22002A0430(02)

Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer - Slotakte - Gemeenschappelijke verklaringen - Informatie betreffende de inwerkingtreding van de zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat in de sectoren vrij verkeer van personen, luchtvervoer en overlandvervoer, overheidsopdrachten, wetenschappelijke en technologische samenwerking, wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling en handel in landbouwproducten

Publicatieblad Nr. L 114 van 30/04/2002 blz. 0073 - 0090


Overeenkomst

tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer

DE ZWITSERSE BONDSSTAAT,

hierna "Zwitserland" te noemen, enerzijds,

en

DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

hierna "de Gemeenschap" te noemen, anderzijds,

hierna "de Overeenkomstsluitende partijen" te noemen,

ZICH BEWUST ZIJNDE van het geïntegreerde karakter van de internationale burgerluchtvaart en verlangende dat de voorschriften voor het intra-Europese luchtvervoer worden geharmoniseerd;

VERLANGENDE voor het door de Gemeenschap en Zwitserland bestreken gebied regels voor de burgerluchtvaart vast te stellen die geen afbreuk doen aan de regels die zijn vervat in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, hierna "het EG-Verdrag" te noemen, en met name aan de huidige bevoegdheden van de Gemeenschap uit hoofde van artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag en de daarvan afgeleide mededingingsregels;

ERMEE INSTEMMENDE dat het aangewezen is die regels te baseren op de wetgeving die binnen de Gemeenschap op het ogenblik van ondertekening van deze overeenkomst van toepassing is;

VERLANGENDE om, met volledige eerbiediging van de onafhankelijkheid van de rechtbanken, uiteenlopende interpretaties te voorkomen en te komen tot een zo uniform mogelijke interpretatie van de bepalingen van deze overeenkomst en de overeenkomstige bepalingen van het Gemeenschapsrecht die grotendeels zijn overgenomen in deze overeenkomst,

ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

HOOFDSTUK 1

Doelstellingen

Artikel 1

1. Deze overeenkomst stelt voor de Overeenkomstsluitende partijen regels vast op het gebied van de burgerluchtvaart. Deze bepalingen doen geen afbreuk aan de regels die zijn vervat in het EG-Verdrag en met name aan de huidige bevoegdheden van de Gemeenschap uit hoofde van de mededingingsregels en de uitvoeringsbepalingen daarvan alsook uit hoofde van alle relevante wetgeving van de Gemeenschap die in de bijlage bij deze overeenkomst is vermeld.

2. Met dit doel zijn de in deze overeenkomst en in de in bijlage vermelde verordeningen en richtlijnen opgenomen bepalingen van toepassing onder de hierna genoemde voorwaarden. Voor zover die bepalingen inhoudelijk identiek zijn met de desbetreffende regels van het EG-Verdrag en met besluiten die ter uitvoering van dat Verdrag zijn aangenomen, worden zij bij hun tenuitvoerlegging en toepassing geïnterpreteerd in overeenstemming met de relevante uitspraken van het Hof van Justitie en de besluiten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen die van voor de datum van ondertekening van deze overeenkomst dateren. De uitspraken en besluiten die van na de ondertekening van deze overeenkomst dateren worden ter kennis gebracht van Zwitserland. Op verzoek van een van de Overeenkomstsluitende partijen worden de gevolgen van laatstgenoemde uitspraken en besluiten met het oog op de goede werking van deze overeenkomst door het Gemengd Comité vastgesteld.

Artikel 2

De bepalingen van deze overeenkomst en haar bijlage zijn van toepassing voor zover zij betrekking hebben op het luchtvervoer of op aangelegenheden die rechtstreeks verband houden met het luchtvervoer en die in de bijlage bij deze overeenkomst zijn vermeld.

HOOFDSTUK 2

Algemene bepalingen

Artikel 3

Voor de toepassing van deze overeenkomst en onverminderd bijzondere bepalingen die daarin zijn opgenomen, is elke discriminatie op grond van de nationaliteit verboden.

Artikel 4

Voor de toepassing van deze overeenkomst en onverminderd de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad, als opgenomen in de bijlage bij deze overeenkomst, gelden geen beperkingen ten aanzien van de vrijheid van vestiging van onderdanen van een lidstaat van de EG of Zwitserland op het grondgebied van een van die staten. Dit geldt ook voor de oprichting van agentschappen, filialen en dochterondernemingen door onderdanen van een lidstaat van de EG of Zwitserland die op het grondgebied van een van die staten zijn gevestigd. De vrijheid van vestiging omvat het recht op de toegang tot werkzaamheden anders dan in loondienst en de uitoefening daarvan alsmede de oprichting en het beheer van ondernemingen, en met name van vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58, overeenkomstig de bepalingen welke door de wetgeving van het land van vestiging voor de eigen onderdanen zijn vastgesteld.

Artikel 5

1. De vennootschappen welke in overeenstemming met de wetgeving van een lidstaat of Zwitserland zijn opgericht en welke hun statutaire zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de Gemeenschap of Zwitserland hebben, worden voor de toepassing van deze overeenkomst gelijkgesteld met de natuurlijke personen die onderdaan zijn van de lidstaten of Zwitserland.

2. Onder "vennootschappen" worden verstaan maatschappijen naar burgerlijk recht of handelsrecht, de coöperatieve verenigingen of vennootschappen daaronder begrepen, en de overige rechtspersonen naar publiek- of privaatrecht, met uitzondering van vennootschappen welke geen winst beogen.

Artikel 6

De artikelen 4 en 5 zijn, wanneer het om een Overeenkomstsluitende partij gaat, niet van toepassing op de werkzaamheden die op het grondgebied van die Overeenkomstsluitende partij verband houden, ook indien slechts incidenteel, met de uitoefening van het openbare gezag.

Artikel 7

De artikelen 4 en 5 en de op grond daarvan genomen maatregelen doen geen afbreuk aan de toepasbaarheid van door wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen vastgestelde bepalingen waarbij voor vreemdelingen om redenen van openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid in een speciale regeling wordt voorzien.

Artikel 8

1. Onverenigbaar met deze overeenkomst en verboden zijn alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke de handel tussen de overeenkomstsluitende partijen ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen het door deze overeenkomst bestreken grondgebied wordt verhinderd, beperkt of vervalst en met name die welke bestaan in:

a) het rechtstreeks of zijdelings bepalen van de aan- of verkoopprijzen of van andere contractuele voorwaarden,

b) het beperken of controleren van de productie, de afzet, de technische ontwikkeling of de investeringen,

c) het verdelen van de markten of van de voorzieningsbronnen,

d) het ten opzichte van handelspartners toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging,

e) het afhankelijk stellen van het sluiten van overeenkomsten van de aanvaarding door de handelspartners van bijkomende prestaties welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten.

