02023R0594 — NL — 25.09.2024 — 012.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/594 VAN DE COMMISSIE van 16 maart 2023 tot vaststelling van bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen voor Afrikaanse varkenspest en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 (PB L 079 van 17.3.2023, blz. 65) |
Gewijzigd bij:
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/594 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2023
tot vaststelling van bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen voor Afrikaanse varkenspest en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605
(Voor de EER relevante tekst)
HOOFDSTUK I
ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
In deze verordening worden regels vastgesteld betreffende:
bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest die gedurende een beperkte periode moeten worden toegepast door de lidstaten ( 1 ) die zijn opgenomen in de lijsten in de bijlagen I en II, of waarvan gebieden in die lijsten zijn opgenomen (de betrokken lidstaten).
Die bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen zijn van toepassing op gehouden en in het wild levende varkens en op producten die zijn verkregen van varkens, naast de maatregelen die van toepassing zijn in de beschermings-, bewakings-, extra beperkings- en besmette zones die door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 21, lid 1, en artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;
opname op het niveau van de Unie in de lijst in bijlage I van de beperkingszones I, II en III naar aanleiding van uitbraken van Afrikaanse varkenspest;
opname op het niveau van de Unie in de lijst in bijlage II naar aanleiding van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest in een voorheen ziektevrije lidstaat of zone:
van de beperkingszones, die beschermings- en bewakingszones omvatten, in het geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens;
van de besmette zones, in het geval van een uitbraak van die ziekte bij in het wild levende varkens.
Deze verordening is van toepassing op:
de verplaatsingen van zendingen:
varkens die worden gehouden in inrichtingen die zijn gelegen in beperkingszones I, II en III en in besmette zones als bedoeld in lid 1, punt c), ii);
levende producten, producten van dierlijke oorsprong en dierlijke bijproducten die zijn verkregen van gehouden varkens als bedoeld in punt a), i);
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, uit beperkingszones I, II en III of uit besmette zones als bedoeld in lid 1, punt c), ii), indien dat vlees of die vleesproducten zijn verkregen van varkens die zijn gehouden in gebieden buiten die beperkings- en besmette zones en die zijn geslacht:
de verplaatsingen van:
zendingen in het wild levende varkens in alle lidstaten;
zendingen, waaronder zendingen voor particulier gebruik door jagers, van producten van dierlijke oorsprong en dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in het wild levende varkens in de beperkingszones I, II en III of die zijn verwerkt in inrichtingen die in die beperkingszones zijn gelegen;
exploitanten van levensmiddelenbedrijven die omgaan met de in de punten a) en b) bedoelde zendingen;
alle lidstaten, met betrekking tot het onder de aandacht brengen van Afrikaanse varkenspest;
alle lidstaten, met betrekking tot de vaststelling van nationale actieplannen voor in het wild levende varkens om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest in de Unie te voorkomen.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.
Daarnaast wordt verstaan onder:
“varken”: een in de lijst in bijlage III bij Verordening (EU) 2016/429 opgenomen dier dat behoort tot de hoefdiersoorten in de familie Suidae;
“levende producten”: sperma, oöcyten en embryo’s van varkens, verkregen van gehouden varkens voor kunstmatige voortplanting;
“beperkingszone I”: een in bijlage I, deel I, opgenomen gebied van een lidstaat met een nauwkeurige geografische afbakening waarvoor bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen gelden en dat grenst aan beperkingszones II of III;
“beperkingszone II”: een vanwege een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij een in het wild levend varken in deel II van bijlage I opgenomen gebied van een lidstaat met een nauwkeurige geografische afbakening waarvoor bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen gelden;
“beperkingszone III”: een vanwege een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij een gehouden varken in deel III van bijlage I opgenomen gebied van een lidstaat met een nauwkeurige geografische afbakening waarvoor bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen gelden;
“voorheen ziektevrije lidstaat of zone”: een lidstaat of een zone van een lidstaat waar tijdens de voorafgaande periode van twaalf maanden noch bij gehouden, noch bij in het wild levende varkens Afrikaanse varkenspest is bevestigd;
“in bijlage II opgenomen gebied”: een gebied van een lidstaat dat is opgenomen in een van de volgende delen van bijlage II:
in deel A, als besmette zone, na bevestiging van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij een in het wild levend varken in een voorheen ziektevrije lidstaat of zone, of
in deel B, als beperkingszone, die beschermings- en bewakingszones omvat, na een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij een gehouden varken in een voorheen ziektevrije lidstaat of zone;
“materiaal van categorie 2”: dierlijke bijproducten als bedoeld in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1069/2009, die zijn verkregen van gehouden varkens;
“materiaal van categorie 3”: dierlijke bijproducten als bedoeld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1069/2009, die zijn verkregen van gehouden varkens;
“erkend bedrijf voor dierlijke bijproducten”: een bedrijf dat door de bevoegde autoriteit is erkend overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1069/2009;
“erkende inrichting voor levende producten”: een inrichting als gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 van de Commissie ( 2 );
“geregistreerde inrichting voor levende producten”: een inrichting als gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 van de Commissie.
HOOFDSTUK II
BIJZONDERE REGELS VOOR DE INSTELLING VAN BEPERKINGS- EN BESMETTE ZONES IN GEVAL VAN EEN UITBRAAK VAN AFRIKAANSE VARKENSPEST
Artikel 3
Bijzondere regels voor de onmiddellijke instelling van beperkings- en besmette zones in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens
In geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat onmiddellijk een van de volgende zones in:
in geval van een uitbraak bij gehouden varkens, een beperkingszone overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, onder de in dat artikel neergelegde voorwaarden, of
in geval van een uitbraak bij in het wild levende varkens, een besmette zone overeenkomstig artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.
Artikel 4
Bijzondere regels voor de instelling van een extra beperkingszone in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens
Artikel 5
Bijzondere regels voor opname in de lijst van beperkingszones I in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens in een gebied van een lidstaat dat grenst aan een gebied waar geen uitbraak van Afrikaanse varkenspest officieel is bevestigd
Artikel 6
Bijzondere regels voor opname in de lijst van beperkingszones II of van besmette zones in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens in een lidstaat
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat de overeenkomstig artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde besmette zone onverwijld wordt aangepast zodat deze voor die lidstaat ten minste de desbetreffende:
beperkingszone II omvat die in bijlage I bij deze verordening voor die lidstaat is opgenomen,
of
besmette zone omvat die in deel A van bijlage II bij deze verordening is opgenomen.
Artikel 7
Bijzondere regels voor de opname van beperkingszones in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens in een lidstaat
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat de overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde beperkingszone onverwijld wordt aangepast zodat deze voor die lidstaat ten minste de desbetreffende:
beperkingszone III omvat die in bijlage I bij deze verordening voor die lidstaat is opgenomen,
of
beperkingszone omvat, die beschermings- en bewakingszones omvat, die is opgenomen in de lijst in deel B van bijlage II bij deze verordening.
Artikel 8
Algemene en specifieke toepassing van bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in beperkingszones I, II en III en in besmette zones die zijn opgenomen in bijlage II
De betrokken lidstaten passen in de beperkingszones I, II en III, naast de overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 toe te passen ziektebestrijdingsmaatregelen, de bij deze verordening vastgestelde bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen toe in:
overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde beperkingszones;
overeenkomstig artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde besmette zones.
HOOFDSTUK III
BIJZONDERE ZIEKTEBESTRIJDINGSMAATREGELEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP ZENDINGEN VAN IN BEPERKINGSZONES I, II EN III GEHOUDEN VARKENS EN DE DAARVAN VERKREGEN PRODUCTEN IN DE BETROKKEN LIDSTATEN
AFDELING 1
TOEPASSING VAN SPECIFIEKE VERBODEN OP VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN GEHOUDEN VARKENS EN PRODUCTEN DAARVAN IN DE BETROKKEN LIDSTATEN
Artikel 9
Specifieke verboden op verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens binnen en buiten die beperkingszones
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat het in lid 1 vastgestelde verbod niet van toepassing is op:
verplaatsingen van zendingen van in een beperkingszone I gehouden varkens naar inrichtingen in dezelfde of andere beperkingszones I, naar beperkingszones II en III of buiten die beperkingszones, mits de inrichting van bestemming zich op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat bevindt;
verplaatsingen van zendingen varkens die worden gehouden in geconsigneerde inrichtingen in beperkingszones I, II en III, op voorwaarde dat:
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat de risico’s die aan dergelijke verplaatsingen verbonden zijn, heeft beoordeeld en dat uit die beoordeling is gebleken dat het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is;
de varkens uitsluitend naar een andere geconsigneerde inrichting in dezelfde betrokken lidstaat worden verplaatst.
Artikel 10
Specifieke verboden op verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat het in lid 1 vastgestelde verbod niet van toepassing is op verplaatsingen van zendingen levende producten van varkens die in geconsigneerde inrichtingen in beperkingszones II en III worden gehouden, op voorwaarde dat:
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat de risico’s die aan dergelijke verplaatsingen verbonden zijn, heeft beoordeeld en dat uit die beoordeling is gebleken dat het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is;
de levende producten uitsluitend naar een andere geconsigneerde inrichting in dezelfde betrokken lidstaat worden verplaatst.
Artikel 11
Specifieke verboden op verplaatsingen van zendingen dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones
Artikel 12
Specifieke verboden op verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones
Artikel 13
Algemene verboden op verplaatsingen van zendingen gehouden varkens en producten daarvan die als een risico worden beschouwd voor de verspreiding van Afrikaanse varkenspest
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan de verplaatsingen van zendingen gehouden varkens en producten die zijn verkregen van gehouden varkens op het grondgebied van dezelfde lidstaat verbieden indien de bevoegde autoriteit van oordeel is dat er een risico bestaat op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest naar, van of via die gehouden varkens of producten daarvan.
AFDELING 2
ALGEMENE EN SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR AFWIJKINGEN WAARBIJ VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN VAN IN BEPERKINGSZONES I, II EN III GEHOUDEN VARKENS BUITEN DIE BEPERKINGSZONES WORDEN TOEGESTAAN
Artikel 14
Algemene voorwaarden voor afwijkingen van specifieke verboden op verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens binnen en buiten die beperkingszones
In afwijking van de in artikel 9, lid 1, vastgestelde specifieke verboden op verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens binnen en buiten die beperkingszones, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat dergelijke verplaatsingen toestaan in de gevallen die onder de artikelen 22 tot en met 25 en de artikelen 28, 29 en 30 vallen, mits aan de in die artikelen vastgestelde specifieke voorwaarden wordt voldaan, alsmede aan de volgende voorwaarden:
de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, en
de aanvullende algemene voorwaarden betreffende:
in voorkomen geval, verplaatsingen van zendingen gehouden varkens binnen en buiten beperkingszones I, II en III, zoals vastgesteld in artikel 15;
inrichtingen voor gehouden varkens in beperkingszones I, II en III, zoals vastgesteld in artikel 16;
de vervoermiddelen die worden gebruikt voor het vervoer van gehouden varkens vanuit beperkingszones I, II en III, zoals vastgesteld in artikel 17.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat de in de artikelen 15 en 16 vastgestelde aanvullende algemene voorwaarden niet van toepassing zijn op verplaatsingen van zendingen van in slachthuizen in beperkingszones I, II en III gehouden varkens, op voorwaarde dat:
de gehouden varkens wegens uitzonderlijke omstandigheden, zoals een grote storing in het slachthuis, naar een ander slachthuis moeten worden verplaatst;
het slachthuis van bestemming zich ofwel:
in beperkingszones I, II of III van dezelfde lidstaat bevindt, of
in uitzonderlijke omstandigheden, zoals het ontbreken van slachthuizen als bedoeld in punt b), i), buiten beperkingszones I, II of III op het grondgebied van dezelfde lidstaat bevindt;
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming heeft verleend voor de verplaatsing.
