12003T/AFI/DCL/22

Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond - Slotakte - III. Andere verklaringen - F. Gemeenschappelijke verklaringen van diverse nieuwe lidstaten - 22. Gemeenschappelijke verklaring van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek over artikel 38 van de Toetredingsakte

Publicatieblad Nr. L 236 van 23/09/2003 blz. 0978 - 0979


22. Gemeenschappelijke verklaring van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek over artikel 38 van de Toetredingsakte

1. De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek gaan ervan uit dat het begrip "niet-naleving door een nieuwe lidstaat van in het kader van de toetredingsonderhandelingen aangegane verbintenissen" alleen slaat op de uit de oorspronkelijke verdragen voortvloeiende verplichtingen die gelden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, onder de in de Toetredingsakte vastgestelde voorwaarden, en de in deze Akte neergelegde verplichtingen.

De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek gaan er derhalve van uit dat de Commissie de toepassing van artikel 38 alleen zal overwegen in gevallen van beweerde schendingen van de in de vorige alinea bedoelde verplichtingen.

2. De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek gaan ervan uit dat artikel 38 geen afbreuk doet aan de rechtsmacht van het Hof van Justitie zoals die is omschreven in artikel 230 van het EG-Verdrag inzake door de Commissie overeenkomstig artikel 38 ingestelde beroepen.

3. De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek gaan ervan uit dat de Commissie, alvorens te besluiten tot toepassing ten aanzien van Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek van de maatregelen waarin artikel 38 voorziet, de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek de mogelijkheid zal bieden hun mening en standpunt uiteen te zetten, overeenkomstig de verklaring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende de algemene vrijwaringsclausule, de vrijwaringsclausule voor de interne markt en de vrijwaringsclausule op het gebied van justitie en binnenlandse zaken die aan deze Slotakte is gehecht.

--------------------------------------------------