2. De krachtens dit artikel verboden overeenkomsten of besluiten zijn van rechtswege nietig.

3. De bepalingen van lid 1 van dit artikel kunnen echter buiten toepassing worden verklaard

- voor elke overeenkomst of groep van overeenkomsten tussen ondernemingen,

- voor elk besluit of groep van besluiten van ondernemersverenigingen, en

- voor elke onderling afgestemde feitelijke gedraging of groep van gedragingen

die bijdragen tot verbetering van de productie of van de verdeling der producten of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen

a) beperkingen op te leggen welke voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn,

b) de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken producten de mededinging uit te schakelen.

Artikel 9

Onverenigbaar met de deze overeenkomst en verboden, voor zover de handel tussen de overeenkomstsluitende partijen daardoor ongunstig kan worden beïnvloed, is het, dat een of meer ondernemingen misbruik maken van een machtspositie op het door deze overeenkomst bestreken grondgebied of op een wezenlijk deel daarvan.

Dit misbruik kan met name bestaan in:

a) het rechtstreeks of zijdelings opleggen van onbillijke aan- of verkoopprijzen of van andere onbillijke contractuele voorwaarden,

b) het beperken van de productie, de afzet of de technische ontwikkeling ten nadele van de verbruikers,

c) het toepassen ten opzichte van handelspartners van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging,

d) het feit dat het sluiten van overeenkomsten afhankelijk wordt gesteld van het aanvaarden door de handelspartners van bijkomende prestaties, welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten.

Artikel 10

Alle overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gebruiken welke ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst, evenals alle gevallen van misbruik van een machtspositie, welke uitsluitend de handel binnen Zwitserland ongunstig kunnen beïnvloeden, vallen onder het Zwitserse recht en blijven tot de bevoegdheid van de Zwitserse autoriteiten behoren.

Artikel 11

1. De bepalingen van artikel 8 en 9 worden toegepast en concentraties van ondernemingen worden gecontroleerd door de instellingen van de Gemeenschap in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht vermeld in de bijlage bij deze overeenkomst, met inachtneming van de behoefte aan intensieve samenwerking tussen de instellingen van de Gemeenschap en de Zwitserse autoriteiten.

2. De Zwitserse autoriteiten beslissen, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 8 en 9, over de toelaatbaarheid van mededingingsregelingen en over het misbruik maken van een machtspositie met betrekking tot routes tussen Zwitserland en derde landen.

Artikel 12

1. De overeenkomstsluitende partijen zien erop toe dat met betrekking tot de openbare bedrijven en de ondernemingen waaraan de EG-lidstaten of Zwitserland bijzondere of uitsluitende rechten verlenen, geen enkele maatregel wordt genomen of gehandhaafd welke in strijd is met de regels van deze overeenkomst.

2. De ondernemingen belast met het beheer van diensten van algemeen economisch belang of die het karakter dragen van een fiscaal monopolie, vallen onder de regels van deze overeenkomst, met name onder de mededingingsregels, voor zover de toepassing daarvan de vervulling, in feite of in rechte, van de hun toevertrouwde bijzondere taak niet verhindert. De ontwikkeling van het handelsverkeer mag niet worden beïnvloed in een mate die strijdig is met het belang van de overeenkomstsluitende partijen.

Artikel 13

1. Behoudens de afwijkingen waarin deze overeenkomst voorziet, zijn steunmaatregelen van Zwitserland of een EG-lidstaat dan wel steunmaatregelen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met deze overeenkomst, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de overeenkomstsluitende partijen ongunstig beïnvloedt.

2. Met deze overeenkomst zijn verenigbaar:

a) steunmaatregelen van sociale aard aan individuele verbruikers op voorwaarde dat deze toegepast worden zonder onderscheid naar de oorsprong van de producten,

b) steunmaatregelen tot herstel van de schade veroorzaakt door natuurrampen of andere buitengewone gebeurtenissen.

3. Als verenigbaar met deze overeenkomst kunnen worden beschouwd:

a) steunmaatregelen ter bevordering van de economische ontwikkeling van streken waarin de levensstandaard abnormaal laag is of waar een ernstig gebrek aan werkgelegenheid heerst,

b) steunmaatregelen om de verwezenlijking van een belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang te bevorderen of een ernstige verstoring in de economie van een overeenkomstsluitende partij op te heffen,

c) steunmaatregelen om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

Artikel 14

De Commissie en de Zwitserse autoriteiten onderwerpen de materies bedoeld in artikel 12 en de in respectievelijk de EG-lidstaten en Zwitserland bestaande steunregelingen aan een voortdurend onderzoek. Elke overeenkomstsluitende partij ziet erop toe dat de andere overeenkomstsluitende partij in kennis wordt gesteld van alle procedures welke ter vrijwaring van de naleving van de voorschriften van artikelen 12 en 13 op gang worden gebracht, en zo nodig opmerkingen kan indienen vóórdat definitieve beslissingen worden genomen. Op verzoek van een overeenkomstsluitende partij bespreekt het Gemengd Comité alle passende maatregelen welke in verband met het doel en de werking van deze overeenkomst nodig zijn.

HOOFDSTUK 3

Vervoersrechten

Artikel 15

1. Met inachtneming van het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad, zoals opgenomen in de bijlage bij deze overeenkomst:

- worden aan communautaire en Zwitserse luchtvaartmaatschappijen vervoersrechten verleend tussen ongeacht welk punt in Zwitserland en ongeacht welk punt in de Gemeenschap;

- worden twee jaar na de van kracht wording van deze overeenkomst aan Zwitserse luchtvaartmaatschappijen vervoersrechten verleend tussen punten in verschillende lidstaten van de EG.

2. Voor de toepassing van lid 1:

- wordt onder "communautaire luchtvaartmaatschappij" verstaan een luchtvaartmaatschappij die haar hoofdvestiging en, in voorkomend geval, haar statutaire zetel in de Gemeenschap heeft en in het bezit is van een exploitatievergunning overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad, zoals opgenomen in de bijlage bij deze overeenkomst;

- wordt onder "Zwitserse luchtvaartmaatschappij" verstaan een luchtvaartmaatschappij die haar hoofdvestiging en, in voorkomend geval, haar statutaire zetel in Zwitserland heeft en in het bezit is van een exploitatievergunning overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad, zoals opgenomen in de bijlage bij deze overeenkomst.

