22001A1114(02)

Protocol tot vaststelling van de voor de periode van 21 mei 2001 tot en met 20 mei 2004 geldende vangstmogelijkheden en financiële bijdrage, als bedoeld in de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar

Publicatieblad Nr. L 296 van 14/11/2001 blz. 0010 - 0018


Protocol

tot vaststelling van de voor de periode van 21 mei 2001 tot en met 20 mei 2004 geldende vangstmogelijkheden en financiële bijdrage, als bedoeld in de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar

Artikel 1

Op grond van artikel 2 van de Overeenkomst en voor een periode van drie jaar ingaande op 21 mei 2001 worden vergunningen voor uitoefening van de visserij in de visserijzone van Madagaskar verleend voor 40 vriesvaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en 40 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug.

Bovendien kunnen op verzoek van de Gemeenschap vergunningen worden verleend voor andere categorieën vissersvaartuigen, onder bepaalde voorwaarden die in de bij artikel 9 van de Overeenkomst bedoelde gemengde commissie zullen worden vastgesteld.

Artikel 2

1. De in artikel 7 van de Overeenkomst bedoelde bijdrage wordt vastgesteld op 825000 EUR per jaar (waarvan 308000 EUR financiële compensatie voor vangstmogelijkheden, te betalen uiterlijk 30 november van elk jaar, en 517000 EUR voor de in artikel 3 van het protocol bedoelde acties).

2. De financiële compensatie geldt voor een hoeveelheid van 11000 ton in de visserijzone van Madagaskar gevangen tonijnachtigen per jaar; als de vaartuigen van de Gemeenschap in de visserijzone van Madagaskar meer tonijn vangen, wordt bovengenoemd bedrag evenredig verhoogd.

3. De bijdrage van de Gemeenschap wordt gestort op een bij de Schatkist geopende rekening die door de autoriteiten van Madagaskar wordt aangewezen.

Artikel 3

1. Van de in artikel 2, lid 1, genoemde financiële tegenprestatie gaat jaarlijks een bedrag van 517000 EUR naar de financiering van de volgende acties, volgens de onderstaande verdeling:

a) wetenschappelijke programma's van Madagaskar ter verbetering van de kennis van de visbestanden met het oog op een duurzaam beheer: 80000 EUR;

Deze bijdrage kan, op verzoek van de Regering van Madagaskar, bestaan in een bijdrage in de kosten van internationale vergaderingen om die kennis te vergroten en het beheer van de visbestanden te verbeteren;

b) steun voor een systeem van toezicht, controle en bewaking van de visserij: 267000 EUR;

c) studiebeurzen en opleidingsstages, steun voor de opleiding van zeelieden: 100000 EUR;

d) bijstand voor de ontwikkeling van de traditionele visserij: 70000 EUR.

2. De onder a), b) en d) bedoelde bedragen staan uiterlijk 30 november van elk jaar ter beschikking van het voor visserij bevoegde ministerie en worden gestort op de bankrekeningen van de autoriteiten van Madagaskar.

3. De onder c) bedoelde bijdragen worden ter beschikking gesteld van het voor visserij bevoegde ministerie en op de door dit ministerie aangewezen bankrekeningen gestort naarmate er uitgaven worden gedaan.

4. De bevoegde autoriteiten van Madagaskar doen de Commissie jaarlijks, uiterlijk 3 maanden na de datum waarop het protocol verjaart, een verslag toekomen over de aanwending van de financiële middelen die voor de in lid 1 genoemde acties worden verleend, over de uitvoering van die acties en over de bereikte resultaten. De Commissie van de Europese Gemeenschappen behoudt zich het recht voor het voor visserij bevoegde ministerie te verzoeken alle aanvullende inlichtingen die zij nodig acht te verstrekken. In het licht van de daadwerkelijke uitvoering van de acties en na overleg met de bevoegde autoriteiten van Madagaskar in een gemengde commissie kan de Commissie van de Europese Gemeenschappen de betrokken bedragen herzien.

Artikel 4

Indien de Gemeenschap zou verzuimen de in de artikelen 2 en 3 van dit protocol bedoelde betalingen te verrichten, kan de visserijovereenkomst worden geschorst.

Artikel 5

Indien de uitoefening van de visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar als gevolg van ernstige omstandigheden, natuurverschijnselen daaronder niet begrepen, onmogelijk is, kan de Europese Economische Gemeenschap na overleg met de andere partij de betaling van de financiële tegenprestatie opschorten.

