02022R2309 — NL — 15.01.2024 — 004.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EU) 2022/2309 VAN DE RAAD

van 25 november 2022

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Haïti

(PB L 307 van 28.11.2022, blz. 17)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

VERORDENING (EU) 2023/331 VAN DE RAAD  van 14 februari 2023

  L 47

1

15.2.2023

►M2

VERORDENING (EU) 2023/1569 VAN DE RAAD  van 28 juli 2023

  L 192

1

31.7.2023

►M3

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/2573 VAN DE RAAD  van 13 november 2023

  L 

1

14.11.2023

►M4

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/291 VAN DE RAAD  van 12 januari 2024

  L 

1

15.1.2024




▼B

VERORDENING (EU) 2022/2309 VAN DE RAAD

van 25 november 2022

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Haïti



Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a) 

„vordering”: elke vóór, op of na 28 november 2022 ingediende eis, ook wanneer die de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:

i) 

een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

ii) 

een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm;

iii) 

een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

iv) 

een tegenvordering;

v) 

een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

b) 

„contract of transactie”: elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dat verband worden onder „contract” tevens begrepen alle — al dan niet uit juridisch oogpunt opzichzelfstaande — obligaties, garanties of contragaranties, met name financiële garanties of contragaranties, en kredieten, alsook alle uit de transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

c) 

„bevoegde autoriteiten”: de op de in bijlage II genoemde websites vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten;

d) 

„economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar die kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

e) 

„bevriezing van economische middelen”: voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door die te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

f) 

„bevriezing van tegoeden”: voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken of bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

g) 

„tegoeden”: financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i) 

contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii) 

deposito’s bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii) 

in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv) 

rente, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v) 

krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi) 

kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven;

vii) 

bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

h) 

„Sanctiecomité”: het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (de „VN-Veiligheidsraad”) dat is opgericht op grond van punt 19 van Resolutie 2653 (2022) van de VN-Veiligheidsraad;

i) 

„technische bijstand”: elke technische ondersteuning in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst, die de vorm kan aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;

j) 

„grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

▼M2

Artikel 2

Er geldt een verbod op:

a) 

het verstrekken van technische bijstand in verband met militaire activiteiten en het verstrekken, fabriceren, onderhouden en gebruiken van wapentuig en alle soorten aanverwant materieel, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen daarvoor, direct of indirect, aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen vermeld in bijlage I of bijlage I bis;

b) 

het verstrekken van financiering of financiële steun in verband met militaire activiteiten, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, alsmede verzekering en herverzekering, voor de verkoop, de levering, de overdracht of de uitvoer van wapentuig en aanverwant materieel, of voor de levering van verwante technische bijstand, direct of indirect, aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen vermeld in bijlage I of bijlage I bis.

Artikel 3

1.  
Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan, direct of indirect, van een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam die in bijlage I of I bis is vermeld, worden bevroren.
2.  
Aan of ten behoeve van de in bijlage I of I bis vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld.

▼B

Artikel 4

1.  

In bijlage I zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen opgenomen die door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité zijn geïdentificeerd als zijnde verantwoordelijk voor, medeplichtig aan, of direct of indirect betrokken bij acties die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Haïti bedreigen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot natuurlijke personen en rechtspersonen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Haïti hebben bedreigd door een van de volgende acties:

a) 

direct of indirect deelnemen aan of ondersteunen van criminele activiteiten en geweld waarbij gewapende groepen en criminele netwerken betrokken zijn die geweld bevorderen, met inbegrip van gedwongen rekrutering van kinderen door dergelijke groepen en netwerken, ontvoeringen, mensenhandel en migrantensmokkel, en moorden en seksueel en gendergerelateerd geweld;

b) 

ondersteunen van illegale handel in en omleiding van wapens en aanverwant materieel, of daarmee verband houdende illegale geldstromen;

c) 

handelen voor, namens of op aanwijzing van, of anderszins ondersteunen of financieren van een persoon of entiteit die is aangewezen in verband met de in de punten a) en b) beschreven activiteiten, onder meer door direct of indirect gebruik te maken van de opbrengsten van de georganiseerde misdaad, met inbegrip van de opbrengsten van de illegale productie van en handel in drugs en precursoren daarvan die afkomstig zijn uit of worden doorgevoerd door Haïti, de mensenhandel en de smokkel van migranten uit Haïti, of de smokkel van en de handel in wapens naar of vanuit Haïti;

d) 

handelen in strijd met het wapenembargo dat is ingesteld bij punt 11 van Resolutie 2653 (2022) van de VN-Veiligheidsraad, of direct of indirect leveren, verkopen of overdragen aan gewapende groepen of criminele netwerken in Haïti, of ontvangen van wapens of aanverwant materieel, of van technisch advies, opleiding of bijstand, met inbegrip van financiering en financiële bijstand, in verband met gewelddadige activiteiten van gewapende groepen of criminele netwerken in Haïti;

e) 

plannen, aansturen of plegen van handelingen die in strijd zijn met het internationaal recht inzake de mensenrechten of van schendingen van de mensenrechten, met inbegrip van handelingen waarbij sprake is van buitengerechtelijke moord, onder meer van vrouwen en kinderen, en het plegen van gewelddaden, ontvoering, gedwongen verdwijningen of ontvoeringen voor losgeld in Haïti;

f) 

plannen, aansturen of plegen van handelingen in verband met seksueel en gendergerelateerd geweld, met inbegrip van verkrachting en seksuele slavernij, in Haïti;

g) 

belemmeren van de verstrekking van humanitaire hulp aan Haïti of van de toegang tot of de distributie van humanitaire hulp in Haïti;

h) 

aanvallen van personeel of gebouwen van VN-missies en -operaties in Haïti, of ondersteunen van dergelijke aanvallen.