Artikel 15
Aanvullende algemene voorwaarden voor verplaatsingen van zendingen varkens die in beperkingszones I, II en III worden gehouden en in die zones gewonnen levende producten binnen en buiten die beperkingszones
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat staat verplaatsingen toe van zendingen in beperkingszones I, II en III gehouden varkens of levende producten van die dieren die zijn gewonnen in beperkingszones II en III, binnen en buiten die beperkingszones, in de gevallen die onder de artikelen 22 tot en met 25 en de artikelen 28 tot en met 34 vallen, mits aan de in die artikelen vastgestelde specifieke voorwaarden alsmede de volgende aanvullende algemene voorwaarden wordt voldaan:
de varkens zijn gehouden in en zijn niet verplaatst uit de inrichting van verzending gedurende een periode van ten minste dertig dagen vóór de datum van verplaatsing, of, indien zij jonger zijn dan dertig dagen, sedert hun geboorte, en gedurende die periode zijn in die inrichting geen andere gehouden varkens uit in beperkingszones II gelegen inrichtingen die niet voldoen aan de aanvullende algemene voorwaarden zoals vastgesteld in dit artikel en in artikel 16, en uit in beperkingszones III gelegen inrichtingen binnengebracht in:
die inrichting van verzending, of
de epidemiologische eenheid waar de te verplaatsen varkens volledig gescheiden zijn gehouden. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat stelt, na uitvoering van een risicobeoordeling, de grenzen van die epidemiologische eenheid vast, waarbij wordt bevestigd dat de structuur, de omvang en de onderlinge afstand tussen de verschillende epidemiologische eenheden en de uitgevoerde verrichtingen zodanig zijn dat afzonderlijke voorzieningen voor huisvesting, verzorging en voederen van de gehouden varkens gewaarborgd zijn, zodat het Afrikaanse-varkenspestvirus zich niet van de ene epidemiologische eenheid naar de andere kan verspreiden;
de varkens die in de inrichting van verzending worden gehouden, met inbegrip van de dieren die zullen worden verplaatst of gebruikt voor de winning van levende producten, zijn klinisch onderzocht, met gunstige resultaten ten aanzien van Afrikaanse varkenspest:
door een officiële dierenarts;
binnen de periode van 24 uur vóór het tijdstip van:
overeenkomstig artikel 3, leden 1 en 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 en punt A.1 van bijlage I bij die gedelegeerde verordening,
indien nodig zijn, vóór de datum van de verplaatsing van die zendingen vanuit de inrichting van verzending of vóór de datum van de winning van de levende producten tests ter opsporing van ziekteverwekkers uitgevoerd volgens de instructies van de bevoegde autoriteit:
na het in punt b) bedoelde klinisch onderzoek voor varkens die in de inrichting van verzending worden gehouden, met inbegrip van die varkens die zullen worden verplaatst of gebruikt voor de winning van levende producten, en
overeenkomstig punt A.2 van bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat, in geval van verplaatsingen van zendingen gehouden varkens van in beperkingszones I en II gelegen inrichtingen van verzending binnen en buiten die beperkingszones naar inrichtingen in dezelfde betrokken lidstaat, het in lid 1, punt b), bedoelde klinisch onderzoek:
alleen hoeft te worden uitgevoerd voor varkens die zullen worden verplaatst, of
niet hoeft te worden uitgevoerd, op voorwaarde dat:
de inrichting van verzending door een officiële dierenarts met een frequentie als bedoeld in artikel 16, lid 1, punt a), i), is bezocht, en dat al die bezoeken van een officiële dierenarts gedurende ten minste twaalf maanden vóór de datum van verplaatsing van de zending varkens met gunstige resultaten zijn afgerond, hetgeen aantoont dat:
gedurende een periode van ten minste twaalf maanden vóór de datum van verplaatsing van de zending varkens in de inrichting van verzending de in artikel 16, lid 1, punt c), bedoelde permanente bewaking wordt uitgevoerd.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat, in geval van verplaatsingen van zendingen gehouden varkens van een in een beperkingszone III gelegen inrichting van verzending naar inrichtingen die gelegen zijn binnen die beperkingszone III of binnen beperkingszones I of II in dezelfde betrokken lidstaat, het in lid 1, punt b), bedoelde klinisch onderzoek:
alleen hoeft te worden uitgevoerd voor de te verplaatsen varkens, of
niet hoeft te worden uitgevoerd, op voorwaarde dat:
de inrichting van verzending door een officiële dierenarts met een frequentie als bedoeld in artikel 16, lid 1, punt a), ii), is bezocht, en dat al die bezoeken van een officiële dierenarts gedurende ten minste twaalf maanden vóór de datum van verplaatsing met gunstige resultaten zijn afgerond, hetgeen aantoont dat:
gedurende een periode van ten minste twaalf maanden vóór de datum van verplaatsing in de inrichting van verzending de in artikel 16, lid 1, punt c), bedoelde permanente bewaking wordt uitgevoerd.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat, in het geval van verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones II en III gewonnen levende producten naar inrichtingen in dezelfde betrokken lidstaat of in andere lidstaten, het in lid 1, punt b), bedoelde klinisch onderzoek niet hoeft te worden uitgevoerd, op voorwaarde dat:
de inrichting van verzending door een officiële dierenarts met een frequentie als bedoeld in artikel 16, lid 1, punt a), ii), is bezocht, en dat al die bezoeken van een officiële dierenarts gedurende ten minste twaalf maanden vóór de datum van de winning van levende producten met gunstige resultaten zijn afgerond, hetgeen aantoont dat:
de in artikel 16, lid 1, punt b), bedoelde biobeveiligingsvoorschriften zijn toegepast in de inrichting van verzending;
een officiële dierenarts tijdens die bezoeken met gunstige resultaten ten aanzien van Afrikaanse varkenspest een klinisch onderzoek overeenkomstig artikel 3, leden 1 en 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 en punt A.1 van bijlage I bij die verordening heeft uitgevoerd bij de in de inrichting van verzending gehouden varkens;
gedurende een periode van ten minste twaalf maanden vóór de datum van winning van de levende producten in de inrichting van verzending de in artikel 16, lid 1, punt c), bedoelde permanente bewaking wordt uitgevoerd.
Artikel 16
Aanvullende algemene voorwaarden voor in beperkingszones I, II en III gelegen inrichtingen voor gehouden varkens
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat staat alleen verplaatsingen toe van zendingen varkens die in inrichtingen worden gehouden die gelegen zijn in beperkingszones I, II en III, of van zendingen levende producten die zijn gewonnen in beperkingszones II of III, binnen en buiten die beperkingszones, in de gevallen die onder de artikelen 22 tot en met 25 en de artikelen 28 tot en met 34 vallen, mits aan de in die artikelen vastgestelde specifieke voorwaarden alsmede de volgende aanvullende algemene voorwaarden wordt voldaan:
de inrichting van verzending is na de opname van de beperkingszones I, II en III in bijlage I bij deze verordening of gedurende de periode van drie maanden vóór de datum van de verplaatsing van de zending ten minste eenmaal door een officiële dierenarts bezocht en er worden regelmatig overeenkomstig artikel 26, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 bezoeken aan de inrichting gebracht door officiële dierenartsen, en wel als volgt:
in de beperkingszones I en II: ten minste tweemaal per jaar, met een tussenpoos van ten minste vier maanden tussen dergelijke bezoeken;
in de beperkingszone III: ten minste eens in de drie maanden.
de inrichting van verzending voert biobeveiligingsvoorschriften voor Afrikaanse varkenspest uit:
overeenkomstig de versterkte biobeveiligingsmaatregelen van bijlage III, en
zoals door de betrokken lidstaat vastgesteld;
in de inrichting van verzending vindt permanente bewaking plaats door tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest uit te voeren:
overeenkomstig artikel 3, lid 2, van en bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, en
op wekelijkse basis met negatieve resultaten bij ten minste de eerste twee dode gehouden varkens ouder dan 60 dagen of, indien er geen dergelijke dode dieren ouder dan 60 dagen zijn, op alle dode, gespeende gehouden varkens, in elke epidemiologische eenheid, en
ten minste gedurende de in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 vastgestelde monitoringperiode voor Afrikaanse varkenspest vóór de verplaatsing van de zending uit de inrichting van verzending, of
indien nodig, volgens de instructies van de bevoegde autoriteit, overeenkomstig artikel 15, lid 1, punt c), indien er tijdens de in punt c), iii), van dit lid bedoelde monitoringperiode voor Afrikaanse varkenspest geen dode gehouden varkens in de inrichting zijn.
De bevoegde autoriteit kan besluiten om bezoeken te brengen aan de inrichting van verzending in een beperkingszone III als bedoeld in lid 1, punt a), ii), met een frequentie als bedoeld in lid 1, punt a), i), op basis van een gunstig resultaat van het laatste bezoek na de opname van de beperkingszones I, II en III in bijlage I, of in de periode van drie maanden vóór de datum van verplaatsing van de zending, hetgeen aantoont dat:
de in lid 1, punt b), bedoelde biobeveiligingsvoorschriften worden toegepast, en
de in lid 1, punt c), bedoelde permanente bewaking in die inrichting wordt uitgevoerd.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat de in bijlage III, punt 2, h), genoemde en in lid 1, punt b), i), van dit artikel bedoelde veekerende afrasteringen niet vereist zijn:
voor inrichtingen van gehouden varkens gedurende een periode van zes maanden vanaf de datum van bevestiging van de eerste uitbraak van Afrikaanse varkenspest in een voorheen ziektevrije lidstaat of zone, op voorwaarde dat:
de bevoegde autoriteit van de lidstaat de risico’s die uit een dergelijk besluit voortvloeien, heeft beoordeeld en uit die beoordeling blijkt dat het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is;
er een alternatief systeem aanwezig is dat waarborgt dat varkens die in inrichtingen worden gehouden, gescheiden zijn van in het wild levende varkens in lidstaten met een populatie in het wild levende varkens;
gehouden varkens uit die inrichtingen niet naar een andere lidstaat worden verplaatst;
varkens in die inrichtingen niet tijdelijk of permanent buiten worden gehouden, of
indien uit de passende en permanente bewaking niet is gebleken dat in het wild levende varkens in die lidstaat permanent aanwezig zijn, of
voor inrichtingen van gehouden varkens gedurende een periode van zes maanden na de datum van bekendmaking van deze verordening, indien zendingen in beperkingszones I, II en III gehouden varkens en producten daarvan alleen binnen die beperkingszones worden verplaatst overeenkomstig de artikelen 22, 23, 24, 28 of 30 van deze verordening.
Artikel 17
Aanvullende algemene voorwaarden betreffende de vervoermiddelen die worden gebruikt voor het vervoer van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens binnen en buiten die beperkingszones
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent alleen toestemming voor verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens binnen en buiten die beperkingszones, indien de voor het vervoer van die zendingen gebruikte vervoermiddelen:
aan de voorschriften van artikel 24, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 voldoen, en
worden gereinigd en ontsmet overeenkomstig artikel 24, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 onder controle of toezicht van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat.
AFDELING 3
VERPLICHTINGEN VAN EXPLOITANTEN MET BETREKKING TOT DIERGEZONDHEIDSCERTIFICATEN
Artikel 18
Verplichtingen van exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens buiten die beperkingszones
Exploitanten verplaatsen zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens uitsluitend buiten die beperkingszones binnen de betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat in de gevallen die worden bestreken door de artikelen 22 tot en met 25 en de artikelen 28 tot en met 31 van deze verordening, indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 143, lid 2, van Verordening (EU) 2016/429, dat ten minste een van de volgende verklaringen bevat dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:
“Varkens die in een beperkingszone I zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”;
“Varkens die in een beperkingszone II zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”;
“Varkens die in een beperkingszone III zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”.
In geval van verplaatsingen van dergelijke zendingen binnen dezelfde betrokken lidstaat kan de bevoegde autoriteit evenwel besluiten dat geen diergezondheidscertificaat hoeft te worden uitgereikt, zoals bedoeld in artikel 143, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) 2016/429.
Artikel 19
Verplichtingen van exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van gehouden varkens, vanuit beperkingszones I, II en III
Exploitanten verplaatsen zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in beperkingszones I of II zijn gehouden alleen in de onder de artikelen 41 en 42 van deze verordening vallende gevallen vanuit beperkingszones I en II binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat, indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat het volgende bevat:
de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 van de Commissie ( 3 ) vereiste informatie, en
een van de volgende verklaringen dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:
“Vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone I zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”;
“Vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone II zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”.
