21995A1219(02)

Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko tot samenwerking op het gebied van de zeevisserij - Protocol tot vaststelling van de visserijrechten en van de bedragen van de financiële compensatie en de financiële steun

Publicatieblad Nr. L 306 van 19/12/1995 blz. 0007 - 0043
L 030 31/01/1997 P. 0005


OVEREENKOMST tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko tot samenwerking op het gebied van de zeevisserij

DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

hierna "Gemeenschap" te noemen

en

HET KONINKRIJK MAROKKO,

hierna "Marokko" te noemen,

hierna "overeenkomstsluitende partijen" te noemen,

GELET op de nauwe en bevoorrechte betrekkingen tussen de Gemeenschap en Marokko, alsmede op het streven van beide partijen tot een daadwerkelijk partnerschap te komen in het ruimere kader van de samenwerking tussen de Gemeenschap en de landen van het Middellandse-Zeegebied, rekening houdende met de belangrijke rol van Marokko in dit gebied;

ZICH BEWUST van de rol die de zeevisserij en de aanverwante industrie in de economische en sociale ontwikkeling van Marokko en sommige regio's van de Gemeenschap spelen en rekening houdend met het vaste voornemen van beide partijen hun respectieve vissersvloten te moderniseren en te herstructureren;

ERAAN HERINNEREND dat de Gemeenschap en Marokko het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties hebben ondertekend en dat Marokko, overeenkomstig dat Verdrag, een exclusieve economische zone heeft vastgesteld die zich uitstrekt tot 200 zeemijl uit de kust, waarbinnen het soevereine rechten uitoefent inzake de exploratie, de exploitatie, de instandhouding en het beheer van de rijkdommen;

ZICH BEWUST van het belang van de instandhouding en de rationele exploitatie van de visbestanden, alsmede van de bescherming van het mariene milieu;

VASTBESLOTEN om in hun gemeenschappelijk belang te zorgen voor de instandhouding, voor een rationeel beheer en voor een duurzame ontwikkeling van de biologische rijkdommen in hun kustwateren, en samen te werken aan de totstandbrenging van een controleregeling voor alle visserijactiviteiten, teneinde de doeltreffendheid van de maatregelen voor het beheer en de instandhouding van deze rijkdommen te garanderen;

ERVAN OVERTUIGD dat de verwezenlijking van hun onderscheiden sociale en economische doeleinden op visserijgebied zal worden bevorderd door een nauwe samenwerking op het vlak van het wetenschappelijk en technisch onderzoek in die sector die borg staat voor de instandhouding en de optimale exploitatie van de bestanden;

REKENING HOUDEND met het feit dat de zeevisserij een volledige economische cyclus vormt en ernaar strevend hun betrekkingen op dit gebied te versterken door een nauwe en uitgebreide samenwerking die alle facetten van deze sector omvat, teneinde aldus van weerszijde aan de ontwikkeling van de sector bij te dragen;

ZICH BEWUST van de rol die de zeevisserijsector en de aanverwante industrie in de economische en sociale ontwikkeling van Marokko spelen;

BEZIELD door de wil om de verschillende aspecten van hun samenwerking uitgaande van wederzijds voordeel op het gebied van de zeevisserij en de aanverwante industrie te ontwikkelen;

VERLANGENDE de wijze van samenwerking op het gebied van de zeevisserij en de aanverwante industrie vast te stellen,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT HET VOLGENDE:

Artikel 1 Doelstellingen en definities

1. In deze Overeenkomst worden de beginselen en bepalingen vastgesteld voor de samenwerking tussen de Gemeenschap en Marokko met betrekking tot de instandhouding van de visbestanden en de valorisatie daarvan, al dan niet in verwerkte vorm, en worden de voorwaarden vastgesteld voor de uitoefening van de visserij met vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat van de Gemeenschap voeren in de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van het Koninkrijk Marokko vallen.

2. Voor de toepassing van deze Overeenkomst, de bijlagen ervan en het Protocol wordt verstaan onder:

a) "visserijzone van Marokko", de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van het Koninkrijk Marokko vallen;

b) "vaartuigen van de Gemeenschap", de in het kader van deze Overeenkomst werkzame vissersvaartuigen die de vlag voeren van een Lid-Staat en geregistreerd zijn in de Gemeenschap;

c) "het Ministerie", het Ministerie van Zeevisserij en Koopvaardij van Marokko;

d) "de Delegatie", de Delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Marokko.

Artikel 2 Zwaartepunten van de samenwerking

1. De overeenkomstsluitende partijen werken hetzij bilateraal, hetzij in het kader van de ter zake bevoegde internationale organisaties of, in voorkomend geval, op regionale of subregionale basis samen met het oog op de instandhouding en de rationele exploitatie van de visbestanden overeenkomstig de relevante bepalingen van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties.

2. De overeenkomstsluitende partijen versterken de wetenschappelijke en technische samenwerking tussen hun gespecialiseerde instellingen op visserijgebied.

3. De overeenkomstsluitende partijen bevorderen de economische, commerciële en industriële samenwerking op visserijgebied. In dit verband vergemakkelijken zij de uitwisseling van en de verspreiding van gegevens over technieken en uitrusting voor de visserij en de aquacultuur, en over methoden voor de conservering en de industriële verwerking van de vangst alsmede over de middelen om het mariene milieu te beschermen.

4. Met het oog op een duurzame ontwikkeling van de zeevisserij verleent de Gemeenschap Marokko, overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van deze Overeenkomst, financiële steun voor de uitbreiding van het wetenschappelijk zeevisserijonderzoek en voor de tenuitvoerlegging van het beleid inzake het beheer van de visserij in Marokko.

Artikel 3 Ontwikkelingsacties

De overeenkomstsluitende partijen beginnen specifieke acties om de visserijsector van Marokko duurzaam te ontwikkelen en om de gezamenlijke belangen van hun ondernemers te vergroten, met name via:

- modernisering van de kustvisserijvloot en van de aanverwante industrie;

- ontwikkeling van de haveninfrastructuur en verbetering van de voorzieningen voor het ontvangen van vissersvaartuigen in de Marokkaanse havens;

- bevordering van aquacultuurprojecten;

- bescherming van het mariene milieu en de lagunen;

- specifieke studies;

- stimulering van het onderzoek naar nieuwe vistechnieken die gunstig zijn voor een rationele exploitatie van de visbestanden;

- verbetering en ontwikkeling van de kanalen voor de afzet van visserijprodukten;

- verdere ontwikkeling van de bijstand en redding op zee;

- toezicht op de exploitatie van de visbestanden en uitbreiding van de middelen van de administratie om deze Overeenkomst te beheren;

- stimulering van de oprichting en ontwikkeling van joint-ventures in de aquacultuur en de met de visserij verwante industrie.

Voor deze programma's en acties, die worden opgesteld door Marokko en worden vastgesteld in de in artikel 10 bedoelde Gemengde Commissie, wordt door de Gemeenschap financiële steun toegekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van deze Overeenkomst.

Artikel 4 Zeevaartopleiding

De Gemeenschap besteedt bijzondere aandacht aan de zeevaartopleiding in Marokko, met name via verbetering en uitbreiding van de menselijke vaardigheden en via verbetering van de infrastructuur voor het zeevaartonderwijs in Marokko. Daartoe verleent zij Marokko financiële steun overeenkomstig artikel 7 van deze Overeenkomst.

Artikel 5 Vangstmogelijkheden

1. Marokko verleent de vaartuigen van de Gemeenschap voor zijn visserijzone de vangstmogelijkheden die zijn vastgesteld in het Protocol bij deze Overeenkomst.

2. In het Protocol bij deze Overeenkomst worden, voor de gehele duur van de Overeenkomst, de vangstmogelijkheden die jaarlijks door Marokko voor vaartuigen van de Gemeenschap worden verleend, en de in artikel 7 bedoelde door de Gemeenschap te leveren tegenprestatie vastgesteld.

Artikel 6 Algemene voorwaarden voor de uitoefening van de visserij

1. Vaartuigen van de Gemeenschap mogen uitsluitend de visserij uitoefenen indien daarvoor door de bevoegde autoriteiten van Marokko, op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap, een vergunning is afgegeven. De afgifte van de vergunning impliceert de betaling van vergunningsrechten, visrechten en bijdragen in de kosten van wetenschappelijk waarnemers, ten laste van de reders.

2. De Gemeenschap verstrekt Marokko alle relevante inlichtingen over de activiteiten van haar vaartuigen in de visserijzone van Marokko, en met name de gegevens van de aangevoerde hoeveelheden, mede te delen volgens de in de bijlagen vastgestelde voorschriften.

3. De bepalingen inzake de afgifte van de vergunningen en de betaling van de vergunningsrechten, de visrechten en de bijdragen in de kosten van wetenschappelijk waarnemers, alsook de andere voorwaarden voor de uitoefening van de visserij in de visserijzone van Marokko met vaartuigen van de Gemeenschap, zijn vastgesteld in de bijlagen.

4. De overeenkomstsluitende partijen zorgen er via een adequate administratieve samenwerking tussen hun bevoegde autoriteiten voor dat deze voorwaarden en bepalingen correct worden toegepast.

Artikel 7 Financiële tegenprestatie

De Gemeenschap verleent Marokko als tegenprestatie voor de in artikel 5 van deze Overeenkomst bedoelde vangstmogelijkheden:

- financiële compensatie en

- financiële bijstand als bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4.

De hoogte van deze financiële compensatie en financiële bijstand wordt vastgesteld in het aan deze Overeenkomst gehechte Protocol.

Artikel 8 Naleving van de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij

1. De Gemeenschap verbindt zich ertoe al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar vaartuigen zich houden aan de bepalingen van deze Overeenkomst en aan de wetten en voorschriften voor de uitoefening van de visserij in de visserijzone van Marokko, zulks overeenkomstig het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties.

2. De Marokkaanse autoriteiten stellen de Delegatie vooraf tijdig in kennis van elke nieuwe regeling met betrekking tot de uitoefening van de visserij. Na één maand moeten de vaartuigen van de Gemeenschap deze regeling naleven.

