21994D0330(05)

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 5/94 van 8 februari 1994 tot wijziging van Protocol 37 en bijlage VII bij de EER-Overeenkomst

Publicatieblad Nr. L 085 van 30/03/1994 blz. 0071 - 0071
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 2 Deel 14 blz. 0014
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 2 Deel 14 blz. 0014


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. 5/94 van 8 februari 1994 tot wijziging van Protocol 37 en bijlage VII bij de EER-Overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Ruimte, inzonderheid op de artikelen 98 en 101, en op het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna gezamenlijk "de Overeenkomst" genoemd,

Overwegende dat in het tweede goedgekeurd procesverbaal ad Protocol 37 bij de Overeenkomst is bepaald dat de Cooerdinatiegroep voor de onderlinge erkenning van hoger-onderwijsdiploma's (Richtlijn 89/48/EEG van de Raad) dient te worden toegevoegd aan de lijst in Protocol 37;

Overwegende dat bijlage VII bij de Overeenkomst dient te worden gewijzigd om de wijze van uitvoering van de samenwerking vast te stellen,

BESLUIT:

Artikel 1

In Protocol 37 bij de Overeenkomst wordt na punt 8 het volgende toegevoegd:

"9. Cooerdinatiegroep voor de onderlinge erkenning van hoger-onderwijsdiploma's (Richtlijn 89/48/EEG van de Raad)".

Artikel 2

Bijlage VII (Onderlinge erkenning van beroepskwalificaties) wordt als volgt gewijzigd:

In de rubriek A. Algemeen stelsel wordt na punt 1 (Richtlijn 89/48/EEG van de Raad) de volgende bepaling ingelast:

"Wijze van uitvoering van de samenwerking met Oostenrijk, Finland, IJsland, Noorwegen en Zweden overeenkomstig artikel 101 van deze Overeenkomst:

Oostenrijk, Finland, IJsland, Noorwegen en Zweden mogen elk een waarnemer aanwijzen voor deelneming aan de werkzaamheden van de Cooerdinatiegroep voor de onderlinge erkenning van hoger-onderwijsdiploma's als bedoeld in artikel 9, lid 2, van Richtlijn 89/48/EEG.

De Commissie van de Europese Gemeenschap stelt de deelnemers tijdig in kennis van de vergaderdata van de Groep en zendt hun de desbetreffende documenten.".

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking op 1 mei 1994 mits alle kennisgevingen krachtens artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst zijn medegedeeld aan het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 4

Deze beschikking wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Brussel, 8 februari 1994.

Voor het Gemengd Comité van de EER De Voorzitter N. VAN DER PAS