Exploitanten mogen zendingen vleesproducten, met inbegrip van casings, die de desbetreffende risicobeperkende behandeling hebben ondergaan en verkregen zijn van in beperkingszones I, II of III gehouden varkens, alleen verplaatsen vanuit beperkingszones I, II en III binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
de vleesproducten, met inbegrip van casings, hebben de desbetreffende risicobeperkende behandeling ondergaan zoals vastgesteld in bijlage VII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;
die zendingen gaan vergezeld van een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat de volgende elementen bevat:
de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 vereiste informatie, en
de volgende verklaring dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:
“Vleesproducten, met inbegrip van casings, die de desbetreffende risicobeperkende behandeling hebben ondergaan en verkregen zijn van varkens die in beperkingszones I, II of III zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”.
Exploitanten mogen zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in gebieden buiten beperkingszones I, II en III zijn gehouden en die zijn geslacht in slachthuizen in beperkingszones I, II of III of in slachthuizen buiten die beperkingszones, alleen verplaatsen vanuit beperkingszones I, II en III binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat, mits die zendingen vergezeld gaan van:
een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 vereiste informatie bevat, en
een van de volgende verklaringen dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:
“Vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in gebieden buiten beperkingszones I, II en III zijn gehouden en die in beperkingszones I, II of III zijn geslacht overeenkomstig de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”, of
“Vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in gebieden buiten beperkingszones I, II en III zijn gehouden en geslacht overeenkomstig de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”, of
“Vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in gebieden buiten beperkingszones I, II en III gehouden en geslachte varkens, die in beperkingszones I, II of III zijn geproduceerd of verwerkt overeenkomstig de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat in gevallen die niet onder artikel 167, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) 2016/429 vallen, een gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, een identificatiemerk als bedoeld in artikel 5, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 853/2004 dat op het verse vlees of de vleesproducten, met inbegrip van casings, wordt aangebracht, het diergezondheidscertificaat mag vervangen voor verplaatsingen van zendingen naar andere lidstaten, op voorwaarde dat:
op het verse vlees of de vleesproducten, met inbegrip van casings, een gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, een identificatiemerk wordt aangebracht in:
overeenkomstig artikel 44, lid 1, van deze verordening aangewezen inrichtingen, of
inrichtingen die alleen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, behandelen die zijn verkregen van varkens die in een beperkingszone I of in gebieden buiten beperkingszones I, II en III zijn gehouden en die zijn opgenomen in de in lid 6 van dit artikel bedoelde lijst van inrichtingen;
het diergezondheidscertificaat alleen voor de volgende zendingen wordt vervangen:
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in beperkingszones I of II zijn gehouden, van die beperkingszones naar een andere lidstaat, zoals bepaald in lid 1;
vleesproducten, met inbegrip van casings, die de desbetreffende risicobeperkende behandeling hebben ondergaan en die verkregen zijn van varkens die in beperkingszones I of II zijn gehouden, van die beperkingszones naar een andere lidstaat, zoals bepaald in lid 2;
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in gebieden buiten beperkingszones I, II en III zijn gehouden en die ofwel in die gebieden zijn geslacht ofwel zijn geslacht in slachthuizen die zijn gelegen in beperkingszones I, II of III, van die beperkingszones naar een andere lidstaat, zoals bepaald in lid 3;
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die zijn gehouden in gebieden buiten beperkingszones I, II en III en die zijn geproduceerd of verwerkt in beperkingszones I, II en III, van die beperkingszones naar een andere lidstaat, zoals bepaald in lid 3;
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat ervoor zorgt dat een alternatief systeem aanwezig is dat waarborgt dat de in punt b) bedoelde zendingen traceerbaar zijn en dat die zendingen voldoen aan de in deze verordening vastgestelde bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat:
verstrekt de Commissie en de andere lidstaten een link naar de website van de bevoegde autoriteit met een lijst van in beperkingszones I, II en III gelegen inrichtingen:
die alleen vers vlees of vleesproducten, met inbegrip van casings, behandelen die zijn verkregen van varkens die in beperkingszones I of in gebieden buiten beperkingszones I, II en III zijn gehouden, en
waarvoor de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat de mogelijkheid heeft verleend om het diergezondheidscertificaat voor verplaatsingen van zendingen naar andere lidstaten te vervangen door een gezondheids- of, in voorkomend geval, een identificatiemerk als bedoeld in lid 5;
houdt de in punt a) bedoelde lijst actueel.
Artikel 20
Verplichtingen van exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van in inrichtingen in beperkingszones II of III gehouden varkens, buiten die beperkingszones
Exploitanten verplaatsen zendingen levende producten die zijn verkregen van in beperkingszones II of III gehouden varkens alleen buiten die beperkingszones binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat in de gevallen die worden bestreken door de artikelen 32, 33 en 34 van deze verordening, indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 161, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat ten minste een van de volgende verklaringen bevat dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:
“Levende producten die zijn verkregen van varkens die in beperkingszones II zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”;
“Levende producten die zijn verkregen van varkens die in beperkingszone III zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/594 van de Commissie.”.
In geval van verplaatsingen van zendingen binnen dezelfde betrokken lidstaat kan de bevoegde autoriteit evenwel besluiten dat geen diergezondheidscertificaat hoeft te worden uitgereikt, zoals bedoeld in artikel 161, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) 2016/429.
Artikel 21
Verplichtingen van exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 2 en 3 dat is verkregen van in beperkingszones II of III gehouden varkens buiten die beperkingszones
Exploitanten verplaatsen zendingen materiaal van categorie 2 en 3 dat is verkregen van in beperkingszones II of III gehouden varkens alleen buiten die beperkingszones binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat in de gevallen die worden bestreken door de artikelen 35 tot en met 40, indien die zendingen vergezeld gaan van:
het in hoofdstuk III van bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011 bedoelde handelsdocument, en
een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 22, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 en vastgesteld in bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011.
In geval van verplaatsingen binnen dezelfde betrokken lidstaat kan de bevoegde autoriteit evenwel besluiten dat geen diergezondheidscertificaat wordt afgegeven, zoals bedoeld in artikel 22, lid 6, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.
AFDELING 4
SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR AFWIJKINGEN WAARBIJ VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN VARKENS DIE IN EEN BEPERKINGSZONE I WORDEN GEHOUDEN, BINNEN EN BUITEN DIE BEPERKINGSZONE WORDEN TOEGESTAAN
Artikel 22
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone I worden gehouden, binnen en buiten die beperkingszone worden toegestaan
In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone I worden gehouden, binnen en buiten die beperkingszone naar:
een inrichting die op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat is gelegen:
in dezelfde of een andere beperkingszone I;
in beperkingszones II of III;
buiten de beperkingszones I, II en III;
een inrichting die op het grondgebied van een andere lidstaat is gelegen;
derde landen.
De bevoegde autoriteit verleent de in lid 1 bedoelde toestemming alleen op voorwaarde dat wordt voldaan aan:
de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;
de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, leden 2 en 3, en de artikelen 16 en 17.
AFDELING 5
SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR AFWIJKINGEN WAARBIJ VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN VARKENS DIE IN EEN BEPERKINGSZONE II WORDEN GEHOUDEN, BINNEN EN BUITEN DIE BEPERKINGSZONE WORDEN TOEGESTAAN
Artikel 23
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, binnen en buiten die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat worden toegestaan
In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, binnen en buiten die beperkingszone naar een inrichting die zich op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat bevindt:
in dezelfde of een andere beperkingszone II;
in beperkingszones I of III;
buiten de beperkingszones I, II en III.
De bevoegde autoriteit verleent de in lid 1 bedoelde toestemming alleen op voorwaarde dat wordt voldaan aan:
de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;
de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, en de artikelen 15, 16 en 17.
Artikel 24
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen worden toegestaan van zendingen varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, binnen en buiten die beperkingszone naar een slachthuis op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat met het oog op onmiddellijke slacht
In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, binnen en buiten die beperkingszone naar een slachthuis dat zich op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat bevindt, op voorwaarde dat:
de gehouden varkens worden verplaatst met het oog op onmiddellijke slacht;
het slachthuis van bestemming is aangewezen overeenkomstig artikel 44, lid 1.
De bevoegde autoriteit verleent de in lid 1 bedoelde toestemming alleen op voorwaarde dat wordt voldaan aan:
de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;
de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, leden 2 en 3, en de artikelen 16 en 17.
In afwijking van het verbod van artikel 9, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, wanneer de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplaatsingen niet voldoen aan de voorwaarden van lid 2 van dit artikel, toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, binnen of buiten die beperkingszone, op voorwaarde dat:
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat de risico’s die aan een dergelijke toestemming verbonden zijn, voorafgaand aan het verlenen van de toestemming heeft beoordeeld en dat uit die beoordeling is gebleken dat het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is;
de gehouden varkens worden verplaatst met het oog op onmiddellijke slacht en in overeenstemming met artikel 28, lid 2, artikel 29, lid 2, punt a), en artikel 29, lid 2, punt b), i) tot en met v), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;
het slachthuis van bestemming is aangewezen overeenkomstig artikel 44, lid 1, en zich bevindt:
binnen dezelfde of een andere beperkingszone II, zo dicht mogelijk bij de inrichting van verzending;
in beperkingszones I of III op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat, indien het niet mogelijk is de dieren in beperkingszone II te slachten;
in gebieden buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde lidstaat, indien het niet mogelijk is de dieren in de beperkingszones I, II of III te slachten;
de dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in beperkingszone II gehouden varkens overeenkomstig de artikelen 35 en 39 worden verwerkt of verwijderd;
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, alleen uit een slachthuis in dezelfde lidstaat worden verplaatst overeenkomstig artikel 41, lid 2, punt b).
Artikel 25
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen varkens die in beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone naar beperkingszones II of III in een andere lidstaat worden toegestaan
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent de in lid 1 bedoelde toestemming alleen indien:
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan;
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, en de artikelen 15, 16 en 17 is voldaan;
overeenkomstig artikel 26 een kanalisatieprocedure is ingesteld;
de gehouden varkens voldoen aan alle andere aanvullende passende garanties met betrekking tot Afrikaanse varkenspest die op grond van een positieve uitkomst van een risicobeoordeling van de maatregelen tegen de verspreiding van die ziekte:
door de bevoegde autoriteit van de inrichting van verzending zijn voorgeschreven;
door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van doorgang en van de inrichting van bestemming zijn goedgekeurd, voorafgaand aan de verplaatsing van de zending gehouden varkens;
in de periode van ten minste twaalf maanden vóór de datum van de verplaatsing van de zending gehouden varkens in de inrichting van verzending geen uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens officieel is bevestigd overeenkomstig artikel 11 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;
de exploitant overeenkomstig artikel 152, punt b), van Verordening (EU) 2016/429 en artikel 96 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 van de Commissie ( 4 ) de bevoegde autoriteit vooraf in kennis heeft gesteld van het voornemen de zending gehouden varkens te verplaatsen.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat:
stelt een lijst op van inrichtingen die voldoen aan de in lid 2, punt d), bedoelde garanties;
stelt de Commissie en de andere lidstaten in het kader van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders in kennis van de overeenkomstig lid 2, punt d), bedoelde garanties en van de goedkeuring door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig lid 2, punt d), ii).
Artikel 26
Specifieke kanalisatieprocedure voor het verlenen van afwijkingen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone naar beperkingszones II of III in een andere lidstaat
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zet voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone naar een inrichting in beperkingszones II of III in een andere lidstaat, een kanalisatieprocedure op als bedoeld in artikel 25, lid 2, punt c), onder toezicht van de bevoegde autoriteiten van:
de inrichting van verzending;
de lidstaten van doorgang;
de inrichting van bestemming.
De bevoegde autoriteit van de inrichting van verzending:
zorgt ervoor dat elk vervoermiddel dat wordt gebruikt voor de verplaatsingen van de in lid 1 bedoelde zendingen gehouden varkens:
afzonderlijk vergezeld gaat van een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren;
onmiddellijk na het laden van de zending van gehouden varkens door een officiële dierenarts wordt verzegeld; alleen een officiële dierenarts of handhavingsautoriteit van de betrokken lidstaat, zoals overeengekomen met de bevoegde autoriteit, mag het zegel verbreken en in voorkomend geval vervangen door een nieuw zegel;
stelt de bevoegde autoriteit van de plaats van de inrichting van bestemming en, in voorkomend geval, de bevoegde autoriteit van de lidstaat van doorgang vooraf in kennis van het voornemen om de zending gehouden varkens te versturen;
zet een systeem op waarbij exploitanten verplicht zijn de bevoegde autoriteit van de plaats van de inrichting van verzending onmiddellijk in kennis te stellen van elk ongeval of defect van een vervoermiddel dat wordt gebruikt voor het vervoer van de zending van gehouden varkens;
zorgt voor de opstelling van een noodplan, de commandostructuur en de nodige regelingen voor samenwerking tussen de in lid 1, punten a), b) en c), bedoelde bevoegde autoriteiten in geval van eventuele ongevallen tijdens het vervoer, ernstige defecten aan de vervoermiddelen of frauduleus handelen van exploitanten.