3. Bij de visserijregelingen die door Marokko worden vastgesteld, zal niet worden gediscrimineerd tussen vaartuigen van de Gemeenschap en vaartuigen van derde landen, noch zullen die regelingen een belemmering inhouden voor de uitoefening van de visserijrechten die op grond van deze Overeenkomst aan de Gemeenschap zijn verleend.

Artikel 9 Administratieve samenwerking

De overeenkomstsluitende partijen, die zich willen verzekeren van de doeltreffendheid van de maatregelen voor beheer en instandhouding van de visbestanden:

- werken samen op administratief gebied, teneinde er elk van hun kant voor te zorgen dat hun vaartuigen de bepalingen van deze Overeenkomst en de zeevisserijregelgeving van Marokko naleven;

- werken samen om met name via de uitwisseling van gegevens en een nauwe administratieve samenwerking onwettige visserijactiviteiten te voorkomen en te bestrijden.

De wijze waarop deze administratieve samenwerking wordt geconcretiseerd, is vastgesteld in bijlage II.

De stand van bovenbedoelde administratieve samenwerking wordt door de beide partijen geëvalueerd in het kader van de bij artikel 10 van deze Overeenkomst opgerichte Commissie.

Artikel 10 Gemengde Commissie

Er wordt een Gemengde Commissie opgericht die erop toeziet dat deze Overeenkomst correct wordt toegepast. De Gemengde Commissie heeft met name de taak:

- toe te zien op de uitvoering, de interpretatie en de goede werking van de Overeenkomst, en geschillen op te lossen;

- de noodzakelijke contactmogelijkheden te verschaffen voor bespreking van aangelegenheden van gemeenschappelijk belang op visserijgebied;

- de in artikel 3 bedoelde programma's en acties vast te stellen;

- de resultaten te beoordelen van de volgens het bepaalde in bijlage II tussen de overeenkomstsluitende partijen opgezette samenwerking op het gebied van de controle;

- het verloop van de aanvoer van communautaire vaartuigen in Marokkaanse havens te volgen;

- de stand van de samenwerking inzake de bestrijding van onwettige visserijactiviteiten en van de administratieve samenwerking met het oog op de naleving van de Marokkaanse regelgeving en de bepalingen van deze Overeenkomst te evalueren.

Deze Commissie komt eenmaal per jaar, afwisselend in Marokko en in de Gemeenschap, bijeen en kan op verzoek van één van de overeenkomstsluitende partijen in buitengewone vergadering bijeenkomen.

Artikel 11 Oplossing van geschillen

Bij geschillen betreffende de interpretatie of de toepassing van deze Overeenkomst plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg.

Artikel 12 Bijlagen en protocol

Het Protocol en de technische notities daarbij, alsmede de bijlagen I, II en III en de aanhangsels daarvan, vormen een integrerend deel van deze Overeenkomst.

Artikel 13 Zeerecht

Geen enkele bepaling van deze Overeenkomst is van invloed of loopt vooruit op de standpunten van een overeenkomstsluitende partij met betrekking tot vraagstukken inzake het zeerecht.

Artikel 14 Toepassingsgebied

Deze Overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op het Koninkrijk Marokko en, anderzijds, op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag vastgestelde voorwaarden.

Artikel 15 Looptijd en geldigheid

Deze Overeenkomst heeft een looptijd van vier jaar, te rekenen vanaf 1 december 1995.

Artikel 16 Slotbepaling

Deze Overeenkomst, opgesteld in twee exemplaren, in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Arabische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, treedt in werking op de datum waarop de partijen er elkaar van in kennis stellen dat de daartoe vereiste procedures zijn vervuld.

BIJLAGE I

VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN DE VISSERIJZONE VAN MAROKKO

A. VEREISTE DOCUMENTEN VOOR DE VERGUNNINGAANVRAAG

1. Wanneer voor een vaartuig voor het eerst een vergunning wordt aangevraagd, wordt bij het Ministerie een "Vergunningaanvraag" ingediend van het in aanhangsel 1 opgenomen model. De verstrekte gegevens met betrekking tot de naam van het vaartuig, de tonnage in brt, de identificatieletters en -nummers, de radioroepnaam, het motorvermogen, de lengte over alles en de registratiehaven moeten conform zijn aan de gegevens die voorkomen in het communautaire gegevensbestand van de vissersvaartuigen.

2. Tevens dient de reder bij de eerste aanvraag voor een vergunning:

- een voor eensluidend gewaarmerkte kopie te verstrekken van de meetbrief waarop in brt de tonnage van het vaartuig is vermeld;

- een recente, gecertificeerde kleurenfoto te verstrekken met een zij-aanzicht van het vaartuig. Deze foto dient minstens 15 × 10 cm groot te zijn.

Voor vaartuigen die de Spaanse vlag voeren, moet ook een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van het "Patente de Navegación" worden verstrekt. Gezien de nationale wetgeving ter zake geldt voor reders van recent gebouwde vaartuigen dat zij het afschrift van genoemd document uiterlijk twee jaar na de bouwdatum moeten indienen.

3. Bij iedere wijziging van de tonnage van een vaartuig is de reder verplicht een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de nieuwe meetbrief in te dienen en ook van de documenten in verband met deze wijzigingen, d.w.z. met name een kopie van de door de reder bij zijn bevoegde overheid ingediende aanvraag, van het akkoord van de overheid en moet hij voorts een gedetailleerde opgave van de uitgevoerde wijzigingen aan het vaartuig verstrekken.

Ook bij veranderingen wat betreft de structuur of het uitzicht van het vaartuig moet een nieuwe foto worden verstrekt.

4. Aanvragen voor visvergunningen worden alleen ingediend voor vaartuigen waarvoor de op grond van de punten A.1, 2 en 3 vereiste documenten zijn verstrekt.

B. BEPALINGEN INZAKE HET AANVRAGEN, DE AFGIFTE EN DE GELDIGHEIDSDUUR VAN VERGUNNINGEN

1. Het aanvragen van vergunningen

1. De Delegatie dient elk kwartaal bij het Ministerie de lijsten in van de vaartuigen waarvoor, op grond van de in de technische notities bij het Protocol vastgestelde maxima voor elk type visserij, een vergunning wordt aangevraagd voor de uitoefening van de visserij. De lijsten moeten minstens 20 dagen vóór het begin van de geldigheidsperiode van de aangevraagde vergunningen worden ingediend.

2. Op deze lijsten worden, per type visserij en per zone, de ingezette tonnage (in brt) en het aantal schepen vermeld, alsmede, voor elk schip de belangrijkste kenmerken, het bedrag van de jaarlijkse vergunningsrechten, van de driemaandelijkse visrechten en van de waarnemersbijdrage die voor de betrokken periode verschuldigd is. Voor het type visserij "Beugvisserij" wordt voor elk vaartuig ook opgegeven welk soort vistuig zal of welke soorten vistuig tijdens de vergunningsperiode zullen worden gebruikt.

In een aanvullende lijst worden de wijzigingen aan de vaartuigen opgegeven die zijn uitgevoerd sinds de indiening van het eerste formulier "Vergunningaanvraag" of sinds de meest recente vergunningaanvraag. Wijzigingen met betrekking tot de gegevens die afkomstig zijn uit het communautaire gegevensbestand van vissersvaartuigen zijn slechts mogelijk nadat dat gegevensbestand is bijgewerkt.

3. Bij de vergunningaanvragen wordt, in een formaat dat compatibel is met de software van het Ministerie, een gegevensbestand gevoegd met alle informatie die nodig is voor het opstellen van de visvergunningen, met inbegrip van eventuele wijzigingen in de gegevens van de vaartuigen.

4. De vergunningaanvragen worden alleen ingediend voor vaartuigen waarvoor is voldaan aan de verplichtingen die zijn vastgesteld in de punten A.1, 2, 3, F.5, G.1.3, H.8, I.6 van bijlage I en in hoofdstuk V, punt 2, onder v), van bijlage II.

Vergunningaanvragen die niet zijn ingediend binnen de in punt B.1.1 vastgestelde termijnen worden niet in behandeling genomen.

5. Voor sommige types visserij, zoals bepaald in de aan het Protocol gehechte technische notities, mag, om rekening te houden met de variërende structuur van de vloot en met de individuele afmetingen van de schepen (brt), het aantal schepen worden aangepast binnen de in de betrokken notitie vastgestelde variatiemarge.

Toepassing van deze variatiemarges mag er niet toe leiden dat de voor het betrokken type visserij toegestane totale tonnage wordt overschreden.

2. Afgifte van de vergunningen

1. Na ontvangst van de in punt E.1 vermelde cheques worden de vergunningen minstens tien dagen vóór het begin van de geldigheidsperiode door het Ministerie aan de Delegatie afgegeven.

2. De vergunningen worden opgesteld overeenkomstig de gegevens in de aan het Protocol gehechte technische notities, met vermelding van de visserijzone, de afstanden uit de kust, het toegestane vistuig, de hoofdsoorten die mogen worden gevangen, de toegestane maaswijdten en de toegestane bijvangsten.

3. De visserijvergunningen kunnen slechts worden afgegeven voor vaartuigen waarvoor alle voor de afgifte van de vergunningen nodige administratieve formaliteiten zijn vervuld.

3. Geldigheid en gebruik van de vergunningen

1. De vergunningen gelden uitsluitend voor de periode waarvoor de visrechten zijn betaald en voor de visserijzone, de soorten vistuig en het type visserij, die in de vergunning zijn vermeld.

2. Voor een vaartuig kunnen voor verschillende geldigheidsperioden vergunningen voor verschillende types visserij worden afgegeven, voor zover dat vaartuig voldoet aan de voorwaarden die zijn vermeld in de aan het Protocol gehechte technische notities.

