2002/317/EG: Besluit nr. 1/2002 van de Associatieraad EU-Slovenië van 25 januari 2002 tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van de Republiek Slovenië aan het programma "Cultuur 2000"
Publicatieblad Nr. L 115 van 01/05/2002 blz. 0029 - 0031
Besluit nr. 1/2002 van de Associatieraad EU-Slovenië van 25 januari 2002 tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van de Republiek Slovenië aan het programma "Cultuur 2000" (2002/317/EG) DE ASSOCIATIERAAD, Gelet op het Aanvullend Protocol bij de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten handelend in het kader van de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds(1) betreffende de deelname van Slovenië aan communautaire programma's, met name op artikel 106, Overwegende hetgeen volgt: (1) Overeenkomstig artikel 106 van de Europaovereenkomst en bijlage XI daarbij, mag Slovenië deelnemen aan communautaire kaderprogramma's, specifieke programma's, projecten en andere activiteiten, met name op het gebied van cultuur. (2) Overeenkomstig genoemd artikel 2 wordt over de voorwaarden voor de deelname van Slovenië op dit gebied besloten door de Associatieraad, BESLUIT: Artikel 1 Slovenië neemt met ingang van het begrotingsjaar 2002 deel aan het programma "Cultuur 2000" volgens de voorwaarden in de bijlagen I en II, die een integrerend deel van dit besluit vormen. Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen. Het geldt voor de duur van het programma "Cultuur 2000", dat op 1 januari 2002 van start gaat. Gedaan te Brussel, 25 januari 2002. Voor de Associatieraad De voorzitter D. Rupel (1) PB L 51 van 26.2.1999, blz. 3. BIJLAGE I Voorwaarden voor de deelname van de Republiek Slovenië aan het programma "Cultuur 2000" 1. Slovenië neemt deel aan de activiteiten van het programma "Cultuur 2000" (hierna "het programma") overeenkomstig - tenzij in dit besluit anders bepaald - de doelstellingen, criteria, procedures en termijnen zoals vastgesteld in Besluit nr. 508/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 februari 2000 tot instelling van het programma "Cultuur 2000"(1). 2. Om aan het programma deel te nemen, betaalt Slovenië elk jaar een bijdrage in de algemene begroting van de Europese Unie overeenkomstig de in bijlage II beschreven modaliteiten. Teneinde rekening te houden met ontwikkelingen in het programma en wijzigingen in het absorptievermogen van Slovenië, kan het Associatiecomité, indien het dit wenselijk acht, deze bijdrage aanpassen om een verstoring van het begrotingsevenwicht bij de uitvoering van het programma te vermijden. 3. Voor instellingen, organisaties en personen uit Slovenië gelden met betrekking tot de indiening, evaluatie en selectie van aanvragen dezelfde voorwaarden als voor de instellingen, organisaties en personen uit de Gemeenschap. Bij de benoeming van onafhankelijke deskundigen overeenkomstig de desbetreffende bepalingen in het besluit tot instelling van het programma kan de Commissie ook deskundigen uit Slovenië aanwijzen om haar bij de evaluatie van projecten bij te staan. 4. Teneinde de communautaire dimensie van het programma te waarborgen, komen de projecten en activiteiten alleen voor financiële steun van de Gemeenschap in aanmerking als er ten minste één partner uit een EU-lidstaat bij betrokken is. 5. De financiële steun voor de activiteiten van de culturele contactpunten bedraagt maximaal 50 % van de totale begroting voor hun activiteiten. 6. Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie en de Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen in verband met het toezicht op en de evaluatie van het programma ingevolge artikel 8 van Besluit nr. 508/2000/EG, wordt de deelname van Slovenië continu geëvalueerd, op basis van een partnerschap tussen de Commissie van de Europese Gemeenschappen en Slovenië. Slovenië legt de nodige verslagen voor aan de Commissie en neemt deel aan andere door de Gemeenschap in dit verband ondernomen specifieke activiteiten. 