Artikel 27
Verplichtingen van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat van de plaats van de inrichting van bestemming voor zendingen varkens die in een beperkingszone II van een andere lidstaat worden gehouden
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat van de plaats van de inrichting van bestemming voor zendingen varkens die in een beperkingszone II van een andere lidstaat worden gehouden:
stelt de bevoegde autoriteit van de inrichting van verzending onverwijld in kennis van de aankomst van de zending;
zorgt ervoor dat gehouden varkens ofwel:
ten minste gedurende de in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 vastgestelde monitoringperiode voor Afrikaanse varkenspest in de inrichting van bestemming blijven, of
rechtstreeks naar een overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen slachthuis worden verplaatst.
AFDELING 6
SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR AFWIJKINGEN WAARBIJ VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN VARKENS DIE IN EEN BEPERKINGSZONE III WORDEN GEHOUDEN, BINNEN EN BUITEN DIE BEPERKINGSZONE WORDEN TOEGESTAAN
Artikel 28
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, binnen die zone en buiten die beperkingszone naar een beperkingszone I of II in dezelfde betrokken lidstaat worden toegestaan
In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat in uitzonderlijke omstandigheden, wanneer zich als gevolg van dat verbod problemen op het gebied van dierenwelzijn voordoen in een inrichting waar varkens worden gehouden, toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, buiten die beperkingszone naar een inrichting in een beperkingszone II of, bij afwezigheid van een dergelijke beperkingszone II in die lidstaat, in een beperkingszone I op het grondgebied van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan;
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, leden 1, 2 en 4, en de artikelen 16 en 17 is voldaan;
de inrichting van bestemming tot dezelfde toeleveringsketen behoort en de gehouden varkens moeten worden verplaatst om de productiecyclus te voltooien.
In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden naar een inrichting binnen die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat, op voorwaarde dat wordt voldaan aan:
de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;
de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, leden 1, 2 en 4, en de artikelen 16 en 17.
Artikel 29
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, buiten die beperkingszone voor onmiddellijke slacht in dezelfde betrokken lidstaat worden toegestaan
In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat in uitzonderlijke omstandigheden, wanneer zich als gevolg van dat verbod problemen op het gebied van dierenwelzijn voordoen in een inrichting waar varkens worden gehouden, en in geval van logistieke beperkingen van de slachtcapaciteit van de overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen slachthuizen in de beperkingszone III of bij het ontbreken van een aangewezen slachthuis in de beperkingszone III, met het oog op onmiddellijke slacht toestemming verlenen voor verplaatsingen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden buiten die beperkingszone naar een overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen slachthuis in dezelfde lidstaat, zo dicht mogelijk in de nabijheid van de inrichting van verzending gelegen:
in een beperkingszone II;
in een beperkingszone I, indien het niet mogelijk is de dieren in de beperkingszone II te slachten;
buiten beperkingszones I, II en III, indien het niet mogelijk is de dieren binnen die beperkingszones te slachten.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent de in lid 1 bedoelde toestemming alleen indien:
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan;
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, lid 2, en de artikelen 16 en 17 is voldaan;
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat:
de gehouden varkens bestemd zijn voor onmiddellijke slacht na rechtstreeks naar een overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen slachthuis te zijn overgebracht;
de varkens uit de beperkingszone III na aankomst in het aangewezen slachthuis gescheiden worden gehouden van andere varkens en worden geslacht:
op een bepaalde dag waarop alleen varkens uit de beperkingszone III worden geslacht, of
aan het einde van een slachtdag, zodat wordt gewaarborgd dat nadien geen andere gehouden varkens meer worden geslacht;
nadat de varkens uit beperkingszone III zijn geslacht en voordat andere gehouden varkens worden geslacht, het slachthuis wordt gereinigd en ontsmet volgens de instructies van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat:
dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in de beperkingszone III gehouden en buiten die beperkingszone verplaatste varkens, worden verwerkt of verwijderd overeenkomstig de artikelen 35 en 40;
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in de beperkingszone III gehouden en buiten de beperkingszone III verplaatste varkens, worden verwerkt en opgeslagen overeenkomstig artikel 43, punt d).
In afwijking van het verbod van artikel 9, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, wanneer de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplaatsingen niet voldoen aan de voorwaarden van lid 2 van dit artikel, toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, buiten die beperkingszone, op voorwaarde dat:
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat de risico’s die aan een dergelijke toestemming verbonden zijn, voorafgaand aan het verlenen van de toestemming heeft beoordeeld en dat uit die beoordeling is gebleken dat het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is;
de gehouden varkens worden verplaatst met het oog op onmiddellijke slacht onder de voorwaarden van artikel 29, lid 3, punten b) en c), en overeenkomstig artikel 28, lid 2, en artikel 29, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;
het slachthuis van bestemming is aangewezen overeenkomstig artikel 44, lid 1, en zich bevindt:
in een andere beperkingszone III op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat, zo dicht mogelijk bij de inrichting van verzending;
in beperkingszones I of II op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat, zo dicht mogelijk bij de inrichting van verzending, indien het niet mogelijk is de dieren in de beperkingszone III te slachten;
in gebieden buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde lidstaat, indien het niet mogelijk is de dieren in de beperkingszones I, II of III te slachten;
de dierlijke bijproducten die zijn verkregen van varkens die in beperkingszone III worden gehouden, overeenkomstig de artikelen 35, 38 en 40 worden verwerkt of verwijderd;
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, alleen uit een slachthuis in dezelfde lidstaat worden verplaatst overeenkomstig artikel 41, lid 2, punt b), i).
Artikel 30
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, binnen die beperkingszone naar een slachthuis op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat met het oog op onmiddellijke slacht worden toegestaan
In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden naar een slachthuis binnen die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat, op voorwaarde dat:
de gehouden varkens worden verplaatst met het oog op onmiddellijke slacht;
het slachthuis van bestemming:
aangewezen is overeenkomstig artikel 44, lid 1, en
gelegen is binnen dezelfde beperkingszone III;
de dierlijke bijproducten die zijn verkregen van varkens die in beperkingszone III worden gehouden, overeenkomstig de artikelen 35, 38 en 40 worden verwerkt of verwijderd;
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, alleen uit een slachthuis in dezelfde lidstaat worden verplaatst overeenkomstig artikel 43, punt d).
De bevoegde autoriteit verleent de in lid 1 bedoelde toestemming alleen op voorwaarde dat wordt voldaan aan:
de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;
de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, leden 2 en 4, en de artikelen 16 en 17.
In afwijking van het verbod van artikel 9, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, wanneer de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplaatsingen van zendingen gehouden varkens niet voldoen aan de voorwaarden van lid 2 van dit artikel, toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen varkens die in een beperkingszone III worden gehouden naar een slachthuis binnen die beperkingszone, op voorwaarde dat:
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat de risico’s die aan een dergelijke toestemming verbonden zijn, voorafgaand aan het verlenen van de toestemming heeft beoordeeld en uit die beoordeling is gebleken dat het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is;
de gehouden varkens worden verplaatst met het oog op onmiddellijke slacht;
het slachthuis van bestemming:
aangewezen is overeenkomstig artikel 44, lid 1, en
gelegen is binnen dezelfde beperkingszone III, zo dicht mogelijk bij de inrichting van verzending;
dierlijke bijproducten die zijn verkregen van varkens die in beperkingszone III worden gehouden, overeenkomstig de artikelen 35, 38 en 40 worden verwerkt of verwijderd;
vers vlees dat is verkregen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, wordt gemerkt en verplaatst overeenkomstig de specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen vers vlees van gehouden dieren van in de lijst opgenomen soorten vanuit bepaalde inrichtingen, zoals vastgesteld in artikel 33, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, naar een verwerkingsinrichting om een van de in bijlage VII bij die verordening vastgestelde risicobeperkende behandelingen te ondergaan.
AFDELING 7
SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR AFWIJKINGEN WAARBIJ VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN VAN IN BEPERKINGSZONES I, II EN III GEHOUDEN VARKENS BUITEN DIE BEPERKINGSZONES NAAR EEN ERKEND BEDRIJF VOOR DIERLIJKE BIJPRODUCTEN WORDEN TOEGESTAAN
Artikel 31
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen in beperkingszones I, II of III gehouden varkens naar een erkend bedrijf voor dierlijke bijproducten dat binnen of buiten beperkingszones I, II en III in dezelfde betrokken lidstaat is gelegen, worden toegestaan
In afwijking van de in artikel 9, lid 1, vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen in beperkingszones I, II of III gehouden varkens naar een erkend bedrijf voor dierlijke bijproducten dat binnen of buiten beperkingszones I, II en III in dezelfde betrokken lidstaat is gelegen en waar:
de gehouden varkens onmiddellijk worden gedood, en
de dierlijke bijproducten die daardoor ontstaan, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009 worden verwijderd.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent de in lid 1 bedoelde toestemming alleen indien:
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan;
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, en artikel 17 is voldaan.
AFDELING 8
SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR HET TOESTAAN VAN VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN LEVENDE PRODUCTEN DIE ZIJN VERKREGEN VAN VARKENS DIE IN EEN BEPERKINGSZONE II WORDEN GEHOUDEN, BUITEN DIE BEPERKINGSZONE
Artikel 32
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, uit die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat worden toegestaan
In afwijking van het in artikel 10, lid 1,vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen levende producten vanuit een geregistreerde of erkende inrichting voor levende producten die zich in een beperkingszone II bevindt naar een andere beperkingszone II of naar beperkingszones I of III of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:
de levende producten zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen in inrichtingen en zijn verkregen van gehouden varkens die voldoen aan de voorwaarden van artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, leden 2 en 5, en artikel 16;
de mannelijke en vrouwelijke donordieren van de varkens in inrichtingen voor levende producten werden gehouden waar geen andere gehouden varkens zijn binnengebracht uit in beperkingszones II gelegen inrichtingen die niet aan de aanvullende algemene voorwaarden van de artikelen 15 en 16 voldoen, en uit in beperkingszones III gelegen inrichtingen gedurende een periode van ten minste dertig dagen vóór de datum van de winning of productie van de levende producten.
Artikel 33
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, uit die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat worden toegestaan
In afwijking van het in artikel 10, lid 1,vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen levende producten vanuit een erkende inrichting voor levende producten die zich in een beperkingszone III bevindt naar een andere beperkingszone III of naar beperkingszones I of II of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:
de levende producten zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen in inrichtingen en zijn verkregen van gehouden varkens die voldoen aan de voorwaarden van artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, leden 2 en 5, en artikel 16;
de mannelijke en vrouwelijke donordieren van de varkens gehouden werden in erkende inrichtingen voor levende producten:
sinds hun geboorte of gedurende een periode van ten minste drie maanden vóór de datum van winning van de levende producten;
waar geen andere gehouden varkens zijn binnengebracht uit in beperkingszones II gelegen inrichtingen die niet aan de aanvullende algemene voorwaarden van de artikelen 15 en 16 voldoen, en uit in beperkingszones III gelegen inrichtingen gedurende een periode van ten minste dertig dagen vóór de datum van de winning of productie van de levende producten;
alle gehouden varkens in de erkende inrichting voor levende producten ten minste eenmaal per jaar met gunstige resultaten zijn onderworpen aan een laboratoriumonderzoek op Afrikaanse varkenspest.
