21998A0805(02)

Protocol tot vaststelling van de voor de periode van 28 februari 1998 tot en met 27 februari 2001 geldende vangstmogelijkheden en financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren

Publicatieblad Nr. L 217 van 05/08/1998 blz. 0030 - 0034


PROTOCOL tot vaststelling van de voor de periode van 28 februari 1998 tot en met 27 februari 2001 geldende vangstmogelijkheden en financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren

Artikel 1

Op grond van artikel 2 van de overeenkomst en voor een periode van drie jaar ingaande op 28 februari 1998 worden vergunningen voor gelijktijdige uitoefening van de visserij in de wateren van de Comoren verleend voor 44 vriesvaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en 16 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug.

Artikel 2

1. De in artikel 6 van de overeenkomst bedoelde financiële compensatie wordt vastgesteld op 180 000 ECU per jaar en moet uiterlijk op 1 september van elk jaar worden betaald.

2. Deze financiële compensatie geldt voor een vangst van 4 500 ton per jaar in de wateren van de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren. Als de vaartuigen van de Gemeenschap in de wateren van de Comoren een grotere hoeveelheid tonijn vangen, wordt de financiële compensatie voor die extra hoeveelheden verhoogd met 50 ECU per ton.

3. De financiële compensatie wordt ten bate van de schatkist gestort op de bankrekening die de regering van de Comoren meedeelt.

4. De besteding van deze compensatie valt uitsluitend onder de bevoegdheid van de regering van de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren.

Artikel 3

Tijdens de duur van het protocol draagt de Gemeenschap bovendien voor 540 000 ECU, die op de onderstaande wijze moeten worden verdeeld, bij in de financiering van de volgende acties:

1. financiering van wetenschappelijke en technische programma's (uitrusting, infrastructuur, verbetering van het administratieve apparaat, opleiding in de visserij enz.) die gericht zijn op de verbetering van de kennis over de visbestanden in de wateren van de Comoren: 250 000 ECU;

2. steun voor de instanties die met het toezicht op de visserij zijn belast: 70 000 ECU;

3. institutionele steun voor het Ministerie van Visserij: 50 000 ECU;

4. financiering van studiebeurzen, stages voor de praktijkopleiding of studiebijeenkomsten in de verschillende wetenschappelijke, technische en economische branches die betrekking hebben op de visserij: 60 000 ECU;

5. bijdrage van de Comoren aan de internationale visserijorganisaties: 70 000 ECU;

6. kosten van de deelname van afgevaardigden van de Comoren aan internationale bijeenkomsten op visserijgebied: 40 000 ECU.

Het besluit tot deze acties wordt genomen door het Ministerie van Visserij, dat de Commissie van de Europese Gemeenschappen daarvan in kennis stelt.

De toegekende bedragen worden ter beschikking gesteld van de regering van de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren en overgemaakt op de door haar meegedeelde bankrekening, behalve de in de punten 4 en 6 bedoelde bedragen, die worden betaald naar gelang van de besteding.

Het Ministerie van Visserij legt de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen op de Comoren uiterlijk drie maanden na de verjaardatum van het protocol een jaarverslag voor over de uitvoering van deze acties en de resultaten daarvan. De Commissie van de Europese Gemeenschappen behoudt zich voor het Ministerie van Visserij aanvullende inlichtingen over deze resultaten te vragen en de betalingen te herzien op basis van de werkelijke uitvoering van de acties.

Artikel 4

Als de Gemeenschap de in de artikelen 2 en 3 bedoelde betalingen niet verricht, kan de visserijovereenkomst worden geschorst.

Artikel 5

Het aan de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren gehechte protocol wordt ingetrokken en vervangen door dit protocol.

Artikel 6

Dit protocol treedt in werking op de dag van ondertekening.

Het is van toepassing met ingang van 28 februari 1998.

