21994A0226(03)

Douaneovereenkomst betreffende de tijdelijke invoer van voertuigen voor bedrijfsmatig vervoer langs de weg, 1956

Publicatieblad Nr. L 056 van 26/02/1994 blz. 0028 - 0049


BIJLAGE I

DOUANEOVEREENKOMST BETREFFENDE DE TIJDELIJKE INVOER VAN VOERTUIGEN VOOR BEDRIJFSMATIG VERVOER LANGS DE WEG, 1956

DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN,

VERLANGENDE het internationale vervoer langs de weg te vergemakkelijken,

GELET op de bepalingen van het op 4 juni 1954 te New York gesloten Douaneverdrag inzake de tijdelijke invoer van particuliere wegvoertuigen,

VERLANGEND met betrekking tot de tijdelijke invoer van voertuigen voor bedrijfsmatig vervoer langs de weg zoveel mogelijk overeenkomstige bepalingen toe te passen als voor particuliere wegvoertuigen en in het bijzonder het gebruik toe te staan van de voor laatstbedoelde voertuigen voorgeschreven douanedocumenten,

ZIJN het volgende OVEREENGEKOMEN:

HOOFDSTUK I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt verstaan onder:

a) rechten en heffingen bij invoer: douanerechten en alle andere belastingen, heffingen, vergoedingen en andere lasten die worden geheven bij invoer of in verband met de invoer van goederen waarop deze Overeenkomst betrekking heeft, met uitzondering van vergoedingen en lasten waarvan het bedrag beperkt blijft tot de geraamde kosten van de verleende diensten;

b) voertuigen: alle motorvoertuigen voor vervoer langs de weg en alle aanhangwagens welke aan dergelijke motorvoertuigen kunnen worden bevestigd en daarmee of afzonderlijk worden ingevoerd, alsmede de bijbehorende reservedelen, normale toebehoren en normale uitrusting, welke te zamen met deze voertuigen worden ingevoerd;

c) bedrijfsmatig gebruik: het gebruik voor vervoer van personen tegen betaling, beloning of ander materieel voordeel, of voor bedrijfsmatig vervoer van goederen, al dan niet tegen betaling;

d) document van tijdelijke invoer: het douanedocument aan de hand waarvan de identiteit van het voertuig kan worden vastgesteld en blijkens hetwelk voor de rechten en heffingen bij invoer zekerheid is gesteld dan wel consignatie heeft plaatsgevonden;

e) ondernemingen: de handels- of nijverheidsondernemingen, ongeacht hun juridische vorm, zomede de natuurlijke personen die op het gebied van handel of nijverheid werkzaamheden verrichten;

f) personen: zowel natuurlijke als rechtspersonen;

g) organisatie van afgifte: een organisatie die is gemachtigd tot het afgeven van documenten van tijdelijke invoer;

h) aansprakelijke organisatie: een organisatie die door de douaneautoriteiten van een overeenkomstsluitende partij is erkend om zich borg te stellen voor de personen die de documenten van tijdelijke invoer gebruiken;

i) internationale organisatie: een organisatie waarbij nationale organisaties zijn aangesloten die gemachtigd zijn tot het stellen van waarborgen en het afgeven van documenten van tijdelijke invoer;

j) overeenkomstsluitende partij: een Staat of een regionale organisatie voor economische integratie die partij is bij deze Overeenkomst;

k) regionale organisatie voor economische integratie: een organisatie opgericht door en samengesteld uit landen als bedoeld in artikel 33, lid 1, van deze Overeenkomst, die bevoegd is haar eigen regelgeving aan te nemen die bindend is voor haar leden ten aanzien van aangelegenheden die door deze Overeenkomst worden beheerst, en die bevoegd is te besluiten, in overeenstemming met haar interne procedures, tot deze Overeenkomst toe te treden.

HOOFDSTUK II Tijdelijke invoer met vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer en zonder toepassing van invoerverboden en invoerbeperkingen

Artikel 2

1. Elke overeenkomstsluitende partij zal, onder voorwaarde van wederuitvoer en met inachtneming van de andere bepalingen van deze Overeenkomst, met vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer en zonder toepassing van invoerverboden en invoerbeperkingen de op het gebied van een der andere overeenkomstsluitende partijen ingeschreven voertuigen tijdelijk toelaten, welke worden ingevoerd en voor bedrijfsmatig gebruik in het internationale wegvervoer worden aangewend door ondernemingen die vanuit dat gebied hun werkzaamheden verrichten.

2. De overeenkomstsluitende partijen mogen, onder de in deze Overeenkomst vastgestelde voorwaarden, voorschrijven dat die voertuigen worden gedekt door een document van tijdelijke invoer dat, onverminderd de bijzondere bepalingen van artikel 27, lid 4, de betaling waarborgt van de rechten en heffingen bij invoer of van een gelijkwaardig bedrag indien het voertuig waarvoor het bedoelde document geldt niet binnen de gestelde termijn weder wordt uitgevoerd.

3. De voordelen van deze Overeenkomst gelden niet voor voertuigen welke worden ingevoerd om na invoer te worden verhuurd.

Artikel 3

1. De bestuurder en de andere leden van het personeel mogen onder de door de douaneautoriteiten te stellen voorwaarden tijdelijk een redelijke hoeveelheid persoonlijke benodigdheden invoeren; hierbij wordt rekening gehouden met de duur van hun verblijf in het land van invoer.

2. Met vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer worden toegelaten reisproviand en kleine hoeveelheden tabak, sigaren en sigaretten welke voor persoonlijk verbruik bestemd zijn.

Artikel 4

De motorbrandstof welke zich bevindt in de normale tanks van de tijdelijk ingevoerde voertuigen wordt met vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer en zonder toepassing van invoerverboden en -beperkingen toegelaten. Elke overeenkomstsluitende partij kan echter de maximale hoeveelheid brandstof vaststellen, welke aldus in de tank van een tijdelijk ingevoerd voertuig tot haar gebied wordt toegelaten.

Artikel 5

1. Losse onderdelen ingevoerd voor de herstelling van een bepaald voertuig, dat reeds tijdelijk is ingevoerd, worden met vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer en zonder toepassing van invoerverboden en -beperkingen tijdelijk toegelaten. De overeenkomstsluitende partijen kunnen vorderen dat deze onderdelen gedekt zijn door een document van tijdelijke invoer.

