Overeenkomst tot samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Regering van Japan met betrekking tot beheerste thermonucleaire kernversmelting
Publicatieblad Nr. L 057 van 28/02/1989 blz. 0063 - 0076
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 12 Deel 2 blz. 0086
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 12 Deel 2 blz. 0086
***** OVEREENKOMST tot samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Regering van Japan met betrekking tot beheerste thermonucleaire kernversmelting DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE (verder aangeduid als »Euratom") en DE REGERING VAN JAPAN, hierna gezamenlijk aangeduid als »de partijen", GELET OP de bestaande samenwerking met betrekking tot beheerste thermonucleaire kernversmelting tussen de partijen en wensende de samenwerking op dit gebied te handhaven en uit te breiden, VERLANGENDE de voorwaarden te scheppen om te kunnen komen tot fusie-energie als een uit oogpunt van milieubescherming aanvaardbare, in economisch opzicht concurrerende en praktisch onbeperkte energiebron, ERKENNENDE dat de programma's van de partijen voor onderzoek naar en ontwikkeling van fusie-energie gemeenschappelijke kenmerken vertonen en elkaar aanvullen, IN AANMERKING GENOMEN de resultaten van en de mogelijkheden tot samenwerking in het kader van het Internationale Energie Agentschap van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN: Artikel I Doel van deze Overeenkomst is de samenwerking tussen de partijen op de door hun respectieve kernversmeltingsprogramma's bestreken gebieden te handhaven en te intensiveren op basis van gelijkheid en wederzijds voordeel, ten einde het wetenschappelijk inzicht en de technologische bekwaamheid die ten grondslag liggen aan een systeem voor het opwekken van fusie-energie te ontwikkelen. Artikel II De samenwerking op grond van deze Overeenkomst kan plaatsvinden op de volgende gebieden: a) tokamaks, b) andere benaderingen dan via tokamaks, c) fusietechnologie, d) plasmafysica, en e) andere gebieden, onderling overeengekomen, waarvan nadere details worden gegeven in de bijlagen I, II en III die een integrerend deel uitmaken van deze Overeenkomst. Artikel III De samenwerking op de in artikel II genoemde gebieden kan betrekking hebben op de volgende activiteiten: a) uitwisseling en verstrekking van informatie, b) uitwisseling van personeel, c) bijeenkomsten in verschillende vormen, d) uitwisseling en verstrekking van monsters, materialen, instrumenten en componenten, e) uitvoering van gemeenschappelijke studies, projecten of experimenten, en f) andere activiteiten, onderling overeen te komen, waarvan nadere details worden gegeven in de bijlagen I, II en III. Artikel IV 1. De samenwerking wordt, conform de bijlagen I, II en III, ten uitvoer gelegd door Euratom of een lichaam of organisatie die met haar geassocieerd is in het kader van het kernversmeltingsprogramma van Euratom of de gemeenschappelijke onderneming JET (Joint European Torus) en die hiertoe door Euratom is aangewezen, en aan Japanse zijde door Monbusho, het Ministerie van Internationale Handel en Industrie (MITI) en het Agentschap voor Wetenschap en Technologie (STA) of een door hun daartoe aangewezen lichaam of organisatie. 2. a) De bijlagen zijn van kracht zo lang deze Overeenkomst van kracht is, tenzij zij eerder worden beëindigd overeenkomstig het onder b) vermelde. b) Elke bijlage kan steeds worden beëindigd indien een van de partijen zulks wenst; de partij die de bijlage wenst te beëindigen deelt zulks schriftelijk mede met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. Een dergelijke beëndiging doet geen afbreuk aan de rechten die zijn verworven uit hoofde van elke bijlage tot de datum waarop zij wordt beëindigd. c) Alle activiteiten die bij afloop van elke bijlage niet zijn voltooid, kunnen op de voorwaarden van de betrokken bijlage tot hun voltooiing worden voortgezet. d) Indien tijdens de geldigheidsduur van deze Overeenkomst de aard van het kernversmeltingsprogramma van een van beide partijen aanmerkelijk verandert, tenzij door een aanmerkelijke uitbreiding, beperking of reorganisatie, tenzij door de verbinding op belangrijke punten met het kernversmeltingsprogramma van een derde, hebben beide partijen het recht te vragen om een herziening van de draagwijdte en de voorwaarden van de betrokken bijlagen. Artikel V 1. De partijen richten een cooerdinatiecomité op om de cooerdinatie en uitvoering van de samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze Overeenkomst te bevorderen. Elke partij benoemt een gelijk aantal leden in het Cooerdinatiecomité en wijst een van de door haar benoemde leden aan als hoofd van haar delegatie. 