BIJLAGE

VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ IN DE WATEREN VAN DE COMOREN DOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP

1. Formaliteiten voor de aanvraag en de afgifte van vergunningen

De vergunningen tot uitoefening van de visserij in de wateren van de Comoren door vaartuigen van de Gemeenschap worden volgens onderstaande regels aangevraagd en afgegeven:

1.1. De Commissie van de Europese Gemeenschappen dient via haar vertegenwoordiger op de Comoren ten minste 20 dagen vóór het begin van de gewenste geldigheidstermijn bij het Ministerie van Visserij van de Comoren een door de reder opgestelde aanvraag in voor elk vaartuig waarmee die reder op grond van deze overeenkomst wil gaan vissen. De aanvragen worden ingediend op de daartoe door de Comoren verstrekte formulieren, waarvan een model hierbij is gevoegd.

1.2. Elke vergunning wordt aan de reder verleend voor één bepaald vaartuig. Op verzoek van de Commissie van de Europese Gemeenschappen kan, en, in geval van overmacht, moet de vergunning voor een vaartuig worden vervangen door een vergunning voor een ander vaartuig van de Gemeenschap.

1.3. Het Ministerie van Visserij van de Comoren geeft de vergunning af aan de vertegenwoordiger van de Commissie van de Europese Gemeenschappen op de Comoren.

1.4. De vergunning moet steeds aan boord zijn; met de visserijactiviteiten mag evenwel worden begonnen zodra het Ministerie van Visserij van de Comoren van de Commissie van de Europese Gemeenschappen het bericht van betaling van het voorschot heeft ontvangen. In afwachting van de ontvangst van het origineel van de vergunning kan per fax een kopie van de reeds opgestelde vergunning worden opgestuurd; deze kopie moet aan boord van het vaartuig worden bewaard.

1.5. De vergunningen zijn één jaar geldig. Zij kunnen worden verlengd.

1.6. De visrechten bedragen 20 ECU per ton tonijn die in de wateren van de Comoren wordt gevangen.

1.7. De vergunningen worden afgegeven nadat aan de Comoren een forfaitair voorschot is betaald ten bedrage van 1 750 ECU per jaar per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen en van 750 ECU per jaar per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug.

1.8. De autoriteiten van de Comoren delen voor de inwerkingtreding van de overeenkomst mee hoe de visrechten moeten worden betaald, en met name welke bankrekening en munteenheid moeten worden gebruikt.

2. Vangstaangifte en eindafrekening van de door de reders verschuldigde rechten

De kapitein moet voor iedere visperiode in de visserijzone van de Comoren een vangstaangifte invullen volgens het model dat is opgenomen in aanhangsel 2. Tijdens de geldigheidsduur van het protocol kan dit formulier eventueel vervangen worden door een ander document dat met hetzelfde doel is opgesteld door een internationale organisatie die voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan bevoegd is.

De aangifte, die leesbaar moet zijn en door de kapitein moet zijn ondertekend, moet binnen een maand na afloop van elk kalenderkwartaal voor afwikkeling worden ingediend bij het Office de la recherche scientifique et technique d'outre-mer (ORSTOM) en bij het Spaans Instituut voor Oceanografie (IEO).

Het Ministerie van Visserij van de Comoren behoudt zich het recht voor om, als deze bepalingen niet worden nageleefd, de vergunning van het in overtreding zijnde vaartuig te schorsen tot deze formaliteiten zijn vervuld, en de in de nationale wetgeving vastgestelde sancties toe te passen.

De lidstaten verstrekken de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor 15 april de door de wetenschappelijke instituten bevestigde vangstcijfers over het afgelopen jaar. Aan de hand van die gegevens maakt de Commissie de eindafrekening van de voor een bepaald jaar verschuldigde visrechten en zij stuurt die afrekening aan het Ministerie van Visserij van de Comoren voor commentaar.

De reders worden door de Commissie van de Europese Gemeenschappen uiterlijk eind april in kennis gesteld van de definitief verschuldigde rechten en moeten binnen 30 dagen aan hun financiële verplichtingen voldoen. Wanneer het voor de visserijactiviteiten verschuldigde bedrag kleiner is dan het betaalde voorschot, kan het verschil niet door de reder worden teruggevorderd.

