Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië tot samenwerking op het gebied van de zeevisserij
Publicatieblad Nr. L 334 van 23/12/1996 blz. 0019 - 0019
OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië tot samenwerking op het gebied van de zeevisserij A. Brief van de Europese Gemeenschap Mijnheer, Onder verwijzing naar de op 20 juni 1996 te Brussel geparafeerde Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië tot samenwerking op het gebied van de zeevisserij, heb ik de eer u mede te delen dat de Europese Gemeenschap bereid is deze Overeenkomst met ingang van 1 augustus 1996, in afwachting van de inwerkingtreding ervan, voorlopig toe te passen op voorwaarde dat de Islamitische Republiek Mauritanië bereid is hetzelfde te doen. In dat geval zal, overeenkomstig artikel 3 van het Protocol, de eerste jaarlijkse tranche van de in artikel 2 van het Protocol bij de Overeenkomst vastgestelde financiële compensatie uiterlijk op 30 november 1996 worden betaald. De Gemeenschap zal echter trachten deze betaling zo spoedig mogelijk te doen. Ik moge u verzoeken mij de ontvangst van deze brief te willen bevestigen en uw instemming met deze voorlopige toepassing te willen mededelen. Gelieve, mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden. Namens de Raad van de Europese Unie B. Brief van de Regering van de Islamitische Republiek Mauritanië Mijne Heren, Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden die als volgt luidt: "Mijnheer, Onder verwijzing naar de op 20 juni 1996 te Brussel geparafeerde Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië tot samenwerking op het gebied van de zeevisserij, heb ik de eer u mede te delen dat de Europese Gemeenschap bereid is deze Overeenkomst met ingang van 1 augustus 1996, in afwachting van de inwerkingtreding ervan, voorlopig toe te passen op voorwaarde dat de Islamitische Republiek Mauritanië bereid is hetzelfde te doen. In dat geval, overeenkomstig artikel 3 van het Protocol, de eerste jaarlijkse tranche van de in artikel 2 van het Protocol bij de Overeenkomst vastgestelde financiële compensatie uiterlijk op 30 november 1996 worden betaald. De Gemeenschap zal echter trachten deze betaling zo spoedig mogelijk te doen. Ik moge u verzoeken mij de ontvangst van deze brief te willen bevestigen en uw instemming met deze voorlopige toepassing te willen mededelen.". Ik heb de eer u te bevestigen dat de inhoud van uw brief voor de Regering van de Islamitische Republiek Mauritanië aanvaardbaar is en dat uw brief, te zamen met deze brief, een overeenkomst in de zin van uw voorstel vormen. Gelieve, mijne heren, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden. Voor de Regering van de Islamitische Republiek Mauritanië