2.  
In bijlage I worden de redenen vermeld voor het op de lijst plaatsen van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.
3.  
In bijlage I wordt de informatie opgenomen, indien die beschikbaar is, die door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité is verstrekt, en die nodig is om de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en plaats van vestiging. Bijlage I bevat tevens de datum van aanwijzing door de VN-Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité.

▼M2

Artikel 4 bis

1.  

Bijlage I bis omvat de natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die door de Raad zijn aangewezen omdat zij:

a) 

verantwoordelijk zijn voor of medeplichtig zijn aan, of direct of indirect betrokken zijn bij, acties die de vrede, de stabiliteit en de veiligheid van Haïti bedreigen, met inbegrip van:

i) 

direct of indirect deelnemen aan of ondersteunen van criminele activiteiten en geweld waarbij gewapende groepen en criminele netwerken betrokken zijn die geweld bevorderen, met inbegrip van gedwongen rekrutering van kinderen door dergelijke groepen en netwerken, ontvoeringen, mensenhandel en migrantensmokkel, en moorden en seksueel en gendergerelateerd geweld;

ii) 

ondersteunen van illegale handel in en omleiding van wapens en aanverwant materieel, of daarmee verband houdende illegale geldstromen;

iii) 

handelen voor, namens of op aanwijzing van, of anderszins ondersteunen of financieren van een persoon of entiteit die is aangewezen in verband met de in de punten a) en b) beschreven activiteiten, onder meer door direct of indirect gebruik te maken van de opbrengsten van de georganiseerde misdaad, met inbegrip van de opbrengsten van de illegale productie van en handel in drugs en precursoren daarvan die afkomstig zijn uit of worden doorgevoerd door Haïti, de mensenhandel en de smokkel van migranten uit Haïti, of de smokkel van en de handel in wapens naar of vanuit Haïti;

iv) 

handelen in strijd met het wapenembargo of direct of indirect leveren, verkopen of overdragen aan gewapende groepen of criminele netwerken in Haïti, of ontvangen, van wapens of aanverwant materieel, of van technisch advies, opleiding of bijstand, met inbegrip van financiering en financiële bijstand, in verband met gewelddadige activiteiten van gewapende groepen of criminele netwerken in Haïti;

v) 

plannen, aansturen of plegen van handelingen die in strijd zijn met het internationaal recht inzake de mensenrechten of van schendingen van de mensenrechten, met inbegrip van handelingen waarbij sprake is van buitengerechtelijke moord, onder meer van vrouwen en kinderen, en het plegen van gewelddaden, ontvoering, gedwongen verdwijningen of ontvoeringen voor losgeld in Haïti;

vi) 

plannen, aansturen of plegen van handelingen in verband met seksueel en gendergerelateerd geweld, met inbegrip van verkrachting en seksuele slavernij, in Haïti;

vii) 

belemmeren van de verstrekking van humanitaire hulp aan Haïti of van de toegang tot of de distributie van humanitaire hulp in Haïti;

viii) 

aanvallen van personeel of gebouwen van VN-missies en -operaties in Haïti, of ondersteunen van dergelijke aanvallen;

b) 

de democratie of de rechtsstaat in Haïti ondermijnen door ernstig financieel wangedrag met betrekking tot overheidsmiddelen of de ongeoorloofde uitvoer van kapitaal, of

c) 

die geassocieerd zijn met de punt a) en b) bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

2.  
In bijlage I bis wordt de reden vermeld voor het opnemen van de vermelde personen en entiteiten in de lijst.
3.  
Bijlage I bis bevat ook de informatie, indien beschikbaar, die nodig is voor het identificeren van de betrokken personen of entiteiten. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit: namen, inclusief aliassen; geboortedatum en geboorteplaats; nationaliteit; paspoort- en identiteitskaartnummers; geslacht; adres, indien bekend,; en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen; plaats en datum van registratie; het registratienummer; en de plaats van vestiging omvatten.

▼M1

Artikel 5

Artikel 3, leden 1 en 2, is niet van toepassing op het ter beschikking stellen van tegoeden of economische middelen die noodzakelijk zijn voor de tijdige verstrekking van humanitaire bijstand of voor de ondersteuning van andere activiteiten die beantwoorden aan elementaire menselijke behoeften wanneer dergelijke bijstand en andere activiteiten worden uitgevoerd door:

a) 

de Verenigde Naties, met inbegrip van hun programma’s, fondsen en andere entiteiten en organen, alsmede hun gespecialiseerde agentschappen en aanverwante organisaties;

b) 

internationale organisaties;

c) 

humanitaire organisaties met de status van waarnemer bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en leden van die humanitaire organisaties;

d) 

bilateraal of multilateraal gefinancierde niet-gouvernementele organisaties die deelnemen aan de humanitaire responsplannen van de Verenigde Naties, de responsplannen voor vluchtelingen, andere oproepen van de Verenigde Naties of humanitaire clusters die worden gecoördineerd door het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de Verenigde Naties (OCHA);

e) 

de werknemers, begunstigden, ondergeschikte organen of uitvoerende partners van de in punten a) tot en met d) genoemde entiteiten terwijl en voor zover zij in die hoedanigheid handelen; of door

▼M2

f) 

andere passende actoren, zoals bepaald door het Sanctiecomité met betrekking tot bijlage I en door de Raad met betrekking tot bijlage I bis.