De betaling van de financiële tegenprestatie wordt hervat zodra de toestand opnieuw normaal is en na overleg tussen de twee partijen, die bevestigen dat de toestand zodanig is dat visserijactiviteit opnieuw mogelijk is.

Artikel 6

De bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar wordt ingetrokken en vervangen door de bijlage bij dit protocol.

Artikel 7

Dit protocol treedt in werking op de datum van ondertekening.

Het is van toepassing met ingang van 21 mei 2001.

BIJLAGE

VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN DE VISSERIJZONE VAN MADAGASKAR

1. PROCEDURE VOOR HET AANVRAGEN EN DE AFGIFTE VAN VERGUNNINGEN

Het aanvragen en de afgifte van vergunningen op grond waarvan vaartuigen van de Gemeenschap in de wateren van Madagaskar mogen vissen, geschieden als volgt:

a) Via haar vertegenwoordiger in Madagaskar dient de Europese Commissie tegelijk bij de autoriteiten van Madagaskar in:

- voor elk vaartuig een vergunningaanvraag, opgesteld door de reder die op grond van de Overeenkomst de visserij wil uitoefenen, en dit uiterlijk 20 dagen vóór de gewenste aanvangsdatum van de geldigheidstermijn;

- een jaarlijks verzoek om voorafgaandelijke toestemming om de territoriale wateren van Madagaskar binnen te varen; de geldigheidstermijn van deze toestemming valt samen met die van de vergunning.

De aanvraag moet worden ingediend op het daartoe door Madagaskar vastgestelde formulier, waarvan het model is opgenomen in aanhangsel 1, en vergezeld gaan van het bewijs van betaling van het voorschot door de reder.

b) De vergunning wordt afgegeven op naam van een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar.

Op verzoek van de Commissie van de Europese Gemeenschappen kan de vergunning van een bepaald vaartuig in geval van overmacht evenwel worden vervangen door een nieuwe vergunning op naam van een ander vaartuig met soortgelijke kenmerken als het te vervangen vaartuig. De reder van het te vervangen vaartuig zendt de geannuleerde vergunning via de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen naar het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar.

Op de nieuwe vergunning worden vermeld:

- de datum van afgifte;

- dat de vergunning in de plaats komt van de vergunning voor een ander vaartuig en dat de vergunning van het vorige vaartuig wordt geannuleerd.

Voor de nog resterende looptijd van de vergunning die wordt vervangen, is geen visrecht zoals bedoeld in artikel 5 van de Overeenkomst verschuldigd.

c) De vergunning wordt door de autoriteiten van Madagaskar afgegeven aan de vertegenwoordiger van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Madagaskar.

d) De vergunning moet permanent aan boord worden bewaard; vanaf de ontvangst van de kennisgeving van de Commissie van de Europese Gemeenschappen aan de autoriteiten van Madagaskar dat het voorschot is betaald, wordt het vaartuig evenwel opgenomen op een lijst van visgerechtigde vaartuigen die aan de met de visserijcontrole belaste autoriteiten van Madagaskar wordt medegedeeld. Een afschrift van de betreffende vergunning, verzonden per telefax, kan worden verkregen in afwachting van de ontvangst van de eigenlijke vergunning; dit afschrift wordt aan boord bewaard.

e) De tonijnreders zijn verplicht zich in Madagaskar door een gemachtigde te laten vertegenwoordigen.

f) De autoriteiten van Madagaskar delen vóór de inwerkingtreding van de Overeenkomst alle gegevens mede over de voor de betaling van de rechten te gebruiken bankrekeningen.

2. GELDIGHEIDSDUUR EN BETALING VAN DE VERGUNNINGEN

a) In afwijking van het bepaalde in artikel 4, lid 4, van de Overeenkomst, bedraagt de geldigheidsduur van de vergunningen één jaar. Zij kunnen worden verlengd.

b) Het visrecht wordt vastgesteld op 25 EUR per ton die in de wateren onder jurisdictie van Madagaskar wordt gevangen. De vergunningen worden afgegeven nadat aan de Schatkist van Madagaskar een voorschot is betaald van 2500 EUR per jaar voor elk vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, van 1500 EUR per jaar voor elk vaartuig voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 150 brt en van 1100 EUR per jaar voor elk vaartuig voor de visserij met de drijvende beug van 150 brt of minder. Deze voorschotten komen overeen met de rechten voor respectievelijk 100 ton, 60 ton en 44 ton op jaarbasis in de visserijzone van Madagaskar gevangen vis.

