21988A0416(01)

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake de betrekkingen tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko op het gebied van de zeevisserij, geparafeerd te Brussel op 25 februari 1988

Publicatieblad Nr. L 099 van 16/04/1988 blz. 0047


*****

OVEREENKOMST

in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake de betrekkingen tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko op het gebied van de zeevisserij, geparafeerd te Brussel op 25 februari 1988

A. Brief van de Europese Economische Gemeenschap

Mijnheer,

Onder verwijzing naar de op 25 februari 1988 te Brussel geparafeerde Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko op het gebied van de zeevisserij, heb ik de eer U mede te delen dat de Europese Economische Gemeenschap bereid is deze Overeenkomst, met ingang van 1 maart 1988, in afwachting van de inwerkingtreding ervan overeenkomstig artikel 15, voorlopig toe te passen, op voorwaarde dat het Koninkrijk Marokko bereid is hetzelfde te doen.

In dat geval zal de helft van de eerste jaarlijkse tranche van de in artikel 3 van Protocol nr. 1 bij de Overeenkomst vastgestelde financiële compensatie uiterlijk op 30 juni 1988 worden betaald.

In afwachting van de afgifte van de vergunningen overeenkomstig het bepaalde in de Overeenkomst, worden de vaartuigen die de vlag van Lid-Staten van de Gemeenschap voeren en die in het bezit zijn van een vergunning om in het laatste kwartaal van 1987 in de Marokkaanse wateren te vissen, gemachtigd in de maand maart 1988 vis te vangen tot ten hoogste het in Protocol nr. 1 bij de Overeenkomst vastgestelde tonnage. In dat geval zullen de visrechten uiterlijk op 31 maart 1988 worden betaald overeenkomstig het bepaalde onder C en D van bijlage I bij de Overeenkomst.

Ik moge U verzoeken mij te willen bevestigen dat het Koninkrijk Marokko instemt met deze voorlopige toepassing.

Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Voor de Raad

van de Europese Gemeenschappen

B. Brief van het Koninkrijk Marokko

Mijnheer,

Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw brief van heden, die als volgt luidt:

»Onder verwijzing naar de op 25 februari 1988 te Brussel geparafeerde Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko op het gebied van de zeevisserij, heb ik de eer U mede te delen dat de Europese Economische Gemeenschap bereid is deze Overeenkomst, met ingang van 1 maart 1988, in afwachting van de inwerkingtreding ervan overeenkomstig artikel 15, voorlopig toe te passen, op voorwaarde dat het Koninkrijk Marokko bereid is hetzelfde te doen.

In dat geval zal de helft van de eerste jaarlijkse tranche van de in artikel 3 van Protocol nr. 1 bij de Overeenkomst vastgestelde financiële compensatie uiterlijk op 30 juni 1988 worden betaald.

In afwachting van de afgifte van de vergunningen overeenkomstig het bepaalde in de Overeenkomst, worden de vaartuigen die de vlag van Lid-Staten van de Gemeenschap voeren en die in het bezit zijn van een vergunning om in het laatste kwartaal van 1987 in de Marokkaanse wateren te vissen, gemachtigd in de maand maart 1988 vis te vangen tot ten hoogste het in Protocol nr. 1 bij de Overeenkomst vastgestelde tonnage. In dat geval zullen de visrechten uiterlijk op 31 maart 1988 worden betaald overeenkomstig het bepaalde onder C en D van bijlage I bij de Overeenkomst.

Ik moge U verzoeken mij te willen bevestigen dat het Koninkrijk Marokko instemt met deze voorlopige toepassing.".

Ik heb de eer U te bevestigen dat het Koninkrijk Marokko instemt met deze voorlopige toepassing.

Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Voor het Koninkrijk Marokko