Artikel 34
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van varkens die een beperkingszone II worden gehouden uit die beperkingszone naar beperkingszones II of III in een andere lidstaat worden toegestaan
In afwijking van het in artikel 10, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen levende producten die zijn verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden vanuit een erkende inrichting voor levende producten die zich in beperkingszone II bevindt naar beperkingszones II of III op het grondgebied van een andere betrokken lidstaat, op voorwaarde dat:
de levende producten zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen in inrichtingen voor levende producten overeenkomstig de voorwaarden van artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, lid 2, en artikel 16;
de mannelijke en vrouwelijke donordieren van de varkens werden gehouden in erkende inrichtingen voor levende producten:
sinds hun geboorte of gedurende een periode van ten minste drie maanden vóór de datum van winning van de levende producten;
waar gedurende een periode van ten minste dertig dagen vóór de datum van winning of productie van de levende producten geen andere gehouden varkens uit beperkingszones II en III zijn binnengebracht;
de zendingen levende producten voldoen aan alle andere passende diergezondheidsgaranties op basis van een positieve uitkomst van een risicobeoordeling van de maatregelen tegen de verspreiding van Afrikaanse varkenspest:
die door de bevoegde autoriteiten van de inrichting van verzending zijn voorgeschreven;
die door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van de inrichting van bestemming zijn goedgekeurd, voorafgaand aan de datum van verplaatsing van de zendingen levende producten;
alle gehouden varkens in de erkende inrichting voor levende producten van verzending ten minste eenmaal per jaar met gunstige resultaten worden onderworpen aan een laboratoriumonderzoek op Afrikaanse varkenspest.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat:
stelt een lijst op van erkende inrichtingen voor levende producten die voldoen aan de voorwaarden van lid 1 van dit artikel en die toestemming hebben voor verplaatsingen van zendingen levende producten uit een beperkingszone II in die betrokken lidstaat naar beperkingszones II en III in een andere betrokken lidstaat; die lijst bevat de informatie die de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat moet bewaren over erkende inrichtingen voor levende producten voor varkens overeenkomstig artikel 7 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686;
stelt de in punt a) bedoelde lijst op haar website ter beschikking van het publiek en houdt deze actueel;
verstrekt de Commissie en de andere lidstaten de link naar de in punt b) bedoelde website.
AFDELING 9
SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR AFWIJKINGEN WAARBIJ VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN DIERLIJKE BIJPRODUCTEN DIE ZIJN VERKREGEN VAN IN BEPERKINGSZONES II EN III GEHOUDEN VARKENS, BUITEN DIE BEPERKINGSZONES WORDEN TOEGESTAAN
Artikel 35
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones binnen dezelfde lidstaat met het oog op verwerking of verwijdering worden toegestaan
De vervoerondernemer die verantwoordelijk is voor de verplaatsingen van zendingen dierlijke bijproducten als bedoeld in lid 1:
stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren;
bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing van de zending.
De bevoegde autoriteit kan besluiten dat het in lid 1 bedoelde satellietnavigatiesysteem wordt vervangen door een afzonderlijke verzegeling van de vervoermiddelen, op voorwaarde dat:
de zendingen dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens alleen binnen dezelfde lidstaat worden verplaatst voor de in lid 1 bedoelde doeleinden;
elk vervoermiddel onmiddellijk na het laden van de zending van dierlijke bijproducten door een officiële dierenarts wordt verzegeld; alleen een officiële dierenarts of handhavingsautoriteit van de lidstaat, zoals overeengekomen met de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, mag het zegel verbreken en in voorkomend geval vervangen door een nieuw zegel.
In afwijking van artikel 11, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat besluiten de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplaatsingen van zendingen dierlijke bijproducten toe te staan via een overeenkomstig artikel 24, lid 1, punt i), van Verordening (EG) nr. 1069/2009 erkend tijdelijk verzamelbedrijf, op voorwaarde dat:
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat de risico’s die aan dergelijke verplaatsingen verbonden zijn, heeft beoordeeld en dat uit die beoordeling is gebleken dat het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is;
de dierlijke bijproducten uitsluitend worden verplaatst naar een erkend tijdelijk verzamelbedrijf dat zo dicht mogelijk bij de inrichting van verzending in dezelfde betrokken lidstaat is gelegen.
Artikel 36
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen mest die is verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones binnen dezelfde lidstaat worden toegestaan
De vervoerondernemer die verantwoordelijk is voor de verplaatsingen van zendingen mest, met inbegrip van gebruikt strooisel, zoals bedoeld in de leden 1 en 2:
stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren;
bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing van de zending.
Alleen een officiële dierenarts of handhavingsautoriteit van de betrokken lidstaat, zoals overeengekomen met die bevoegde autoriteit, mag dat zegel verbreken en in voorkomend geval vervangen door een nieuw zegel.
Artikel 37
Specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 dat is verkregen van in beperkingszones II gehouden varkens buiten die beperkingszones binnen dezelfde lidstaat met het oog op de verwerking van dierlijke bijproducten als bedoeld in artikel 24, lid 1, punten a), e) en g), van Verordening (EG) nr. 1069/2009
In afwijking van artikel 11, lid 1, van deze verordening kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 dat is verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone naar een bedrijf dat of inrichting die door de bevoegde autoriteit is erkend voor de verdere verwerking tot verwerkt diervoeder, de vervaardiging van verwerkt voeder voor gezelschapsdieren en afgeleide producten die bestemd zijn voor toepassingen buiten de voederketen, of de omzetting van dierlijke bijproducten in biogas of compost als bedoeld in artikel 24, lid 1, punten a), e) en g), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, en buiten de beperkingszone II in dezelfde lidstaat is gelegen, op voorwaarde dat:
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan;
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, is voldaan;
het materiaal van categorie 3 afkomstig is van gehouden varkens en inrichtingen die voldoen aan de algemene voorwaarden van artikel 15, lid 1, punten b) en c), en Artikel 15, leden 2 en 3, en artikel 16;
het materiaal van categorie 3 is verkregen van varkens die zijn gehouden in een beperkingszone II en zijn geslacht:
in een beperkingszone II van:
buiten een beperkingszone II in dezelfde betrokken lidstaat overeenkomstig artikel 24;
het vervoermiddel afzonderlijk is uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren;
de zendingen materiaal van categorie 3 van het overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen slachthuis of andere overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichtingen van exploitanten van levensmiddelenbedrijven rechtstreeks worden verplaatst naar:
een verwerkingsbedrijf voor de verwerking van afgeleide producten als bedoeld in bijlage X bij Verordening (EU) nr. 142/2011;
een bedrijf dat voeder voor gezelschapsdieren maakt en dat erkend is voor de productie van verwerkt voeder voor gezelschapsdieren als bedoeld in hoofdstuk II, punt 3, a) en punt 3, b), i), ii) en iii), van bijlage XIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011;
een biogas- of composteerinstallatie die erkend is voor de omzetting van dierlijke bijproducten in compost of biogas overeenkomstig de standaardomzettingsparameters als bedoeld in hoofdstuk III, afdeling 1, van bijlage V bij Verordening (EU) nr. 142/2011, of
een verwerkingsbedrijf voor de verwerking van afgeleide producten als bedoeld in bijlage XIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011.
De vervoerondernemer die verantwoordelijk is voor de verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 als bedoeld in lid 1:
stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren;
bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing van de zending.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat het in lid 1, punt e), bedoelde satellietnavigatiesysteem wordt vervangen door een afzonderlijke verzegeling van de vervoermiddelen, op voorwaarde dat:
het materiaal van categorie 3:
is verkregen van in beperkingszones II gehouden varkens;
alleen binnen dezelfde lidstaat wordt verplaatst voor de in lid 1 bedoelde doeleinden;
elk vervoermiddel onmiddellijk na het laden van de in lid 1 bedoelde zending materiaal van categorie 3 door een officiële dierenarts wordt verzegeld.
Alleen een officiële dierenarts of handhavingsautoriteit van de betrokken lidstaat, zoals overeengekomen met de bevoegde autoriteit van die lidstaat, mag dat zegel verbreken en in voorkomend geval vervangen door een nieuw zegel.
Artikel 38
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 2 dat is verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die beperkingszones met het oog op verwerking en verwijdering in een andere lidstaat worden toegestaan
In afwijking van artikel 11, lid 1, van deze verordening kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen dierlijke bijproducten van ander materiaal van categorie 2 dan mest, met inbegrip van gebruikt strooisel als bedoeld in artikel 36 van deze verordening, dat is verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens naar een verwerkingsbedrijf om volgens de methoden 1 tot en met 5 van hoofdstuk III van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 142/2011 te worden verwerkt, of naar een verbrandings- of meeverbrandingsinstallatie als bedoeld in artikel 24, lid 1, punten a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, in beide gevallen gelegen in een andere lidstaat, op voorwaarde dat:
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan;
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, is voldaan;
het vervoermiddel afzonderlijk is uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren;
De vervoerondernemer die verantwoordelijk is voor de verplaatsingen van zendingen van in lid 1 van dit artikel bedoeld ander materiaal van categorie 2 dan mest, met inbegrip van gebruikt strooisel als bedoeld in artikel 36:
stelt de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat in staat de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren met behulp van een satellietnavigatiesysteem, en
bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing van de zending.
Artikel 39
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 dat is verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone voor verwerking of omzetting in een andere lidstaat worden toegestaan
In afwijking van artikel 11, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 dat is verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone naar een bedrijf dat of inrichting die door de bevoegde autoriteit is erkend voor verwerking van materiaal van categorie 3 tot verwerkt diervoeder, verwerkt voeder voor gezelschapsdieren, afgeleide producten die bestemd zijn voor toepassingen buiten de voederketen, of de omzetting van materiaal van categorie 3 in biogas of compost als bedoeld in artikel 24, lid 1, punten a), e) en g), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, en in een andere lidstaat is gelegen, op voorwaarde dat:
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan;
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, is voldaan;
het materiaal van categorie 3 afkomstig is van gehouden varkens en inrichtingen die voldoen aan de algemene voorwaarden van artikel 15, lid 1, punten b) en c), en Artikel 15, leden 2 en 3, en artikel 16;
het in lid 1 bedoelde materiaal van categorie 3 is verkregen van varkens die zijn gehouden in een beperkingszone II en zijn geslacht:
in een beperkingszone II van:
of
buiten een beperkingszone II in dezelfde betrokken lidstaat overeenkomstig artikel 24;
het vervoermiddel afzonderlijk is uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren;
de dierlijke bijproducten rechtstreeks van het overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen slachthuis of andere overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichtingen van exploitanten van levensmiddelenbedrijven worden verplaatst naar:
een verwerkingsbedrijf voor de verwerking van afgeleide producten als bedoeld in de bijlagen X en XIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011;
een bedrijf dat voeder voor gezelschapsdieren maakt en dat erkend is voor de productie van verwerkt voeder voor gezelschapsdieren als bedoeld in hoofdstuk II, punt 3, b), i), ii) en iii), van bijlage XIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011;
een biogas- of composteerinstallatie die erkend is voor de omzetting van dierlijke bijproducten in compost of biogas overeenkomstig de standaardomzettingsparameters als bedoeld in hoofdstuk III, afdeling 1, van bijlage V bij Verordening (EU) nr. 142/2011.
De vervoerondernemer die verantwoordelijk is voor verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3:
stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren, en
bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing van de zending.
Artikel 40
Specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 dat is verkregen van in beperkingszones III gehouden varkens, buiten die beperkingszone binnen dezelfde lidstaat met het oog op de verwerking van dierlijke bijproducten als bedoeld in artikel 24, lid 1, punten a), e) en g), van Verordening (EG) nr. 1069/2009
In afwijking van artikel 11, lid 1, van deze verordening kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 dat is verkregen van in beperkingszone III gehouden varkens, buiten die beperkingszone naar een bedrijf dat of inrichting die door de bevoegde autoriteit is erkend voor de vervaardiging van verwerkt voeder voor gezelschapsdieren, afgeleide producten die bestemd zijn voor toepassingen buiten de voederketen, of de omzetting van materiaal van categorie 3 in biogas of compost als bedoeld in artikel 24, lid 1, punten a), e) en g), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, en buiten de beperkingszone III in dezelfde lidstaat is gelegen, op voorwaarde dat:
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan;
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, is voldaan;
het materiaal van categorie 3 afkomstig is van gehouden varkens en inrichtingen die voldoen aan de algemene voorwaarden van artikel 15, lid 1, punten b) en c), en Artikel 15, leden 2 en 3, en artikel 16;
het materiaal van categorie 3 is verkregen van varkens die in zijn gehouden in een beperkingszone III en zijn geslacht overeenkomstig artikel 29 of 30;
het vervoermiddel afzonderlijk is uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren;
de zendingen materiaal van categorie 3 van het overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen slachthuis of andere overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichtingen van exploitanten van levensmiddelenbedrijven rechtstreeks worden verplaatst naar:
een verwerkingsbedrijf voor de verwerking van afgeleide producten als bedoeld in de bijlagen X en XIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011;
een bedrijf dat voeder voor gezelschapsdieren maakt en dat door de bevoegde autoriteit erkend is voor de productie van verwerkt voeder voor gezelschapsdieren als bedoeld in hoofdstuk II, punt 3, a), en punt 3, b), i), ii) en iii), van bijlage XIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011;
een biogas- of composteerinstallatie die door de bevoegde autoriteit erkend is voor de omzetting van dierlijke bijproducten in compost of biogas overeenkomstig de standaardomzettingsparameters als bedoeld in hoofdstuk III, afdeling 1, van bijlage V bij Verordening (EU) nr. 142/2011.