3. VANGSTAANGIFTE EN EINDAFREKENING VAN DE VERSCHULDIGDE RECHTEN

a) De vaartuigen waaraan vergunning is verleend om op grond van de Overeenkomst in de visserijzone van Madagaskar te vissen, moeten hun vangstgegevens via de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Madagaskar aan het Centrum voor visserijtoezicht ("Centre de Surveillance des Pêches") van Madagaskar meedelen; zij gaan hierbij als volgt te werk:

de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug vullen een vangstaangifte volgens het model van aanhangsel 2 in voor elke periode waarin zij in de visserijzone van Madagaskar hebben gevist. De vangstaangiften worden tegen uiterlijk 30 september van elk jaar aan de vorengenoemde bevoegde autoriteiten toegezonden.

De aangiften moeten leesbaar zijn en door de kapitein van het vaartuig zijn ondertekend. Bovendien moeten zij worden ingevuld door alle vaartuigen die een vergunning hebben verkregen, ook als zij niet hebben gevist.

b) De autoriteiten van Madagaskar behouden zich het recht voor om, wanneer deze bepalingen niet worden nageleefd, de vergunning van het in overtreding zijnde vaartuig te schorsen totdat de formaliteiten zijn vervuld. De delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Madagaskar wordt hiervan onverwijld in kennis gesteld.

c) De afrekening van de voor een jaar verschuldigde visrechten wordt door de Commissie van de Europese Gemeenschappen op het einde van elk kalenderjaar vastgesteld, rekening houdende met de betaalde voorschotten en met de in punt 2, onder b), bepaalde bedragen. De afrekening van de verschuldigde rechten wordt gemaakt aan de hand van de afrekening van de vangsten, die wordt gebaseerd op de vangstaangiften van de reders. De afrekening van de vangsten moet worden bevestigd door de wetenschappelijke instituten die bevoegd zijn om de vangstgegevens te verifiëren, zoals het Institut de Recherche pour le Développement (IRD), het Spaans Oceanografisch Instituut (IEO) en de Unité Statistique Thonière d'Antsiranana (USTA).

De door de Commissie van de Europese Gemeenschappen vastgestelde afrekening van de verschuldigde rechten wordt voor bevestiging toegezonden aan het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar. Deze instantie beschikt over een termijn van 30 dagen om haar eventuele opmerkingen kenbaar te maken.

Na afloop van deze termijn wordt de afrekening van de verschuldigde rechten aan de reders toegezonden.

Bij betwistingen overleggen de partijen met elkaar om de afrekening definitief vast te stellen, waarna deze aan de reders wordt toegezonden.

Eventuele aanvullende bedragen moeten door de reders aan de visserijdiensten van Madagaskar worden betaald binnen 30 dagen na de kennisgeving van de afrekening.

Wanneer het bedrag van de afrekening kleiner is dan het in punt 2, onder b), bedoelde voorschot, kan het verschil niet door de reder worden teruggevorderd.

4. COMMUNICATIE

De kapitein meldt het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar per radio (duplexfrequentie 8755 Tx 8231 Rx USB) of telefax (nr. 261-20-22 49014), ten minste 24 uur van tevoren dat hij voornemens is met zijn vaartuig de visserijzone van Madagaskar binnen te varen dan wel te verlaten.

Tegelijk met het voornemen om de visserijzone van Madagaskar te verlaten, meldt hij de geschatte hoeveelheden die tijdens het verblijf in de betrokken zone zijn gevangen.

De radiomeldingen moeten plaatsvinden op werkdagen en tijdens kantooruren van Madagaskar.

5. WAARNEMERS

Op verzoek van het voor visserij bevoegde ministerie wordt op de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de drijvende beug een waarnemer aan boord genomen, die behandeld wordt als een officier. Hoelang de waarnemer aan boord dient te blijven, wordt vastgesteld door het voor visserij bevoegde ministerie, maar in het algemeen zal dit niet langer zijn dan nodig is voor de uitvoering van zijn taak. De werkzaamheden van de waarnemers worden nader omschreven in aanhangsel 3.

De voorwaarden van het verblijf aan boord worden vastgesteld door het voor visserij bevoegde ministerie, vertegenwoordigd door het Centrum voor visserijtoezicht.