2. Vervangen onderdelen welke niet weder worden uitgevoerd, zijn onderworpen aan rechten en heffingen bij invoer, tenzij zij overeenkomstig de bepalingen van het betrokken land, vrij van alle kosten ten gunste van de Schatkist worden afgestaan of wel onder ambtelijk toezicht op kosten van belanghebbenden worden vernietigd.

Artikel 6

Met vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer en zonder toepassing van invoerverboden en invoerbeperkingen worden toegelaten formulieren voor documenten van tijdelijke invoer en voor internationaal verkeer, welke aan tot afgifte gemachtigde organisaties worden gezonden door overeenkomstige buitenlandse organisaties, door internationale organisaties of door de douaneautoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen.

HOOFDSTUK III Afgifte van documenten van tijdelijke invoer

Artikel 7

1. Elke overeenkomstsluitende partij kan, met inachtneming van de waarborgen en onder de voorwaarden door haar te bepalen, aan organisaties - in het bijzonder aan die welke bij een internationale organisatie zijn aangesloten - de bevoegdheid verlenen tot het afgeven, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van soortgelijke organisaties, van de in deze Overeenkomst bedoelde documenten van tijdelijke invoer.

2. Documenten van tijdelijke invoer kunnen geldig zijn voor één land of douanegebied dan wel voor verschillende landen of douanegebieden.

3. De geldigheidsduur van deze documenten mag niet langer zijn dan één jaar, te rekenen van de dag van afgifte.

Artikel 8

1. De documenten van tijdelijke invoer, welke geldig zijn voor het gebied van alle of verscheidene overeenkomstsluitende partijen, worden aangeduid met de naam "carnet de passage en douane" en dienen overeen te stemmen met het in bijlage I van deze Overeenkomst opgenomen model.

2. Indien het "carnet de passage en douane" niet geldig is voor één of meer gebieden moet dit door de organisatie die het document afgeeft, worden vermeld op het omslag en op de invoerstroken van het "carnet".

3. De documenten van tijdelijke invoer, welke uitsluitend geldig zijn voor het gebied van één overeenkomstsluitende partij kunnen overeenstemmen met het in bijlage 2 van deze Overeenkomst opgenomen model. Het is eveneens geoorloofd dat de overeenkomstsluitende partijen andere documenten gebruiken, zulks overeenkomstig hun wetgeving of voorschriften.

4. De geldigheidsduur van documenten van tijdelijke invoer, welke niet door de overeenkomstig artikel 7 gemachtigde organisaties zijn afgegeven, wordt door elke overeenkomstsluitende partij overeenkomstig haar wetgeving of voorschriften vastgesteld.

5. Elke overeenkomstsluitende partij doet op verzoek aan andere overeenkomstsluitende partijen modellen toekomen van documenten van tijdelijke invoer, welke voor haar gebied geldig zijn en afwijken van die welke in de bijlagen van deze Overeenkomst zijn opgenomen.

HOOFDSTUK IV Bijzonderheden welke op de documenten van tijdelijke invoer moeten worden vermeld

Artikel 9

De documenten van tijdelijke invoer, afgegeven door gemachtigde organisaties, worden gesteld op naam van de ondernemingen welke de voertuigen exploiteren en deze tijdelijk invoeren.

Artikel 10

1. Het gewicht dat op de documenten van tijdelijke invoer moet worden vermeld, is het eigen gewicht van het voertuig. Het moet worden uitgedrukt volgens het metrieke stelsel. Indien de documenten slechts geldig zijn voor één enkel land, mogen de douaneautoriteiten van dat land het gebruik van een ander stelsel voorschrijven.

2. De op de documenten van tijdelijke invoer te vermelden waarde moet, indien bedoelde documenten slechts voor één enkel land geldig zijn, worden uitgedrukt in de geldsoort van dat land. De waarde welke op een "carnet de passage en douane" moet worden vermeld, dient te zijn uitgedrukt in de geldsoort van het land waar het "carnet" is afgegeven.

3. Voorwerpen en gereedschappen welke tot de normale uitrusting van voertuigen behoren, behoeven niet afzonderlijk op de documenten van tijdelijke invoer te worden vermeld.

4. Indien de douaneautoriteiten zulks vorderen, moeten reserveonderdelen (zoals wielen, binnen- en buitenbanden), alsmede toebehoren welke niet geacht worden tot de normale uitrusting van het voertuig te behoren (zoals radio-ontvangtoestellen en bagagerekken) op de documenten van tijdelijke invoer worden vermeld met aanduiding van de nodige bijzonderheden (zoals gewicht en waarde). Bij het verlaten van het land dat is bezocht, moeten genoemde onderdelen en toebehoren worden getoond.

5. Voor aanhangwagens dienen afzonderlijke documenten van tijdelijke invoer te worden afgegeven.

Artikel 11

Elke wijziging die wordt aangebracht in hetgeen op de documenten van tijdelijke invoer is vermeld door de organisatie die de documenten heeft afgegeven, dient door deze organisatie of door de aansprakelijke organisatie behoorlijk te zijn goedgekeurd. Zonder toestemming van de douaneautoriteiten van het land van invoer is geen enkele wijziging toegestaan.

HOOFDSTUK V Voorwaarden voor de tijdelijke invoer

Artikel 12

Onverminderd de toepassing van de bepalingen van de nationale wetgeving, krachtens welke de douaneautoriteiten van een overeenkomstsluitende partij kunnen weigeren dat voertuigen waarvoor een document van tijdelijke invoer is afgegeven, worden bestuurd door personen die zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige inbreuken op de douane- en fiscale wetten of reglementen van het land van tijdelijke invoer, mogen voertuigen welke onder dekking van documenten van tijdelijke invoer zijn toegelaten, worden bestuurd door personen die daartoe door de houders van deze documenten behoorlijk zijn gemachtigd. De douaneautoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen hebben het recht bewijzen te vorderen dat deze personen behoorlijk zijn gemachtigd door degene op wiens naam het document is gesteld; indien de verstrekte bewijzen hun niet voldoende voorkomen, kunnen de douaneautoriteiten weigeren dat de voertuigen in hun land worden gebruikt onder dekking van bedoelde documenten.

