02022R2309 — NL — 16.02.2023 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EU) 2022/2309 VAN DE RAAD

van 25 november 2022

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Haïti

(PB L 307 van 28.11.2022, blz. 17)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

VERORDENING (EU) 2023/331 VAN DE RAAD van 14 februari 2023

  L 47

1

15.2.2023




▼B

VERORDENING (EU) 2022/2309 VAN DE RAAD

van 25 november 2022

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Haïti



Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a) 

“vordering”: elke vóór, op of na 28 november 2022 ingediende eis, ook wanneer die de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:

i) 

een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

ii) 

een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm;

iii) 

een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

iv) 

een tegenvordering;

v) 

een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

b) 

“contract of transactie”: elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dat verband worden onder “contract” tevens begrepen alle — al dan niet uit juridisch oogpunt opzichzelfstaande — obligaties, garanties of contragaranties, met name financiële garanties of contragaranties, en kredieten, alsook alle uit de transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

c) 

“bevoegde autoriteiten”: de op de in bijlage II genoemde websites vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten;

d) 

“economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar die kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

e) 

“bevriezing van economische middelen”: voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door die te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

f) 

“bevriezing van tegoeden”: voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken of bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

g) 

“tegoeden”: financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i) 

contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii) 

deposito’s bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii) 

in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv) 

rente, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v) 

krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi) 

kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven;

vii) 

bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

h) 

“Sanctiecomité”: het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (de “VN-Veiligheidsraad”) dat is opgericht op grond van punt 19 van Resolutie 2653 (2022) van de VN-Veiligheidsraad;

i) 

“technische bijstand”: elke technische ondersteuning in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst, die de vorm kan aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;

j) 

“grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

Artikel 2

Er geldt een verbod op:

a) 

het verstrekken van technische bijstand in verband met militaire activiteiten en het verstrekken, fabriceren, onderhouden en gebruiken van wapens en alle soorten aanverwant materieel, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen daarvoor, direct of indirect, aan de op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b) 

het verstrekken van financiering of financiële steun in verband met militaire activiteiten, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, alsook verzekering en herverzekering, voor de verkoop, de levering, de overdracht of de uitvoer van wapens en aanverwant materieel, of voor de levering van verwante technische bijstand, direct of indirect, aan de op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

Artikel 3

1.  
Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, worden bevroren.
2.  
Er worden geen tegoeden of economische middelen, direct of indirect, ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

Artikel 4

1.  

In bijlage I zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen opgenomen die door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité zijn geïdentificeerd als zijnde verantwoordelijk voor, medeplichtig aan, of direct of indirect betrokken bij acties die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Haïti bedreigen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot natuurlijke personen en rechtspersonen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Haïti hebben bedreigd door een van de volgende acties:

a) 

direct of indirect deelnemen aan of ondersteunen van criminele activiteiten en geweld waarbij gewapende groepen en criminele netwerken betrokken zijn die geweld bevorderen, met inbegrip van gedwongen rekrutering van kinderen door dergelijke groepen en netwerken, ontvoeringen, mensenhandel en migrantensmokkel, en moorden en seksueel en gendergerelateerd geweld;

b) 

ondersteunen van illegale handel in en omleiding van wapens en aanverwant materieel, of daarmee verband houdende illegale geldstromen;

c) 

handelen voor, namens of op aanwijzing van, of anderszins ondersteunen of financieren van een persoon of entiteit die is aangewezen in verband met de in de punten a) en b) beschreven activiteiten, onder meer door direct of indirect gebruik te maken van de opbrengsten van de georganiseerde misdaad, met inbegrip van de opbrengsten van de illegale productie van en handel in drugs en precursoren daarvan die afkomstig zijn uit of worden doorgevoerd door Haïti, de mensenhandel en de smokkel van migranten uit Haïti, of de smokkel van en de handel in wapens naar of vanuit Haïti;

d) 

handelen in strijd met het wapenembargo dat is ingesteld bij punt 11 van Resolutie 2653 (2022) van de VN-Veiligheidsraad, of direct of indirect leveren, verkopen of overdragen aan gewapende groepen of criminele netwerken in Haïti, of ontvangen van wapens of aanverwant materieel, of van technisch advies, opleiding of bijstand, met inbegrip van financiering en financiële bijstand, in verband met gewelddadige activiteiten van gewapende groepen of criminele netwerken in Haïti;

e) 

plannen, aansturen of plegen van handelingen die in strijd zijn met het internationaal recht inzake de mensenrechten of van schendingen van de mensenrechten, met inbegrip van handelingen waarbij sprake is van buitengerechtelijke moord, onder meer van vrouwen en kinderen, en het plegen van gewelddaden, ontvoering, gedwongen verdwijningen of ontvoeringen voor losgeld in Haïti;

f) 

plannen, aansturen of plegen van handelingen in verband met seksueel en gendergerelateerd geweld, met inbegrip van verkrachting en seksuele slavernij, in Haïti;

g) 

belemmeren van de verstrekking van humanitaire hulp aan Haïti of van de toegang tot of de distributie van humanitaire hulp in Haïti;

h) 

aanvallen van personeel of gebouwen van VN-missies en -operaties in Haïti, of ondersteunen van dergelijke aanvallen.