3. De overeenkomstsluitende partijen starten vijf jaar na de van kracht wording van deze overeenkomst onderhandelingen over de eventuele uitbreiding van het toepassingsgebied van dit artikel tot vervoersrechten tussen punten in Zwitserland en punten in de lidstaten van de EG.

Artikel 16

De bepalingen van dit hoofdstuk hebben voorrang op de ter zake dienende bepalingen van bestaande bilaterale overeenkomsten tussen Zwitserland en de lidstaten van de EG. De uitoefening van bestaande vervoersrechten die voortvloeien uit deze bilaterale overeenkomsten en waarop artikel 15 niet van toepassing is, kan evenwel worden voortgezet, mits er geen sprake is van discriminatie op grond van nationaliteit en de mededinging niet wordt verstoord.

HOOFDSTUK 4

Tenuitvoerlegging van de overeenkomst

Artikel 17

De overeenkomstsluitende partijen treffen alle algemene of bijzondere maatregelen teneinde te voldoen aan de verplichtingen voortvloeiende uit deze overeenkomst en onthouden zich van maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst in gevaar brengen.

Artikel 18

1. Onverminderd lid 2 en de bepalingen van hoofdstuk 2, is elke overeenkomstsluitende partij op haar grondgebied verantwoordelijk voor de goede tenuitvoerlegging van deze overeenkomst en met name de in de bijlage opgenomen verordeningen en richtlijnen.

2. In gevallen die afbreuk kunnen doen aan in het kader van hoofdstuk 3 toe te stane luchtdiensten genieten de instellingen van de Gemeenschap de hun krachtens de bepalingen van de verordeningen en richtlijnen verleende bevoegdheden, de uitoefening waarvan in de bijlage uitdrukkelijk wordt bevestigd. In gevallen waarin Zwitserland maatregelen met een milieukarakter in het kader van hetzij artikel 8, lid 2, hetzij artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad heeft getroffen of voornemens is te treffen, beslist het Gemengd Comité, op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen, of deze maatregelen in overeenstemming met deze overeenkomst zijn.

3. Elke tenuitvoerleggingsmaatregel krachtens de leden 1 en 2 wordt overeenkomstig artikel 19 uitgevoerd.

Artikel 19

1. Elke overeenkomstsluitende partij verstrekt de andere overeenkomstsluitende partij in het geval van onderzoeken naar mogelijke overtredingen die die andere overeenkomstsluitende partij instelt krachtens haar in deze overeenkomst vastgestelde respectieve bevoegdheden, alle noodzakelijke informatie en bijstand.

2. Wanneer de communautaire instellingen uit hoofde van de hun door deze overeenkomst verleende bevoegdheden besluiten nemen ten aanzien van zaken die van belang voor Zwitserland zijn en die de Zwitserse autoriteiten of Zwitserse ondernemingen aangaan, worden de Zwitserse autoriteiten hiervan volledig in kennis gesteld en wordt hun de gelegenheid geboden hun commentaar te geven voordat er een eindbeslissing wordt genomen.

Artikel 20

Alle geschilpunten betreffende de geldigheid van besluiten van de instellingen van de Gemeenschap genomen op basis van hun bevoegdheden krachtens deze overeenkomst, vallen onder de uitsluitende bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.

HOOFDSTUK 5

Gemengd Comité

Artikel 21

1. Er wordt een comité ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van de overeenkomstsluitende partijen, dat bekend zal staan onder de naam "Comité Luchtvervoer Gemeenschap/Zwitserland" (hierna "Gemengd Comité" genoemd), dat belast wordt met het beheer en de correcte toepassing van de Overeenkomst. Het Gemengd Comité doet daartoe aanbevelingen en neemt besluiten in de gevallen waarin de Overeenkomst voorziet. De besluiten van het Gemengd Comité worden door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen regels uitgevoerd. Het Gemengd Comité handelt in onderlinge overeenstemming.

2. Met het oog op de correcte tenuitvoerlegging van de Overeenkomst wisselen de overeenkomstsluitende partijen informatie uit en plegen zij op verzoek van een der overeenkomstsluitende partijen overleg in het Gemengd comité.

3. Het Gemengd Comité stelt bij besluit zijn reglement van orde op, waarin onder meer voorschriften voor het bijeenroepen van de vergadering, de aanwijzing van de voorzitter en de vaststelling van diens taken zijn vervat.

4. Het Gemengd Comité komt bijeen wanneer daaraan behoefte bestaat, doch ten minste éénmaal per jaar. Elke overeenkomstsluitende partij kan een verzoek indienen om een vergadering te beleggen.

5. Het Gemengd Comité kan besluiten werkgroepen op te richten om zich bij de uitvoering van zijn taken te laten bijstaan.

Artikel 22

1. Besluiten van het Gemengd Comité zijn voor de overeenkomstsluitende partijen bindend.

2. Indien een overeenkomstsluitende partij van oordeel is dat een besluit van het Gemengd Comité door de andere overeenkomstsluitende partij niet naar behoren wordt uitgevoerd, kan eerstgenoemde verzoeken om bespreking van het vraagstuk in het Gemengd Comité. Kan het Gemengd Comité het vraagstuk niet oplossen binnen twee maanden nadat het aan hem is voorgelegd, dan kan de betrokken overeenkomstsluitende partij voor een periode van niet meer dan zes maanden passende tijdelijke vrijwaringsmaatregelen nemen overeenkomstig artikel 31 van deze Overeenkomst.

3. De besluiten van het Gemengd Comité worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en in de Officiële Verzameling van bondswetgeving (Amtliche Sammlung des Bundesrechts / Recueil officiel des lois fédérales / Raccolta ufficiale delle leggi federali) van Zwitserland. Bij elk besluit wordt de datum van tenuitvoerlegging in de overeenkomstsluitende partijen vermeld alsmede andere gegevens die voor het bedrijfsleven van belang kunnen zijn. De besluiten worden indien nodig aan de overeenkomstsluitende partijen voorgelegd ter bekrachtiging of goedkeuring volgens de eigen procedures.