Artikel 13

1. De voertuigen vermeld in de documenten van tijdelijke invoer moeten, afgezien van de normale slijtage, in dezelfde staat weder worden uitgevoerd binnen de geldigheidsduur van die documenten.

2. Dat de wederuitvoer heeft plaatsgehad, blijkt uit de omstandigheid dat het document van tijdelijke invoer op regelmatige wijze voor uitvoer is afgetekend door de douaneautoriteiten van het land waar de voertuigen tijdelijk werden ingevoerd.

3. Elke overeenkomstsluitende partij is bevoegd het voorrecht van tijdelijke invoer met vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer en zonder toepassing van invoerverboden en -beperkingen te weigeren of in te trekken ten aanzien van vervoermiddelen welke worden gebruikt om reizigers op te nemen of goederen te laden in het land waar het voertuig is ingevoerd, ten einde die reizigers elders in dat land af te zetten of die goederen aldaar te lossen, ook indien zulks slechts af en toe zou plaatsvinden.

4. Een gehuurd voertuig dat onder de bepalingen van deze Overeenkomst tijdelijk is ingevoerd, mag in het land van tijdelijke invoer niet opnieuw worden verhuurd aan een andere persoon dan de oorspronkelijke huurder, noch worden onderverhuurd en de douaneautoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen hebben het recht te vorderen dat een dergelijk voertuig weder wordt ingevoerd na beëindiging van de transportverrichtingen waarvoor het tijdelijk werd ingevoerd.

Artikel 14

1. De in artikel 13 neergelegde verplichting tot wederuitvoer geldt niet ten aanzien van voertuigen welke ernstig beschadigd zijn ten gevolge van een ongeval, waarvan op afdoende wijze wordt aangetoond dat het heeft plaatsgehad, mits, al naar gelang de douaneautoriteiten zulks vorderen, de voertuigen

a) of wel worden onderworpen aan de bij invoer verschuldigde rechten en heffingen;

b) of wel worden afgestaan, vrij van alle kosten, aan de Schatkist van het land van tijdelijke invoer, in welk geval de houder van het document van tijdelijke invoer wordt vrijgesteld van de rechten en heffingen bij invoer;

c) of wel op kosten van belanghebbenden onder ambtelijk toezicht worden vernietigd, in welk geval het afval en de overgebleven delen zijn onderworpen aan de bij invoer verschuldigde rechten en heffingen.

2. Indien een voertuig dat tijdelijk is ingevoerd niet weder kan worden uitgevoerd als gevolg van inbeslagneming of beslaglegging, anders dan op vordering van particulieren, wordt de verplichting tot wederuitvoer binnen de geldigheidsduur van het document van tijdelijke invoer opgeschort voor de duur van het beslag.

3. Van de gevallen waarin de douaneautoriteiten voertuigen waarvoor de aansprakelijke organisaties documenten van tijdelijke invoer hebben afgegeven, in beslag hebben genomen of hebben doen nemen, dan wel daarop beslag hebben gelegd of doen leggen, geven zij voor zover mogelijk kennis aan die organisaties. Zij doen voorts mededeling aan bedoelde organisaties van de maatregelen welke zij voornemens zijn te treffen.

4. Wanneer het op het document vermelde voertuig of voorwerp tijdens het beslag verloren gaat of wordt gestolen en dit beslag niet op vordering van particulieren tot stand is gekomen, mogen geen rechten en heffingen bij invoer worden geëist van de houder van het document van tijdelijke invoer, die aan de douaneautoriteiten een bewijs van de inbeslagneming moet voorleggen.

Artikel 15

Zij die aanspraak kunnen maken op de tijdelijke invoer, mogen binnen de geldigheidsduur van de documenten van tijdelijke invoer de daarin vermelde voertuigen invoeren zo vaak als nodig is, mits zij bij elke grensoverschrijding (binnenkomen en uitgaan) de documenten door de betrokken douaneambtenaren doen aftekenen voor zover de douaneautoriteiten zulks vorderen. Er kunnen echter documenten worden afgegeven voor één enkele reis.

Artikel 16

Indien gebruik wordt gemaakt van een document van tijdelijke invoer, dat niet is voorzien van stroken welke bij elke grensoverschrijding kunnen worden uitgescheurd, hebben de aftekeningen door de douane tussen de eerste binnenkomst en het laatste uitgaan een voorlopig karakter. Indien de laatste aftekening een voorlopige aftekening voor uitgaan is, wordt die aftekening niettemin aanvaard als bewijs van de wederuitvoer van de tijdelijk ingevoerde voertuig of de tijdelijk ingevoerde losse onderdelen.

Artikel 17

Indien gebruik wordt gemaakt van een document van tijdelijke invoer, dat voorzien is van stroken welke bij elke grensoverschrijding kunnen worden uitgescheurd, brengt elke bevinding van binnenkomst met zich mede dat het document door de douane voor invoer wordt afgetekend en wordt het document door iedere vaststelling van latere uitvoer definitief gezuiverd, onverminderd de bepalingen van artikel 18.

Artikel 18

Indien het document van tijdelijke invoer blijkens de daarop voorkomende aantekeningen van de douaneautoriteiten van een land definitief en zonder voorbehoud is gezuiverd, kunnen de autoriteiten de betaling van de rechten en heffingen bij invoer niet meer vorderen van de aansprakelijke organisatie, tenzij de zuivering ten onrechte of op frauduleuze wijze werd verkregen.

Artikel 19

Het aftekenen van documenten van tijdelijke invoer welke op de voet van deze Overeenkomst worden gebruikt, geeft geen aanleiding tot betaling van een vergoeding voor de verrichtingen van de douane, indien het aftekenen plaatsvindt op een douanekantoor of op een douanepost gedurende de uren van openstelling van dat kantoor of die post.

HOOFDSTUK VI Verlenging van de geldigheidsduur en vernieuwing van de documenten van tijdelijke invoer

Artikel 20

Het ontbreken van het bewijs dat tijdelijk ingevoerde voertuigen binnen de gestelde termijn weder zijn uitgevoerd heeft geen gevolgen indien die voertuigen binnen veertien dagen na het verstrijken van de geldigheidsduur van die documenten bij de douaneautoriteiten voor wederuitvoer worden aangeboden en indien die vertraging terdege wordt verantwoord.