Artikel 6

1.  

In afwijking van artikel 3 kunnen de bevoegde autoriteiten, op door hen passend geachte voorwaarden, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a) 

noodzakelijk zijn voor de basisbehoeften van de in de bijlagen I of I bis vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en hun gezinsleden die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b) 

uitsluitend bestemd zijn voor het betalen van redelijke honoraria of het vergoeden van andere kosten van juridische diensten;

c) 

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

indien de toestemming een natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam, vermeld in bijlage I, betreft en op voorwaarde dat de bevoegde autoriteit van de desbetreffende lidstaat het Sanctiecomité in kennis heeft gesteld van deze vaststelling en van haar voornemen toestemming te verlenen, en het Sanctiecomité niet binnen vijf werkdagen na deze kennisgeving een negatief besluit heeft genomen.

2.  

In afwijking van artikel 3 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, op door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, op voorwaarde dat:

a) 

de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, wanneer de toestemming een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of een in bijlage I vermeld lichaam betreft, het Sanctiecomité in kennis heeft gesteld van deze vaststelling en deze door het Sanctiecomité is goedgekeurd, alsmede

b) 

de betrokken lidstaat, wanneer de toestemming in bijlage I bis vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen betreft, de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken op voorhand heeft gemeld op welke gronden hij van mening is dat de specifieke toestemming moet worden verleend.

3.  
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die op grond van dit artikel is verleend binnen twee weken na het verlenen van de toestemming.

▼M2

Artikel 6 bis

1.  
Onverminderd artikel 5, kunnen de bevoegde autoriteiten in afwijking van artikel 3, leden 1 en 2, en met betrekking tot natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, vermeld in bijlage I bis, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat het verstrekken van die tegoeden of economische middelen noodzakelijk is voor de tijdige verstrekking van humanitaire bijstand of voor het steunen van andere activiteiten die beantwoorden aan elementaire menselijke behoeften.
2.  
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke uit hoofde van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van die toestemming.

Artikel 6 ter

1.  
In afwijking van artikel 3, en met betrekking tot natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, vermeld in bijlage I bis, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op door hen passend geachte voorwaarden de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen toestaan, nadat is vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen moeten worden betaald aan of van een rekening van diplomatieke of consulaire missies of internationale organisaties die bescherming genieten op grond van het internationaal recht, voor zover zij noodzakelijk zijn voor de officiële doelen van diplomatieke of consulaire missies of internationale organisaties.
2.  
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van de toestemming.

▼B

Artikel 7

▼M2

1.  

In afwijking van artikel 3, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen voor de in bijlage I of bijlage I bis vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen voor de in bijlage I of bijlage I bis vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) 

de tegoeden of de economische middelen zijn het voorwerp van:

i) 

voor een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, vermeld in bijlage I: een gerechtelijk, administratief of arbitraal besluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 4 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in bijlage I werd opgenomen, of een gerechtelijk, administratief of arbitraal vonnis van vóór die datum;

ii) 

voor een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, vermeld in bijlage I bis: een arbitragebesluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 4 bis bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam is opgenomen in bijlage I bis, of een rechterlijke of administratieve beslissing die in de Unie is uitgesproken, of een rechterlijke beslissing die in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is, en die van voor of na die datum dateert;

b) 

de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend benut om te voldoen aan vorderingen die door een in punt a) genoemde beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, binnen de grenzen gesteld door de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de rechten van titularissen van dergelijke vorderingen;

c) 

het besluit of het vonnis komt niet ten goede aan een in bijlage I of bijlage I bis vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam;

d) 

de erkenning van het besluit of het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat, en

e) 

voor in bijlage I vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen: het Sanctiecomité is door de lidstaat in kennis gesteld van het besluit of het retentierecht.

▼B

2.  
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke uit hoofde van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van die toestemming.

Artikel 8

▼M2

1.  

In afwijking van artikel 3, lid 1, en mits een betaling verschuldigd is door in bijlage I of I bis opgenomen natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst dat of die is gesloten of een verplichting die is ontstaan vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in bijlage I of bijlage I bis werden opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

a) 

de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam vermeld in bijlage I of bijlage I bis, alsmede

b) 

de betaling niet in strijd is met artikel 3, lid 2.

▼M2

1 bis.  
Voor een in bijlage I opgenomen natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten lichamen wordt het voornemen om toestemming te verlenen tien werkdagen van tevoren door de betrokken lidstaat aan het Sanctiecomité gemeld.

▼B

2.  
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke uit hoofde van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van die toestemming.

Artikel 9

1.  
Artikel 3, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van op de lijst vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen zijn overgemaakt, mits de bijgeboekte bedragen eveneens bevroren worden. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

▼M2

2.  

Artikel 3, lid 2, is niet van toepassing op bijboekingen op bevroren rekeningen van:

a) 

rente of andere inkomsten op die rekeningen;

b) 

betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 4 bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen werden opgenomen in bijlage I of I bis, of

c) 

betalingen verschuldigd aan in bijlage I bis opgenomen natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen op grond van gerechtelijke, administratieve of arbitrale beslissingen die zijn genomen in de Unie of die in de betrokken lidstaat ten uitvoer kunnen worden gelegd,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 3 worden bevroren.