4. De overeenkomstsluitende partijen stellen elkaar van de voltooiing van deze formaliteit in kennis. Indien deze kennisgeving niet binnen twaalf maanden na de goedkeuring van een besluit door het Gemengd Comité heeft plaatsgevonden, is lid 5 van overeenkomstige toepassing.

5. Onverminderd het bepaalde in lid 2 kunnen de overeenkomstsluitende partijen, indien het Gemengd Comité niet binnen zes maanden nadat een vraagstuk aan het Comité is voorgelegd een besluit heeft genomen, overeenkomstig artikel 31 passende tijdelijke vrijwaringsmaatregelen nemen voor een periode van niet meer dan zes maanden.

6. Met betrekking tot wetgeving als bedoeld in artikel 23, die goedgekeurd is tussen de datum van ondertekening en de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst en waarvan de andere overeenkomstsluitende partij in kennis is gesteld, wordt de datum van ontvangst van de gegevens beschouwd als de datum van voorlegging als bedoeld in lid 5. Het Gemengd Comité mag niet eerder dan twee maanden na de inwerkingtreding van de Overeenkomst een besluit nemen.

HOOFDSTUK 6

Nieuwe wetgeving

Artikel 23

1. Deze Overeenkomst doet geen afbreuk aan het recht van iedere overeenkomstsluitende partij om, in overeenstemming met het beginsel van non-discriminatie en de bepalingen van deze Overeenkomst, haar wetgeving betreffende een vraagstuk waarop deze Overeenkomst van toepassing is eenzijdig te wijzigen.

2. Wanneer een overeenkomstsluitende partij nieuwe wetgeving opstelt, vraagt zij deskundigen van de andere overeenkomstsluitende partij informeel om advies. Gedurende de periode tot de formele goedkeuring van de nieuwe wet houden de overeenkomstsluitende partijen elkaar zo veel mogelijk op de hoogte en plegen zij nauw overleg. Op verzoek van een overeenkomstsluitende partij kunnen in het Gemengd Comité verkennende besprekingen worden gehouden.

3. Wanneer een overeenkomstsluitende partij een wijziging van haar wetgeving heeft vastgesteld, stelt zij de andere overeenkomstsluitende partij daarvan in kennis, uiterlijk acht dagen na de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen of de Officiële Verzameling van bondswetgeving van Zwitserland. Op verzoek van een overeenkomstsluitende partij vindt, uiterlijk zes weken na de datum van het verzoek, in het Gemengd Comité een gedachtewisseling plaats over de gevolgen van de wijziging voor de goede werking van de Overeenkomst.

4. Het Gemengd Comité handelt in dat geval als volgt:

- het neemt een besluit tot wijziging van de bijlage bij de Overeenkomst of stelt, indien nodig, wijziging van de Overeenkomst voor, teneinde daarin, indien nodig op basis van wederkerigheid, de in de betrokken wetgeving aangebrachte wijzigingen te integreren;

- of het neemt een besluit waarin wordt bepaald dat de in de betrokken wetgeving aangebrachte wijzigingen in overeenstemming worden geacht met de goede werking van de Overeenkomst;

- of het besluit tot een andere maatregel om de goede werking van de Overeenkomst te waarborgen.

HOOFDSTUK 7

Derde landen en internationale organisaties

Artikel 24

De overeenkomstsluitende partijen plegen, op verzoek van een der partijen, zo spoedig mogelijk overleg, overeenkomstig de procedure van de artikelen 25, 26 en 27:

a) over luchtvervoersvraagstukken die tot het werkterrein behoren van internationale organisaties, en

b) over de verschillende aspecten van de mogelijke ontwikkelingen in de betrekkingen tussen de overeenkomstsluitende partijen en derde landen op het gebied van het luchtvervoer, alsmede over de werking van de voornaamste onderdelen van op dit gebied gesloten bilaterale of multilaterale overeenkomsten.

Het overleg vindt plaats binnen een maand na indiening van het verzoek of, in dringende gevallen, zo spoedig mogelijk.

Artikel 25

1. Het voornaamste doel van het in artikel 24, onder a), bedoelde overleg is:

a) gezamenlijk vast te stellen of de betrokken vraagstukken problemen van gemeenschappelijk belang doen ontstaan, alsmede

b) afhankelijk van de aard van deze problemen:

- gezamenlijk vast te stellen of de activiteiten van de overeenkomstsluitende partijen in de betrokken internationale organisaties gecoördineerd moeten worden, of

- gezamenlijk vast te stellen welke eventuele andere aanpak passend is.

2. De overeenkomstsluitende partijen wisselen zo spoedig mogelijk alle informatie uit die van belang is met het oog op de in lid 1 genoemde doelstellingen.

Artikel 26

1. Het voornaamste doel van het in artikel 24, onder b), bedoelde overleg is relevante vraagstukken te onderzoeken en na te gaan welke aanpak eventueel wenselijk is.

2. Met het oog op het in lid 1 bedoelde overleg houden de overeenkomstsluitende partijen elkaar op de hoogte van mogelijke ontwikkelingen op het gebied van het luchtvervoer en met betrekking tot de werking van op dit gebied gesloten bilaterale of multilaterale overeenkomsten.

Artikel 27

1. Het in de artikelen 24, 25 en 26 bedoelde overleg vindt plaats in het kader van het Gemengd Comité.

2. Indien een Overeenkomst tussen een der overeenkomstsluitende partijen en een derde land of een internationale organisatie de belangen van de andere overeenkomstsluitende partij schaadt, kan laatstgenoemde partij, onverminderd de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad, als opgenomen in de bijlage, passende tijdelijke vrijwaringsmaatregelen nemen op het gebied van de markttoegang, ter handhaving van het evenwicht van deze overeenkomst. Dergelijke maatregelen worden echter slechts goedgekeurd na overleg over dit vraagstuk in het Gemengd Comité.

HOOFDSTUK 8

Slotbepalingen

Artikel 28

Vertegenwoordigers, deskundigen en andere personen die in dienst zijn van de overeenkomstsluitende partijen, mogen, zelfs na beëindiging van hun activiteiten, geen informatie openbaar maken die zij hebben verkregen in het kader van deze overeenkomst, waarop de geheimhoudingsplicht van toepassing is.