Artikel 21

Wat betreft de "carnets de passage en douane" erkennen alle overeenkomstsluitende partijen als geldig de verlengingen van de geldigheidsduur welke door één van deze partijen zijn toegestaan overeenkomstig de in bijlage 3 van deze Overeenkomst neergelegde procedure.

Artikel 22

1. Aanvragen tot verlenging van de geldigheidsduur van documenten van tijdelijke invoer moeten, behoudens in geval van overmacht, vóór het verstrijken van de geldigheidsduur bij de bevoegde douaneautoriteiten worden ingediend. Indien het document van tijdelijke invoer is afgegeven door een gemachtigde organisatie, moet het verzoek om verlenging door de aansprakelijke organisatie worden ingediend.

2. Verlenging van de geldigheidsduur voor de tijd welke nodig is voor de wederuitvoer van de tijdelijk ingevoerde voertuigen of losse onderdelen, wordt toegestaan indien de belanghebbenden ten genoegen van de douaneautoriteiten kunnen aantonen dat zij door overmacht verhinderd zijn bedoelde voertuigen of losse onderdelen binnen de gestelde termijn weder uit te voeren.

3. De geldigheidsduur van de documenten van tijdelijke uitvoer kan slechts eenmaal met ten hoogste een jaar worden verlengd. Daarna moet ter vervanging van het vorige een nieuw carnet worden afgegeven en aanvaard.

Artikel 23

Tenzij aan de voorwaarden voor tijdelijke invoer niet langer wordt voldaan, verleent elke overeenkomstsluitende partij, onverminderd zodanige controlemaatregelen als zij nodig oordeelt, machtiging tot vernieuwing van documenten van tijdelijke invoer welke zijn afgegeven door gemachtigde organisaties en betrekking hebben op tijdelijk in haar gebied ingevoerde voertuigen of losse onderdelen. De aanvraag om vernieuwing moet door de aansprakelijke organisatie worden ingediend.

HOOFDSTUK VII Regularisatie van documenten van tijdelijke invoer

Artikel 24

1. Indien het document van tijdelijke invoer niet op regelmatige wijze is gezuiverd, aanvaarden de douaneautoriteiten van het land van invoer (vóór of na het verstrijken van de geldigheidsduur van het document) als bewijs van de wederuitvoer van het voertuig of van de losse onderdelen de overlegging van een verklaring waarvan een model is opgenomen in bijlage 4 van deze Overeenkomst, welke verklaring is afgegeven door een ambtelijke autoriteit (consul, douane, politie, burgemeester, deurwaarder, enz.) en waaruit blijkt dat het desbetreffende voertuig of de desbetreffende losse onderdelen aan deze autoriteit zijn getoond en dat zij zich buiten het land van invoer bevinden. In de plaats daarvan aanvaarden zij elk ander bewijs waaruit blijkt dat het voertuig of de losse onderdelen zich buiten het land van tijdelijke invoer bevinden. Indien het niet om een "carnet de passage en douane" gaat en de geldigheidsduur van het document niet is verstreken, moet het document tegelijk met bovengenoemd bewijs worden overgelegd. Indien het een "carnet" betreft, aanvaarden de douaneautoriteiten als bewijs van wederuitvoer van het voertuig of van de losse onderdelen de aftekening door de douaneautoriteiten van de landen waar het voertuig vervolgens heeft gereden.

2. Is een document van tijdelijke invoer tenietgegaan, verloren geraakt of gestolen, terwijl het niet op regelmatige wijze is gezuiverd, ofschoon het desbetreffende voertuig of de desbetreffende onderdelen weder zijn uitgevoerd, dan aanvaarden de douaneautoriteiten van het land van invoer als bewijs van de wederuitvoer de overlegging van een verklaring waarvan het model is opgenomen in bijlage 4 van deze Overeenkomst, welke verklaring is afgegeven door een ambtelijke autoriteit (consul, douane, politie, burgemeester, deurwaarder, enz.) en waaruit blijkt dat vorenbedoeld voertuig of vorenbedoelde losse onderdelen aan deze autoriteit zijn getoond en dat zij zich na het verstrijken van de geldigheidsduur van het document van tijdelijke invoer buiten het land van invoer bevinden. In de plaats daarvan aanvaarden zij elk ander bewijs waaruit blijkt dat het voertuig of de losse onderdelen zich buiten het land van tijdelijke invoer bevinden.

3. Indien een "carnet de passage en douane" dat betrekking heeft op een voertuig of op losse onderdelen, die zich op het gebied van een der overeenkomstsluitende partijen bevinden, teniet is gegaan, verloren is geraakt of is gestolen, dan aanvaarden de douaneautoriteiten van die partij op verzoek van de desbetreffende organisatie ter vervanging van zulk een "carnet" een document, waarvan de geldigheidsduur verstrijkt op de vervaldatum van het vervangen "carnet". Door deze aanvaarding vervalt de vroegere aanvaarding van het tenietgegane, verloren geraakte of gestolen "carnet". Bij misbruik van een "carnet" nadat het door de douaneautoriteiten en de organisatie van afgifte is geannuleerd kan die organisatie niet aansprakelijk worden gesteld voor het betalen van de verschuldigde rechten en heffingen. Indien met het oog op de wederuitvoer van het voertuig of van de losse onderdelen, in plaats van het vorenbedoelde nieuwe document een uitvoervergunning of een soortgelijk document wordt afgegeven, wordt de aftekening voor uitvoer welke op die vergunning of op dat document is geplaatst, aanvaard als bewijs van de wederuitvoer.

4. Indien een voertuig is gestolen nadat het weder uit het land van invoer is uitgevoerd zonder dat van het uitgaan op regelmatige wijze aantekening is gesteld op het document van tijdelijke invoer en zonder dat het document door de douaneautoriteiten van de landen waar het voertuig vervolgens heeft gereden, voor invoer is afgetekend, kan het document niettemin worden geregulariseerd, mits het wordt overgelegd door de aansprakelijke organisatie en deze de diefstal voldoende aannemelijk maakt. Indien de geldigheidsduur van het document niet is verstreken, kunnen de douaneautoriteiten vorderen dat het wordt overgelegd.

Artikel 25

De douaneautoriteiten behouden zich het recht voor in de gevallen bedoeld in artikel 24 kosten voor regularisatie te heffen.