2.  
In bijlage I worden de redenen vermeld voor het op de lijst plaatsen van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.
3.  
In bijlage I wordt de informatie opgenomen, indien die beschikbaar is, die door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité is verstrekt, en die nodig is om de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en plaats van vestiging. Bijlage I bevat tevens de datum van aanwijzing door de VN-Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité.

▼M1

Artikel 5

Artikel 3, leden 1 en 2, is niet van toepassing op het ter beschikking stellen van tegoeden of economische middelen die noodzakelijk zijn voor de tijdige verstrekking van humanitaire bijstand of voor de ondersteuning van andere activiteiten die beantwoorden aan elementaire menselijke behoeften wanneer dergelijke bijstand en andere activiteiten worden uitgevoerd door:

a) 

de Verenigde Naties, met inbegrip van hun programma’s, fondsen en andere entiteiten en organen, alsmede hun gespecialiseerde agentschappen en aanverwante organisaties;

b) 

internationale organisaties;

c) 

humanitaire organisaties met de status van waarnemer bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en leden van die humanitaire organisaties;

d) 

bilateraal of multilateraal gefinancierde niet-gouvernementele organisaties die deelnemen aan de humanitaire responsplannen van de Verenigde Naties, de responsplannen voor vluchtelingen, andere oproepen van de Verenigde Naties of humanitaire clusters die worden gecoördineerd door het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de Verenigde Naties (OCHA);

e) 

de werknemers, begunstigden, ondergeschikte organen of uitvoerende partners van de in punten a) tot en met d) genoemde entiteiten terwijl en voor zover zij in die hoedanigheid handelen; of door

f) 

passende andere actoren, zoals bepaald door het Sanctiecomité.

▼B

Artikel 6

1.  

In afwijking van artikel 3 kunnen de bevoegde autoriteiten, op door hen passend geachte voorwaarden, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a) 

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de op de lijst in de bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de gezinsleden die van die natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b) 

uitsluitend bestemd zijn voor het betalen van redelijke honoraria of het vergoeden van andere kosten van juridische diensten;

c) 

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het routinematig aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen,

mits de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat het Sanctiecomité in kennis heeft gesteld van die vaststelling en van haar voornemen toestemming te verlenen, en indien het Sanctiecomité niet binnen vijf werkdagen na die kennisgeving een negatief besluit heeft genomen.

2.  
In afwijking van artikel 3 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, op door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits die vaststelling door de bevoegde autoriteit van de desbetreffende lidstaat is gemeld bij het Sanctiecomité en door het Sanctiecomité is goedgekeurd.
3.  
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke uit hoofde van de leden 1 en 2 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van die toestemming.

Artikel 7

1.  

In afwijking van artikel 3, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) 

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een gerechtelijk, administratief of arbitraal besluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 4 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst in bijlage I werd opgenomen, of van een gerechtelijk, administratief of arbitraal vonnis van vóór die datum;

b) 

de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend benut om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk besluit of door een dergelijk vonnis zijn gewaarborgd en geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

c) 

het besluit komt niet ten goede aan een op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam;

d) 

de erkenning van het besluit of vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat, en

e) 

het retentierecht of het vonnis is door de lidstaat gemeld aan het Sanctiecomité.

2.  
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke uit hoofde van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van die toestemming.

Artikel 8

1.  

In afwijking van artikel 3, lid 1, en mits een betaling verschuldigd is door op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen uit hoofde van een contract dat of overeenkomst die is gesloten of een verplichting die is ontstaan vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit of het betrokken lichaam op de lijst in bijlage I werd opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

a) 

de tegoeden of economische middelen zullen worden gebruikt voor een betaling door een op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam;

b) 

de betaling niet in strijd is met artikel 3, lid 2, en

c) 

de betrokken lidstaat het Sanctiecomité ten minste tien werkdagen van tevoren in kennis heeft gesteld van zijn voornemen toestemming te verlenen.

2.  
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke uit hoofde van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van die toestemming.

Artikel 9

1.  
Artikel 3, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van op de lijst vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen zijn overgemaakt, mits de bijgeboekte bedragen eveneens bevroren worden. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.
2.  