3. Inspectie en controle

De vaartuigen van de Gemeenschap die in de visserijzone van de Comoren vissen, laten de ambtenaren van de Comoren aan wie de inspectie van en de controle op de visserijactiviteiten is opgedragen, aan boord komen en helpen hen daarbij. Deze ambtenaren mogen niet langer aan boord blijven dan nodig is om steekproefsgewijs de vangsten te controleren of andere inspecties betreffende de visserijactiviteiten uit te voeren.

4. Waarnemers

Op verzoek van het Ministerie van Visserij van de Comoren nemen de tonijnvisserijvaartuigen een door dit ministerie aangewezen waarnemer aan boord, die de in de wateren van de Comoren behaalde vangsten moet controleren. Aan deze waarnemer moet alle medewerking, en met name toegang tot lokalen en documenten, worden verleend die nodig is voor de uitvoering van zijn taak. De waarnemer mag niet langer aan boord blijven dan nodig is voor de uitvoering van zijn taak. Tijdens zijn verblijf aan boord krijgt hij passende maaltijden en een geschikt logies. Als een tonijnvisserijvaartuig dat een waarnemer van de Comoren aan boord heeft, de wateren van de Comoren verlaat, wordt alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de waarnemer zo spoedig mogelijk naar de Comoren kan terugkeren; de kosten hiervan zijn voor rekening van de reder.

5. Mededelingen

De vaartuigen delen het Ministerie van Visserij van de Comoren rechtstreeks onverwijld datum en uur mee waarop ze de visserijzone van de Comoren binnenvaren en verlaten, en binnen drie uur na het binnenvaren of het verlaten van de zone en om de drie dagen als zij in de wateren van de Comoren aan het vissen zijn, hun positie en de vangsten die zij aan boord hebben. Deze mededelingen worden bij voorrang per fax doorgestuurd; vaartuigen die daarmee niet zijn uitgerust, mogen hun gegevens via de radio meedelen.

Het Ministerie van Visserij van de Comoren deelt bij de afgifte van de visserijvergunning het faxnummer en de radiofrequentie mee.

Het Ministerie van Visserij van de Comoren en de reders bewaren een kopie van de faxen of van de mededelingen per radio totdat beide partijen de in punt 2 bedoelde eindafrekening van de rechten hebben aanvaard.

Vaartuigen die vissen zonder hun aanwezigheid bij het Ministerie van Visserij van de Comoren te hebben gemeld, worden beschouwd als vaartuigen zonder vergunning.

6. Visserijzones

Om de kleinschalige visserij in de wateren van de Comoren niet te benadelen, mogen de vaartuigen voor de tonijnvisserij van de Gemeenschap hun activiteiten niet uitoefenen binnen 10 zeemijl rond elk eiland, noch binnen 3 zeemijl rond de door het Ministerie van Visserij van de Comoren geplaatste voorzieningen voor de uitbreiding van de visstand; de ligging van deze voorzieningen wordt meegedeeld aan de vertegenwoordiger van Commissie van de Europese Gemeenschappen op de Comoren.

Deze bepalingen kunnen worden herzien door de in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie.

7. Eigendom van zeldzame vissoorten

Elke coelacanth (Latimeria chalumnae) die gevangen wordt door een vaartuig van de Gemeenschap dat op grond van de overeenkomst in de wateren van de Comoren mag vissen, is eigendom van de Comoren en moet zo spoedig mogelijk en in de best mogelijke staat kosteloos worden overhandigd aan de havenautoriteiten van Moroni of van Mutsamudu.

8. Overlading

De reders van de vaartuigen van de Gemeenschap zullen er rekening mee houden dat zij voor eventuele overladingen gebruik kunnen maken van de infrastructuur in de haven van Mutsamudu.

Aanhangsel 1

AANVRAAG VOOR EEN VERGUNNING VOOR EEN BUITENLANDS VISSERSVAARTUIG

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 2

ICCAT LOGBOOK for TUNA FISHERY

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>