22001D0036

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 36/2001 van 30 maart 2001 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-Overeenkomst

Publicatieblad Nr. L 158 van 14/06/2001 blz. 0028 - 0029


Besluit van het Gemengd Comité van de EER

nr. 36/2001

van 30 maart 2001

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-Overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals aangepast bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna "de Overeenkomst" genoemd, inzonderheid op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bijlage I bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 189/1999 van het Gemengd Comité van de EER van 17 december 1999(1).

(2) Beschikking 1999/312/EG van de Raad van 29 april 1999 tot wijziging van Beschikking 93/383/EEG met betrekking tot de referentielaboratoria voor de controle op mariene biotoxines(2) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(3) Dit besluit is niet van toepassing op Liechtenstein,

BESLUIT:

Artikel 1

In deel 6.2 van hoofdstuk I van bijlage I bij de Overeenkomst wordt in punt 17 (Beschikking 93/383/EEG van de Raad) het volgende toegevoegd:

", zoals gewijzigd bij:

- 399 D 0312: Beschikking 1999/312/EG van de Raad van 29 april 1999 (PB L 120 van 8.5.1999, blz. 37).".

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend te maken teksten in de IJslandse en Noorse taal van Beschikking 1999/312/EG van de Raad zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 31 maart 2001, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER(3) hebben plaatsgevonden.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2001.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

P. Westerlund

(1) PB L 74 van 15.3.2001, blz. 24.

(2) PB L 120 van 8.5.1999, blz. 37.

(3) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.