Artikel 25 bis

De bevoegde douaneautoriteiten vorderen geen betaling van de rechten en heffingen bij invoer, indien te hunnen genoegen is aangetoond dat een voertuig, ingevoerd onder dekking van een document van tijdelijke invoer, niet weder kan worden uitgevoerd omdat het vernietigd of onherstelbaar verloren is om redenen van overmacht, in het bijzonder door toedoen van oorlogsgeweld, oproer of natuurrampen.

Artikel 26

De douaneautoriteiten zijn niet gerechtigd van de aansprakelijke organisatie betaling te vorderen van de rechten en heffingen bij invoer van tijdelijk ingevoerde voertuigen of losse onderdelen, indien niet binnen een jaar na het verstrijken van de geldigheidsduur van het document van tijdelijke invoer ter kennis van die organisatie is gebracht dat het document niet is gezuiverd. De douaneautoriteiten dienen binnen een jaar na de kennisgeving van niet-zuivering aan de aansprakelijke organisaties inlichtingen te verstrekken omtrent de berekening van de verschuldigde rechten en heffingen bij invoer. De aansprakelijkheid van de aansprakelijke organisatie voor bedoelde bedragen eindigt indien deze inlichtingen niet binnen deze termijn van een jaar worden verstrekt.

Artikel 27

1. Nadat van de niet-zuivering van de documenten van tijdelijke invoer is kennis gegeven, hebben de aansprakelijke organisaties een jaar tijd om het bewijs te leveren dat de desbetreffende voertuigen of losse onderdelen weder zijn uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst. Deze termijn vangt echter eerst aan op de datum, waarop de geldigheidsduur van het document van tijdelijke invoer verstrijkt. Indien de douaneautoriteiten de geldigheid van het geleverde bewijs betwisten, dienen zij de borg binnen een termijn van ten hoogste een jaar daarvan in kennis te stellen.

2. Indien dit bewijs niet binnen de voorgeschreven termijn wordt geleverd, dient de aansprakelijke organisatie binnen een termijn van ten hoogste drie maanden een borgstelling te storten voor de verschuldigde rechten en heffingen bij invoer, of deze voorlopig te betalen. Deze borgstelling of deze voorlopige betaling wordt na verloop van een jaar als definitieve betaling aangemerkt. Gedurende deze laatste termijn kan de aansprakelijke organisatie nog gebruik maken van de faciliteiten bedoeld in het vorige lid, ten einde teruggave van de als borgstelling gestorte of voorlopig betaalde bedragen te verkrijgen.

3. In de landen waarvan de voorschriften niet voorzien in storting als borgstelling of voorlopige betaling van rechten en heffingen bij invoer, hebben de betalingen welke overeenkomstig de bepalingen van het vorige lid zijn gedaan een definitief karakter, met dien verstande evenwel, dat de betaalde bedragen kunnen worden teruggeven, indien aan de voorwaarden van dit artikel is voldaan.

4. Indien het document voor invoer niet is gezuiverd, kan de aansprakelijke organisatie niet worden verplicht meer te betalen dan het bedrag van de rechten en heffingen bij invoer, die verschuldigd zijn voor het voertuig of voor de losse onderdelen, welke niet weder werden uitgevoerd, eventueel vermeerderd met de rente wegens achterstallige betaling.

Artikel 28

De bepalingen van deze Overeenkomst doen geen afgebreuk aan het recht van de overeenkomstsluitende partijen om in geval van fraude, overtreding of misbruik zowel tegen degene, te wiens name het document van tijdelijke invoer is gesteld als tegen de personen die van deze documenten gebruik maken, vervolging in te stellen tot invordering van de rechten en heffingen bij invoer, alsmede voor het opleggen van de straffen waaraan deze personen zich hebben blootgesteld. Indien van dit recht gebruik wordt gemaakt, dienen de aansprakelijke organisaties hun medewerking aan de douaneautoriteiten te verlenen.

HOOFDSTUK VIII Verschillende bepalingen

Artikel 29

De overeenkomstsluitende partijen streven ernaar geen douaneformaliteiten in te stellen die de ontwikkeling van het bedrijfsmatige, internationale vervoer zouden kunnen belemmeren.

Artikel 30

Ten einde de douaneformaliteiten te bespoedigen, streven overeenkomstsluitende partijen die gemeenschappelijke grenzen hebben ernaar hun douanekantoren en -posten in elkaars onmiddellijke nabijheid te plaatsen en de tegenover elkaar gelegen douanekantoren en -posten tijdens dezelfde uren open te stellen.

Artikel 31

Elke inbreuk op de bepalingen van deze Overeenkomst, elke verwisseling, valse verklaring of handeling, die tot gevolg heeft dat ten aanzien van een persoon of een voorwerp de in deze Overeenkomst neergelegde bepalingen met betrekking tot de tijdelijke invoer ten onrechte worden toegepast, stelt de overtreder in het land waar het strafbare feit is begaan, bloot aan de straffen waarin de wetgeving van dat land voorziet.

Artikel 32

Geen enkele bepaling van deze Overeenkomst kan de overeenkomstsluitende partijen die een douane-unie of een economische unie vormen, beletten bijzondere bepalingen vast te stellen, welke van toepassing zijn op ondernemingen die een bedrijfszetel hebben in de landen die deel uitmaken van die unie.

Artikel 32 bis

Deze Overeenkomst vormt geen beletsel voor de toepassing van verder reikende faciliteiten die de overeenkomstsluitende partijen toestaan of zouden willen toestaan op grond van eenzijdige bepalingen of krachtens bilaterale of multilaterale overeenkomsten op voorwaarde dat de aldus toegestane faciliteiten de toepassing van de bepalingen van deze Overeenkomst niet belemmeren. De overeenkomstsluitende partijen wordt aanbevolen geen documenten van tijdelijke invoer en waarborgen te eisen.

HOOFDSTUK IX Slotbepalingen

Artikel 33

1. De landen welke lid zijn van de Economische Commissie voor Europa, zomede de landen welke overeenkomstig paragraaf 8 van het mandaat van deze Commissie met adviserende bevoegdheid tot haar werkzaamheden zijn toegelaten, kunnen partij bij deze Overeenkomst worden:

a) door ondertekening;

b) door bekrachtiging, na de Overeenkomst te hebben ondertekend onder voorbehoud van bekrachtiging;

c) door toetreding.

