Protocol betreffende de voorwaarden en de nadere regels voor de toelating van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie - Bijlage VII:Lijst bedoeld in artikel 20 van het Protocol: overgangsmaatregelen, Roemenië - 3.Vrij verkeer van kapitaal
Publicatieblad Nr. L 157 van 21/06/2005 blz. 0142 - 0142
3. VRIJ VERKEER VAN KAPITAAL Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa 1. Onverminderd de verplichtingen uit hoofde van het Verdrag tot oprichting van een grondwet voor Europa, mag Roemenië gedurende een periode van vijf jaar na de datum van toetreding de in zijn bij de ondertekening van dit Toetredingsverdrag bestaande wetgeving vastgestelde beperkingen handhaven ten aanzien van het verwerven van de eigendom van grond voor tweede woningen door niet in Roemenië verblijvende onderdanen van de lidstaten of de staten die partij zijn bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte (EER), alsmede door ondernemingen die zijn opgericht overeenkomstig de wetgeving van een andere lidstaat of een EER-staat, en die niet op het grondgebied van Roemenië zijn gevestigd, en daar evenmin een bijkantoor of een vertegenwoordiging hebben. Onderdanen van de lidstaten en onderdanen van staten die partij zijn bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte en die wettig in Roemenië verblijven, vallen niet onder het bepaalde in de voorgaande alinea, en worden niet onderworpen aan andere voorschriften en procedures dan die welke gelden voor de onderdanen van Roemenië. 2. Onverminderd de verplichtingen uit hoofde van het Verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa, mag Roemenië, gedurende een periode van zeven jaar na de datum van toetreding, de in zijn bij de ondertekening van dit Toetredingsverdrag bestaande wetgeving vastgestelde beperkingen handhaven ten aanzien van het verwerven van landbouwgronden, bossen en bosbouwgronden door onderdanen van de lidstaten, onderdanen van de staten die partij zijn bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte (EER), alsmede door ondernemingen die zijn opgericht overeenkomstig de wetgeving van een andere lidstaat of een EER-staat, en die niet in Roemenië zijn gevestigd of geregistreerd. In geen geval mogen onderdanen van de lidstaten bij de verwerving van landbouwgronden, bossen en bosbouwgronden een minder gunstige behandeling ontvangen dan op het moment van de ondertekening van het Toetredingsverdrag, en evenmin mogen op hen stringentere beperkingen van toepassing zijn dan op onderdanen van een derde land. Zelfstandige landbouwers die onderdaan zijn van een andere lidstaat en die zich in Roemenië wensen te vestigen en er wensen te wonen, vallen niet onder het bepaalde in de voorgaande alinea en worden niet onderworpen aan andere procedures dan die welke gelden voor de onderdanen van Roemenië. In het derde jaar na de toetreding vindt er een algemene evaluatie van deze overgangsmaatregelen plaats. De Commissie brengt daartoe verslag uit bij de Raad. De Raad kan op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen besluiten om de in de eerste alinea vermelde overgangsperiode in te korten of te beëindigen. --------------------------------------------------