▼B

Artikel 10

1.  

Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a) 

alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie over rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 3, lid 1, zijn bevroren, onmiddellijk te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en die informatie, direct of via de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen, en

b) 

samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van de in punt a) bedoelde informatie.

2.  
Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.
3.  
Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 11

1.  
Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in de artikelen 2 en 3 bedoelde maatregelen worden omzeild.

▼M2

2.  

In bijlage I of bijlage I bis opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen:

a) 

melden vóór 9 januari 2023 of binnen zes weken na de datum van opname in bijlage I, als dit later is, tegoeden of economische middelen die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen en toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van hen, aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar deze tegoeden of economische middelen zich bevinden,

aa) 

melden vóór 9 september 2023 of binnen zes weken na de datum van opname in bijlage I bis, als dit later is, tegoeden of economische middelen die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen en toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van hen, aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar deze tegoeden of economische middelen zich bevinden, en

b) 

samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.

▼B

3.  
Niet-naleving van lid 2 wordt beschouwd als deelname, als bedoeld in lid 1, aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de in artikel 2 bedoelde maatregelen worden omzeild.

▼M2

4.  
De betrokken lidstaat stelt de Commissie binnen twee weken in kennis van de op grond van lid 2, punten a) en aa), ontvangen informatie.

▼B

5.  
De verplichting van lid 2, punt a), is niet van toepassing tot 1 januari 2023 met betrekking tot tegoeden of economische middelen die zich bevinden in een lidstaat die vóór 28 november 2022 een soortgelijke rapportageverplichting uit hoofde van het nationale recht had vastgesteld.

▼M2

5 bis.  
De verplichting van lid 2, punt aa), is niet van toepassing tot 2 september 2023 met betrekking tot tegoeden of economische middelen die zich bevinden in een lidstaat die vóór 1 augustus 2023 een soortgelijke rapportageverplichting uit hoofde van het nationale recht had vastgesteld.

▼B

6.  
Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.
7.  
De verwerking van persoonsgegevens geschiedt in overeenstemming met deze verordening en Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725 en alleen voor zover nodig voor de toepassing van deze verordening.

Artikel 12

1.  
Bevriezing van tegoeden en economische middelen of weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, indien die maatregel plaatsvindt in goed vertrouwen en in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van bestuurders of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen uit nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.
2.  
Het optreden van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geeft geen aanleiding tot aansprakelijkheid van die natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en niet redelijkerwijs konden vermoeden dat hun optreden een inbreuk zou vormen op de maatregelen waarin deze verordening voorziet.

Artikel 13

1.  

Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van deze verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot compensatie of een garantievordering, meer bepaald een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm daarvan, worden niet toegewezen indien die vorderingen worden ingesteld door:

▼M2

a) 

de in bijlage I of I bis opgenomen natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

▼B

b) 

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die handelen voor rekening of ten behoeve van een van de in punt a) bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

2.  
In procedures waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, geleverd door de eisende natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit of het eisende lichaam.
3.  
Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op rechterlijke toetsing van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen in overeenstemming met deze verordening.

Artikel 14

1.  

De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie met betrekking tot:

▼M2

a) 

tegoeden die zijn bevroren uit hoofde van artikel 3, lid 1, en toestemmingen die zijn verleend uit hoofde van de artikelen 6, 6 bis, 6 ter, 7 en 8;

▼B

b) 

inbreuken, handhavingsproblemen en vonnissen van nationale rechters.

2.  
De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onmiddellijk in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken, en die van invloed kan zijn op de doeltreffende uitvoering van deze verordening.

Artikel 15

De Commissie wordt gemachtigd om bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

▼M2

Artikel 16

1.  
Wanneer de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst plaatst en een motivering voor de aanwijzing heeft verstrekt, neemt de Raad die natuurlijke persoon, die rechtspersoon, die entiteit of dat lichaam op in bijlage I.
1 bis.  
De Raad stelt de lijst van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen in bijlage I bis vast en wijzigt deze.
1 ter.  
De Raad stelt een in de leden 1 en 1 bis bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van zijn besluit, met inbegrip van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat die natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam daarover opmerkingen kan indienen.
2.  
Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit of het betrokken lichaam daarvan op de hoogte.
3.  
Wanneer de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité besluit een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam van de lijst te schrappen, of besluit de identificatiegegevens van een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst te wijzigen, wijzigt de Raad bijlage I dienovereenkomstig.

De lijst in bijlage I bis wordt regelmatig, en ten minste om de twaalf maanden, geëvalueerd.

▼B

Artikel 17

1.  
De lidstaten stellen de regels vast voor sancties die van toepassing zijn in geval van overtreding van de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat die daadwerkelijk worden toegepast. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
2.  
De lidstaten stellen de Commissie na 28 november 2022 onverwijld in kennis van de in lid 1 bedoelde regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen daarvan.

Artikel 18

▼M2

1.  