De vervoerondernemer die verantwoordelijk is voor de verplaatsingen van zendingen materiaal van categorie 3 als bedoeld in lid 1:
stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren;
bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing van de zending.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat het in lid 1, punt e), bedoelde satellietnavigatiesysteem wordt vervangen door een afzonderlijke verzegeling van de vervoermiddelen, op voorwaarde dat:
het materiaal van categorie 3 alleen binnen dezelfde lidstaat wordt verplaatst voor de in lid 1 bedoelde doeleinden;
elk vervoermiddel onmiddellijk na het laden van de in lid 1 bedoelde zending materiaal van categorie 3 door een officiële dierenarts wordt verzegeld.
Alleen een officiële dierenarts of handhavingsautoriteit van de betrokken lidstaat, zoals overeengekomen met de bevoegde autoriteit van die lidstaat, mag dat zegel verbreken en in voorkomend geval vervangen door een nieuw zegel.
AFDELING 10
SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR AFWIJKINGEN WAARBIJ VERPLAATSINGEN VAN ZENDINGEN VERS VLEES EN VLEESPRODUCTEN, MET INBEGRIP VAN CASINGS, VERKREGEN VAN IN BEPERKINGSZONES II EN III GEHOUDEN VARKENS, BUITEN DIE BEPERKINGSZONES WORDEN TOEGESTAAN
Artikel 41
Specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat
In afwijking van de in artikel 12, lid 1, vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat, op voorwaarde dat:
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan;
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn verkregen van varkens die worden gehouden in inrichtingen die voldoen aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 1, punten b) en c), artikel 15, leden 2 en 3, en artikel 16;
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn geproduceerd in overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichtingen.
In afwijking van de in artikel 12, lid 1, vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, indien niet aan de voorwaarden van lid 1 van dit artikel wordt voldaan, toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat, op voorwaarde dat:
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn geproduceerd in overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichtingen;
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings:
uitsluitend in het geval van vers vlees, zijn gemerkt en verplaatst overeenkomstig de specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen vers vlees van gehouden dieren van in de lijst opgenomen soorten vanuit bepaalde inrichtingen, zoals vastgesteld in artikel 33, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, naar een verwerkingsinrichting om een van de in bijlage VII bij die verordening vastgestelde risicobeperkende behandelingen te ondergaan;
of
zijn gemerkt overeenkomstig artikel 47, en
alleen bestemd zijn voor verplaatsing binnen dezelfde betrokken lidstaat.
Artikel 42
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone naar andere lidstaten en naar derde landen worden toegestaan
In afwijking van de in artikel 12, lid 1, vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, buiten die beperkingszone naar andere lidstaten en naar derde landen, op voorwaarde dat:
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan;
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, is voldaan;
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn verkregen van varkens die worden gehouden in inrichtingen die voldoen aan de algemene voorwaarden van:
artikel 15, lid 1, punten b) en c), en artikel 15, leden 2 en 3, en
artikel 15, lid 1, punt a), behalve wanneer de gehouden varkens overeenkomstig artikel 24 naar inrichtingen worden verplaatst, en
artikel 16;
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn geproduceerd in overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichtingen.
Artikel 43
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, naar andere beperkingszones I, II en III of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde lidstaat worden toegestaan
In afwijking van de in artikel 12, lid 1, vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, naar andere beperkingszones I, II en III of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:
aan de algemene voorwaarden van artikel 43, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan;
aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, is voldaan;
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, afkomstig zijn van varkens die:
zijn gehouden in inrichtingen die voldoen aan de algemene voorwaarden van:
zijn geslacht:
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn geproduceerd in overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichtingen, en
uitsluitend in het geval van vers vlees, zijn gemerkt en verplaatst overeenkomstig de specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen vers vlees van gehouden dieren van in de lijst opgenomen soorten vanuit bepaalde inrichtingen, zoals vastgesteld in artikel 33, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, naar een verwerkingsinrichting om een van de in bijlage VII bij die verordening vastgestelde risicobeperkende behandelingen te ondergaan;
of
zijn gemerkt overeenkomstig artikel 47, en
alleen bestemd zijn voor verplaatsing binnen dezelfde betrokken lidstaat.
HOOFDSTUK IV
BIJZONDERE RISICOBEPERKENDE MAATREGELEN MET BETREKKING TOT AFRIKAANSE VARKENSPEST VOOR LEVENSMIDDELENBEDRIJVEN IN DE BETROKKEN LIDSTATEN
Artikel 44
Bijzondere aanwijzing van slachthuizen en uitsnijderijen, koelhuizen, vleesverwerkingsinrichtingen en wildbewerkingsinrichtingen
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat wijst, op aanvraag van een exploitant van een levensmiddelenbedrijf, inrichtingen aan voor:
de onmiddellijke slacht van gehouden varkens uit de beperkingszones II en III:
binnen die beperkingszones II en III, zoals bedoeld in de artikelen 24 en 30;
buiten die beperkingszones II en III, zoals bedoeld in de artikelen 24 en 29;
het uitsnijden, verwerken en opslaan van het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, van in beperkingszones II of III gehouden varkens, zoals bedoeld in de artikelen 41, 42 en 43;
het prepareren van vlees van wild als bedoeld in punt 1.18 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en de verwerking en opslag van in beperkingszones I, II of III verkregen vers vlees en vleesproducten van in het wild levende varkens, zoals bedoeld in de artikelen 51 en 52 van deze verordening;
het prepareren van vlees van wild als bedoeld in punt 1.18 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en de verwerking en opslag van vers vlees en vleesproducten van in het wild levende varkens, indien die inrichtingen zijn gelegen in beperkingszones I, II of III, zoals bedoeld in de artikelen 51 en 52 van deze verordening.
De bevoegde autoriteit kan besluiten dat de in lid 1 bedoelde aanwijzing niet vereist is voor inrichtingen die vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in beperkingszones II of III gehouden varkens en van in beperkingszones I, II of III verkregen in het wild levende varkens, verwerken, uitsnijden en opslaan, en voor inrichtingen als bedoeld in lid 1, punt d), op voorwaarde dat:
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, afkomstig van varkens, in die inrichtingen worden voorzien van een speciaal gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, van een identificatiemerk als bedoeld in artikel 47;
het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, afkomstig van varkens die uit die inrichtingen komen, uitsluitend bestemd zijn voor dezelfde betrokken lidstaat;
de dierlijke bijproducten afkomstig van varkens die uit die inrichtingen komen, uitsluitend binnen dezelfde lidstaat worden verwerkt of verwijderd overeenkomstig artikel 35.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat:
verstrekt de Commissie en de andere lidstaten een link naar de website van de bevoegde autoriteit met een lijst van aangewezen inrichtingen en hun activiteiten als bedoeld in lid 1;
houdt de in punt a) bedoelde lijst actueel.
Artikel 45
Bijzondere voorwaarden voor de aanwijzing van inrichtingen voor de onmiddellijke slacht van in beperkingszones II of III gehouden varkens
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat wijst slechts inrichtingen aan voor de onmiddellijke slacht van in beperkingszones II of III gehouden varkens mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
het slachten van buiten beperkingszones II en III gehouden varkens, en van in beperkingszones II of III gehouden varkens die het voorwerp vormen van toegestane verplaatsingen overeenkomstig de artikelen 24, 29 en 30, en de productie en opslag van producten daarvan, wordt gescheiden uitgevoerd van het slachten van in beperkingszones I, II of III gehouden varkens en van de productie en opslag van producten daarvan die niet voldoen aan de desbetreffende:
aanvullende algemene voorwaarden van de artikelen 15, 16 en 17, en
specifieke voorwaarden van de artikelen 24, 29 en 30;
de exploitant van de inrichting beschikt over door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat goedgekeurde gedocumenteerde instructies of procedures om te waarborgen dat aan de voorwaarden van punt a) wordt voldaan.
Artikel 46
Bijzondere voorwaarden voor de aanwijzing van inrichtingen voor het uitsnijden, verwerken en opslaan van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat wijst slechts inrichtingen aan voor het uitsnijden, verwerken en opslaan van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
het uitsnijden, verwerken en opslaan van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van buiten beperkingszones II en III gehouden varkens en van in beperkingszones II en III gehouden varkens, worden gescheiden uitgevoerd van het uitsnijden, verwerken en opslaan van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, die niet voldoen aan de desbetreffende:
aanvullende algemene voorwaarden van de artikelen 15, 16 en 17, en
specifieke voorwaarden van de artikelen 41, 42 en 43;
de exploitant van de inrichting beschikt over door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat goedgekeurde gedocumenteerde instructies of procedures om te waarborgen dat aan de voorwaarden van punt a) wordt voldaan.
Artikel 47
Speciale gezondheids- of identificatiemerken
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat ziet erop toe dat de volgende producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig lid 2 worden gemerkt:
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone III worden gehouden, als bedoeld in artikel 43, punt d), ii);
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone II worden gehouden, indien niet is voldaan aan de in artikel 41, lid 1, vastgestelde specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen van die producten buiten de beperkingszone II, zoals bedoeld in artikel 24, lid 3, punt e), en artikel 41, lid 2, punt b), ii);
vers vlees en vleesproducten van in het wild levende varkens die binnen een beperkingszone I of buiten die beperkingszone worden verplaatst vanuit de overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichting, zoals bedoeld in artikel 52, lid 1, punt c), iii), eerste streepje.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat en, in voorkomend geval, de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zorgen ervoor dat:
een gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, een identificatiemerk als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 853/2004 met twee extra diagonale parallelle lijnen wordt aangebracht op de in lid 1 van dit artikel bedoelde producten van dierlijke oorsprong die uitsluitend bestemd zijn om binnen dezelfde betrokken lidstaat te worden verplaatst;
de voor een gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, een identificatiemerk als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 853/2004 vereiste gegevens duidelijk leesbaar blijven nadat de producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig lid 2, punt a), van dit artikel zijn gemerkt.
HOOFDSTUK V
BIJZONDERE ZIEKTEBESTRIJDINGSMAATREGELEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP IN HET WILD LEVENDE VARKENS IN DE LIDSTATEN
Artikel 48
Specifieke verboden op verplaatsingen van zendingen in het wild levende varkens door exploitanten
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten verbieden verplaatsingen van zendingen in het wild levende varkens door exploitanten overeenkomstig artikel 101 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688:
op het hele grondgebied van de lidstaat;
vanuit het hele grondgebied van de lidstaat naar:
andere lidstaten, en
derde landen.
Artikel 49
Specifieke verboden op verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en vanuit die beperkingszones van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, dierlijke bijproducten en afgeleide producten, die zijn verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens
De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verbieden verplaatsingen binnen en vanuit beperkingszones I, II en III van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, dierlijke bijproducten en afgeleide producten, die zijn verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens:
voor particulier huishoudelijk gebruik;
door jagers die kleine hoeveelheden wilde zwijnen of vlees van wilde zwijnen rechtstreeks leveren aan de eindverbruiker of de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert, overeenkomstig artikel 1, lid 3, punt e), van Verordening (EG) nr. 853/2004.