Artikel 29

Elke overeenkomstsluitende partij mag geschillen betreffende de toepassing of de interpretatie van deze Overeenkomst voorleggen aan het Gemengd Comité. Het Gemengd Comité tracht deze geschillen te beslechten. Het Gemengd Comité dient over alle informatie te kunnen beschikken die noodzakelijk is voor een grondig onderzoek van de situatie, teneinde een aanvaardbare oplossing te vinden. Daartoe onderzoekt het Gemengd Comité alle mogelijkheden om de goede werking van deze Overeenkomst te verzekeren. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op vraagstukken die onder de exclusieve bevoegdheid vallen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, overeenkomstig artikel 20.

Artikel 30

1. Indien een van de overeenkomstsluitende partijen een herziening wenst van de bepalingen van deze Overeenkomst, stelt zij het Gemengd Comité van deze wens in kennis. De wijziging van deze Overeenkomst wordt van kracht na voltooiing van de respectieve interne procedures.

2. Het Gemengd Comité kan, op voorstel van een van de overeenkomstsluitende partijen en overeenkomstig artikel 23, besluiten tot wijziging van de bijlage.

Artikel 31

Indien een van de overeenkomstsluitende partijen weigert te voldoen aan een uit deze Overeenkomst voortvloeiende verplichting, kan de andere overeenkomstsluitende partij, onverminderd artikel 22 en na voltooiing van eventuele andere van toepassing zijnde procedures waarin in de Overeenkomst is voorzien, passende tijdelijke vrijwaringsmaatregelen nemen, ter handhaving van het evenwicht van deze overeenkomst.

Artikel 32

De bijlage bij deze Overeenkomst vormt een integrerend deel daarvan.

Artikel 33

Onverminderd artikel 16, vervangt deze Overeenkomst de relevante bepalingen van geldende bilaterale regelingen tussen enerzijds Zwitserland en anderzijds de lidstaten van de Europese Gemeenschappen betreffende vraagstukken die onder deze Overeenkomst en de bijlage daarbij vallen.

Artikel 34

Deze Overeenkomst is enerzijds van toepassing op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden en anderzijds op het grondgebied van de Zwitserse Bondsstaat.

Artikel 35

1. Ingeval van opzegging van deze overeenkomst, overeenkomstig de bepalingen van artikel 36, lid 4, zijn luchtdiensten die op de datum van verstrijken van deze Overeenkomst worden verricht overeenkomstig de bepalingen van artikel 15, toegestaan tot het einde van de dienstregelingsperiode waarin de datum van verstrijken van deze Overeenkomst valt.

2. De rechten en verplichtingen die door ondernemingen worden verworven op grond van de artikelen 4 en 5 van deze Overeenkomst en de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad, als opgenomen in de bijlage bij deze overeenkomst, worden niet aangetast door de opzegging van deze Overeenkomst overeenkomstig artikel 36, lid 4.

Artikel 36

1. Deze Overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd. Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de laatste overeenkomstsluitende partij kennis heeft gegeven van de nederlegging van de akten van bekrachtiging of goedkeuring voor elk van de volgende overeenkomsten:

- Overeenkomst op het gebied van het luchtvervoer,

- Overeenkomst op het gebied van het spoor- en wegvervoer,

- Overeenkomst betreffende het vrije verkeer van personen,

- Overeenkomst betreffende de handel in landbouwproducten,

- Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van conformiteitsbeoordelingen,

- Overeenkomst op het gebied van wetenschappelijk en technologische ontwikkeling,

- Overeenkomst inzake de sector overheidsopdrachten.

2. Deze Overeenkomst wordt gesloten voor een eerste periode van zeven jaar. Zij wordt voor onbepaalde tijd verlengd, tenzij de Europese Gemeenschap of Zwitserland de andere partij voor het verstrijken van de eerste periode kennis geeft van het tegendeel. In geval van kennisgeving is het bepaalde in lid 4 van toepassing.

3. De Gemeenschap of Zwitserland kan deze Overeenkomst opzeggen door de andere overeenkomstsluitende partij in kennis te stellen van het daartoe strekkende besluit. In geval van kennisgeving is het bepaalde in lid 4 van toepassing.

4. De geldigheidsduur van de zeven in lid 1 genoemde overeenkomsten eindigt zes maanden na ontvangst van de in lid 2 bedoelde kennisgeving van niet-verlenging of de in lid 3 bedoelde kennisgeving van opzegging.

Hecho en Luxemburgo, el veintiuno de junio de mil novecientos noventa y nueve, en doble ejemplar en lenguas alemana, danesa, española, finesa, francesa, griega, inglesa, italiana, neerlandesa, portuguesa y sueca, siendo cada uno de estos textos igualmente auténtico.

Udfærdiget i Luxembourg, den enogtyvende juni nitten hundrede og nioghalvfems,i to eksemplarer på dansk, engelsk, finsk, fransk, græsk, italiensk, nederlandsk, portugisisk, spansk, svensk og tysk, idet hver af disse tekster har samme gyldighed.

Geschehen zu Luxemburg am einundzwanzigsten Juni neunzehnhundertneunundneunzig in zwei Urschriften in dänischer, deutscher, englischer, finnischer, französischer, griechischer, italienischer, niederländischer, portugiesischer, spanischer und schwedischer Sprache, wobei jeder dieser Wortlaute gleichermaßen verbindlich ist.

Έγινε στο Λουξεμβούργο, στις είκοσι μία Ιουνίου χίλια εννιακόσια ενενήντα εννέα, σε δύο αντίγραφα στην αγγλική, γαλλική, γερμανική, δανική, ελληνική, ισπανική, ιταλική, ολλανδική, πορτογαλική, σουηδική και φινλανδική γλώσσα· καθένα από τα κείμενα είναι εξίσου αυθεντικό.

Done at Luxembourg on the twenty-first day of June in the year one thousand and ninety-nine, in two copies in the Danish, Dutch, English, Finnish, French, German, Greek, Italian, Portuguese, Spanish and Swedish languages, each of those texts being equally authentic.

Fait à Luxembourg, le vingt-et-un juin mil neuf cent quatre-vingt dix-neuf, en deux exemplaires en langues allemande, anglaise, danoise, espagnole, finnoise, française, grecque, italienne, néerlandaise, portugaise et suédoise, chacun de ces textes faisant également foi.

Fatto a Lussemburgo, addì ventuno giugno millenovecentonovantanove, in due copie, nelle lingue danese, finlandese, francese, greca, inglese, italiana, olandese, portoghese, spagnola, svedese e tedesca, ciascun testo facente ugualmente fede.