De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (hierna „de hoge vertegenwoordiger” genoemd) verwerken voor de uitoefening van hun taken uit hoofde van deze verordening persoonsgegevens. Die taken omvatten:

a) 

wat betreft de Raad, het voorbereiden en het aanbrengen van wijzigingen in de bijlagen I en I bis;

b) 

wat betreft de hoge vertegenwoordiger, het voorbereiden van wijzigingen in de bijlagen I en I bis;

c) 

wat betreft de Commissie:

i) 

het toevoegen van de inhoud van de bijlagen I en I bis aan de elektronische geconsolideerde lijst van personen, groepen en entiteiten waarop financiële sancties van de Europese Unie van toepassing zijn, en aan de interactieve sanctiekaart, die beide openbaar worden gemaakt;

ii) 

het verwerken van informatie over de gevolgen van de maatregelen van deze verordening, zoals de waarde van bevroren tegoeden, alsook informatie over door de bevoegde autoriteiten verleende toestemmingen.

2.  
De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger mogen in voorkomend geval relevante gegevens verwerken die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst, op strafrechtelijke veroordelingen van die personen of veiligheidsmaatregelen betreffende die personen, doch uitsluitend voor zover deze verwerking noodzakelijk is voor het opstellen van de bijlagen I en I bis.

▼B

3.  
Voor de toepassing van deze verordening gelden de Raad, de in bijlage II bij deze verordening vermelde dienst van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger als „verwerkingsverantwoordelijke” in de zin van artikel 3, punt 8), van Verordening (EU) 2018/1725, om ervoor te zorgen dat de betrokken natuurlijke personen hun rechten uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1725 kunnen uitoefenen.

Artikel 19

1.  
De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren die op de in bijlage II vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van de in bijlage II vermelde websites.
2.  
De lidstaten delen de Commissie na 28 november 2022 onverwijld mee welke hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe daarmee contact kan worden opgenomen, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen daarvan.
3.  
Wanneer in deze verordening een meldingsplicht is vastgesteld, of een verplichting om de Commissie in kennis te stellen of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruikgemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.

Artikel 20

Deze verordening is van toepassing:

a) 

op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b) 

aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c) 

op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d) 

op alle uit hoofde van het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten en lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie;

e) 

op alle rechtspersonen, entiteiten en lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 21

Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I

Lijst van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen als bedoeld in de artikelen 2, 3 en 9

PERSONEN

▼M3

1.  Jimmy CHERIZIER (ook bekend als „Barbecue”) heeft handelingen verricht die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Haïti bedreigen en heeft handelingen gepland, aangestuurd of gepleegd die ernstige schendingen van de mensenrechten vormen. Jimmy Chérizier is een van de invloedrijkste bendeleiders van Haïti en leidt een alliantie van Haïtiaanse bendes, bekend als de „G9 Family and Allies”.

Functie: voormalig politieagent

Geboortedatum: 30 maart 1977

Geboorteplaats: Port-au-Prince (Haïti)

Nationaliteit: Haïtiaanse

Nationaal identificatienr.: 001-843-989-7 (NIF — Haïti)

Adres: 16, Imp Manius, Delmas 40 B, Port-au-Prince, Haïti

Datum plaatsing op de VN-lijst: 21 oktober 2022

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Toen Chérizier werkzaam was als officier bij de Haïtiaanse nationale politie (HNP), plande hij de dodelijke aanslag van november 2018 op burgers in een wijk van Port-au-Prince, bekend als La Saline, en nam hij daaraan deel. Tijdens die aanslag werden door gewapende bendes ten minste 71 mensen gedood, meer dan 400 huizen verwoest en ten minste 7 vrouwen verkracht. In 2018 en 2019 leidde Chérizier gewapende groepen bij gecoördineerde, brute aanvallen in bepaalde wijken van Port-au-Prince. In mei 2020 leidde Chérizier gewapende bendes bij een vijf dagen durende aanval in meerdere buurten van Port-au-Prince, waarbij burgers werden gedood en huizen in brand werden gestoken. Sinds 11 oktober 2022 blokkeren Chérizier en zijn bendealliantie „G9 Family and Allies” actief het vrije verkeer van brandstof uit de brandstofterminal van Varreux — de grootste in Haïti. Zijn acties hebben rechtstreeks bijgedragen tot de economische verlamming en de humanitaire crisis in Haïti.

▼M4

2.  Johnson ANDRE (ook bekend als Izo). Op de lijst geplaatst op grond van punt 15 van Resolutie 2653 (2022) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties voor de in de punten 3 en 6 van die resolutie genoemde maatregelen, zoals nader uitgewerkt in punt 16, a), e), f), en g), van die resolutie.

Functie: leider van de 5 Segond gang

Geboortedatum: 1997

Geboorteplaats: Port-au-Prince (Haïti)

Nationaliteit: Haïtiaanse

Datum plaatsing op de VN-lijst: 8 december 2023

Geslacht: man

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Johnson Andre (ook bekend als Izo) is de hoofdleider van de 5 Segond gang en speelt een steeds invloedrijkere rol binnen de G-Pep-alliantie (zie VN-document S/2023/674, punt 54). Onder het leiderschap van Andre was 5 Segond betrokken bij diverse criminele activiteiten die de vrede, de veiligheid en de stabiliteit van Haïti bedreigen, waaronder verkrachting, inbraak, plundering, ontvoering, drugshandel, wapenhandel en het belemmeren van humanitaire hulpverlening (zie VN-document S/2023/674, bijlage 4). Daarnaast wordt Andre door de Haïtiaanse Nationale Politie (HNP) gezocht wegens het plegen van strafbare feiten zoals moord, ontvoering voor losgeld, illegaal bezit van vuurwapens, diefstal van voertuigen en stelen van goederen (zie VN-document S/2023/674, bijlage 11).