Artikel 50
Algemene verboden op verplaatsingen van zendingen producten die zijn verkregen van in het wild levende varkens en voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens die worden beschouwd als een risico voor de verspreiding van Afrikaanse varkenspest
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan de verplaatsingen van zendingen vers vlees, vleesproducten en alle andere producten die zijn verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, op het grondgebied van dezelfde lidstaat verbieden indien de bevoegde autoriteit van oordeel is dat er een risico bestaat op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest naar, van of via die in het wild levende varkens of producten daarvan.
Artikel 51
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen vleesproducten die zijn verkregen van in het wild levende varkens binnen beperkingszones I, II en III en vanuit die beperkingszones worden toegestaan
In afwijking van het in artikel 49, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen binnen en vanuit beperkingszones I, II of III van zendingen vleesproducten die zijn verkregen van in het wild levende varkens uit in beperkingszones I, II of III gelegen inrichtingen naar:
andere beperkingszones I, II en III in dezelfde betrokken lidstaat;
gebieden buiten de beperkingszones I, II en III van dezelfde betrokken lidstaat, en
andere lidstaten en derde landen.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent slechts toestemming voor verplaatsingen van zendingen vleesproducten die zijn verkregen van in het wild levende varkens uit in beperkingszones I, II of III gelegen inrichtingen, zoals bedoeld in lid 1, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
voor elk in het wild levend varken dat voor de productie en verwerking van de vleesproducten in de beperkingszones I, II en III wordt gebruikt, zijn tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest uitgevoerd;
de bevoegde autoriteit heeft vóór de in punt c), ii), bedoelde behandeling negatieve resultaten verkregen op de in punt a) bedoelde tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest;
de vleesproducten van in het wild levende varkens:
zijn geproduceerd, verwerkt en opgeslagen in overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichtingen, en
hebben de desbetreffende risicobeperkende behandeling voor producten van dierlijke oorsprong uit beperkingszones ondergaan wat Afrikaanse varkenspest betreft, overeenkomstig bijlage VII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.
Artikel 52
Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en vanuit beperkingszone I van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, die zijn verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, worden toegestaan
In afwijking van de verboden van artikel 49, leden 1 en 2, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen binnen een beperkingszone I en vanuit die beperkingszone van zendingen vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, die zijn verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, naar andere beperkingszones I, II en III of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:
voor elk in het wild levend varken tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest zijn uitgevoerd vóór de verplaatsing van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van dat in het wild levend varken;
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vóór de verplaatsing van de zending negatieve resultaten heeft verkregen op de punt a) bedoelde tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest;
het verse vlees, de vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van in het wild levende varkens, en de voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, binnen of buiten beperkingszone I binnen dezelfde lidstaat worden verplaatst:
voor particulier huishoudelijk gebruik, of
door jagers die kleine hoeveelheden wilde zwijnen of vlees van wilde zwijnen rechtstreeks leveren aan de eindverbruiker of de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert, overeenkomstig artikel 1, lid 3, punt e), van Verordening (EG) nr. 853/2004, of
vanuit de overeenkomstig artikel 44, lid 1, aangewezen inrichting, waar het verse vlees en de vleesproducten zijn gemerkt:
In afwijking van de verboden van artikel 49, leden 1 en 2, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, binnen beperkingszones II en III van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:
voor elk in het wild levend varken vóór de verplaatsing van de zending vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van dat in het wild levend varken, of van het voor menselijke consumptie bestemde kadaver van dat in het wild levende varken, tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest zijn uitgevoerd;
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vóór de verplaatsing van de zending negatieve resultaten heeft verkregen op de punt a) bedoelde tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest;
het verse vlees, de vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van in het wild levende varkens, en de voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, binnen beperkingszones II en III binnen dezelfde lidstaat worden verplaatst:
voor particulier huishoudelijk gebruik;
of
overeenkomstig de in artikel 33, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 vastgestelde specifieke voorwaarden, naar een verwerkingsinrichting om één van de relevante in bijlage VII bij die verordening vastgestelde risicobeperkende behandelingen voor producten van dierlijke oorsprong te ondergaan.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat de in lid 1, punt a), en lid 2, punt a), bedoelde tests ter opsporing van ziekteverwekkers niet vereist zijn in beperkingszone I, II of III, op voorwaarde dat:
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat op basis van passende en permanente bewaking de specifieke epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest en de daaraan verbonden risico’s in de specifieke beperkingszone of in het deel daarvan beoordeeld heeft en uit die beoordeling is gebleken dat het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is;
de in punt a) bedoelde beoordeling regelmatig wordt herzien:
rekening houdend met de ontwikkeling van de specifieke epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de specifieke beperkingszone, en
het risico op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest wordt door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat als verwaarloosbaar geacht;
de zending vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van in het wild levende varkens, en de voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, alleen worden verplaatst:
binnen beperkingszones I, II en III van dezelfde betrokken lidstaat zo dicht mogelijk bij de plaats waar het in het wild levende varken is bejaagd, en
voor particulier huishoudelijk gebruik.
Artikel 53
Verplichtingen van exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten voor zendingen vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, die zijn verkregen van in het wild levende varkens, en voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, voor verplaatsingen vanuit beperkingszones I, II en III
Exploitanten verplaatsen zendingen vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, die zijn verkregen van in het wild levende varkens, en voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, alleen vanuit beperkingszones I, II en III:
in de gevallen die worden bestreken door de artikelen 51 en 52, en
indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 167, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/429, dat de volgende elementen bevat:
de overeenkomstig artikel 168, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vereiste informatie en de in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 bedoelde informatie, en
ten minste een van de volgende verklaringen dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:
In geval van verplaatsingen van dergelijke zendingen binnen dezelfde betrokken lidstaat kan de bevoegde autoriteit evenwel besluiten dat geen diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 167, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) 2016/429 hoeft te worden uitgereikt.
Artikel 54
Specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en buiten die beperkingszones van zendingen dierlijke bijproducten en afgeleide producten van in het wild levende varkens
In afwijking van de in artikel 49, lid 1, vastgestelde verboden kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en buiten die beperkingszones van zendingen dierlijke bijproducten van in het wild levende varkens naar andere beperkingszones I, II en III en naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:
de dierlijke bijproducten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009 worden verzameld, vervoerd en verwijderd;
voor de verplaatsingen vanuit beperkingszones I, II en III, de vervoermiddelen afzonderlijk zijn uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren; de vervoerondernemer stelt de bevoegde autoriteit in staat in real time toezicht te houden op de verplaatsing van de vervoermiddelen en bewaart de elektronische registratie van de verplaatsing gedurende ten minste twee maanden vanaf het tijdstip van de verplaatsing van de zending.
Artikel 55
Verplichtingen van de exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen dierlijke bijproducten van in het wild levende varkens buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat
Exploitanten verplaatsen zendingen dierlijke bijproducten van in het wild levende varkens in het in artikel 54, lid 2, bedoelde geval alleen buiten de beperkingszones I, II en III binnen dezelfde betrokken lidstaat, indien die zendingen vergezeld gaan van:
een handelsdocument als bedoeld in hoofdstuk III van bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011, en
een diergezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 22, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan evenwel besluiten dat geen diergezondheidscertificaat wordt afgegeven, zoals bedoeld in artikel 22, lid 6, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.
Artikel 56
Nationale actieplannen voor in het wild levende varkens om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest in de Unie te voorkomen
Alle lidstaten stellen binnen zes maanden na de datum van bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie nationale actieplannen op ter voorkoming van de verspreiding van Afrikaanse varkenspest in de Unie (nationale actieplannen) voor de populaties in het wild levende varkens op hun grondgebied:
om een hoog niveau van bewustzijn en paraatheid te waarborgen ten aanzien van de ziekte wat betreft de risico’s in verband met de verspreiding van Afrikaanse varkenspest via in het wild levende varkens;
om de preventie, inperking, bestrijding en uitroeiing van Afrikaanse varkenspest te waarborgen;
om gecoördineerde acties te waarborgen met betrekking tot in het wild levende varkens om rekening te houden met de risico’s die deze dieren vormen in verband met de verspreiding van Afrikaanse varkenspest.
HOOFDSTUK VI
BIJZONDERE INFORMATIE- EN OPLEIDINGSVERPLICHTINGEN IN DE LIDSTATEN
Artikel 57
Bijzondere informatieverplichtingen van de betrokken lidstaten
Daartoe moeten de betrokken lidstaten regelmatige bewustmakingscampagnes organiseren en uitvoeren om de informatie over de in deze verordening vastgestelde bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen bekend te maken en te verspreiden.
De betrokken lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten binnen het kader van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders in kennis van:
veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van Afrikaanse varkenspest op hun grondgebied;
de resultaten van de bewaking ten aanzien van Afrikaanse varkenspest bij gehouden en in het wild levende varkens die is uitgevoerd in beperkingszones I, II en III en in gebieden buiten die beperkingszones;
de resultaten van de bewaking ten aanzien van Afrikaanse varkenspest bij gehouden en in het wild levende varkens die is uitgevoerd in gebieden die zijn opgenomen in bijlage II;
andere maatregelen en initiatieven die zijn genomen om Afrikaanse varkenspest te voorkomen, te bestrijden en uit te roeien.
Artikel 58
Bijzondere opleidingsverplichtingen van de betrokken lidstaten
De betrokken lidstaten organiseren en houden regelmatig of met passende tussenpozen specifieke opleidingsactiviteiten over de risico’s van Afrikaanse varkenspest en mogelijke preventie-, bestrijdings- en uitroeiingsmaatregelen voor ten minste de volgende doelgroepen:
dierenartsen;
landbouwers die varkens houden en andere relevante exploitanten en vervoerders;
jagers.
Artikel 59
Bijzondere informatieverplichtingen van alle lidstaten
Alle lidstaten zorgen ervoor dat:
op belangrijke infrastructuurtracés over land, zoals internationale verbindingswegen en spoorwegen, en aanverwante transportnetwerken voor het vervoer over land, passende informatie over de risico’s van de overdracht van Afrikaanse varkenspest en over de in deze verordening vastgestelde bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen, onder de aandacht van reizigers wordt gebracht:
op zichtbare en prominente wijze;
zodanig gepresenteerd dat zij gemakkelijk te begrijpen is door reizigers die reizen uit of op weg zijn naar:
de nodige maatregelen zijn getroffen om belanghebbenden die actief zijn in de sector van de gehouden varkens, met inbegrip van kleine inrichtingen, bewust te maken van de risico’s op de insleep en verspreiding van het Afrikaanse-varkenspestvirus en hun de meest geschikte informatie te verstrekken over de versterkte biobeveiligingsmaatregelen voor inrichtingen voor gehouden varkens in de beperkingszones I, II of III, zoals opgenomen in bijlage III, en met name de maatregelen die in beperkingszones I, II en III moeten worden toegepast, met behulp van de meest geschikte middelen om dergelijke informatie onder hun aandacht te brengen.
Alle lidstaten brengen Afrikaanse varkenspest onder de aandacht bij:
het publiek, zoals bedoeld in artikel 15 van Verordening (EU) 2016/429;
dierenartsen, landbouwers, andere relevante exploitanten, vervoerders en jagers.
Alle lidstaten verstrekken het publiek en de in lid 2 genoemde beroepsbeoefenaren de meest geschikte informatie over risicobeperking en versterkte biobeveiligingsmaatregelen, zoals vastgesteld in:
bijlage III;
de met de lidstaten in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders overeengekomen richtsnoeren van de Unie;
de door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid beschikbaar gestelde wetenschappelijke gegevens;
de Gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid.
HOOFDSTUK VII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 60
Intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 wordt ingetrokken met ingang van 21 april 2023.