Artikel 3, lid 2, is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

a) 

rente of andere inkomsten op die rekeningen;

b) 

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 4 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of het in artikel 4 bedoelde lichaam is opgenomen op de lijst in bijlage I, of

c) 

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van rechterlijke, administratieve of arbitrale beslissingen die in een lidstaat zijn gegeven of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn,

mits die rente, andere inkomsten en betalingen onderworpen blijven aan de maatregelen van artikel 3, lid 1.

Artikel 10

1.  

Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a) 

alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie over rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 3, lid 1, zijn bevroren, onmiddellijk te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en die informatie, direct of via de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen, en

b) 

samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van de in punt a) bedoelde informatie.

2.  
Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.
3.  
Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 11

1.  
Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in de artikelen 2 en 3 bedoelde maatregelen worden omzeild.
2.  

Op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen:

a) 

melden vóór 9 januari 2023 of, als dat later is, binnen zes weken na de datum van opneming op de lijst in bijlage I, de tegoeden of economische middelen die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen en toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van hen, aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar die tegoeden of economische middelen zich bevinden, en

b) 

werken samen met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van dergelijke informatie.

3.  
Niet-naleving van lid 2 wordt beschouwd als deelname, als bedoeld in lid 1, aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de in artikel 2 bedoelde maatregelen worden omzeild.
4.  
De betrokken lidstaat stelt de Commissie binnen twee weken in kennis van de op grond van lid 2, punt a), ontvangen informatie.
5.  
De verplichting van lid 2, punt a), is niet van toepassing tot 1 januari 2023 met betrekking tot tegoeden of economische middelen die zich bevinden in een lidstaat die vóór 28 november 2022 een soortgelijke rapportageverplichting uit hoofde van het nationale recht had vastgesteld.
6.  
Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.
7.  
De verwerking van persoonsgegevens geschiedt in overeenstemming met deze verordening en Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725 en alleen voor zover nodig voor de toepassing van deze verordening.

Artikel 12

1.  
Bevriezing van tegoeden en economische middelen of weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, indien die maatregel plaatsvindt in goed vertrouwen en in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van bestuurders of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen uit nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.
2.  
Het optreden van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geeft geen aanleiding tot aansprakelijkheid van die natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en niet redelijkerwijs konden vermoeden dat hun optreden een inbreuk zou vormen op de maatregelen waarin deze verordening voorziet.

Artikel 13

1.  

Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van deze verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot compensatie of een garantievordering, meer bepaald een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm daarvan, worden niet toegewezen indien die vorderingen worden ingesteld door:

a) 

op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b) 

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die handelen voor rekening of ten behoeve van een van de in punt a) bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

2.  
In procedures waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, geleverd door de eisende natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit of het eisende lichaam.
3.  
Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op rechterlijke toetsing van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen in overeenstemming met deze verordening.

Artikel 14

1.  

De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie met betrekking tot:

a) 

tegoeden die zijn bevroren uit hoofde van artikel 3, lid 1, en toestemmingen die zijn verleend uit hoofde van de artikelen 6, 7, en 8;

b) 

inbreuken, handhavingsproblemen en vonnissen van nationale rechters.

2.  
De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onmiddellijk in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken, en die van invloed kan zijn op de doeltreffende uitvoering van deze verordening.

Artikel 15

De Commissie wordt gemachtigd om bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

Artikel 16

1.  
Wanneer de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst plaatst, en voor de aanwijzing redenen heeft opgegeven, neemt de Raad die natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit of dat lichaam op de lijst in bijlage I op. De Raad stelt de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit of het betrokken lichaam in kennis van zijn besluit en van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit of het betrokken lichaam daarover opmerkingen kan indienen.
2.  
Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit of het betrokken lichaam daarvan op de hoogte.
3.  
Wanneer de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité besluit een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam van de lijst te schrappen, of besluit de identificatiegegevens van een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst te wijzigen, wijzigt de Raad bijlage I dienovereenkomstig.

Artikel 17

1.  
De lidstaten stellen de regels vast voor sancties die van toepassing zijn in geval van overtreding van de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat die daadwerkelijk worden toegepast. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
2.  
De lidstaten stellen de Commissie na 28 november 2022 onverwijld in kennis van de in lid 1 bedoelde regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen daarvan.

Artikel 18

1.  

De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”) verwerken voor de uitoefening van hun taken uit hoofde van deze verordening persoonsgegevens. Die taken omvatten het volgende:

a) 

wat betreft de Raad, het voorbereiden en het maken van wijzigingen van bijlage I;

b) 

wat betreft de hoge vertegenwoordiger, het voorbereiden van wijzigingen van bijlage I;

c) 

wat betreft de Commissie:

i) 

het toevoegen van de inhoud van bijlage I aan de elektronische geconsolideerde lijst van personen, groepen en entiteiten waarop financiële sancties van de Unie van toepassing zijn, en aan de interactieve sanctiekaart, die beide openbaar worden gemaakt;

ii) 

het verwerken van informatie over de gevolgen van de maatregelen van deze verordening, zoals de waarde van bevroren tegoeden, alsook informatie over door de bevoegde autoriteiten verleende toestemmingen.

