12002E116

Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice) - Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap - Titel VII: Economisch en monetair beleid - Hoofdstuk 4: Overgangsbepalingen - Artikel 116 - Artikel 109 E - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht) -

Publicatieblad Nr. C 325 van 24/12/2002 blz. 0081 - 0081
Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0227 - Geconsolideerde versie
Publicatieblad Nr. C 224 van 31/08/1992 blz. 0039 - Geconsolideerde versie


Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)

Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap

Titel VII: Economisch en monetair beleid

Hoofdstuk 4: Overgangsbepalingen

Artikel 116

Artikel 109 E - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)

Artikel 116

1. De tweede fase voor de totstandbrenging van de Economische en Monetaire Unie begint op 1 januari 1994.

2. Vóór die datum,

a) - treffen de lidstaten voorzover nodig passende maatregelen ter naleving van de verbodsbepalingen van artikel 56, van artikel 101 en van artikel 102, lid 1;

- stellen de lidstaten, indien nodig, met het oog op de onder b) bedoelde evaluatie, meerjarenprogramma's vast die moeten leiden tot de voor de totstandbrenging van de Economische en Monetaire Unie noodzakelijke duurzame convergentie, met name wat betreft prijsstabiliteit en gezonde overheidsfinanciën;

b) evalueert de Raad aan de hand van een verslag van de Commissie de vooruitgang die met betrekking tot de economische en monetaire convergentie is geboekt, met name wat betreft prijsstabiliteit en gezonde overheidsfinanciën en de vorderingen bij de tenuitvoerlegging van de Gemeenschapswetgeving betreffende de interne markt.

3. Het bepaalde in de artikelen 101, 102, lid 1, 103, lid 1, en 104, met uitzondering van de leden 1, 9, 11 en 14, is van toepassing vanaf de aanvang van de tweede fase.

Het bepaalde in de artikelen 100, lid 2, 104, leden 1, 9 en 11, 105, 106, 108, 111, 112, 113 en 114, leden 2 en 4, is van toepassing vanaf de aanvang van de derde fase.

4. In de tweede fase streven de lidstaten ernaar buitensporige overheidstekorten te voorkomen.

5. Tijdens de tweede fase brengt elke lidstaat, voorzover nodig, het proces op gang dat moet leiden tot de onafhankelijkheid van zijn centrale bank, overeenkomstig artikel 109.