3. Een vergunning wordt afgegeven voor een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar; ingeval van naar behoren door de bevoegde autoriteiten van de vlaggestaat geconstateerde overmacht, wordt op verzoek van de Gemeenschap de vergunning voor een vaartuig echter zo spoedig mogelijk vervangen door een vergunning voor een ander vaartuig voor hetzelfde type visserij, waarbij echter de voor dit type toegestane tonnage niet mag worden overschreden.

4. De aanpassingen in de betaalde bedragen die nodig zijn wanneer vóór de eerste dag van de geldigheidsperiode van gebruik van de vergunning wordt afgezien of wanneer een vergunning is overgedragen, worden verrekend bij de volgende vergunningaanvraag.

5. De vergunning moet aan boord van het betrokken vaartuig bewaard worden en moet bij iedere controle aan de hiertoe gemachtigde autoriteiten worden voorgelegd.

C. VERGUNNINGSRECHTEN

1. Het jaarlijks verschuldigde vergunningsrecht is het recht dat in de Marokkaanse wetgeving is vastgesteld voor alle vaartuigen van hetzelfde type die in dezelfde visserijzone van Marokko vissen.

2. De vergunningsrechten gelden voor het kalenderjaar waarin de vergunning wordt afgegeven en moeten betaald worden bij de eerste vergunningaanvraag voor dat jaar. In het voor deze rechten vastgestelde bedrag zijn alle daarmee samenhangende rechten of heffingen begrepen, met uitzondering van havenrechten of bijdragen voor dienstverlening.

3. Elke wijziging in deze wetgeving wordt uiterlijk twee maanden vóór de toepassing ervan aan de Delegatie meegedeeld.

D. VISRECHTEN

1. De visrechten worden voor elk vaartuig vastgesteld aan de hand van de bedragen die zijn vastgesteld in de aan het Protocol gehechte technische notities voor de visserij.

2. De visrechten worden betaald voor een kalenderkwartaal, behalve bij een kortere geldigheidsduur als gevolg van de toepassing van de Overeenkomst, in welk geval de rechten betaald moeten worden in verhouding tot de feitelijke geldigheidsduur van de vergunning ten opzichte van een kwartaal.

3. Naar analogie van het bovenstaande kunnen voor het eerste en het laatste jaar van de geldigheidsduur van de Overeenkomst periodes van minder of meer dan drie maanden worden vastgesteld.

E. WIJZE VAN BETALING

1. Nadat het Ministerie akkoord is gegaan met de bedragen die op grond van de lijsten als bedoeld in punt B.1.2, rekening houdende met eventuele aanpassingen als bedoeld in punt B.3.4, moeten worden betaald, wordt via de Delegatie als volgt betaald:

a) de vergunningsrechten worden betaald met een cheque in ecu op naam van de "Trésorier Général" van Marokko;

b) de visrechten worden betaald met een cheque in ecu op naam van de "Trésorier Général" van Marokko;

c) de als bijdrage voor de wetenschappelijke waarnemers verschuldigde bedragen worden betaald met een cheque in ecu op naam van het Ministerie.

2. De wisselkoers van de ecu ten opzichte van de dirham, die wordt gebruikt voor de in punt E.1.a) bedoelde cheque, is de aankoopkoers die door de BANK AL-MAGHRIB is vastgesteld voor de datum één maand voorafgaande aan de in punt B.1.1 bedoelde datum voor de indiening van de vergunningaanvragen.

F. BEPALINGEN VOOR VAARTUIGEN DIE VISSEN OP STERK MIGRERENDE SOORTEN (VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ)

1. De visrechten worden vastgesteld op 20 ecu per in de visserijzone van Marokko gevangen ton vis.

2. De vergunningen worden, na betaling van een forfaitair voorschot van 4 000 ecu per vaartuig, afgegeven voor een kalenderjaar.

Voor het eerste en het laatste jaar van de looptijd van de Overeenkomst wordt het voorschot berekend in verhouding tot de geldigheidsduur van de vergunning.

3. De kapiteins van vaartuigen met een vergunning voor de visserij op sterk migrerende soorten moeten een logboek bijhouden van het model in aanhangsel 2 bij deze bijlage.

De kapiteins zijn eveneens verplicht om uiterlijk tweeëneenhalve maand na de betrokken maand een kopie van dat logboek aan hun bevoegde autoriteiten te doen toekomen. Die autoriteiten zenden de kopieën onverwijld aan de Delegatie, die ervoor zorgt dat ze vóór het einde van de derde maand na de betrokken maand worden doorgestuurd naar het Ministerie.

4. De Delegatie verstrekt het Ministerie jaarlijks, aan de hand van de door elke reder verstrekte vangstaangiften, een eindafrekening over de voor het vorige jaar verschuldigde visrechten.

Voor het laatste jaar van de looptijd van de Overeenkomst wordt de afrekening over de verschuldigde visrechten ingediend binnen vier maanden na het verstrijken van de Overeenkomst.

Na kennisgeving van de goedkeuring van de cijfers door het Ministerie wordt de eindafrekening toegezonden aan de betrokken reders, die binnen 30 dagen na de datum van die kennisgeving hun financiële verplichtingen bij hun bevoegde autoriteiten dienen te voldoen. De Delegatie zendt het Ministerie uiterlijk anderhalve maand na de kennisgeving een cheque in ecu op naam van de "Trésorier Général" van Marokko.

Als het bedrag van de eindafrekening lager is dan het bovenbedoelde voorschot, kan het verschil niet worden teruggevorderd.

5. De reders nemen de nodige maatregelen opdat de kopieën van het logboek worden verstrekt en de eventuele aanvullende betalingen worden uitgevoerd binnen de in de punten F.3 en F.4 vermelde termijnen.

Als de in de punten F.3 en F.4 vermelde verplichtingen niet worden nagekomen, wordt de visvergunning automatisch geschorst totdat zulks wel het geval is.

G. VANGSTAANGIFTE

1. Logboek

1. De kapiteins van vaartuigen van 80 brt of meer moeten gebruik maken van het speciale logboek voor de visserij in de visserijzone van Marokko en moeten dat logboek bijhouden volgens de in de toelichting daarbij vermelde aanwijzingen.

2. De kapiteins zijn verplicht om uiterlijk tweeëneenhalve maand na de betrokken maand een kopie van dat logboek aan hun bevoegde autoriteiten te doen toekomen. Die autoriteiten zenden de kopieën onverwijld aan de Delegatie, die ervoor zorgt dat ze vóór het einde van de derde maand na de betrokken maand worden doorgestuurd naar het Ministerie.

3. Als de in de punten 1 en 2 vermelde verplichtingen niet worden nagekomen, wordt de visvergunning automatisch geschorst totdat zulks wel het geval is.

2. Kwartaalaangiften

1. Vóór het einde van de derde maand van het kwartaal stelt de Delegatie het Ministerie in kennis van de hoeveelheden die de vaartuigen van de Gemeenschap in het voorgaande kwartaal hebben gevangen.

2. De gegevens worden uitgesplitst per maand, per type visserij en per in het logboek aangegeven soort.

3. Deze gegevens worden ook aan het Ministerie verstrekt in de vorm van een gegevensbestand dat compatibel is met de door het Ministerie gebruikte software.

3. Betrouwbaarheid van de gegevens

Om bruikbaar te zijn als grondslag voor het toezicht op de ontwikkeling van de visbestanden, moeten de gegevens die zijn vermeld in de documenten als bedoeld in de punten G.1 en G.2 in overeenstemming zijn met het feitelijke verloop van de visserij.

H. AANMONSTERING VAN VISSERS

1. Reders met een visvergunning werken mee aan de praktische beroepsopleiding van onderdanen van Marokko door op hun schepen ten minste:

- één visser in dienst te nemen in geval van vaartuigen van 50 tot 80 brt;

- twee vissers in dienst te nemen in geval van vaartuigen van 80 tot 100 brt;

- drie vissers in dienst te nemen in geval van vaartuigen van 100 tot 130 brt;

- vier vissers in dienst te nemen in geval van vaartuigen van 130 tot 150 brt;

- vijf vissers in dienst te nemen in geval van vaartuigen van 150 tot 250 brt;

- zes vissers in dienst te nemen in geval van vaartuigen van 250 brt of meer.

2. De arbeidscontracten van de vissers worden gesloten tussen de reders of hun vertegenwoordigers en de vissers.

3. Als een of meer in dienst genomen vissers niet aanwezig zijn op het voor het vertrek van het vaartuig vastgestelde tijdstip, mag het betrokken vaartuig zoals gepland uitvaren na de bevoegde autoriteiten van de haven van inscheping te hebben meegedeeld dat niet het vereiste aantal vissers aan boord is en na de rol te hebben aangepast. Genoemde autoriteiten stellen het Ministerie hiervan in kennis.

De reder dient de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat zijn vaartuig uiterlijk bij de volgende visreis het op grond van deze Overeenkomst vereiste aantal Marokkaanse zeelieden aan boord heeft.

4. Wanneer het arbeidscontract niet in Marokko wordt gesloten, noch in een vertegenwoordiging van Marokko in het buitenland wordt gedeponeerd, moet de reder of zijn vertegenwoordiger binnen een maand na de afgifte van de vergunning rechtstreeks een kopie van dat contract aan het Ministerie doen toekomen. De vertegenwoordiging van Marokko in het buitenland zendt het Ministerie onverwijld een kopie van elk door haar geviseerd contract.

5. In deze contracten moet ook de voor de betrokkenen geldende regeling inzake sociale zekerheid zijn opgenomen, die onder meer een levensverzekering, een ongevallenverzekering en een ziekteverzekering dient te omvatten.

6. Opdat voor aanmonstering in de eerste plaats houders van de door de vigerende Marokkaanse wetgeving vereiste diploma's en getuigschriften van de zeevaartopleiding in aanmerking kunnen worden genomen, wordt periodiek een lijst van beschikbare geslaagden aan de Delegatie meegedeeld.

7. De Delegatie verstrekt het Ministerie halfjaarlijks een lijst van de Marokkaanse zeelieden die op 1 januari en op 1 juli waren aangemonsterd op communautaire vissersvaartuigen. De Delegatie vermeldt daarbij hun nummer van inschrijving in het register van zeelieden en het vaartuig waarop zij aangemonsterd zijn.