Gedaan te Luxemburg, de eenentwintigste juni negentienhonderd negenennegentig, in tweevoud, in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Feito em Luxemburgo, em vinte e um de Junho de mil novecentos e noventa e nove, em duplo exemplar nas línguas alemã, dinamarquesa, espanhola, finlandesa, francesa, grega, inglesa, italiana, neerlandesa, portuguesa e sueca, fazendo igualmente fé qualquer dos textos.

Tehty Luxemburgissa kahdentenakymmenentenäensimmäusenä päivänä kesäkuuta vuonna tuhatyhdeksänsataayhdeksänkymmentäyhdeksän kahtena kappaleena englannin, espanjan, hollannin, italian, kreikan, portugalin, ranskan, ruotsin, saksan, suomen ja tanskan kielellä, ja jokainen teksti on yhtä todistuvsvoimainen.

Utfärdat i Luxemburg den tjugoförsta juni nittonhundranittionio i två exemplar på det danska, engelska, finska, franska, grekiska, italienska, nederländska, portugisiska, spanska, svenska och tyska språket, vilka samtliga texter är lika giltiga.

Por la Comunidad Europea/For Det Europæiske Fællesskab/Für die Europäische Gemeinschaft/Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα/For the European Community/Pour la Communauté européenne/Per la Comunità europea/Voor de Europese Gemeenschap/Pela Comunidade Europeia/Euroopan yhteisön puolesta/På Europeiska gemenskapens vägnar

>PIC FILE= "L_2002114NL.008001.TIF">

>PIC FILE= "L_2002114NL.008002.TIF">

Por la Confederación Suiza

For Det Schweiziske Edsforbund

Für der Schweizerischen Eidgenossenschaft

Για την Ελβετική Συνομοσπονδία

For the Swiss Confederation

Pour la Confédération suisse

Per la Confederazione svizzera

Voor de Zwitserse Bondsstaat

Pela Confederação Suíça

Sveitsin valaliiton puolesta

På Schweiziska Edsförbundets vägnar

>PIC FILE= "L_2002114NL.008003.TIF">

>PIC FILE= "L_2002114NL.008004.TIF">

BIJLAGE

Voor de toepassing van deze overeenkomst geldt het volgende:

- wanneer in deze bijlage gespecificeerde besluiten verwijzingen bevatten naar lidstaten van de Europese Gemeenschap, of een eis betreffende een verband met laatstgenoemde, gelden deze verwijzingen, voor de toepassing van deze overeenkomst, als eveneens van toepassing op Zwitserland, of op de eis van een verband met Zwitserland;

- Onverminderd artikel 15 van deze overeenkomst, wordt onder de in onderstaande richtsnoeren en verordeningen van de Gemeenschap gebruikte term "communautaire luchtvaartmaatschappij" tevens verstaan een luchtvaartmaatschappij die een exploitatievergunning heeft en die haar hoofdzetel en, in voorkomend geval, haar statutaire zetel in Zwitserland heeft overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad.

1. Derde luchtvaartpakket liberalisering en andere voorschriften voor de burgerluchtvaart

Nr. 2407/92

Verordening van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen.

(Art. 1-18)

(Wat betreft de toepassing van artikel 13, lid 3, geldt de verwijzing naar artikel 226 van het EG-Verdrag als een verwijzing naar de toepasselijke procedures van deze overeenkomst.)

Nr. 2408/92

Verordening van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes.

(Art. 1-10, 12-15).

(De bijlagen zullen worden aangepast in verband met het opnemen van Zwitserse luchthavens.)

Nr. 2409/92

Verordening van de Raad van 23 juli 1992 inzake tarieven voor luchtdiensten.

(Art. 1-11)

Nr. 295/91

Verordening van de Raad van 4 februari 1991 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor compensatie bij instapweigering in het geregeld luchtvervoer.

(Art. 1-9)

Nr. 2299/89

Verordening van de Raad van 24 juli 1989 betreffende gedragsregels voor geautomatiseerde boekingssystemen, zoals gewijzigd bij Verordening van de Raad (EEG) nr. 3089/93.

(Art. 1-22)

Nr. 3089/93

Verordening van de Raad van 29 oktober 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2299/89 betreffende gedragsregels voor geautomatiseerde boekingssystemen.

(Art. 1)

Nr. 80/51

Richtlijn van de Raad van 20 december 1979 inzake de beperking van geluidshinder door subsonische luchtvaartuigen, zoals gewijzigd bij Richtlijn 83/206/EEC.

(Art. 1-9)

Nr. 89/629

Richtlijn van de Raad van 4 december 1989 betreffende de beperking van de geluidsemissie van civiele subsonische straalvliegtuigen.

(Art. 1-8)

Nr. 92/14

Richtlijn van de Raad van 2 maart 1992 betreffende de beperking van de exploitatie van de vliegtuigen van bijlage 16 van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, boekdeel I, deel 2, hoofdstuk 2, tweede uitgave (1988).

(Art. 1-11)

Nr. 91/670

Richtlijn van de Raad van 16 december 1991 inzake de onderlinge erkenning van bewijzen van bevoegdheid voor burgerluchtvaartpersoneel.

(Art. 1-8)

Nr. 95/93

Verordening van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van "slots" op communautaire luchthavens.

(Art. 1-12)

Nr. 96/67

Richtlijn van de Raad van 15 oktober 1996 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap.

(Art. 1-9, 11-23, 25)

Nr. 2027/97

Verordening van de Raad van 9 oktober 1997 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen.

(Art. 1-8)

Nr. 323/1999

Verordening van de Raad van 8 februari 1999 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2299/89 van de Raad van 24 juli 1989 betreffende gedragsregels voor geautomatiseerde boekingssystemen (Computerized Reservation Systems, CRS).

(Art. 1, 2)

2. Mededingingsregels

Verwijzingen in de volgende teksten naar de artikelen 81 en 82 van het Verdrag gelden als verwijzingen naar de artikelen 8 en 9 van deze overeenkomst.

Nr. 17/62

Verordening van de Raad van 6 februari 1962 betreffende de toepassing van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, zoals gewijzigd bij Verordening nr. 59, bij Verordening nr. 118/63/EEG en bij Verordening (EEG) nr. 2822/71.

(Art. 1-9, 10(1)-(2), 11-14, 15(1), 15(2), 15(4)-(6), 16 (1)-(2), 17-24)

Nr. 141/62

Verordening van de Raad van 26 november 1962 houdende niet-toepassing op de vervoersector van Verordening nr. 17 van de Raad, zoals gewijzigd bij Verordeningen nr. 165/65/EEG en nr. 1002/67/EEG.

