10.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 64/67 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 131/2004
van 24 september 2004
tot wijziging van bijlage XV (Staatssteun) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage XV bij de Overeenkomst is gewijzigd bij Besluit nr. 80/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 8 juni 2004 (1). |
(2) |
Verordening (EG) nr. 363/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun (2) wordt in de overeenkomst opgenomen. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 364/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 wat betreft uitbreiding van het toepassingsgebied tot steun voor onderzoek en ontwikkeling (3) wordt in de overeenkomst opgenomen, |
BESLUIT:
Artikel 1
1. |
Punt 1d (Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie) van bijlage XV bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
|
2. |
Punt 1 f) (Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie) van bijlage XV bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten van Verordeningen (EG) nr. 363/2004 en (EG) nr. 364/2004 in de IJslandse en de Noorse taal zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (4).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 24 september 2004.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Kjartan JÓHANNSSON
(1) PB L 349 van 25.11.2004, blz. 37.
(2) PB L 63 van 28.2.2004, blz. 20.
(3) PB L 63 van 28.2.2004, blz. 22.
(4) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.