8. Afgezien van het in punt H.3 bedoelde geval wordt, als de reders de bepaling inzake de aanmonstering van het aantal Marokkaanse vissers niet nakomen, de visvergunning van het vaartuig automatisch geschorst totdat wel aan die verplichting is voldaan.

I. TECHNISCHE CONTROLES

1. De reders moeten ieder vaartuig waarvoor een visvergunning is verleend eens per jaar en na elke wijziging van de tonnage of elke verandering van type visserij resulterend in het gebruik van andere soorten vistuig, na een daartoe strekkend verzoek van de Marokkaanse overheid, technisch laten controleren in een van de Marokkaanse havens, ter keuze van de reder.

2. Voor zover het vaartuig over een visvergunning beschikt, dient de reder de controle te laten uitvoeren binnen drie maanden na kennisgeving van het verzoek. De reder laat het vaartuig met de bemanning en het vistuig die nodig zijn voor de betrokken visserijactiviteit naar een Marokkaanse haven varen die hij heeft gekozen uit de door het Ministerie opgegeven havens.

3. Na de controle wordt aan de kapitein van het vaartuig een verklaring afgegeven van het model in aanhangsel 3.

4. De controle wordt op werkdagen uitgevoerd binnen 24 uur na aankomst van het vaartuig in de haven. Bij de technische controle wordt nagegaan of het vistuig aan boord in overeenstemming is met de bepalingen van de Overeenkomst en of aan de voorwaarden wat betreft de Marokkaanse bemanning is voldaan. De kosten van de controle worden aan de reder in rekening gebracht volgens de in de Marokkaanse wetgeving vastgestelde tariefregeling. Deze tariefregeling wordt bij het begin van de uitvoering van de Overeenkomst door het Ministerie aan de Delegatie meegedeeld.

5. Elke wijziging van de tariefregeling wordt uiterlijk twee maanden vóór de toepassing ervan aan de Delegatie meegedeeld.

6. Als de in punt 2 vastgestelde verplichtingen niet worden nagekomen, wordt de visvergunning automatisch geschorst totdat zulks wel het geval is.

J. IDENTIFICATIE VAN DE VAARTUIGEN

1. De identificatieletters en -nummers van de communautaire vaartuigen moeten voldoen aan de communautaire wetgeving ter zake.

2. Ieder vaartuig waarvan identificatieletters en -nummers aan het gezicht worden onttrokken, kan worden gestraft volgens de in de geldende wetgeving vastgestelde sancties.

K. SCHORSING VAN DE VERGUNNING

De vergunningen worden alleen geschorst in de in de punten F.5, G.1.3, H.8, I.6 van deze bijlage en in hoofdstuk V, punt 2, onder v), van bijlage II bedoelde gevallen.

Als de Marokkaanse autoriteiten besluiten de vergunning van een vaartuig van de Gemeenschap te schorsen, dient de kapitein van dat vaartuig zijn visserijactiviteit te beëindigen en zich onmiddellijk na de kennisgeving van de schorsing naar een haven van zijn keuze te begeven. Bij zijn aankomst in de haven dient hij het originele exemplaar van zijn vergunning aan de bevoegde autoriteiten te geven. Zodra de in de eerste alinea bedoelde verplichtingen zijn vervuld, stelt het Ministerie de Delegatie ervan in kennis dat de schorsing is opgeheven en wordt de vergunning teruggegeven.

Aanhangsel 1

KONINKRIJK MAROKKO MINISTERIE VAN ZEEVISSERIJ EN KOOPVAARDIJ AANVRAAG VOOR EEN VISVERGUNNING IN DE VISSERIJZONE VAN MAROKKO VOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP (In te vullen bij de eerste vergunningaanvraag)

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

I. AANVRAGER

1. Naam van de reder: .

2. Naam van de vertegenwoordigende organisatie of van de vertegenwoordiger van de reder: .

.

3. Adres van de organisatie of van de vertegenwoordiger van de reder: .

.

4. Telefoon: . Fax: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Telex: . . . . . . . . . . . . . . . . . .

5. Naam van de kapitein: . Nationaliteit: . . . . . . . . . . . . . . . . . .

II. VAARTUIG EN IDENTIFICATIE

1. Naam van het vaartuig: .

2. Vlaggestaat: .

3. Identificatieletters en -nummers: .

4. Haven van registratie: .

5. Jaar waarin en plaats waar het vaartuig gebouwd is: .

6. Radioroepnaam: .

Radiofrequentie: .

7. Materiaal vaartuig:Staal Hout Polyester Ander III. TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET VAARTUIG EN UITRUSTING

1. Lengte over alles: .

Breedte: .

2. Tonnage (in brt): .

3. Vermogen van de hoofdmotor in pk: .

Merk: . Type: . . . . . . . . . . . . . . .

4. Type vaartuig: .

Type visserij: .

5. Vistuig: .

6. Totale bemanning aan boord: .

7. Conserveringsmethode aan boord:Vers Gekoeld Gemengd Bevroren 8. Invriescapaciteit per 24 uur (in ton): .

9. Capaciteit van de ruimen: .

Aantal: .

Gedaan te . ,

op .

Handtekening van de aanvrager

.

Overeenkomstig punt A.1. van bijlage I zijn een aantal gegevens afkomstig uit het communautaire gegevensbestand van visserijvaartuigen.

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 2

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Aanhangsel 3

VERKLARING INZAKE TECHNISCHE CONTROLE Nr. . . . . . . . . . . . . . . . .

>

BEGIN VAN DE GRAFIEK>

De regionale gedelegeerde voor maritieme aangelegenheden in . . . . . . . . . . . . . . . . verklaart dat het vaartuig onder . . . . . . . . . . . . . . . . vlag met visvergunning nr. . . . . . . . . . . . . . . . ., waarvan de kenmerken hieronder zijn vermeld, op . . . /. . . /199 . . . technisch is gecontroleerd.

Naam van het vaartuig: . Identificatieletters en -nr.: . . . . . . . . . . . . . . . .

Type vergunning: .

Tonnage (brt): .

Lengte over alles: .

Bewaringsmethode aan boord: .

Naam van de kapitein of van de schipper: .

Laatste datum van binnenvaren van de visserijzone van Marokko: .

Naam van de waarnemer aan boord: .

Aantal vissers: .

VISTUIG AAN BOORD

Type vistuig: .

Aantal: .

Lengte/Maaswijdte: .

Marokkaanse vissers aan boord

Zeeliedenboekje

Aanmonstering

Naam

Voornaam

Nr.

Afgegeven op

Datum

Plaats

Boorddocumenten

Afgegeven op

Plaats

Geldigheidsduur

Meetbrief

"Patente de navegación"

Vaarbewijs

Vrijboordcertificaat

Zeewaardigheidscertificaat

Is het visserijlogboek bijgewerkt?

Ja

Nee

Is de rol bijgewerkt?

Ja

Nee

Opmerkingen:

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE II

SAMENWERKING BIJ DE CONTROLE OP DE VISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN DE VISSERIJZONE VAN MAROKKO

DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN,

zich bewust van het belang van de instandhouding en de rationele exploitatie van de visbestanden, alsmede van de bescherming van het mariene milieu,

strevend naar doeltreffende maatregelen voor beheer en instandhouding van de visbestanden en samenwerkend voor de toepassing van een efficiënte controleregeling met betrekking tot alle visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen,

KOMEN DE VOLGENDE MAATREGELEN OVEREEN:

HOOFDSTUK I Binnenvaren en uitvaren van de visserijzone

Kapiteins van communautaire vissersvaartuigen met een tonnage van 50 brt of meer melden het radiostation van het Ministerie het binnenvaren en het uitvaren van de visserijzone van Marokko met opgave van de vangsten die op dat ogenblik aan boord zijn.

Als geen radioverbinding mogelijk is, mogen de kapiteins andere communicatiemiddelen aan boord, zoals telex of fax, gebruiken om het Ministerie op de hoogte te stellen van de datum waarop zij de visserijzone van Marokko binnenvaren of uitvaren en van de vangsten die zij op dat tijdstip aan boord hebben. Voor deze mededelingen gebruiken zij een formulier van het model in aanhangsel 1 bij deze bijlage.

Voor vaartuigen zonder telex of fax aan boord mogen de gegevens over het binnenvaren van de visserijzone worden verstrekt bij het vertrek van het vaartuig uit de thuishaven en mogen de gegevens over het uitvaren van de betrokken visserijzone niet later dan 24 uur na de terugkeer van het vaartuig in genoemde haven worden opgegeven. De gegevens moeten worden verstrekt met gebruikmaking van een formulier van het model in aanhangsel 1 bij deze bijlage.

Bij de mededelingen over het binnenvaren van de visserijzone, die per telex of per fax worden gedaan, moeten de namen en de nummers van de zeeliedenboekjes van de aangemonsterde Marokkaanse vissers worden opgegeven.

De gegevens betreffende het radiostation, en de telex- en faxnummers van het Ministerie zijn vermeld in aanhangsel 2 bij deze bijlage.

HOOFDSTUK II Onschuldige doorvaart

Als vissersvaartuigen van de Gemeenschap, op grond van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee en van de betrokken nationale en internationale wetgeving, gebruik maken van hun recht op onschuldige doorvaart van en scheepvaart in de visserijzone van Marokko, moet al hun vistuig, degelijk vastgemaakt, zo aan boord zijn opgeborgen dat het niet onmiddellijk kan worden gebruikt.

HOOFDSTUK III Overladen

Het is verboden om in de visserijzone van Marokko vangsten van een vaartuig met vergunning over te laden op een ander vaartuig met vergunning of op enig ander vaartuig.

Een ieder die deze bepaling overtreedt kan worden gestraft volgens de geldende bepalingen.