Artikel 61
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de dertigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing van 21 april 2023 tot en met 20 april 2028.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
BEPERKINGSZONES I, II EN III
DEEL I
1. Duitsland
De volgende beperkingszones I in Duitsland:
2. Estland
De volgende beperkingszones I in Estland:
3. Letland
De volgende beperkingszones I in Letland:
4. Hongarije
De volgende beperkingszones I in Hongarije:
5. Polen
De volgende beperkingszones I in Polen:
6. Slowakije
De volgende beperkingszones I in Slowakije:
7. Italië
De volgende beperkingszones I in Italië:
8. Tsjechië
De volgende beperkingszones I in Tsjechië:
9. Griekenland
De volgende beperkingszones I in Griekenland:
10. Kroatië
De volgende beperkingszones I in Kroatië:
11. Litouwen
De volgende beperkingszones I in Litouwen:
DEEL II
1. Bulgarije
De volgende beperkingszones II in Bulgarije:
2. Duitsland
De volgende beperkingszones II in Duitsland:
3. Estland
De volgende beperkingszones II in Estland:
4. Letland
De volgende beperkingszones II in Letland:
5. Litouwen
De volgende beperkingszones II in Litouwen:
6. Hongarije
De volgende beperkingszones II in Hongarije:
7. Polen
De volgende beperkingszones II in Polen:
8. Slowakije
De volgende beperkingszones II in Slowakije:
9. Italië
De volgende beperkingszones II in Italië:
10. Tsjechië
De volgende beperkingszones II in Tsjechië:
11. Kroatië
De volgende beperkingszones II in Kroatië:
12. Griekenland
De volgende beperkingszones II in Griekenland:
DEEL III
1. Italië
De volgende beperkingszones III in Italië:
2. Litouwen
De volgende beperkingszones III in Litouwen:
3. Polen
De volgende beperkingszones III in Polen:
4. Roemenië
De volgende beperkingszones III in Roemenië:
5. Duitsland
De volgende beperkingszones III in Duitsland:
6. Griekenland
De volgende beperkingszones III in Griekenland:
7. Slowakije
De volgende beperkingszones III in Slowakije:
8. Kroatië
De volgende beperkingszones III in Kroatië:
9. Letland
De volgende beperkingszones III in Letland:
BIJLAGE II
OP HET NIVEAU VAN DE UNIE ALS BESMETTE ZONE OF ALS BEPERKINGSZONE INGESTELDE GEBIEDEN DIE BESCHERMINGS- EN BEWAKINGSZONES OMVATTEN
(als bedoeld in artikel 6, lid 2, en artikel 7, lid 2)
Deel A — Gebieden die naar aanleiding van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens in een voorheen ziektevrije lidstaat of zone zijn ingesteld als besmette zones:
Deel B — Gebieden die naar aanleiding van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens in een voorheen ziektevrije lidstaat of zone zijn ingesteld als beperkingszones die beschermings- en bewakingszones omvatten:
BIJLAGE III
VERSTERKTE BIOBEVEILIGINGSMAATREGELEN VOOR INRICHTINGEN VOOR GEHOUDEN VARKENS IN BEPERKINGSZONES I, II EN III
(als bedoeld in artikel 16, lid 1, punt b), i))
1. De volgende versterkte biobeveiligingsmaatregelen, zoals bedoeld in artikel 16, lid 1, punt b), i), moeten worden ingevoerd in inrichtingen voor gehouden varkens die gelegen zijn in beperkingszones I, II en III in de betrokken lidstaten, in geval van door de bevoegde autoriteit overeenkomstig deze verordening toegestane verplaatsingen van de volgende zendingen:
in beperkingszones I, II en III gehouden varkens, binnen en buiten die zones, overeenkomstig de artikelen 22 tot en met 25 en de artikelen 28 en 29;
levende producten die zijn verkregen van in beperkingszone II gehouden varkens, buiten die zone, overeenkomstig de artikelen 32, 33 en 34;
dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in beperkingszone II gehouden varkens, buiten die zone, overeenkomstig de artikelen 37 en 39;
vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, buiten die zones, overeenkomstig de artikelen 41, 42 en 43.
2. De exploitanten van inrichtingen voor gehouden varkens in beperkingszones I, II en III in de betrokken lidstaten zorgen er bij de in lid 1 bedoelde toegestane verplaatsingen binnen en buiten die zones voor dat in inrichtingen voor gehouden varkens de volgende versterkte biobeveiligingsmaatregelen worden ingevoerd:
er mag geen direct of indirect contact zijn tussen de gehouden varkens in de inrichting en ten minste:
andere gehouden varkens uit andere inrichtingen, met uitzondering van gehouden varkens die door een exploitant naar de inrichting mogen worden verplaatst en die, indien vereist op grond van deze verordening, van de bevoegde autoriteit een dergelijke verplaatsing mogen ondergaan;
in het wild levende varkens;
passende hygiënemaatregelen, zoals omkleden en ander schoeisel aantrekken bij het betreden en verlaten van de bedrijfsruimten waar varkens worden gehouden;
wassen en ontsmetten van de handen en ontsmetten van schoeisel bij de ingang van de bedrijfsruimten waar varkens worden gehouden;
de afwezigheid van alle contact met gehouden varkens gedurende een periode van ten minste 48 uur vanaf het tijdstip van het beëindigen van enige jachtactiviteit in verband met in het wild levende varkens, of enig ander contact met in het wild levende varkens;
een verbod op de binnenkomst van onbevoegde personen of vervoermiddelen in de inrichting, met inbegrip van de bedrijfsruimten en gebouwen, waar varkens worden gehouden;
adequate registratie van personen en vervoermiddelen die toegang hebben tot de inrichting waar de varkens worden gehouden;
de bedrijfsruimten en gebouwen van de inrichting waar varkens worden gehouden, moeten:
zo zijn gebouwd dat geen enkel ander dier dat het Afrikaanse-varkenspestvirus kan overdragen de bedrijfsruimten en gebouwen kan binnendringen of in contact kan komen met de gehouden varkens of met hun voeder en strooisel. De structuur en de gebouwen van de inrichting moeten met name waarborgen dat gehouden varkens geen contact hebben met in het wild levende varkens;
het wassen en ontsmetten van de handen mogelijk maken;
in voorkomend geval de reiniging en ontsmetting van de bedrijfsruimten en gebouwen mogelijk maken, met uitzondering van terreinen in de buurt van de gebouwen van de inrichting waar varkens in de openlucht worden gehouden, indien een dergelijke reiniging en ontsmetting niet haalbaar is;
bij de ingang van de bedrijfsruimten en gebouwen waar varkens worden gehouden over passende voorzieningen voor omkleden en aantrekken van ander schoeisel beschikken;
beschikken over passende bescherming tegen insecten en teken, indien vereist door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat op basis van een risicobeoordeling die is afgestemd op de specifieke epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in die lidstaat;
veekerende afrastering van ten minste de bedrijfsruimten waar de varkens worden gehouden en de gebouwen waar voeder en strooisel worden bewaard, om ervoor te zorgen dat gehouden varkens en hun voeder en strooisel niet in contact komen met onbevoegden en, in voorkomend geval, met andere varkens;
er moet een biobeveiligingsplan voorhanden zijn dat is goedgekeurd door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, waarin rekening wordt gehouden met het profiel van de inrichting en de nationale wetgeving; in voorkomend geval moet dat biobeveiligingsplan ten minste het volgende omvatten:
de inrichting van de “schone” en “vuile” ruimten voor personeel zoals passend bij de typologie van de inrichting, zoals kleedkamers, douches, een eetzaal enz.;
het opzetten en, in voorkomend geval, herzien van de logistieke regelingen voor het binnenbrengen van nieuwe gehouden varkens in de inrichting;
de procedures voor de reiniging en ontsmetting van de voorzieningen, de vervoersmiddelen en de uitrusting, en voor de hygiëne van het personeel;
regels voor levensmiddelen voor het personeel ter plaatse en een verbod op het houden van varkens door het personeel, voor zover relevant en indien van toepassing op basis van de nationale wetgeving van de betrokken lidstaat;
een speciaal periodiek bewustmakingsprogramma voor het personeel van de inrichting;
het opzetten en, in voorkomend geval, herzien van de logistieke regelingen om te zorgen voor een goede scheiding tussen de verschillende epidemiologische eenheden en te voorkomen dat varkens direct of indirect in contact komen met dierlijke bijproducten en andere eenheden in de inrichting;
de procedures en instructies voor de handhaving van biobeveiligingsvoorschriften tijdens bouw- of herstelwerkzaamheden aan de bedrijfsruimten of gebouwen;
interne audits of zelfevaluatie voor de handhaving van de biobeveiligingsmaatregelen;
beoordeling van specifieke bioveiligheidsrisico’s en procedures voor de toepassing van relevante risicobeperkende maatregelen in verband met inrichtingen waar varkens tijdelijk of permanent buiten worden gehouden.
BIJLAGE IV
MINIMUMVOORSCHRIFTEN VOOR DE NATIONALE ACTIEPLANNEN VOOR IN HET WILD LEVENDE VARKENS TER VOORKOMING VAN DE VERSPREIDING VAN AFRIKAANSE VARKENSPEST IN DE UNIE
(als bedoeld in artikel 56)
De nationale actieplannen ter voorkoming van de verspreiding van Afrikaanse varkenspest in de Unie voor in het wild levende varkens moeten ten minste het volgende omvatten:
de strategische doelstellingen en prioriteiten van het nationale actieplan;
de reikwijdte van het plan, met inbegrip van het grondgebied waarop het nationale actieplan betrekking heeft;
een beschrijving van de wetenschappelijke gegevens die ten grondslag liggen aan de maatregelen in het nationale actieplan, indien van toepassing, of een verwijzing naar de richtsnoeren van de Unie inzake Afrikaanse varkenspest, zoals overeengekomen met de lidstaten in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders ( 5 );
een beschrijving van de taken en werkzaamheden van de betrokken instellingen en belanghebbenden;
ramingen van de omvang van de populatie in het wild levende varkens in de lidstaat of regio’s daarvan en een beschrijving van de ramingsmethode;
een beschrijving van het jachtbeheer in de lidstaat, met inbegrip van een overzicht van de jachtgebieden, jachtverenigingen, jachtseizoenen, specifieke jachtmethoden en -instrumenten;
een beschrijving van de kwalitatieve en/of kwantitatieve jaarlijkse, tussentijdse en langetermijndoelstellingen en de middelen voor een passende bestrijding en, indien nodig, vermindering van de populatie in het wild levende varkens, met inbegrip van doelstellingen voor jaarlijkse jachtquota, indien van toepassing;
een beschrijving van of links naar nationale biobeveiligingsvoorschriften in verband met de jacht op in het wild levende varkens;
een beschrijving van en links naar relevante biobeveiligingsmaatregelen van de Unie of van de lidstaten voor inrichtingen voor gehouden varkens met het oog op de bescherming van die dieren tegen in het wild levende varkens;
uitvoeringsregelingen, met inbegrip van een tijdschema voor verschillende maatregelen;
een communicatiestrategie voor jagers, een beschrijving van gerichte bewustmakings- en opleidingscampagnes met betrekking tot Afrikaanse varkenspest en links naar dergelijke campagnes voor jagers om de introductie en verspreiding van die ziekte door jagers te voorkomen;
gezamenlijke programma’s voor samenwerking tussen de landbouw- en de milieusector met het oog op een duurzaam jachtbeheer, de invoering van een verbod op bijvoederen en landbouwpraktijken ter bevordering van de preventie, bestrijding en uitroeiing van Afrikaanse varkenspest, indien van toepassing;
een beschrijving van de grensoverschrijdende samenwerking met andere lidstaten en derde landen, indien van toepassing, met betrekking tot het beheer van in het wild levende varkens;
een beschrijving van de verplichte permanente bewaking door middel van het testen van dode wilde varkens met tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest op het gehele grondgebied van de lidstaat;
een beoordeling van mogelijke significante negatieve effecten van jachtactiviteiten op soorten en habitats die beschermd zijn uit hoofde van de toepasselijke milieuregels van de Unie, met inbegrip van de in de Richtlijnen 2009/147/EG en 92/43/EEG vastgestelde eisen inzake natuurbescherming, en indien nodig een beschrijving van de preventie- en mitigerende maatregelen ter vermindering van de negatieve gevolgen voor het milieu.
( 1 ) Voor de toepassing van deze verordening wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.
( 2 ) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de erkenning van inrichtingen voor levende producten en de traceerbaarheids- en diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van levende producten van bepaalde gehouden landdieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 1).
( 3 ) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 van de Commissie van 14 oktober 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de diergezondheids-, certificerings- en kennisgevingsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van van landdieren afkomstige producten van dierlijke oorsprong (PB L 431 van 21.12.2020, blz. 5).
( 4 ) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van landdieren en broedeieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 140).
( 5 ) https://food.ec.europa.eu/animals/animal-diseases/diseases-and-control-measures/african-swine-fever_en