Andre, die expansionistische ambities koestert en met illegale activiteiten aanzienlijke middelen heeft verworven, heeft de afgelopen drie jaar de invloed van 5 Segond en het bijbehorende geweld uitgebreid naar andere delen van Port-au-Prince (zie VN-document S/2023/674, punt 54). Bovendien heeft de bende aanvallen uitgevoerd op openbare instellingen, waaronder het Gerecht van eerste aanleg, dat in 2022 werd leeggeroofd en momenteel onder de controle van 5 Segond staat (zie VN-document S/2023/674, punt 29).

Andre heeft de zeeroute gebruikt om steun te verlenen aan de noordelijke cellen van zijn bende, alsook aan de Canaan gang. Van daaruit voert hij strategische acties uit, zoals ontvoeringen in Delmas, Bon Repos en Lilavois, kapingen van vrachtwagens en diefstal van goederen. Tussen 18 april en 23 juni 2023 vonden vier aanvallen plaats waarbij meer dan dertig personen werden ontvoerd. Deze aanvallen werden toegeschreven aan de 5 Segond gang (zie VN-document S/2023/674, punt 64).

De activiteiten van de bende hebben ook het vrije verkeer van personen en voertuigen langs de nationale wegen (NR) 1 en 2 ernstig verstoord, alsook op zee, met name door piraterij. In oktober 2022 nam het aantal kapingen van vrachtwagens met hoogwaardige goederen langs de NR1 door leden van 5 Segond toe. Langs de NR2 in Martissant was 5 Segond verantwoordelijk voor afpersingen (zie VN-document S/2023/674, punt 79). Dit heeft de toegang tot strategische punten beperkt, de lokale economie belemmerd en de toegang tot voedsel en andere kritieke goederen, waaronder humanitaire hulp, verstoord.

In november 2022 gijzelde de 5 Segond gang 38 personen, waaronder 36 passagiers en 2 chauffeurs, die zich klaarmaakten om in 2 minibussen naar Miragoâne te rijden. In een videoboodschap verklaarde Andre dat deze ontvoering een reactie was op de dood van een van zijn bendeleden.

De 5 Segond gang misbruikt de kwetsbare veiligheidscontext om extra inkomsten te genereren door drugshandel. Uit sommige bronnen blijkt dat de drugs — al dan niet samen met vuurwapens — rechtstreeks vanuit Zuid-Amerika naar Village de Dieu worden verscheept. Vanuit Village de Dieu vervoert Izo, met steun van andere bendes, zoals Canaan, Gran Grif en Kokorat San Ras, de drugs verder naar Port-de-Paix en naar het buitenland (zie VN-document S/2023/674, punt 121).

De deskundigengroep heeft ook vastgesteld dat de 5 Segond gang zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachtingen (zie VN-document S/2023/674, punt 136).

3.  Renel DESTINA (ook bekend als Ti Lapli). Op de lijst geplaatst op grond van punt 15 van Resolutie 2653 (2022) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties voor de in de punten 3 en 6 van die resolutie genoemde maatregelen, zoals nader uitgewerkt in punt 16, a), e), f), en g), van die resolutie.

Functie: leider van de Grand Ravine gang

Geboortedatum: 11 juni 1982

Geboorteplaats: Haïti

Nationaliteit: Haïtiaanse

Datum plaatsing op de VN-lijst: 8 december 2023

Geslacht: man

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Renel Destina (ook bekend als Ti Lapli) is de leider van de Grand Ravine gang en de belangrijkste bondgenoot van Johnson Andre. Grand Ravine, die 300 leden telt en een bondgenoot van de G-Pep-alliantie is, is betrokken geweest bij verschillende acties die de vrede, de veiligheid en de stabiliteit in Haïti bedreigen (zie VN-document S/2023/674, punt 65).

Grand Ravine heeft onder leiding van Destina ernstige strafbare feiten gepleegd, waaronder moord, verkrachting, gewapende overvallen, vernieling van eigendommen, ontvoering voor losgeld, diefstal van voertuigen, kaping van vrachtwagens en goederen, en beroving (zie VN-document S/2023/674, punt 136, bijlage 4). Daarnaast wordt Destina door de Haïtiaanse Nationale Politie (HNP) gezocht wegens strafbare feiten zoals moord, diefstal van voertuigen, kaping van vrachtwagens, illegaal bezit van vuurwapens, en ontvoering voor losgeld (zie VN-document S/2023/674, bijlage 18).

Sinds eind 2022 probeert de bende zijn territoriale controle uit te breiden tot de wijken Carrefour-Feuilles en Savane Pistache, waarbij de bende ten aanzien van de bewoners strafbare feiten pleegt, zoals moorden, overvallen, verkrachtingen en plundering en in brand steken van woningen, en aanhoudend aanvallen op leden van de HNP uitvoert. Twee politieagenten werden gedood op 4 en 14 augustus 2023. Op 14 augustus 2023 viel Grand Ravine het Haïtiaanse onderstation in dat gebied aan en schakelde de bende het station uit. Op 15 augustus 2023 vluchtten ongeveer 1 020 gezinnen — in totaal 4 972 personen — uit Carrefour-Feuilles en Savane Pistache (zie VN-document S/2023/674, punt 65). Op 24 mei 2023 namen gewapende mannen van Grand Ravine Carrefour-Feuilles onder vuur en doodden daarbij een schooljongen (zie VN-document S/2023/674, bijlage 40).