De reder of zijn gemachtigde stelt het Centrum voor visserijtoezicht ten minste twee (2) dagen van tevoren in kennis van de aankomst van het vaartuig in een haven van Madagaskar.

De reder betaalt via zijn gemachtigde aan de Regering van Madagaskar (Centrum voor visserijtoezicht) 17 EUR voor iedere dag die een waarnemer aan boord van een vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen of de drijvende beug doorbrengt.

De loodskosten in de haven van aanlanding in Madagaskar zijn voor rekening van de autoriteiten van Madagaskar. De kosten van inscheping en ontscheping van de waarnemer buiten het grondgebied van Madagaskar zijn ten laste van de reder.

Het aantal aan boord genomen waarnemers bedraagt tot 30 % van het aantal vaartuigen van de Gemeenschap dat op een gegeven tijdstip in de visserijzone van Madagaskar actief is. De verblijfsduur van de waarnemer aan boord van een vaartuig is afhankelijk van de duur van de visreis van het vaartuig in de betrokken zone.

Indien de waarnemer zich binnen twaalf uur na het afgesproken tijdstip nog niet op de afgesproken plaats heeft gemeld, is de reder automatisch ontheven van de verplichting hem aan boord te nemen. Indien de afvaart van het vaartuig wordt vertraagd, zijn de verblijf- en maaltijdkosten van de waarnemer tot de effectieve inscheping ten laste van de reder.

6. AANMONSTERING VAN ZEELIEDEN

Voor de hele vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de drijvende beug en voor de hele duur van de campagne in de visserijzone van Madagaskar worden 40 zeelieden uit Madagaskar in dienst genomen. Het loon van deze zeelieden wordt vastgesteld in onderling overleg tussen de gemachtigden van de reders en de betrokkenen. Het omvat een socialezekerheidsregeling.

De aanmonsteringsovereenkomsten worden gesloten tussen de gemachtigden en de betrokken zeelieden.

Indien dit aantal van 40 zeelieden voor de hele vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de drijvende beug niet wordt bereikt, dienen de reders een compensatie te betalen die door de bij artikel 9 van de Overeenkomst ingestelde gemengde commissie wordt vastgesteld en in verhouding staat tot de duur van de viscampagne; dit bedrag - over te maken naar een rekening waarvan het nummer aan de gemachtigden wordt medegedeeld - zal worden gebruikt voor de opleiding van vissers uit Madagaskar.

7. VISSERIJZONES

De vaartuigen uit de Gemeenschap mogen vissen in alle wateren van Madagaskar buiten 12 zeemijl vanaf de basislijn.

Als de autoriteiten van Madagaskar besluiten experimentele visconcentratie-installaties te plaatsen, stellen zij de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de gemachtigden van de betrokken reders daarvan in kennis, met vermelding van de coördinaten van deze installaties.

Vanaf de 30e dag na deze kennisgeving mogen vaartuigen zich niet ophouden op minder dan 1,5 zeemijl van deze installaties. Alle afbraak van deze installaties dient onverwijld aan dezelfde partijen te worden gemeld.

8. GEBRUIK VAN DE HAVENINSTALLATIES

De autoriteiten van Madagaskar bepalen samen met de reders die gebruik maken van de Overeenkomst onder welke voorwaarden de haveninstallaties worden gebruikt.

9. INSPECTIE VAN EN TOEZICHT OP DE VISSERIJACTIVITEITEN

De vaartuigen met een vergunning laten de ambtenaren van Madagaskar aan wie de inspectie en de controle op de visserijactiviteiten is opgedragen, aan boord komen; zij helpen hen bij het aan boord komen en vergemakkelijken hun de uitoefening van hun taak.

De vaartuigen van de Gemeenschap die in het kader van de Overeenkomst vissen, worden via satelliet gevolgd, onder door de partijen overeen te komen voorwaarden.

10. OVERLADEN

In geval van overlading dragen vriesvaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen de vis die zij zelf niet houden over aan een bedrijf of instantie dat/die is aangewezen door de voor visserij bevoegde autoriteiten van Madagaskar.

11. DIENSTPRESTATIES

De reders uit de Gemeenschap die in de visserijzone van Madagaskar actief zijn, doen voor de diensten die zij nodig hebben (herstel en onderhoud, goederenbehandeling, bunkeren, ontvangst) bij voorkeur een beroep op verstrekkers uit Madagaskar.