HOOFDSTUK IV Inspectie en controle

1. Marokko

De kapiteins van vaartuigen van de Gemeenschap moeten iedere met inspectie en controle van de visserij belaste Marokkaanse ambtenaar het aan boord gaan vergemakkelijken en hem bijstaan bij het vervullen van zijn taken.

Deze ambtenaren mogen niet langer aan boord blijven dan voor het uitvoeren van hun taken nodig is.

2. De Gemeenschap

De Gemeenschap verbindt zich ertoe het specifieke controleprogramma in de havens van de Gemeenschap te blijven uitvoeren. De bevoegde controle-instanties zenden periodiek samenvattingen van de controlerapporten aan het Ministerie.

HOOFDSTUK V Marokkaanse wetenschappelijke waarnemers aan boord van vaartuigen van de Gemeenschap

Er wordt een regeling voor waarnemingen aan boord van de vaartuigen van de Gemeenschap ingevoerd.

1. Het Ministeriei) op verzoek van het Ministerie neemt elk vaartuig van de Gemeenschap van minstens 80 brt, alsmede elk vaartuig met een vergunning voor de visserij op koppotigen, de visserij op zwarte heek en de pelagische visserij een Marokkaanse wetenschappelijke waarnemer aan boord. In geen geval mag er meer dan één wetenschappelijke waarnemer aan boord zijn.

ii) Het Ministerie verstrekt de Delegatie ieder kwartaal vóór de afgifte van de vergunningen de lijst waarop in alfabetische volgorde de vaartuigen zijn vermeld die een wetenschappelijke waarnemer aan boord moeten nemen.

iii) Een wetenschappelijke waarnemer blijft gedurende één visreis aan boord van een vaartuig. Op expliciet verzoek van het Ministerie kan de periode aan boord, naar gelang van de verwachte gemiddelde duur van de visreizen voor een bepaald vaartuig, tot meerdere visreizen worden uitgebreid. Een daartoe strekkend verzoek wordt door het Ministerie gedaan bij de mededeling van de naam van de wetenschappelijke waarnemer die het betrokken vaartuig aan boord zal moeten nemen.

Ook een bekorte visreis kan voor de wetenschappelijke waarnemer aanleiding zijn voor een nieuwe visreis op hetzelfde vaartuig.

iv) Het Ministerie stelt de Delegatie minstens zeven werkdagen vóór de geplande inschepingsdatum op de hoogte van de namen van de aangeduide wetenschappelijke waarnemers, die in het bezit zullen zijn van de vereiste documenten.

v) Alle kosten in verband met de werkzaamheden van de wetenschappelijke waarnemers, inclusief salaris, emolumenten, vergoedingen, alsmede hun reiskosten, zijn voor rekening van het Ministerie. Wanneer de wetenschappelijke waarnemer echter tevergeefs komt, omdat de reder zijn verbintenissen niet nakomt, zijn de reiskosten, alsmede de dagvergoedingen voor de dagen waarop de wetenschappelijke waarnemer niet kan werken en die gelijk zijn aan die van nationale Marokkaanse ambtenaren van een overeenkomstige rang, voor rekening van de reder. Ook wanneer de inscheping later gebeurt door de schuld van de reder, betaalt deze de wetenschappelijke waarnemer de hierboven aangeduide dagvergoedingen.

Iedere wijziging in de regelingen inzake de dagvergoedingen wordt uiterlijk twee maanden vóór de toepassing ervan aan de Delegatie meegedeeld.

vi) Om de administratieve procedures te vergemakkelijken, verstrekt het Ministerie de Delegatie jaarlijks een lijst met de naam, functie en het paspoortnummer van de ambtenaren die als waarnemer zijn aangewezen. De lijst kan ieder kwartaal worden herzien. De lijst wordt minstens een maand voordat hij van toepassing wordt aan de Delegatie verstrekt.

2. Reders/kapiteins

i) De kapiteins van de vaartuigen aan boord waarvan een wetenschappelijke waarnemer wordt geplaatst, nemen alle nodige maatregelen om het aan boord komen en het vertrek van de wetenschappelijke waarnemer te vergemakkelijken.

De wetenschappelijke waarnemer geniet aan boord dezelfde behandeling als de officieren van het vaartuig; dit geldt zoveel mogelijk ook voor zijn logies.

De wetenschappelijke waarnemer krijgt alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De kapitein laat hem de vereiste communicatiemiddelen gebruiken, staat inzage toe van de rechtstreeks met de visserijactiviteit van het vaartuig verband houdende documenten, dat wil zeggen het logboek en het navigatieboek, en verleent hem toegang tot de delen van het vaartuig waar hij dient te zijn voor de uitoefening van zijn taak.

ii) De wetenschappelijke waarnemer wordt aan boord genomen in de door de reder gekozen haven. De inscheping gebeurt bij de eerste visreis na mededeling van de lijst van vaartuigen aan boord waarvan een waarnemer zal worden geplaatst.

De betrokken reders melden via de Delegatie binnen vier weken na bovengenoemde mededeling en met een aankondigingsperiode van minstens tien dagen de geplande data en havens voor de inscheping van de wetenschappelijke waarnemer.

iii) De wetenschappelijke waarnemer dient zich de dag vóór de voor zijn inscheping voorgestelde datum bij de kapitein van het vaartuig te melden. Als hij zich niet meldt op de datum van inscheping of als hij niet beschikbaar is, en dit is bevestigd door het Ministerie, mag het vaartuig de haven om 00.00 u (plaatselijke tijd) verlaten zonder wetenschappelijke waarnemer aan boord.

iv) Als vergoeding voor de kosten die voor Marokko verbonden zijn aan de wetenschappelijke waarnemers aan boord van de vaartuigen, betalen de reders naast de visrechten een "waarnemersbijdrage" ten bedrage van 3 ecu/brt/kwartaal voor elk vaartuig dat in de Marokkaanse visserijzone vist.

Deze bijdrage moet tegelijk worden voldaan met de kwartaalbetalingen overeenkomstig de bepalingen in punt E van bijlage I.

v) Als de in punt 2, onder ii), hierboven vermelde verplichtingen niet worden nagekomen, wordt de visvergunning automatisch geschorst totdat zulks wel het geval is.

3. Wetenschappelijke waarnemer

i) De wetenschappelijke waarnemer:

- moet een vakopleiding hebben genoten,

- dient passende ervaring te bezitten op visserijgebied, en

- moet een grondige kennis hebben van de bepalingen van deze Overeenkomst en van de geldende Marokkaanse wetgeving.

ii) De wetenschappelijke waarnemer ziet erop toe dat de vaartuigen van de Gemeenschap die vissen in de visserijzone van Marokko de bepalingen van deze Overeenkomst naleven. Hij stelt daarover een rapport op. De taken van de waarnemer zijn met name:

- observatie van de visserijactiviteit van de vaartuigen,

- controle van de positie van de vaartuigen bij de visserijactiviteit,

- biologische bemonstering in het kader van wetenschappelijke programma's,

- notering van het gebruikte vistuig en van de maaswijdte daarvan,

- verificatie van de gegevens die worden vermeld in het logboek.

iii) De waarnemingstaken zijn beperkt tot de visserijactiviteit en de daarmee verband houdende werkzaamheden die onder deze Overeenkomst vallen.

iv) De wetenschappelijke waarnemer:

- doet al het mogelijke om ervoor te zorgen dat zijn inscheping en zijn aanwezigheid de visserij niet onderbreken of hinderen,

- gebruikt voor het meten van de maaswijdte van de in het kader van deze Overeenkomst gebruikte netten de erkende instrumenten en procedures,

- behandelt de goederen en installaties aan boord met de vereiste zorgvuldigheid en beschouwt alle documenten betreffende dat vaartuig als vertrouwelijk.

v) Aan het einde van de waarnemingsperiode en voordat hij het vaartuig verlaat stelt, de wetenschappelijke waarnemer een rapport op volgens het model in aanhangsel 3. Hij ondertekent dat rapport in aanwezigheid van de kapitein, die er alle dienstige opmerkingen aan kan toevoegen of kan laten toevoegen en daarbij zijn handtekening plaatst. De wetenschappelijke waarnemer geeft bij het verlaten van het vaartuig een kopie van het rapport aan de kapitein.

Onmiddellijk na aankomst van het vaartuig in de haven overhandigt de wetenschappelijke waarnemer een kopie van het rapport aan de controle-instanties.

4. Bevoegde autoriteiten

De bevoegde autoriteiten die de rapporten van de wetenschappelijke waarnemers ontvangen, zijn verplicht de inhoud en de conclusies van die rapporten zo spoedig mogelijk te verifiëren.

Als de bevoegde autoriteiten constateren dat overtredingen zijn begaan, nemen zij passende maatregelen, inclusief, overeenkomstig hun nationale wetgeving, het inleiden van een administratieve procedure tegen de verantwoordelijke natuurlijke personen of rechtspersonen. De ingeleide procedures moeten van dien aard zijn dat, in overeenstemming met de relevante nationale bepalingen, de verantwoordelijken het economische voordeel van de overtreding wordt ontnomen of een effect wordt bereikt dat in verhouding staat tot de ernst van de overtreding zodat verdere overtredingen van dezelfde aard doeltreffend worden ontmoedigd.

Als de aanvoerhaven in een andere Lid-Staat ligt dan de vlaggestaat, stelt eerstbedoelde Lid-Staat de vlaggestaat in kennis van de getroffen maatregelen.

HOOFDSTUK VI Wederzijdse waarneming met betrekking tot de controles aan de wal

De overeenkomstsluitende partijen besluiten tot invoering van een regeling voor wederzijdse waarneming met betrekking tot de controles aan de wal, teneinde daardoor de efficiency van de controle te verbeteren.

1. Doelstellingen

Aanwezigheid bij de controles en inspecties door de nationale controlediensten met het oog op de naleving van de bepalingen van deze Overeenkomst.

Bijwonen van de aanvoercontroles als bedoeld in bijlage III en observatie van de wijze waarop deze worden uitgevoerd.

2. Status van de waarnemers

De bevoegde autoriteiten van elke overeenkomstsluitende partij wijzen hun waarnemer aan en delen diens naam mee aan de andere overeenkomstsluitende partij.