2. De landen, welke ingevolge paragraaf 11 van het mandaat van de Economische Commissie voor Europa in aanmerking komen om aan bepaalde werkzaamheden van deze Commissie deel te nemen, kunnen partij bij deze Overeenkomst worden door tot de Overeenkomst toe te treden na haar inwerkingtreding.

2 bis. Een regionale organisatie voor economische integratie kan overeenkomstig lid 1 van dit artikel partij bij deze Overeenkomst worden. Bedoelde organisatie die tot deze Overeenkomst is toegetreden stelt de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties in kennis van haar bevoegdheid met betrekking tot aangelegenheden die door deze Overeenkomst worden beheerst en van alle wijzigingen die zich later in die bevoegdheid voordoen. De organisatie en haar Lid-Staten kunnen, zonder afbreuk te doen aan de uit deze Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, een besluit nemen ten aanzien van hun respectieve verantwoordelijkheden voor het vervullen van hun verplichtingen in verband met deze Overeenkomst.

3. De Overeenkomst staat tot en met 31 augustus 1956 open voor ondertekening. Na deze datum staat zij open voor toetreding.

4. De bekrachtiging of de toetreding geschiedt door nederlegging van een daartoe strekkende akte bij de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties.

Artikel 34

1. Deze Overeenkomst treedt in werking op de negentigste dag nadat vijf van de in het eerste lid van artikel 33 bedoelde landen haar hebben ondertekend zonder voorbehoud van bekrachtiging of hun akte van bekrachtiging of van toetreding hebben nedergelegd.

2. Met betrekking tot elk land of regionale organisatie voor economische integratie die deze Overeenkomst hebben bekrachtigd of tot de Overeenkomst zijn toegetreden nadat vijf landen haar hebben ondertekend zonder voorbehoud van bekrachtiging of hun akte van bekrachtiging of van toetreding hebben nedergelegd, treedt de Overeenkomst in werking op de negentigste dag na de datum van nederlegging van de akte van bekrachtiging of van toetreding van dat land of van die regionale organisatie voor economische integratie.

Artikel 35

1. Deze Overeenkomst kan door elke overeenkomstsluitende partij worden opgezegd door een daartoe strekkende, aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties gerichte kennisgeving.

2. De opzegging wordt van kracht vijftien maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving van opzegging door de Secretaris-generaal.

3. De opzegging is niet van invloed op de geldigheid van de documenten van tijdelijke invoer, afgegeven vóór de datum waarop deze opzegging van kracht wordt, en de waarborg van de organisaties blijft gelden. De verlengingen, toegestaan overeenkomstig de in artikel 21 van deze Overeenkomst gestelde voorwaarden, behouden eveneens hun geldigheid.

Artikel 36

Deze Overeenkomst houdt op van kracht te zijn, indien na haar inwerkingtreding het aantal overeenkomstsluitende partijen minder is dan vijf gedurende een tijdvak van twaalf opeenvolgende maanden.

Artikel 37

1. Elk land kan bij de ondertekening van deze Overeenkomst zonder voorbehoud van bekrachtiging, of bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging of van toetreding, of te eniger tijd daarna, door middel van een aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties gerichte kennisgeving verklaren, dat de Overeenkomst van toepassing zal zijn ten aanzien van alle of een deel van de gebieden, waarvan het de internationale betrekkingen behartigt. De Overeenkomst wordt van toepassing op het (de) in de kennisgeving genoemde gebied(en) met ingang van de negentigste dag na ontvangst van die kennisgeving door de Secretaris-generaal, of wel, indien de Overeenkomst op die dag nog niet in werking is getreden, met ingang van de datum van haar inwerkingtreding.

2. Elk land dat overeenkomstig het voorgaande lid een verklaring heeft afgelegd, waardoor deze Overeenkomst van toepassing wordt ten aanzien van een gebied waarvan het de internationale betrekkingen behartigt, kan de Overeenkomst overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 met betrekking tot dit gebied afzonderlijk opzeggen.

Artikel 38

1. Een geschil tussen twee of meer overeenkomstsluitende partijen betreffende de uitlegging of de toepassing van deze Overeenkomst wordt zoveel mogelijk beslecht door middel van onderhandelingen tussen de partijen waartussen geschil is gerezen.

2. Elk geschil dat niet is beslecht door onderhandelingen, wordt aan een scheidsrechterlijke uitspraak onderworpen, indien een der overeenkomstsluitende partijen waartussen geschil is gerezen, zulks verzoekt, en wordt dienovereenkomstig verwezen naar een of meer scheidsrechters die door de partijen waartussen geschil is gerezen in gemeen overleg zijn gekozen. Indien binnen drie maanden na de datum van het verzoek om een scheidsrechterlijke uitspraak de partijen waartussen geschil is gerezen niet tot overeenstemming zijn gekomen omtrent de keuze van een of meer scheidsrechters, kan een van die partijen de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties verzoeken één scheidsrechter aan te wijzen naar wie het geschil ter beslechting zal worden verwezen.

3. De uitspraak van de overeenkomstig het vorige lid aangewezen scheidsrechter of scheidsrechters is bindend voor de betrokken overeenkomstsluitende partijen.

Artikel 39

1. Elke overeenkomstsluitende partij kan op het tijdstip waarop zij deze Overeenkomst ondertekent of bekrachtigt of tot deze Overeenkomst toetreedt verklaren dat zij zich niet gebonden acht door artikel 38 van de Overeenkomst. De andere overeenkomstsluitende partijen zijn niet gebonden door artikel 38 tegenover elke overeenkomstsluitende partij die een zodanig voorbehoud heeft geformuleerd.

2. Elke overeenkomstsluitende partij die overeenkomstig het voorgaande lid een voorbehoud heeft geformuleerd, kan te allen tijde dit voorbehoud intrekken door een daartoe strekkende, aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties gerichte kennisgeving.

3. Generlei ander voorbehoud is met betrekking tot deze Overeenkomst toegelaten.

Artikel 40

1. Nadat deze Overeenkomst gedurende drie jaren is toegepast, kan elke overeenkomstsluitende partij door een kennisgeving, gericht aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties om bijeenroeping van een conferentie verzoeken, ten einde deze Overeenkomst te herzien. De Secretaris-generaal doet van dit verzoek mededeling aan alle overeenkomstsluitende partijen en roept een conferentie ter herziening van deze Overeenkomst bijeen, indien binnen vier maanden na de datum van de door hem gedane mededeling ten minste een derde van de overeenkomstsluitende partijen hem hun instemming met dit verzoek heeft kenbaar gemaakt.