7. Conform de financiële reglementen van de Gemeenschap dienen de contractuele regelingen die met of door Sloveense partijen worden getroffen, te voorzien in controles en audits welke door of op gezag van de Commissie en de Rekenkamer worden uitgevoerd. Financiële audits kunnen worden uitgevoerd teneinde de inkomsten en uitgaven van de betrokken partijen te controleren in het licht van hun contractuele verplichtingen ten aanzien van de Gemeenschap. Met het oog op de samenwerking en de wederzijdse belangen verlenen de bevoegde Sloveense autoriteiten alle redelijkerwijs mogelijke assistentie die in de gegeven omstandigheden voor het uitvoeren van bedoelde controles en audits nodig of nuttig is. 8. Onverminderd de in artikel 5 van Besluit nr. 508/2000/EG bedoelde procedures, nemen vertegenwoordigers van Slovenië als waarnemer deel aan de vergaderingen van het beheerscomité voor de onderwerpen die hun aangaan. De Sloveense vertegenwoordigers zijn niet aanwezig wanneer het comité over de andere punten beraadslaagt en wanneer er wordt gestemd. 9. In alle contacten met de Commissie, bij het indienen van aanvragen, het opstellen van overeenkomsten en verslagen en andere administratieve aangelegenheden in verband met het programma, dient gebruik te worden gemaakt van een van de officiële talen van de Gemeenschap. 10. De Gemeenschap en Slovenië kunnen de onder dit besluit vallende activiteiten te allen tijde door middel van een schriftelijke kennisgeving en met inachtneming van een opzegtermijn van twaalf maanden beëindigen. Bij beëindiging van de overeenkomst worden de lopende projecten en activiteiten voltooid onder de in dit besluit vastgelegde voorwaarden. (1) PB L 63 van 10.3.2000, blz. 1. BIJLAGE II Financiële bijdrage van de Republiek Slovenië in "Cultuur 2000" 1. De financiële bijdrage van Slovenië in de algemene begroting van de Europese Unie voor deelname aan het programma "Cultuur 2000" bedraagt: >RUIMTE VOOR DE TABEL> 2. Slovenië betaalt de bovengenoemde bijdrage deels uit zijn nationale begroting en deels uit zijn nationale Phare-programma. De vereiste Phare-middelen, waarvoor een aparte Phare-programmeringsprocedure geldt, worden Slovenië ter beschikking gesteld door middel van een apart financieringsmemorandum. Samen met de middelen uit de Sloveense nationale begroting, vormen zij de eigen bijdrage van Slovenië, waaruit het land zal putten om te voldoen aan het jaarlijkse verzoek tot storting van de Commissie. 3. Onderstaand schema geeft de benodigde Phare-middelen weer: >RUIMTE VOOR DE TABEL> Het resterende gedeelte van de bijdrage van Slovenië wordt met middelen uit de Sloveense nationale begroting gedekt. 4. Het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen geldt ook voor het beheer van de bijdrage van Slovenië. Reis- en verblijfkosten van Sloveense vertegenwoordigers en deskundigen in verband met hun deelname, als waarnemers, aan de werkzaamheden van het in bijlage I, punt 8, genoemde comité en aan andere vergaderingen in verband met de uitvoering van het programma worden door de Commissie vergoed op dezelfde grondslag en volgens de procedures die gelden voor niet-gouvernementele deskundigen van de lidstaten van de Europese Unie. 5. Aan het begin van ieder jaar volgend op de inwerkingtreding van dit besluit doet de Commissie Slovenië een verzoek tot storting toekomen ter hoogte van de bijdrage van dat land aan het onder dit besluit vallende programma. Deze bijdrage wordt uitgedrukt in euro en moet worden betaald op een in euro luidende bankrekening van de Commissie. De bijdrage van Slovenië stemt overeen met het verzoek tot storting en dient te worden voldaan: - uiterlijk per 1 mei voor het gedeelte gefinancierd uit de nationale begroting van Slovenië, op voorwaarde dat het verzoek tot storting van de Commissie vóór 1 april is verzonden, of, indien dit na deze datum is gebeurd, uiterlijk één maand na de verzending van het verzoek tot storting; - uiterlijk per 1 mei voor het gedeelte gefinancierd uit Phare-middelen, op voorwaarde dat de desbetreffende bedragen vóór die datum aan Slovenië zijn overgemaakt, of uiterlijk binnen 30 dagen nadat deze middelen aan Slovenië zijn overgemaakt. Bij vertraging in de betaling van de bijdrage betaalt Slovenië rente over het op de vervaldag nog openstaande bedrag. De rentevoet is die welke door de Europese Centrale Bank op de datum waarop de betalingstermijn verstrijkt, voor haar transacties in euro wordt toegepast, vermeerderd met anderhalf procentpunt.