De waarnemer

- moet een vakopleiding hebben genoten,

- dient passende ervaring te hebben op visserijgebied, en

- moet een grondige kennis hebben van de bepalingen van deze overeenkomst.

Wanneer de waarnemer aanwezig is bij inspecties, worden deze uitgevoerd door de nationale controlediensten en mag hij op eigen initiatief geen inspectiebevoegdheden van de nationale ambtenaren uitvoeren.

Wanneer de waarnemer nationale ambtenaren vergezelt, heeft hij toegang tot de vaartuigen, lokalen en documenten die door die ambtenaren worden geïnspecteerd.

3. Taken van de waarnemers

De waarnemer vergezelt de nationale controlediensten bij hun bezoeken in havens, aan boord van vaartuigen aan de kade, in vismijnen, in magazijnen van groothandelaren in vis, in koelhuizen en andere ruimten in verband met aanvoer en opslag van vis vóór de eerste verkoop op het grondgebied waar het produkt voor het eerst op de markt wordt gebracht.

De waarnemer stelt om de vier maanden een rapport op over de controles waarbij hij aanwezig is geweest en zendt het aan de bevoegde autoriteiten. Deze autoriteiten verstrekken een kopie aan de andere overeenkomstsluitende partij.

4. Uitvoering

De bevoegde controleautoriteit van een overeenkomstsluitende partij deelt de andere overeenkomstsluitende partij steeds tien dagen voor de inspectiedatum mee dat besloten is tot een inspectie in de haven.

De andere overeenkomstsluitende partij meldt vijf dagen voor bovenbedoelde datum dat hij voornemens is een waarnemer te sturen.

De missie van de waarnemer duurt in principe niet langer dan 15 dagen.

5. Vertrouwelijkheid

De waarnemer behandelt de goederen en installaties aan boord van de vaartuigen en in andere lokalen met de vereiste zorgvuldigheid en beschouwt alle documenten die hij ter inzage krijgt als vertrouwelijk.

De waarnemer deelt de resultaten van zijn werkzaamheden uitsluitend mee aan zijn bevoegde autoriteiten.

6. Plaatsen

Dit programma geldt voor de havens Las Palmas en Agadir.

7. Financiering

Iedere overeenkomstsluitende partij neemt alle kosten van zijn waarnemer voor zijn rekening, met inbegrip van reis- en verblijfkosten.

HOOFDSTUK VII Satellietvolgsysteem

In afwachting van de invoering van een Marokkaans satellietvolgsysteem voor alle vissersvaartuigen voor hetzelfde type visserij die in de visserijzone van Marokko vissen, besluiten de overeenkomstsluitende partijen om vanaf het eerste jaar van de Overeenkomst een proefproject in te voeren voor vaartuigen van de Gemeenschap.

1. Doelstellingen

Het satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen van de Gemeenschap in de visserijzone van Marokko geeft de mogelijkheid tot een direct beheer van de bepalingen met betrekking tot de visserij-inspanning en de geografische beperkingen ten aanzien van de visserij. Ook maakt het doelgerichte inspecties op zee mogelijk, alsmede een controle achteraf op de vangstgebieden die in het logboek zijn genoteerd.

2. Uitvoering

De overeenkomstsluitende partijen besluiten een werkgroep te vormen voor de vaststelling van de wijze van uitvoering en de financiering van dit project, dat moet worden gerealiseerd met ingang van 1 december 1996.

HOOFDSTUK VIII Procedure bij aanhouding van vaartuigen

1. Doorgeven van de informatie

Het Ministerie stelt de Delegatie binnen 48 uur in kennis van elke aanhouding, binnen de visserijzone van Marokko, van een vissersvaartuig van de Gemeenschap en zendt de Delegatie een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor deze aanhouding.

De Delegatie wordt ook geïnformeerd over het verloop van de ingeleide procedures en de eventueel getroffen sancties.

2. Proces-verbaal van de aanhouding

De kapitein van het vaartuig moet, nadat de geconstateerde feiten door de Marokkaanse autoriteiten voor visserijpolitietaken in het proces-verbaal zijn opgetekend, dit document ondertekenen.

Deze ondertekening heeft geen consequenties ten aanzien van de rechten en de middelen die de kapitein te zijner verdediging kan doen gelden met betrekking tot de overtreding die hem ten laste wordt gelegd.

Hij moet zijn vaartuig naar de Marokkaanse haven brengen die wordt opgegeven door de met de controle op zee belaste Marokkaanse instantie.

3. Afwikkeling van de aanhouding

Overeenkomstig de bepalingen van de Dahir van 23 november 1973 houdende regeling van de zeevisserij, kan de overtreding worden afgewikkeld hetzij:

a) via een transactieprocedure:

het bedrag van de boete wordt bepaald binnen een marge tussen een bij de Marokkaanse wet vastgesteld minimum- en maximumbedrag;

b) via een gerechtelijke procedure:

als de zaak niet via een transactieprocedure kan worden geregeld en zij voor een bevoegde gerechtelijke instantie wordt gebracht, wordt overeenkomstig artikel 110 van de Dahir van 31 maart 1919, door de bevoegde autoriteit onverwijld een zekerheid bepaald, die door de reder bij een door de Marokkaanse autoriteiten aangegeven bank moet worden gesteld.

De zekerheid wordt niet vrijgegeven vóór de gerechtelijke procedure is afgesloten.

De zekerheid wordt door de bevoegde autoriteit, na aftrek van eventuele gerechtskosten, vrijgegeven zodra de procedure wordt beëindigd zonder veroordeling van de betrokken kapitein.

Als bij veroordeling de boete kleiner is dan de gestelde zekerheid, wordt het saldo na de uitspraak vrijgegeven, na aftrek van eventuele gerechtskosten.

Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning wordt gemachtigd de haven te verlaten:

- hetzij zodra aan de bij de transactie vastgestelde verplichtingen is voldaan en tegen overlegging van het bewijs van betaling,

- hetzij zodra, in afwachting van de beëindiging van de gerechtelijke procedure, door een bank een zekerheid is gesteld en tegen overlegging van een bewijs daarvan.

HOOFDSTUK IX Teruggooi

De overeenkomstsluitende partijen onderzoeken het probleem van de teruggooi van vis in zee door vissersvaartuigen en bestuderen de mogelijkheden voor valorisatie van de betrokken vis.

HOOFDSTUK X Bestrijding van illegale visserij

Om illegale visserij in de visserijzone van Marokko, die schadelijk is voor het beheer van de visbestanden, te voorkomen en te bestrijden, hebben de overeenkomstsluitende partijen besloten regelmatig informatie dienaangaande uit te wisselen.

Naast de maatregelen die de overeenkomstsluitende partijen toepassen op grond van hun wetgeving, plegen zij overleg over afzonderlijk of gezamenlijk te nemen bijkomende maatregelen. Daartoe versterken zij hun samenwerking, met name voor bestrijding van de illegale visserij.

Aanhangsel 1

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 2

RADIOSTATION EN ANDERE MIDDELEN VOOR COMMUNICATIE MET HET MINISTERIE VAN ZEEVISSERIJ EN KOOPVAARDIJ VAN HET KONINKRIJK MAROKKO

1. >RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. >RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. >RUIMTE VOOR DE TABEL>

4.>RUIMTE VOOR DE TABEL>

5. Voor mededelingen per radiotelex (J2B) of via radiotelegrafie (A1A) wordt eerst contact opgenomen via de radiotelefoon.

6.>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7.>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Aanhangsel 3

VISSERIJOVEREENKOMST MAROKKO - EUROPESE GEMEENSCHAP RAPPORT VAN DE MAROKKAANSE WETENSCHAPPELIJKE WAARNEMER

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

Naam van de waarnemer: .

Vaartuig: .

Nationaliteit: .

Nummer van het vaartuig en registratienummer en haven van registratie: .

Kentekens: . ,

tonnage: . brt

Motorvermogen: . pk

Vergunning: .

nr: .

Type visserij: .

Naam van de kapitein: .

Nationaliteit: .

Waarnemer aan boord gegaan: Datum: . ;

Haven: .

Waarnemer van boord gegaan: Datum: . ;

Haven: .

Toegestane vismethode: .

Gebruikt vistuig: .

Maaswijdte en/of lengte: .

Vangstgebied(en): .

Afstand tot de kust: .

Aantal aangemonsterde Marokkaanse zeelieden: .

Verklaring van binnenvaren . . . . . . / . . . . . . / . . . . . . en uitvaren . . . . . . / . . . . . . / . . . . . . van de visserijzone

Raming van de waarnemer

Totale vangst (kg): . ,

gemeld in het LB: .

Bijvangst: soorten . ;

Geraamd percentage: . %

Teruggooi: soorten . ;

Hoeveelheid (kg): .

Soorten aan boord

Hoeveelheid (kg)

Soorten aan boord

Hoeveelheid (kg)

Door de waarnemer geconstateerde feiten:

Aard van het geconstateerde feit

datum

positie

Door de waarnemer geconstateerde feiten (algemene opmerkingen): . . . .

Gedaan te . , op . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Handtekening van de waarnemer

.

Opmerkingen van de kapitein: . . . Kopie van het rapport ontvangen op . Handtekening van de kapitein .

Rapport overhandigd aan . Functie: . (stempel)

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE III

AANVOER

De overeenkomstsluitende partijen, die zich bewust zijn van het belang van een betere onderlinge integratie met het oog op een gezamenlijke ontwikkeling van hun respectieve visserijsectoren, zijn het volgende overeengekomen ten aanzien van de aanvoer in Marokkaanse havens door vaartuigen van de Gemeenschap:

A. FACULTATIEVE AANVOER

a) Vanaf het eerste jaar van de Overeenkomst mogen vaartuigen van alle typen van visserij hun vangst in een Marokkaanse haven aanvoeren.