2. Indien een conferentie overeenkomstig het vorige lid wordt bijeengeroepen, stelt de Secretaris-generaal alle overeenkomstsluitende partijen daarvan in kennis en nodigt hen uit binnen drie maanden voorstellen in te dienen, waarvan zij behandeling door de conferentie wensen. De Secretaris-generaal doet uiterlijk drie maanden vóór de aanvang van de conferentie aan alle overeenkomstsluitende partijen mededeling van de voorlopige agenda voor de conferentie, alsmede van de tekst van de ingediende voorstellen.

3. De Secretaris-generaal nodigt alle in artikel 33, lid 1, bedoelde landen en de in artikel 33, leden 2 en 2 bis, bedoelde overeenkomstsluitende partijen uit tot bijwoning van een conferentie welke overeenkomstig dit artikel wordt bijeengeroepen.

Artikel 41

1. Elke overeenkomstsluitende partij kan een of meer wijzigingen van deze Overeenkomst voorstellen. De tekst van elke voorgestelde wijziging dient te worden ingediend bij de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties, die deze tekst doet toekomen aan alle overeenkomstsluitende partijen en ter kennis brengt van de overige in artikel 33, lid 1, bedoelde landen.

2. Elke voorgestelde wijziging welke overeenkomstig het vorige lid is toegezonden, wordt geacht te zijn aanvaard, indien binnen zes maanden na de datum waarop de Secretaris-generaal de voorgestelde wijziging heeft toegezonden geen der overeenkomstsluitende partijen daartegen bezwaar heeft gemaakt. Ten aanzien van de aangelegenheden die onder hun bevoegdheid vallen oefenen de regionale organisaties voor economische integratie die partij zijn bij deze Overeenkomst hun recht uit om bezwaar te maken. In dat geval zijn de Lid-Staten van genoemde organisaties die partij zijn bij deze Overeenkomst niet gemachtigd dit recht individueel uit te oefenen.

3. De Secretaris-generaal richt zo spoedig mogelijk een kennisgeving aan alle overeenkomstsluitende partijen om hun mee te delen of een bezwaar is ingediend tegen de voorgestelde wijziging. Indien er een bezwaar is ingediend tegen de voorgestelde wijziging, wordt de wijziging geacht niet te zijn aanvaard en heeft zij geen gevolg. Indien geen bezwaar is gemaakt, treedt de wijziging voor alle overeenkomstsluitende partijen in werking drie maanden na het verstrijken van de termijn van zes maanden, als bedoeld in het vorige lid.

4. Afgezien van de in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel vastgestelde wijzigingsprocedure, kunnen de bijlagen van deze Overeenkomst worden gewijzigd bij overeenstemming tussen de bevoegde administraties van de overeenkomstsluitende partijen. De Secretaris-generaal stelt de datum vast waarop de nieuwe teksten die uit dergelijke wijzigingen voortvloeien in werking treden.

Artikel 42

Behalve van de in de artikelen 40 en 41 bedoelde kennisgevingen stelt de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties de in artikel 33, lid 1, bedoelde landen en de in artikel 33, leden 2 en 2 bis, bedoelde overeenkomstsluitende partijen in kennis van:

a) ondertekeningen, bekrachtigingen en toetredingen krachtens artikel 33;

a) bis alle gegevens omtrent de bevoegdheid van de regionale organisaties voor economische integratie en over alle latere wijzigingen in die bevoegdheid overeenkomstig lid 2 bis van artikel 33;

b) de data waarop deze Overeenkomst overeenkomstig artikel 34 in werking treedt;

c) opzeggingen krachtens artikel 35;

d) het overeenkomstig artikel 36 buiten werking treden van deze Overeenkomst;

e) kennisgevingen welke zijn ontvangen overeenkomstig artikel 37;

f) verklaringen en kennisgevingen welke zijn ontvangen overeenkomstig artikel 39, leden 1 en 2;

g) de inwerkingtreding van elke wijziging overeenkomstig artikel 41.

Artikel 43

Zodra een land, dat overeenkomstsluitende partij is bij het op 16 juni 1949 te Genève gesloten Akkoord tot voorlopige toepassing van de ontwerpen van internationale douaneovereenkomsten met betrekking tot het toeristenverkeer, tot voertuigen die voor het bedrijfsmatig vervoer langs de weg worden gebezigd, en tot het internationale vervoer van goederen langs de weg, overeenkomstsluitende partij is geworden bij deze Overeenkomst, treft het de in artikel IV van dat Akkoord voorgeschreven maatregelen om het Akkoord op te zeggen voor wat betreft het ontwerp van een internationale douaneovereenkomst met betrekking tot voertuigen welke voor het bedrijfsmatig vervoer langs de weg worden gebezigd.

Artikel 44

Het Protocol van ondertekening bij deze Overeenkomst heeft dezelfde kracht, waarde en geldigheidsduur als de Overeenkomst, waarvan het geacht wordt een integrerend deel uit te maken.

Artikel 45

Na 31 augustus 1956 dient het origineel van deze Overeenkomst te worden nedergelegd bij de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties, die aan alle landen en overeenkomstsluitende partijen als bedoeld in artikel 33, leden 1 en 2, gewaarmerkte afschriften daarvan doet toekomen.

Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gevolmachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te Genève, de achttiende mei negentienhonderd zesenvijftig, in één exemplaar, in de Engelse en Franse taal, zijnde de twee teksten gelijkelijk authentiek.

BIJLAGE

Bijlage 1: "Carnet de passage en douane"

Bijlage 2: Triptiek

Bijlage 3: Verlenging van de geldigheidsduur van het "carnet de passage en douane"

Bijlage 4: Model van de verklaring voor de regularisatie van documenten voor tijdelijke uitvoer die niet gezuiverd, tenietgedaan, verloren of gestolen zijn.