Volgens een persbericht van het Ministerie van Justitie van 7 november 2022 werd Destina in staat van beschuldiging gesteld voor de ontvoering van een Amerikaanse staatsburger in februari 2021. Het slachtoffer werd ongeveer 14 dagen vastgehouden en dagelijks bedreigd met een vuurwapen, terwijl zijn familie probeerde losgeld bijeen te krijgen.

Volgens een artikel in de Haitian Times van 22 oktober 2020 verklaarde Destina tijdens een radiouitzending dat hij Wolf Hall, de voorzitter van de loterijorganisatie Titi Loto & T-Sound, op 18 oktober 2020 had ontvoerd.

Daarnaast heeft Grand Ravine langs de nationale weg 2 (NR2) die Port-au-Prince met het zuiden verbindt, controle verworven met als doel inkomsten te verwerven uit afpersing, kaping van vrachtwagens, smokkel en andere illegale activiteiten (zie VN-document S/2023/674, punt 79). Dit heeft de toegang tot strategische infrastructuur beperkt en de lokale economie belemmerd doordat het de toegang tot voedsel en andere kritieke goederen, waaronder humanitaire hulp, heeft verstoord.

4.  Wilson JOSEPH (ook bekend als Lanmo San Jou) Op de lijst geplaatst op grond van punt 15 van Resolutie 2653 (2022) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties voor de in de punten 3 en 6 van die resolutie genoemde maatregelen, zoals nader uitgewerkt in punt 16, a), b), d) en e), van die resolutie.

Functie: leider van de 400 Mawozo gang

Geboortedatum: 28 februari 1993

Geboorteplaats: Haïti

Nationaliteit: Haïtiaanse

Datum plaatsing op de VN-lijst: 8 december 2023

Geslacht: man

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Wilson Joseph (ook bekend als Lanmo San Jou) is de leider van de 400 Mawozo gang, een actieve bende in het grootstedelijk gebied Port-au-Prince, met name in de gemeente Croix-des-Bouquets, en een bondgenoot van de G-Pep-alliantie (zie VN-document S/2023/674, deel III(A) 2.3).

Wilson Joseph is — rechtstreeks of door het geven van bevelen aan zijn bendeleden — verantwoordelijk voor schendingen van de mensenrechten en het plegen van strafbare feiten, met inbegrip van aanvallen tegen weerloze mensen met de dood of verwonding tot gevolg, het verstoren of belemmeren van humanitaire hulp (bv. medische diensten), verkrachting (ook van minderjarigen), rekrutering van kinderen, overvallen, plunderingen en vernieling van openbare gebouwen zoals gevangenissen en politiebureaus, ontvoering, en kaping van vrachtwagens (zie VN-document S/2023/674, bijlage 4). Deze aanvallen hebben geleid tot grote aantallen binnenlandse ontheemdingen. Daarnaast wordt Joseph door de Haïtiaanse Nationale Politie (HNP) gezocht wegens strafbare feiten zoals moord, moordpoging, diefstal van voertuigen, en ontvoering (zie VN-document S/2023/674, bijlage 20).

Op 24 juli 2022 werd een politiecommissaris van Croix-des-Bouquets gedood en verminkt door leden van de 400 Mawozo gang (zie VN-document S/2023/674, bijlage 6). In februari 2023 meldde het Higgins Brothers Surgicenter for Hope in Fonds-Parisien, gelegen in een gebied dat door 400 Mawozo wordt gecontroleerd, dat er de afgelopen twee jaar meerdere incidenten hadden plaatsgevonden waarbij chirurgen, artsen en verpleegkundigen op weg naar hun werk werden doodgeschoten, beroofd of ontvoerd (zie VN-document S/2023/674, bijlage 44). Joseph was ook betrokken bij de opzienbarende ontvoeringszaak van oktober 2021 in Haïti waarbij 17 buitenlandse christelijke missionarissen en familieleden, onder wie vijf minderjarigen, werden ontvoerd (zie VN-document S/2023/674, bijlage 32).

De 400 Mawozo gang is actief betrokken bij wapen- en munitiehandel (zie VN-document S/2023/674, punt 104). Verscheidene leden van wie bekend is dat zij verantwoordelijk zijn voor wapen- en munitiehandel, zijn door de HNP gearresteerd, onder meer in Malpasse op 26 april 2022 en in Nippes in het zuidwesten van het land op 14 mei 2022 (zie VN-document S/2023/674, bijlage 32). In mei 2022 werden drie Haïtiaanse onderdanen en één Amerikaanse staatsburger beschuldigd van illegale vuurwapenhandel ter ondersteuning van 400 Mawozo in Haïti (zie VN-document S/2023/674, bijlage 32).

5.  Vitelhomme INNOCENT Op de lijst geplaatst op grond van punt 15 van Resolutie 2653 (2022) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties voor de in de punten 3 en 6 van die resolutie genoemde maatregelen, zoals nader uitgewerkt in punt 16, a), e) en f), van die resolutie.

Functie: leider van de Kraze Barye gang

Geboortedatum: 27 maart 1986

Geboorteplaats: Port-au-Prince (Haïti)

Nationaliteit: Haïtiaanse

Nationaal identificatienr.: Haiti 004-341-263-3

Adres: 64, Soisson, Tabarre 49, Port-au-Prince

Datum plaatsing op de VN-lijst: 8 december 2023

Geslacht: man

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Vitelhomme Innocent is de leider van de Kraze Barye gang, een van de machtigste bendes in het grootstedelijk gebied Port-au-Prince, met een toenemend aantal strijders en semiautomatische wapens (zie VN-document S/2023/674, punt 66). Innocent was betrokken bij activiteiten die de vrede, de veiligheid en de stabiliteit van Haïti bedreigen.