Bij de aanvraag van de kwartaalvergunning delen de reders mee of zij voornemens zijn in het betrokken kwartaal hun hele vangst in Marokko aan te landen.

b) De reder kiest de haven en de datum van aanvoer. Hij stelt de Marokkaanse havenautoriteiten en het Ministerie 72 uur vóór de verwachte aankomst in de haven per fax of telex op de hoogte met vermelding van de geraamde totale te lossen hoeveelheid. De betrokken instanties dienen via dezelfde kanalen binnen 24 uur te bevestigen dat het lossen binnen 24 uur na aankomst in de haven zal worden uitgevoerd.

Als de havenautoriteiten niet binnen bovengenoemde termijn een bevestiging van de mogelijkheid tot lossing zenden, wordt de vangst van de betrokken visreis geacht te zijn aangevoerd.

c) Het lossen zal binnen 24 uur na de aankomst in de haven worden uitgevoerd. Als deze termijn niet wordt nagekomen, mag het vaartuig de haven verlaten en wordt de vangst van de betrokken visreis geacht te zijn aangevoerd. Aan de kapitein moet een certificaat worden overhandigd dat gelijkwaardig is met het in punt A, onder d), bedoelde certificaat.

d) Na het lossen verstrekken de bevoegde havenautoriteiten de kapitein een aanvoercertificaat.

e) Voor de vissers geldt een vrije-doorgangsregeling met "zeemansboekje".

B. VERPLICHTE AANVOER

1. Het aantal vaartuigen van de Gemeenschap van het type visserij op koppotigen dat zijn vangst in een Marokkaanse haven moet aanvoeren, is:

tweede jaar: 12 vaartuigen,

derde jaar: 15 vaartuigen,

vierde jaar: 25 vaartuigen.

2. Bij de vergunningaanvraag voor de eerste periode van het tweede, derde en vierde jaar van de Overeenkomst verstrekt de Gemeenschap de lijst van de vaartuigen die in de loop van het betrokken jaar heel hun vangst in een Marokkaanse haven moeten aanvoeren.

3. Behalve in de gevallen bedoeld in punt 4, onder b) en c), worden vaartuigen die voorkomen op de in punt 2 bedoelde lijst maar die geen vis kunnen aanvoeren, nog in hetzelfde kwartaal door een ander vaartuig vervangen en wordt dat aan het Ministerie meegedeeld.

4. Voorwaarden

a) Bij de aanvraag van de kwartaalvergunning delen de reders mee of zij voornemens zijn in het betrokken kwartaal hun hele vangst in Marokko aan te landen. Het aantal vaartuigen dient in overeenstemming te zijn met punt B.1.

b) De reder kiest de haven en de datum van aanvoer. Hij stelt de Marokkaanse havenautoriteiten en het Ministerie 72 uur vóór de verwachte aankomst in de haven per fax of telex op de hoogte met vermelding van de geraamde totale te lossen hoeveelheid. De betrokken instanties dienen via dezelfde kanalen binnen 24 uur te bevestigen dat het lossen binnen 24 uur na aankomst in de haven zal worden uitgevoerd.

Als de havenautoriteiten niet binnen bovengenoemde termijn een bevestiging van de mogelijkheid tot lossing zenden, wordt de vangst van de betrokken visreis geacht te zijn aangevoerd.

c) Het lossen zal binnen 24 uur na de aankomst in de haven worden uitgevoerd. Als deze termijn niet wordt nagekomen, mag het vaartuig de haven verlaten en wordt de vangst van de betrokken visreis geacht te zijn aangevoerd. Aan de kapitein moet een certificaat worden overhandigd dat gelijkwaardig is met het in punt 4, onder d), bedoelde certificaat.

d) Na het lossen verstrekken de bevoegde havenautoriteiten de kapitein een aanvoercertificaat.

e) Voor de vissers geldt een vrije-doorgangsregeling met "zeemansboekje".

C. FINANCIËLE STIMULANSEN

1. Aanvoer

Voor vaartuigen van de Gemeenschap die hun vangst aanvoeren in een Marokkaanse haven geldt een korting op de visrechten voor het betrokken kwartaal. De korting bedraagt:

- voor vaartuigen voor de visserij op koppotigen die verplicht of facultatief hun vangst aanvoeren: 15 %;

- voor andere typen van visserij die hun vangst facultatief aanvoeren: 10 %.

2. Uitvoeringsbepalingen

De kopieën van het aanvoercertificaat of van de aanvoercertificaten voor de aanvoer in het lopende kwartaal worden vóór het einde van de eerste maand van het volgende kwartaal aan de Delegatie gezonden.

Na goedkeuring van de gegevens door het Ministerie, die wordt gegeven vóór het einde van de tweede maand van het kwartaal volgende op het kwartaal van aanvoer, worden de betrokken reders ingelicht over de bedragen die hun zullen worden teruggegeven. De betrokken bedragen worden in mindering gebracht op de bij de volgende vergunningaanvragen verschuldigde visrechten.

3. Evaluatie

De financiële stimulansen zullen in het kader van de Gemengde Commissie worden aangepast op grond van het sociaal-economische effect van de aanvoer in het betrokken jaar.

D. AANVOERHAVENS

Vóór het einde van het eerste halfjaar van toepassing van de Overeenkomst verstrekt Marokko de Delegatie een lijst met, voor elke haven afzonderlijk, de volgende gegevens:

- de algemene voorwaarden voor de aanvoer, inclusief de havenrechten;

- de overeenkomstig de communautaire voorschriften ter zake erkende inrichtingen;

- de douane-entrepots;

- de maximumgrootte van de vaartuigen die er kunnen aanmeren en het maximumaantal vaartuigen dat er kan aanmeren;

- de omstandigheden en de capaciteit voor de opslag van diepgevroren (- 22 °C), gekoelde en verse produkten;

- de hoeveelheden en de gemiddelde prijzen van de produkten, per soort, die in de afslagen van deze havens worden afgezet;

- de op de verkoop van visserijprodukten in de vismijnen of de havenzones toegepaste belastingen en heffingen;

- de transportmiddelen voor het vervoer van de produkten naar de communautaire markt of een andere markt, en de vervoersfrequentie;

- de voorwaarden en gemiddelde prijzen voor de aanschaf van brandstof, de bevoorrading met levensmiddelen, enz.;

- de radioroepnaam, de telefoon-, fax- en telexnummers en de werktijden van de kantoren van de havenautoriteiten;

- alle andere gegevens die de aanvoer kunnen vergemakkelijken.

E. TOEZICHT OP DE AANVOER

De Marokkaanse controleautoriteiten hebben het recht het vaartuig bij de aanvoer van de produkten te inspecteren. De inspectiewerkzaamheden mogen het aanlanden van de produkten niet ophouden.

F. BELASTINGVOORWAARDEN EN/OF FINANCIËLE VOORWAARDEN

1. Communautaire vaartuigen die produkten aanvoeren in een Marokkaanse haven zijn vrijgesteld van alle belastingen of heffingen van gelijke werking, met uitzondering van de havenrechten en -kosten die in dezelfde omstandigheden aan Marokkaanse vaartuigen worden opgelegd.

2. Voor de aangevoerde visserijprodukten geldt een bij de Marokkaanse wetgeving ingestelde douaneregeling. Zij zijn derhalve vrijgesteld van alle douanerechten en heffingen van gelijke werking bij aanvoer in en uitvoer uit een Marokkaanse haven en worden beschouwd als transitogoederen ("dépôt temporaire").

3. De reder beslist over de bestemming van de vangst van zijn vaartuig. De vangst mag worden verwerkt, worden opgeslagen onder een douaneregeling, in Marokko worden verkocht of worden uitgevoerd (met betaling in dirham of in deviezen).

4. Bij verkoop, in de vismijnen of in de havenzones, van produkten voor de Marokkaanse markt, gelden dezelfde belastingen en heffingen als voor Marokkaanse visserijprodukten.

5. De winsten mogen worden geëxporteerd zonder bijkomende belasting (vrijgesteld van douanerechten of heffingen van gelijke werking).

PROTOCOL tot vaststelling van de visserijrechten en van de bedragen van de financiële compensatie en de financiële steun

Artikel 1

De met ingang van 1 december 1995 voor een periode van vier jaar geldende maandelijkse vangstmogelijkheden bedoeld in artikel 5 van de Overeenkomst zijn vastgesteld in de technische notities bij dit Protocol.

Artikel 2

De in artikel 7 van de Overeenkomst bedoelde financiële compensatie wordt voor de in artikel 1 vermelde periode vastgesteld op een totaalbedrag van 355 miljoen ecu, dat in vier jaarlijkse gedeelten moet worden betaald als volgt:

het eerste jaar: 100 miljoen ecu,

het tweede jaar: 90 miljoen ecu,

het derde jaar: 85 miljoen ecu,

het vierde jaar: 80 miljoen ecu.

Artikel 3

De in artikel 3 van de Overeenkomst bedoelde financiële steun voor acties om de visserijsector van Marokko duurzaam te ontwikkelen en de gezamenlijke belangen van hun ondernemers te vergroten, bedraagt 121 miljoen ecu.

Deze steun moet in jaarlijkse gedeelten worden betaald als volgt:

het eerste jaar: 21 miljoen ecu,

het tweede jaar: 25 miljoen ecu,

het derde jaar: 35 miljoen ecu,

het vierde jaar: 40 miljoen ecu.

Artikel 4

De in artikel 2 van de Overeenkomst bedoelde financiële steun voor de uitbreiding van het wetenschappelijk zeevisserijonderzoek en voor de tenuitvoerlegging van het beleid inzake het beheer van de visserij in Marokko is voor de in artikel 1 bedoelde periode vastgesteld op 16 miljoen ecu.

Deze steun wordt betaald in vier jaarlijkse gedeelten van elk 4 miljoen ecu.

Artikel 5

1. De in artikel 4 van de Overeenkomst bedoelde financiële steun bestemd voor acties op het gebied van zeevaartopleiding met het oog op de ontwikkeling en uitbreiding van de menselijke vaardigheden en de verbetering van infrastructuur en voorzieningen van de instellingen voor zeevaartonderwijs in Marokko, wordt voor de in artikel 1 bedoelde periode vastgesteld op 7 600 000 ecu.