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

Annex 1/Annexe 1

MODEL OF CARNET DE PASSAGE EN DOUANE

MODÈLE DE CARNET DE PASSAGE EN DOUANE

The carnet is issued in English and French

The dimensions of the carnet are 21 × 29,7 cm

The issuing association shall insert its name on each voucher and shall include the initials of the international organization to which it belongs

Toutes les mentions imprimées du carnet de passage en douane sont rédigées en français et en anglais

Les dimensions sont de 21 × 29,7 cm

L'association qui délivre le carnet doit faire figurer son nom sur chacun des volets et faire suivre ce nom des initiales de l'organisation internationale à laquelle elle est affiliée

>EIND VAN DE GRAFIEK>

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

Inside front cover/Verso de la page de couverture 4 DESCRIPTION OF VEHICLE/SIGNALEMENT DU VÉHICULE

>EIND VAN DE GRAFIEK>

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

Front side of insert pages/Recto des pages intérieures CARNET DE PASSAGE EN DOUANE COUNTERFOIL/SOUCHE (1)

>EIND VAN DE GRAFIEK>

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

Inside back cover/Intérieur du dos de la couverture The following information is provided by the issuing association to motorists.

L'association qui a délivré le présent carnet fournit les renseignements suivants aux usagers.

>EIND VAN DE GRAFIEK>

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

Back cover/Extérieur du dos de la couverture This carnet, which has been drawn up in accordance with the provisions of the Customs Conventions on the Temporary Importation of Private Road Vehicles (1954) and Commercial Road Vehicles (1956), may be used in the following countries under the guarantee of the authorized associations indicated:/

Ce carnet, qui a été élaboré selon les dispositions des conventions douanières relatives à l'importation temporaire des véhicules routiers privés (1954) et des véhicules routiers commerciaux (1956), peut être utilisé dans les pays suivants, sous la garantie des associations autorisées ci-après:

(LIST OF COUNTRIES AND AUTHORIZED ASSOCIATIONS)

(LISTE DES PAYS ET ASSOCIATIONS AUTORISÉES)

>EIND VAN DE GRAFIEK>

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

Annex 2

TRIPTYCH

The triptych should be printed in the national language of the country of importation and, if desired, also in one other language.

The dimensions are 13 × 29,5 cm.

>EIND VAN DE GRAFIEK>

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

Annexe 3

Annex 3

PROLONGATION DE LA VALIDITÉ DU CARNET DE PASSAGE EN DOUANEEXTENSION OF VALIDITY OF THE CARNET DE PASSAGE EN DOUANE

1. La formule de prolongation de validité doit être conforme au modèle figurant dans la présente Annexe.

La formule est libellée en anglais ou en français. Les mentions qu'elle contient peuvent être répétées dans une autre langue.1. The stamp for extension of validity shall conform to the model contained in the present Annex.

The stamp shall be drawn up in English and in French. The inscribed wording may be repeated in another language.

2. La personne qui demande la prolongation et l'association garante qui s'occupe de cette demande se conforment à la procédure indiquée ci-après:2. The following procedure shall be observed by the person requesting the extension and by the guaranteeing association dealing with the request:

a) Dès que le titulaire d'un carnet de passage en douane s'aperçoit qu'il est contraint de demander une prolongation du délai de validité de son document, il remet avec son carnet, à l'association garante, une demande de prolongation expliquant les circonstances qui l'ont obligé à formuler cette requête. À titre justificatif, il joint à la demande, selon le cas, un certificat médical, une attestation de l'atelier de réparation, ou toute autre pièce authentique établissant que la force majeure invoquée est réelle.(a) As soon as the holder of a carnet de passage en douane realizes that he is obliged to request an extension of the period of validity of the document, he sends to the guaranteeing association the carnet and a request for extension, indicating the circumstances which oblige him to make the request. He will submit with his request, as supporting evidence, such papers as a medical certificate, a statement from the garage repairing his vehicle, or any other authentic document showing that the delay in question is caused by force majeure.

b) Si l'association garante estime que la demande de prolongation peut être présentée à la douane, elle imprime, au moyen d'un timbre humide, la formule visée au paragraphe 1 sur la couverture du carnet de passage en douane, à l'endroit spécialement réservé à cet effet.(b) If the guaranteeing association considers that the request for extension might be passed on to the customs authorities, it stamps the cover of the carnet de passage en douane in the space specially reserved for this purpose.

c) L'association garante indique, dans la partie gauche de la formule, jusqu'à quelle date (en lettres et en chiffres) la prolongation est sollicitée. Y sont opposés la signature du président de l'association ou de son délégué ainsi que le cachet officiel de l'association.(c) In the left-hand side of the stamp the guaranteeing association fills in the date, in figures and words, until which the extension is requested. The President or representative of the association signs and the stamp of the association is affixed.

d) La durée de prolongation ne doit pas excéder le délai raisonnablement nécessaire pour terminer le voyage, délai qui ne devrait normalement pas dépasser trois mois à compter de la date de péremption du carnet de passage en douane.(d) The length of the extension must not exceed a reasonable period necessary to complete the journey, and should not normally exceed three months from the previous date of expiry of the carnet.

e) L'association garante transmet ensuite le carnet à l'autorité douanière compétente de son pays. Elle joint au carnet la demande du titulaire, accompagnée des pièces justificatives.(e) The guaranteeing association then sends the carnet to the competent customs authority of its country. The request made by the holder of the carnet and the supporting evidence are attached to the carnet.

f) L'autorité douanière décide si la prolongation doit être accordée. Elle peut réduire la durée de la prolongation demandée ou refuser d'accorder toute prolongation. Si la prolongation est accordée, le fonctionnaire compétent de la douane complète la formule imprimée sur la couverture du carnet par l'association garante, lui donne un numéro d'ordre ou d'enregistrement, fait mention du lieu, de la date et de sa qualité. Il revêt ensuite la formule de sa signature ainsi que du cachet officiel de la douane.(f) The customs authority decides whether the extension shall be granted. It may reduce the period of extension requested, or refuse to grant any extension. If it is granted, the competent customs officer completes the stamp placed on the cover of the carnet by the guaranteeing association, by adding a serial or registry number, the place and date and his own official position. He then signs and adds the Customs stamp.

g) Le carnet de passage en douane est alors renvoyé à l'association garante, qui le restitue à l'intéressé.(g) The carnet is then returned to the guaranteeing association, which in turn returns it to the person concerned.

>EIND VAN DE GRAFIEK>