2. Het Cooerdinatiecomité komt jaarlijks bijeen, beurtelings in Europa en in Japan, of op een andere overeengekomen tijd en plaats. Het hoofd van de delegatie van de ontvangende partij zit de bijeenkomst voor. 3. De taken van het Cooerdinatiecomité omvatten: a) het evalueren en volgen van de vooruitgang van de samenwerkingsactiviteiten, b) de uitwisseling van informatie en standpunten inzake wetenschappelijke en technologische beleidskwesties, en c) de bespreking van toekomstige samenwerkingsactiviteiten. Artikel VI Bepalingen ten aanzien van kennis, industrieel eigendom en auteursrecht in verband met de samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze Overeenkomst zijn opgenomen in de bijlagen I, II en III. Deze bepalingen zijn in alle bijlagen gelijk. Artikel VII Aan geen enkele bepaling in deze Overeenkomst wordt een uitleg gegeven die nadelig is voor bestaande of toekomstige regelingen voor samenwerking tussen de partijen. Artikel VIII 1. De uitvoering van deze Overeenkomst door de partijen is afhankelijk van de beschikbaarheid van de nodige geldmiddelen. 2. De samenwerking in het kader van deze Overeenkomst is in overeenstemming met het recht en de regelingen van de respectieve landen en van Euratom. 3. Iedere partij stelt, binnen het raamwerk van de geldende wetten, alles in het werk om de formaliteiten te vergemakkelijken in verband met het verkeer van personen, de invoer van materialen en apparatuur en de overboeking van financiële middelen, die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de samenwerking. 4. Bij de uitvoering van deze Overeenkomst geleden schaden worden overeenkomstig het toepasselijk recht van de respectieve landen en van Euratom vergoed. Artikel IX Alle vraagstukken in verband met deze Overeenkomst worden door de partijen in onderling overleg geregeld. Artikel X 1. Deze Overeenkomst treedt in werking op de datum van de ondertekening ervan. De Overeenkomst geldt voor een periode van drie jaar en zal daarna van kracht blijven, tenzij een van beide partijen na afloop van deze eerste periode van drie jaar, of op een later tijdstip, de Overeenkomst beëindigt. De partij die de Overeenkomst wenst te beëindigen, deelt de andere partij zulks schriftelijk mede met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste zes maanden. 2. De beëindiging van deze Overeenkomst heeft geen gevolgen voor de uitvoering van projecten of programma's die in het kader van deze Overeenkomst zijn opgezet en die nog niet volledig voltooid zijn op het tijdstip waarop deze Overeenkomst wordt beëindigd. 3. De beëindiging van deze Overeenkomst of de bijlagen daarbij doet geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen uit hoofde van artikel VI of aan eventuele overeenkomsten die zijn aangegaan uit hoofde van artikel VI. Artikel XI 1. In zoverre het Euratom betreft, is deze Overeenkomst van toepassing op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van toepassing is, en onder de in dit Verdrag neergelegde voorwaarden. 2. Waar in deze Overeenkomst met betrekking tot Euratom de termen »land", »lichaam", »organisatie" of »landgenoot" worden gebruikt, hebben deze termen de betekenis van, respectievelijk verwijzen zij naar, de Lid-Staten van Euratom, alsmede het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat, aangezien beide landen geassocieerd zijn met het kernversmeltingsprogramma van Euratom en vertegenwoordigd zijn in de gemeenschappelijke onderneming JET. Gedaan te Brussel, op 20 februari 1989, in twee exemplaren in de Engelse en de Japanse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. 1.2 // Voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie Filippo M. PANDOLFI // Voor de Regering van Japan Munioki DATE Ambassadeur van Japan bij de Europese Gemeenschappenaangewezen instellingen verstrekken zo spoedig mogelijk een gedetailleerde opgave van de uitrusting enz . die beschikbaar zal worden gesteld, te zamen met de desbetreffende specificaties en technische en andere documentatie . 11.2 . De door de verzendende uitvoerende organisatie of haar aangewezen instellingen verschafte uitrusting enz . blijft haar eigendom en wordt, nadat de onderling overeengekomen activiteit is voltooid, aan de verzendende uitvoerende organisatie of haar aangewezen instellingen teruggezonden, tenzij anders wordt overeengekomen . 11.3 . Van uitrusting enz . wordt in de ontvangende vestiging slechts in onderlinge overeenstemming tussen de uitvoerende organisatie of haar aangewezen instellingen gebruik gemaakt . 11.4 . De ontvangende uitvoerende organisatie of haar aangewezen instellingen zullen voorzien in de nodige ruimten voor de uitrusting enz . en zullen zorgen voor elektriciteit, water, gas, enz ., zulks met inachtneming van de door de uitvoerende organisatie of haar aangewezen instellingen onderling overeengekomen technische vereisten . 11.5 . Tenzij anders overeengekomen berust de verantwoordelijkheid voor het transport van de uitrusting enz . van de verzendende uitvoerende organisatie of haar aangewezen instellingen naar de uiteindelijke plaats van bestemming in het land van de ontvangende uitvoerende organisatie of haar aangewezen instellingen en terug en voor de bewaring en verzekering onderweg, alsmede de uitgaven in verband hiermee, bij de verzendende uitvoerende organisatie of haar aangewezen instellingen . 11.6 . De ontvangende uitvoerende organisatie of haar aangewezen instellingen delen de douaneautoriteiten mede dat zij de uitrusting enz ., die door de verzendende uitvoerende organisatie of haar aangewezen instellingen wordt verschaft voor de uitvoering van onderling overeengekomen activiteiten, beschouwen als zijnde van wetenschappelijke en niet van commerciële aard .