(Art. 1-3)

Nr. 3385/94

Verordening van de Commissie van 21 december 1994 betreffende vorm, inhoud en overige bijzonderheden van verzoeken en aanmeldingen uit hoofde van Verordening nr. 17 van de Raad.

(Art. 1-5)

Nr. 99/63

Verordening van de Commissie van 25 juli 1963 over het horen van belanghebbenden en derden overeenkomstig artikel 19, leden 1 en 2, van Verordening nr. 17 van de Raad.

(Art. 1-11)

Nr. 2988/74

Verordening van de Raad van 26 november 1974 inzake de verjaring van het recht van vervolging en van tenuitvoerlegging op het gebied van het vervoers- en het mededingingsrecht van de Europese Economische Gemeenschap.

(Art. 1-7)

Nr. 3975/87

Verordening van de Raad van 14 december 1987 tot vaststelling van de wijze van toepassing van de mededingingsregels op ondernemingen in de sector luchtvervoer, zoals gewijzigd bij Verordeningen (EEG) nr. 1284/91 en (EEG) nr. 2410/92 (zie onder).

(Art. 1-7, 8(1), 8(2), 9-11, 12(1), 12(2), 12(4), 12(5), 13(1), 13(2), 14-19)

Nr. 1284/91

Verordening van de Raad van 14 mei 1991 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 3975/87 tot vaststelling van de wijze van toepassing van de mededingingsregels op ondernemingen in de sector luchtvervoer.

(Art. 1)

Nr. 2410/92

Verordening van de Raad van 23 juli 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3975/87 tot vaststelling van de wijze van toepassing van de mededingingsregels op ondernemingen in de sector luchtvervoer.

(Art. 1)

Nr. 3976/87

Verordening van de Raad van 14 december 1987 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de sector van het luchtvervoer, zoals gewijzigd bij Verordeningen (EEG) nr. 2344/90 en (EEG) nr. 2411/92 (zie onder).

(Art. 1-5, 7)

Nr. 2344/90

Verordening van de Raad van 24 juli 1990 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3976/87 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de sector van het luchtvervoer.

(Art. 1)

Nr. 2411/92

Verordening van de Raad van 23 juli 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3976/87 betreffende de toepassing van artikel 81 lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de sector van het luchtvervoer.

(Art. 1)

Nr. 3652/93(1)

Verordening van de Commissie van 22 december 1993 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het EG-Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten tussen ondernemingen met betrekking tot geautomatiseerde boekingssystemen voor luchtvervoerdiensten.

(Art. 1-15)

Nr. 1617/93(2)

Verordening van de Commissie van 25 juni 1993 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het EEG-Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die betrekking hebben op de gezamenlijke planning en coördinatie van de dienstregelingen, op de gemeenschappelijke exploitatie, op het overleg over passagiers- en vrachtvervoertarieven bij geregelde luchtdiensten en op de toekenning van landings- en starttijden op luchthavens.

(Art. 1-7)

Nr. 1523/96

Verordening van de Commissie van 24 juli 1996 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1617/93 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het EEG-Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die betrekking hebben op de gezamenlijke planning en coördinatie van de dienstregelingen, op de gemeenschappelijke exploitatie, op het overleg over passagiers- en vrachtvervoertarieven bij geregelde luchtdiensten en op de toekenning van landings- en starttijden op luchthavens.

(Art. 1, 2)

Nr. 4261/88

Verordening van de Commissie van 16 december 1988 betreffende de klachten en verzoeken en het horen van belanghebbenden en derden, zoals bedoeld in Verordening (EEG) nr. 3975/87 van de Raad.

(Art. 1-14)

Nr. 4064/89

Verordening van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen.

(Art. 1-8, 9(1)-(8), 10-18, 19(1)-(2), 20-23)

Nr. 1310/97

Verordening van de Raad van 30 juni 1997 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 4064/89 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen.

(Art. 1, 2)

Nr. 3384/94

Verordening van de Commissie van 21 december 1994 betreffende de aanmeldingen, de termijnen en het horen van betrokkenen en derden overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen.

(Art. 1-23)

Nr. 80/723

Richtlijn van de Commissie van 25 juni 1980 betreffende de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen Lid-Staten en openbare bedrijven, zoals gewijzigd bij Richtlijn 85/413/EEG van 24 juli 1985.

(Art. 1-9)

Nr. 85/413

Richtlijn van de Commissie van 24 juli 1985 tot wijziging van Richtlijn 80/723/EEG betreffende de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen Lid-Staten en openbare bedrijven.

(Art. 1-3)

3. Technische harmonisatie

Nr. 3922/91

Verordening van de Raad van 16 december 1991 inzake de harmonisatie van technische voorschriften en administratieve procedures op het gebied van de burgerluchtvaart.

(Art. 1-3, 4(2), 5-11, 13)

Nr. 93/65

Richtlijn van de Raad van 19 juli 1993 betreffende de vaststelling en het gebruik van compatibele technische normen en specificaties voor de aanschaf van apparatuur en van systemen voor luchtverkeersafhandeling.

(Art. 1-5, 7-10)

(De bijlage moet worden aangepast in verband met het opnemen van Swisscontrol en andere onder artikel 5 vallende Zwitserse organisaties.)

Nr. 97/15

Richtlijn van de Commissie van 25 maart 1997 tot bekrachtiging van Eurocontrol-normen en tot wijziging van Richtlijn 93/65/EEG van de Raad betreffende de vaststelling en het gebruik van compatibele technische normen en specificaties voor de aanschaf van apparatuur en van systemen voor luchtverkeersafhandeling.

(Art. 1-4, 6)

4. Veiligheid in de luchtvaart

Nr. 94/56

Richtlijn van de Raad van 21 november 1994 houdende vaststelling van de grondbeginselen voor het onderzoek van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart.

(Art. 1-13)

5. Andere

Nr. 90/314

Richtlijn van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten.

(Art. 1-10)

Nr. 93/13

Richtlijn van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.

(Art. 1-11)

(1) Niet langer van kracht, maar dient als beleidsrichtsnoer in afwachting van vervanging.

(2) Niet langer van kracht, maar dient als beleidsrichtsnoer in afwachting van vervanging.