12. PROCEDURE BIJ AANHOUDING

a) Kennisgeving

Het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar stelt de delegatie en de vlaggenstaat binnen ten hoogste 48 uur ervan in kennis wanneer een vaartuig uit de Gemeenschap dat in het kader van de visserijovereenkomst opereert, in de visserijzone van Madagaskar is aangehouden, en verstrekt een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de aanhouding. De delegatie en de vlaggenstaat worden tevens op de hoogte gehouden van het verloop van de ingeleide procedures en van de getroffen sancties.

b) Afwikkeling van de aanhouding

Overeenkomstig de visserijwetgeving kan de overtreding worden geregeld:

- ofwel via een schikking; het bedrag van de toegepaste geldboete wordt in dat geval bepaald met inachtneming van de in de wetgeving van Madagaskar vastgestelde minimum- en maximumwaarden;

- ofwel langs gerechtelijke weg, indien de zaak niet via een schikking kan worden geregeld, overeenkomstig de wetgeving van Madagaskar.

c) Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning gemachtigd om de haven te verlaten zodra:

- bij een schikking, aan de desbetreffende verplichtingen is voldaan, hetgeen moet blijken uit de overlegging van een bewijs van betaling;

- ofwel bij een gerechtelijke procedure, in afwachting van de voltooiing ervan een bankwaarborg is verstrekt, hetgeen moet blijken uit de overlegging van een bewijs van borgstelling.

Aanhangsel 1

>PIC FILE= "L_2001296NL.001602.TIF">

Aanhangsel 2

>PIC FILE= "L_2001296NL.001702.TIF">

Aanhangsel 3

WAARNEMERSREGELING

Op vaartuigen voor de visserij op tonijn en met de drijvende beug die over een vergunning beschikken, wordt een waarnemer van het Centrum voor visserijtoezicht, in het bezit van een legitimatiebewijs en een zeevaartboekje, aan boord genomen. Hoelang de waarnemer aan boord dient te blijven, wordt vastgesteld door het Centrum voor visserijtoezicht, maar in het algemeen zal dit niet langer zijn dan nodig is voor de uitvoering van zijn taak.

Tijdens zijn verblijf aan boord:

1. observeert en registreert de waarnemer de visserijactiviteiten van de vaartuigen en stelt hij hierover verslag op;

2. controleert hij de positie van de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn;

3. verricht hij bemonsteringswerkzaamheden voor biologische doeleinden in het kader van wetenschappelijke programma's;

4. noteert hij gegevens over het gebruikte vistuig;

5. verzamelt hij vangstgegevens voor de betrokken visserijzone;

6. zorgt de waarnemer ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen;

7. gaat hij zorgvuldig om met de inventaris en de installaties van het vaartuig, en bewaart hij geheimhouding over alle aan het vaartuig toebehorende documenten;

8. stelt hij over de visreis een verslag op, dat wordt overgelegd aan het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar en waarvan een afschrift wordt bezorgd aan de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

De reder of de kapitein van het vaartuig:

1. staat toe dat de waarnemer aan boord komt om zijn werkzaamheden te verrichten en zo lang als in de aanvraag is vermeld aan boord blijft;

2. zorgt voor een adequate werkruimte met onder andere een voldoende verlichte tafel;

3. verstrekt alle gegevens waarover hij beschikt met betrekking tot de visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar;

4. verstrekt de positie van het vaartuig (lengte en breedte);

5. verzendt en ontvangt berichten, of staat toe dat deze worden verzonden of ontvangen, met gebruikmaking van de communicatieapparatuur van het vaartuig;

6. geeft toegang tot alle delen van het vaartuig waar visserijactiviteiten plaatsvinden en waar vis wordt verwerkt of opgeslagen;

7. staat toe dat monsters worden genomen;

8. stelt adequate opslagvoorzieningen voor deze monsters ter beschikking, zonder dat dit ten koste gaat van de opslagcapaciteit van het vaartuig;

9. verleent medewerking voor het onderzoeken en meten van het vistuig;

10. staat toe dat monsters en documenten die tijdens het verblijf van de waarnemer aan boord zijn verkregen, worden meegenomen;

11. zorgt, wanneer de waarnemer langer dan vier uur ononderbroken aan boord blijft, voor verblijf en maaltijden, en behandelt hem als een officier.