Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice) - Vijfde deel: De instellingen van de Gemeenschap - Titel I: Bepalingen inzake de instellingen - Hoofdstuk 1: De instellingen - Derde afdeling: De Commissie - Artikel 214 - Artikel 158 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht) - Artikel 158 - Verdrag EEG
Publicatieblad Nr. C 325 van 24/12/2002 blz. 0121 - 0121
Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0268 - Geconsolideerde versie
Publicatieblad Nr. C 224 van 31/08/1992 blz. 0059 - Geconsolideerde versie
(EEG Verdrag - geen officiële publicatie beschikbaar)
Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice) Vijfde deel: De instellingen van de Gemeenschap Titel I: Bepalingen inzake de instellingen Hoofdstuk 1: De instellingen Derde afdeling: De Commissie Artikel 214 Artikel 158 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht) Artikel 158 - Verdrag EEG Artikel 214 1. De leden van de Commissie worden volgens de procedure van lid 2 voor een periode van vijf jaar benoemd, behoudens, in voorkomend geval, artikel 201. Zij zijn herbenoembaar. 2. De Raad, in de samenstelling van staatshoofden en regeringsleiders, draagt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de persoon voor die hij voornemens is tot voorzitter van de Commissie te benoemen; de voordracht wordt door het Europees Parlement goedgekeurd. In overeenstemming met de voorgedragen voorzitter stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de overeenkomstig de voordrachten van de lidstaten opgestelde lijst vast van de overige personen die hij voornemens is tot lid van de Commissie te benoemen. De aldus voorgedragen voorzitter en overige leden van de Commissie worden als college ter goedkeuring onderworpen aan een stemming van het Europees Parlement. Na goedkeuring door het Europees Parlement worden de voorzitter en de overige leden van de Commissie door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen benoemd.