Slotakte

de gevolmachtigden

van de EUROPESE GEMEENSCHAP

en

van de ZWITSERSE BONDSSTAAT,

bijeengekomen te Luxemburg, op 21 juni 1999, voor de ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer, hebben de volgende gemeenschappelijke verklaringen aangenomen die aan deze slotakte zijn gehecht:

- Gemeenschappelijke verklaring over de overeenkomsten met derde landen,

- Gemeenschappelijke verklaring over toekomstige verdere onderhandelingen.

Zij hebben eveneens de volgende verklaringen aangenomen die aan deze slotakte zijn gehecht:

- Verklaring over het bijwonen door Zwitserland van vergaderingen van Comités en Commissies,

- Verklaring van Zwitserland over mogelijke wijziging van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.

Hecho en Luxemburgo, el ventiuno de junio de mil novecientos noventa y nueve.

Udfærdiget i Luxembourg den enogtyvende juni nitten hundrede og nioghalvfems.

Geschehen zu Luxemburg am einundzwanzigsten Juni neunzehnhundertneunundneunzig.

Έγινε στο Λουξεμβούργο, στις είκοσι μία Ιουνίου χίλια εννιακόσια ενενήντα εννέα.

Done at Luxembourg on the twenty-first day of June in the year one thousand nine hundred and ninety-nine.

Fait à Luxembourg, le vingt-et-un juin mil neuf cent quatre-vingt dix-neuf.

Fatto a Lussemburgo, addì ventuno giugno millenovecentonovantanove.

Gedaan te Luxemburg, de eenentwintigste juni negentienhonderd negenennegentig.

Feito em Luxemburgo, em vinte e um de Junho de mil novecentos e noventa e nove.

Tehty Luxemburgissa kahdentenakymmenentenäensimmäisenä päivänä kesäkuuta vuonna tuhatyhdeksänsataayhdeksänkymmentäyhdeksän.

Som skedde i Luxemburg den tjugoförsta juni nittonhundranittionio.

Por la Comunidad Europea/For Det Europæiske Fællesskab/Für die Europäische Gemeinschaft/Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα/For the European Community/Pour la Communauté européenne/Per la Comunità europea/Voor de Europese Gemeenschap/Pela Comunidade Europeia/Euroopan yhteisön puolesta/På Europeiska gemenskapens vägnar

>PIC FILE= "L_2002114NL.008801.TIF">

>PIC FILE= "L_2002114NL.008802.TIF">

Por la Confederación Suiza

For Det Schweiziske Edsforbund

Für der Schweizerischen Eidgenossenschaft

Για την Ελβετική Συνομοσπονδία

For the Swiss Confederation

Pour la Confédération suisse

Per la Confederazione svizzera

Voor de Zwitserse Bondsstaat

Pela Confederação Suíça

Sveitsin valaliiton puolesta

På Schweiziska Edsförbundets vägnar

>PIC FILE= "L_2002114NL.008803.TIF">

>PIC FILE= "L_2002114NL.008804.TIF">

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

over de overeenkomsten met derde landen

De overeenkomstsluitende partijen erkennen dat het wenselijk is de nodige stappen te nemen om te zorgen voor coherentie tussen hun wederzijdse betrekkingen op het gebied van luchtvervoer en andere bredere overeenkomsten op het gebied van luchtvervoer die op dezelfde beginselen zijn gebaseerd.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

over toekomstige verdere onderhandelingen

De Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat verklaren voornemens te zijn onderhandelingen te openen over sluiting van overeenkomsten betreffende onderwerpen van gemeenschappelijk belang, zoals de herziening van Protocol nr. 2 bij de vrijhandelsovereenkomst van 1972 en de deelname van Zwitserland aan bepaalde communautaire programma's op het gebied van opleidingen, jeugdzaken, media, statistiek en milieu. De voorbereidingen voor die onderhandelingen moeten binnen korte tijd na de afronding van de thans lopende bilaterale onderhandelingen beginnen.

VERKLARING

over het bijwonen door Zwitserland van vergaderingen van comités en commissies

De Raad komt overeen dat de vertegenwoordigers van Zwitserland, als waarnemers en voor de punten die hen betreffen, de vergaderingen van de volgende comités, commissies en groepen van deskundigen bijwonen:

- comités en commissies voor onderzoeksprogramma's, waaronder het Comité voor Wetenschappelijk en Technisch Onderzoek (CREST);

- Administratieve Commissie voor de Sociale Zekerheid van Migrerende Werknemers;

- coördinatiegroep voor de Wederzijdse Erkenning van Diploma's van het Hoger Onderwijs;

- raadgevende comités voor de luchtvaart en voor de toepassing van de mededingingsvoorschriften in het luchtvervoer.

De stemming in deze commissies en comités wordt door de vertegenwoordigers van Zwitserland niet bijgewoond.

In het geval van andere commissies en comités die onderwerpen behandelen waarop deze overeenkomsten van toepassing zijn en op welk gebied Zwitserland ofwel de communautaire wetgeving heeft overgenomen of gelijkwaardige wetgeving toepast, raadpleegt de Commissie de deskundigen van Zwitserland overeenkomstig het bepaalde in artikel 100 van de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

VERKLARING VAN ZWITSERLAND

over mogelijke wijziging van het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen

De Zwitserse Regering verklaart te verwachten dat, mochten het statuut en het reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen zodanig worden gewijzigd dat advocaten die bevoegd zijn om te pleiten voor de rechtbanken van staten die partij zijn bij soortgelijke overeenkomsten als deze, ook voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen mogen pleiten, deze wijziging tevens zou inhouden dat Zwitserse advocaten die voor Zwitserse rechtbanken pleiten de mogelijkheid krijgen voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te pleiten met betrekking tot vraagstukken die overeenkomstig de Overeenkomst aan het Hof zijn voorgelegd.

Informatie betreffende de inwerkingtreding van de zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat in de sectoren vrij verkeer van personen, luchtvervoer en overlandvervoer, overheidsopdrachten, wetenschappelijke en technologische samenwerking, wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling en handel in landbouwproducten

Aangezien de uiteindelijke kennisgeving van de afronding van de procedures die nodig zijn voor de inwerkingtreding van de zeven op 21 juni 1999 te Luxemburg ondertekende overeenkomsten in de sectoren vrij verkeer van personen, luchtvervoer en overlandvervoer, overheidsopdrachten, wetenschappelijke en technologische samenwerking, wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling en handel in landbouwproducten tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds, heeft plaatsgehad op 17 april 2002, zullen deze overeenkomsten, gelijktijdig, op 1 juni 2002 in werking treden.