Deze steun wordt betaald in vier jaarlijkse gedeelten van elk 1 900 000 ecu.

2. Daarnaast wordt een bedrag van 400 000 ecu ter beschikking gesteld van het Ministerie en van zijn instellingen voor zeevaartonderwijs voor de kosten van studiebijeenkomsten en stages.

Artikel 6

De financiële compensatie en de financiële steun worden overgemaakt op een rekening van een financiële instelling of aan een andere instantie die door Marokko wordt opgegeven.

Technische notitie voor de visserij nr. 1 TYPE VISSERIJ: VISSERIJ OP KOPPOTIGEN

1. Visserijzone: het zuidelijk gebied

a) Grens van de zone:

- Atlantische Oceaan: ten zuiden van 28°44'NB;

b) Afstand uit de kust:

- 12 zeemijl.

2. Toegestaan vistuig: bodemtrawl.

Het gebruik van trawls met dubbele kuil is verboden.

Het gebruik van trawls waarvan de kuil met dubbel garen is vervaardigd, is verboden.

3. Toegestane minimummaaswijdte: 60 mm.

4. Biologische rustperiode: Twee maanden: september en oktober.

De overeenkomstsluitende partijen kunnen in gemeenschappelijk overleg besluiten deze biologische rustperiode anders te situeren.

5. Bijvangsten: -

6. Toegestane tonnage/Aantal vaartuigen/Visrechten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. Opmerkingen: -

Technische notitie voor de visserij nr. 2 TYPE VISSERIJ: TRAWLERS VOOR DE GARNALENVISSERIJ

1. Visserijzone: noordelijk deel van de Atlantische Oceaan en Middellandse Zee

a) Grens van de zone: ten noorden van 28°44'NB;

b) Afstand uit de kust:

- Middellandse Zee: 3 zeemijl,

- Atlantische Oceaan: 12 zeemijl.

2. Toegestaan vistuig: bodemtrawl.

Het gebruik van trawls met dubbele kuil is verboden.

Het gebruik van trawls waarvan de kuil met dubbel garen is vervaardigd, is verboden.

3. Toegestane minimummaaswijdte: 50 mm.

4. Biologische rustperiode: Twee maanden: januari en februari.

5. Bijvangsten: -

6. Toegestane tonnage/Aantal vaartuigen/Visrechten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. Opmerkingen: -

Technische notitie voor de visserij nr. 3 TYPE VISSERIJ: BEUGVISSERIJ

1. Visserijzone: Atlantische Oceaan en Middellandse Zee.

Afstand uit de kust:

- Middellandse Zee: 3 zeemijl,

- Atlantische Oceaan: 12 zeemijl.

2. Toegestaan vistuig:

- drijflijn;

- vast kieuwnet;

- schakelnet;

- het gebruik van drijfnetten en warnetten en van monofilament- en multimonofilamentnetten is streng verboden;

- het gebruik van netten vervaardigd uit multifilament bestaande uit verscheidene garens van natuurlijke en/of synthetische oorsprong is toegestaan;

- de maximumlengte van de vaste kieuwnetten is 1 000 m en de minimumafstanden tussen de netwerken zijn:

- 200 m indien het net evenwijdig met de kustrichting staat,

- 100 m indien het net loodrecht op de kustrichting staat.

3. Toegestane minimummaaswijdte: -

4. Biologische rustperiode: Twee maanden: van 15 maart tot en met 15 mei.

5. Bijvangsten: 0 % schaaldieren.

6. Toegestane tonnage/Aantal vaartuigen/Visrechten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. Opmerkingen:

Bij het indienen van de aanvraag om een driemaandelijkse vergunning moet worden opgegeven welke vistuigen men voornemens is te gebruiken.

Technische notitie voor de visserij nr. 4 TYPE VISSERIJ: ZEGENVISSERIJ - NOORD

1. Visserijzone: noordelijk deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee

a) Grens van de zone:

- Middellandse Zee,

- Atlantische Oceaan: ten noorden van 34°18'NB;

b) Afstand uit de kust:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. Toegestaan vistuig: zegen.

- Toegestane maximumafmetingen: 500 m × 90 m.

3. Toegestane minimummaaswijdte: -

4. Biologische rustperiode: Twee maanden: februari en maart.

5. Bijvangsten: -

6. Toegestane tonnage/Aantal vaartuigen/Visrechten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. Opmerkingen:

Het is verboden met de zegen te vissen in het gebied tussen de breedtecirkels 28°44'NB en 34°18'NB.

Technische notitie voor de visserij nr. 5 TYPE VISSERIJ: ZEGENVISSERIJ - ZUID

1. Visserijzone: zuidelijk deel van de Atlantische Oceaan

a) Grens van de zone:

Atlantische Oceaan: ten zuiden van 28°44'NB;

b) Afstand uit de kust:

- 2 zeemijl.

2. Toegestaan vistuig: zegen.

- Toegestane maximumafmetingen: 1 000 m × 130 m.

3. Toegestane minimummaaswijdte: -

4. Biologische rustperiode: Twee maanden: februari en maart.

5. Bijvangsten: -

6. Toegestane tonnage/Aantal vaartuigen/Visrechten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. Opmerkingen: -

Technische notitie voor de visserij nr. 6 TYPE VISSERIJ: KLEINSCHALIGE VISSERIJ

1. Visserijzone: het zuidelijk gebied

a) Grens van de zone:

- Atlantische Oceaan: ten zuiden van 30°40'NB;

b) Afstand uit de kust: 1 zeemijl.

2. Toegestaan vistuig:

- handlijnen,

- hengel,

- korven.

Het gebruik van drijflijn, schakelnet, vast kieuwnet, drijfnet, "traina"-net en ombervis-net is verboden.

3. Toegestane minimummaaswijdte: -

4. Biologische rustperiode: -

5. Bijvangsten: -

6. Toegestane tonnage/Aantal vaartuigen/Visrechten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. Opmerkingen:

Vaartuigen met een tonnage groter of gelijk aan 80 brt mogen niet vissen op grond van de tonnage voor dit type visserij.

Technische notitie voor de visserij nr. 7 TYPE VISSERIJ: TRAWLVISSERIJ OP ZWARTE HEEK

1. Visserijzone: het zuidelijk gebied

a) Grens van de zone:

Atlantische Oceaan ten zuiden van 28°44'NB, in de zone die overeenkomt met het C-bestand van sardines;

b) Afstand uit de kust:

15 zeemijl.

2. Toegestaan vistuig: bodemtrawl.

Het gebruik van trawls met dubbele kuil is verboden.

Het gebruik van trawls waarvan de kuil is vervaardigd met dubbel garen is verboden.

3. Toegestane minimummaaswijdte: 60 mm.

4. Biologische rustperiode: Twee maanden: september en oktober.

Deze maanden worden aangepast aan de biologische rustperiode voor koppotigen.

5. Bijvangsten:

- Ten hoogste: 10 % koppotigen en schaaldieren,

20 % andere soorten.

6. Toegestane tonnage/Aantal vaartuigen/Visrechten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. Opmerkingen:

De vaartuigen die dit type visserij beoefenen moeten voorkomen op de basislijst van vaartuigen die dit type visserij mogen uitoefenen. Deze lijst wordt meegedeeld vóór de inwerkingtreding van de Overeenkomst.

Technische notitie voor de visserij nr. 8 TYPE VISSERIJ: PELAGISCHE TRAWLVISSERIJ

1. Visserijzone: het zuidelijk gebied

a) Grens van de zone:

- Atlantische Oceaan ten zuiden van 28°44'NB, in de zone die overeenkomt met het C-bestand van sardines;

b) Afstand uit de kust:

- 12 zeemijl.

2. Toegestaan vistuig: pelagische trawl en/of spannet.

Het gebruik van trawls met dubbele kuil is verboden.

3. Toegestane minimummaaswijdte: 40 mm.

4. Biologische rustperiode: Twee maanden: september en oktober.

Deze maanden worden aangepast aan de biologische rustperiode voor koppotigen.

5. Bijvangsten:

Ten hoogste: 15 % niet-pelagische soorten.

De vangst van koppotigen, schaaldieren en platvis is verboden.

6. Toegestane tonnage/Aantal vaartuigen/Visrechten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. Opmerkingen:

Indien vaartuigen in span vissen moet elk vaartuig een vergunning hebben.

Technische notitie voor de visserij nr. 9 TYPE VISSERIJ: VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ

1. Visserijzone: Atlantische Oceaan - Middellandse Zee

a) Grens van de zone:

- de gehele zone, met uitzondering van het beschermde gebied ten oosten van de lijn tussen de punten 33°30'NB/7°35'WL en 35°48'NB/6°20'WL;

b) Afstand uit de kust:

- 2 zeemijl ook voor de visserij op levend aas.

2. Toegestaan vistuig:

- hengels en sleeplijn,

- zegen voor de visserij op levend aas.

3. Toegestane minimummaaswijdte: 8 mm voor de visserij op levend aas.

4. Biologische rustperiode: -

5. Bijvangsten: -

6. Toegestane tonnage/Aantal vaartuigen/Visrechten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. Opmerkingen:

Bij de indiening van de aanvraag voor een jaarlijkse vergunning overeenkomstig het bepaalde in bijlage I wordt een forfaitair voorschot van 4 000 ecu betaald.

Technische notitie voor de visserij nr. 10 TYPE VISSERIJ: SPONZENVISSERIJ

1. Visserijzone:

a) Grens van de zone:

- Middellandse Zee;

b) Afstand uit de kust:

- Dieptelijn 6 m.

2. Toegestaan vistuig: uitsluitend het materieel dat nodig is voor de sponzenvisserij.

3. Toegestane minimummaaswijdte: -

4. Biologische rustperiode: -

5. Bijvangsten: -

6. Toegestane tonnage/Aantal vaartuigen/Visrechten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. Opmerkingen: -