Onder leiding van Innocent heeft Kraze Barye mensenrechten geschonden en strafbare feiten gepleegd zoals moord, verkrachting, rekrutering van kinderen en ontvoering voor losgeld, alsook gewapende overvallen, vernieling van eigendom, diefstal van voertuigen en landroof (zie VNdocument S/2023/674, punt 141, bijlage 4). Daarnaast wordt Innocent ook door de Haïtiaanse Nationale Politie (HNP) gezocht wegens strafbare feiten zoals moord, moordpoging, verkrachting, gewapende overval, diefstal van voertuigen en ontvoering (zie VN-document S/2023/674, bijlage 19).

Kraze Barye heeft herhaaldelijk de HNP aangevallen, waarbij verscheidene politieagenten om het leven zijn gekomen en politiebureaus zijn beschadigd. Bovendien heeft de bevolking van de gemeenten Petion-Ville, Kenscoff, Tabarre, Croix-des-Bouquets en Delmas de afgelopen drie jaar herhaaldelijk te lijden gehad onder aanvallen van de bende van Innocent, wat heeft bijgedragen tot de ontheemding van duizenden mensen. Hij blijft zich schuldig maken aan strafbare feiten ten aanzien van de politie en de bevolking, met inbegrip van landroof en diefstal van eigendom, moord, plundering, diefstal en ontvoering van invloedrijke personen (zie VN-document S/2023/674, punt 66).

Ook in juli 2023 ging Kraze Barye over tot het aanvallen, doden en verkrachten van bewoners van Fort Jacques, Truitier en Dumornay. Door de aanvallen van Kraze Barye zijn er sinds 10 augustus 2023 ongeveer 2 000 personen, onder wie 229 minderjarigen, ontheemd (zie VN-document S/2023/674, punt 151).

Innocent heeft prominente personen, zoals de regionaal directeur van de APN-haven van Cap-Haïtien, de directeur van een particuliere televisiezender op de Route des Freres, de directeur van de Radio Commerciale d’Haïti, alsook een beroemde journalist en de voormalige voorzitter van de voorlopige kiescommissie (zie VN-document S/2023/674, bijlage 22), ontvoerd. Innocent werd in staat van beschuldiging gesteld voor de gewapende gijzeling van twee Amerikaanse burgers in oktober 2022 in Haïti waarbij één van hen om het leven is gekomen (persbericht, United States Attorney’s Office, District of Columbia, 24 oktober 2023).

▼M2




BIJLAGE I bis

Lijst van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen als bedoeld in artikel 4 bis

▼B




BIJLAGE II

Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Commissie

BELGIË

https://diplomatie.belgium.be/nl/beleid/beleidsthemas/vrede-en-veiligheid/sancties

BULGARIJE

https://www.mfa.bg/en/EU-sanctions

TSJECHIË

www.financnianalytickyurad.cz/mezinarodni-sankce.html

DENEMARKEN

http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/

DUITSLAND

https://www.bmwi.de/Redaktion/DE/Artikel/Aussenwirtschaft/embargos-aussenwirtschaftsrecht.html

ESTLAND

https://vm.ee/sanktsioonid-ekspordi-ja-relvastuskontroll/rahvusvahelised-sanktsioonid

IERLAND

https://www.dfa.ie/our-role-policies/ireland-in-the-eu/eu-restrictive-measures/

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

https://www.exteriores.gob.es/es/PoliticaExterior/Paginas/SancionesInternacionales.aspx

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/

KROATIË

https://mvep.gov.hr/vanjska-politika/medjunarodne-mjere-ogranicavanja/22955

ITALIË

https://www.esteri.it/it/politica-estera-e-cooperazione-allo-sviluppo/politica_europea/misure_deroghe/

CΥΡRUS

https://mfa.gov.cy/themes/

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

https://maee.gouvernement.lu/fr/directions-du-ministere/affaires-europeennes/organisations-economiques-int/mesures-restrictives.html

HONGARIJE

https://kormany.hu/kulgazdasagi-es-kulugyminiszterium/ensz-eu-szankcios-tajekoztato

MALTA

https://foreignandeu.gov.mt/en/Government/SMB/Pages/SMB-Home.aspx

NEDERLAND

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties

OOSTENRIJK

https://www.bmeia.gv.at/themen/aussenpolitik/europa/eu-sanktionen-nationale-behoerden/

POLEN

https://www.gov.pl/web/dyplomacja/sankcje-miedzynarodowe

https://www.gov.pl/web/diplomacy/international-sanctions

PORTUGAL

http://www.portugal.gov.pt/pt/ministerios/mne/quero-saber-mais/sobre-o-ministerio/medidas-restritivas/medidas-restritivas.aspx

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi

SLOWAKIJE

https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

https://um.fi/pakotteet

ZWEDEN

https://www.regeringen.se/sanktioner

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Financiële Stabiliteit, Financiële Diensten en Kapitaalmarktenunie (DG FISMA)

Spastraat 2

B-1049 Brussel, België

E-mail:

relex-sanctions@ec.europa.eu