is vastgesteld overeenkomstig artikel 167 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en in het dienovereenkomstig met de Gemeenschap gesloten contract, dezelfde rechten en verplichtingen inzake intellectuele eigendom als juridische entiteiten die in de Gemeenschap zijn gevestigd.

3. Onverminderd lid 1 hebben in de Gemeenschap gevestigde juridische entiteiten die aan Egyptische onderzoeksprogramma’s of -projecten deelnemen met betrekking tot intellectuele eigendom dezelfde rechten en verplichtingen als in Egypte gevestigde juridische entiteiten die aan deze onderzoeksprogramma’s of -projecten deelnemen.

III. INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN VAN DE PARTIJEN

1. Tenzij door de partijen uitdrukkelijk anders is overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op kennis die door de partijen is verkregen in het kader van werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 2, lid 2, van deze overeenkomst:

a) de partij die deze kennis heeft voortgebracht, is eigenaar van deze kennis. Voorzover het respectieve aandeel in het werk niet kan worden vastgesteld, is die kennis de gezamenlijke eigendom van de partijen.

b) De partij die eigenaar is van die kennis verleent de andere partij toegangsrechten daartoe voor de uitvoering van werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 2, lid 2, van deze overeenkomst. Deze toegangsrechten worden verleend onder vrijstelling van royalty’s.

2. Tenzij tussen de partijen uitdrukkelijk anders is overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op de wetenschappelijke publicaties van de partijen:

a) Indien een partij in tijdschriften, artikelen, rapporten, boeken, inclusief video en software, wetenschappelijke en technische gegevens, informatie en resultaten publiceert die het resultaat zijn van en betrekking hebben op in het kader van deze overeenkomst uitgevoerde werkzaamheden, wordt de andere partij een wereldwijd geldend, niet-exclusief, onherroepelijk recht met vrijstelling van royalty’s verleend om die werken te vertalen, te reproduceren, te bewerken, te verspreiden en openbaar te maken.

b) Op alle voor publicatie bestemde exemplaren van gegevens en informatie die door het auteursrecht worden beschermd en die in het kader van dit punt tot stand zijn gekomen, dient de naam van de auteur(s) van het werk te worden vermeld, tenzij de auteur uitdrukkelijk daarvan af wenst te zien. Ook moet op een duidelijk zichtbare plaats worden verwezen naar de medewerking en de steun van de partijen.

3. Tenzij tussen de partijen uitdrukkelijk anders is overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op de geheime informatie van de partijen:

a) Wanneer aan de andere partij informatie betreffende in het kader van deze overeenkomst uitgevoerde werkzaamheden wordt meegedeeld, wijst elke partij via vertrouwelijkheidsmarkeringen of -aanduidingen aan welke informatie zij niet openbaar wenst te maken.

b) De ontvangende partij kan onder eigen verantwoordelijkheid speciaal ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst geheime informatie mededelen aan instanties of personen die onder haar gezag vallen.

c) Met voorafgaande schriftelijke toestemming van de partij die geheime informatie verstrekt, kan de ontvangende partij deze geheime informatie op grotere schaal verspreiden dan anders was toegestaan krachtens punt b). De partijen werken samen bij het ontwikkelen van procedures voor het aanvragen en verkrijgen van voorafgaande schriftelijke toestemming voor deze verspreiding op grotere schaal, en elke partij geeft deze toestemming in de mate die is toegestaan krachtens haar nationale beleidslijnen en wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.

d) Niet-documentaire geheime of andere vertrouwelijke informatie die wordt verstrekt tijdens seminars en andere bijeenkomsten tussen vertegenwoordigers van de partijen welke in het kader van deze overeenkomst plaatsvinden, of informatie verkregen door de indienstneming van personeel, het gebruik van voorzieningen of werkzaamheden onder contract, blijft vertrouwelijk wanneer de ontvanger van deze geheime of andere vertrouwelijke of bevoorrechte informatie overeenkomstig punt a) op het moment van de mededeling is gewezen op het vertrouwelijke karakter van de meegedeelde informatie.

e) Elke partij tracht ervoor te zorgen dat geheime informatie die zij in overeenstemming met de punten a) en d) ontvangt, wordt beheerd zoals in die punten is bepaald. Indien één van de partijen zich realiseert dat zij niet in staat is, of naar verwachting redelijkerwijs mogelijk niet in staat zal zijn de in de punten a) en d) vervatte bepalingen inzake niet-verspreiding na te leven, stelt zij de andere partij daar onmiddellijk van in kennis. De partijen voeren vervolgens overleg om een passende gedragslijn vast te stellen

--------------------------------------------------