2.  
De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger mogen in voorkomend geval relevante gegevens verwerken die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst, op strafrechtelijke veroordelingen van die personen of veiligheidsmaatregelen betreffende die personen, doch uitsluitend voor zover die verwerking noodzakelijk is voor het voorbereiden van bijlage I.
3.  
Voor de toepassing van deze verordening gelden de Raad, de in bijlage II bij deze verordening vermelde dienst van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger als “verwerkingsverantwoordelijke” in de zin van artikel 3, punt 8), van Verordening (EU) 2018/1725, om ervoor te zorgen dat de betrokken natuurlijke personen hun rechten uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1725 kunnen uitoefenen.

Artikel 19

1.  
De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren die op de in bijlage II vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van de in bijlage II vermelde websites.
2.  
De lidstaten delen de Commissie na 28 november 2022 onverwijld mee welke hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe daarmee contact kan worden opgenomen, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen daarvan.
3.  
Wanneer in deze verordening een meldingsplicht is vastgesteld, of een verplichting om de Commissie in kennis te stellen of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruikgemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.

Artikel 20

Deze verordening is van toepassing:

a) 

op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b) 

aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c) 

op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d) 

op alle uit hoofde van het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten en lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie;

e) 

op alle rechtspersonen, entiteiten en lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 21

Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I

Lijst van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen als bedoeld in de artikelen 2, 3 en 9

PERSONEN

1.  Jimmy Cherizier (ook bekend als “Barbecue”) heeft handelingen verricht die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Haïti bedreigen en heeft handelingen gepland, aangestuurd of gepleegd die ernstige schendingen van de mensenrechten vormen.

Plaatsing op de lijst: 21 oktober 2022

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Jimmy Cherizier is een van de invloedrijkste bendeleiders van Haïti en leidt een alliantie van Haïtiaanse bendes, bekend als de “G9 Family and Allies”.

Toen Cherizier werkzaam was als officier bij de Haïtiaanse nationale politie (HNP), plande hij de dodelijke aanslag van november 2018 op burgers in een wijk van Port-au-Prince, bekend als La Saline, en nam hij daaraan deel. Tijdens die aanslag kwamen ten minste 71 mensen om het leven, werden meer dan 400 huizen verwoest en werden ten minste zeven vrouwen verkracht door gewapende bendes. In 2018 en 2019 leidde Cherizier gewapende groepen bij gecoördineerde, brutale aanvallen in bepaalde wijken van Port-au-Prince. In mei 2020 leidde Cherizier gewapende bendes bij een vijf dagen durende aanval in meerdere buurten van Port-au-Prince, waarbij burgers werden gedood en huizen in brand werden gestoken. Sinds 11 oktober 2022 blokkeren Cherizier en zijn bende-alliantie “G9” actief het vrije verkeer van brandstof uit de brandstofterminal van Varreux — de grootste in Haïti. Zijn acties hebben rechtstreeks bijgedragen tot de economische verlamming en de humanitaire crisis in Haïti.




BIJLAGE II

Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Commissie

BELGIË

https://diplomatie.belgium.be/nl/beleid/beleidsthemas/vrede-en-veiligheid/sancties

BULGARIJE

https://www.mfa.bg/en/EU-sanctions

TSJECHIË

www.financnianalytickyurad.cz/mezinarodni-sankce.html

DENEMARKEN

http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/

DUITSLAND

https://www.bmwi.de/Redaktion/DE/Artikel/Aussenwirtschaft/embargos-aussenwirtschaftsrecht.html

ESTLAND

https://vm.ee/sanktsioonid-ekspordi-ja-relvastuskontroll/rahvusvahelised-sanktsioonid

IERLAND

https://www.dfa.ie/our-role-policies/ireland-in-the-eu/eu-restrictive-measures/

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

https://www.exteriores.gob.es/es/PoliticaExterior/Paginas/SancionesInternacionales.aspx

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/

KROATIË

https://mvep.gov.hr/vanjska-politika/medjunarodne-mjere-ogranicavanja/22955

ITALIË

https://www.esteri.it/it/politica-estera-e-cooperazione-allo-sviluppo/politica_europea/misure_deroghe/

CΥΡRUS

https://mfa.gov.cy/themes/

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

https://maee.gouvernement.lu/fr/directions-du-ministere/affaires-europeennes/organisations-economiques-int/mesures-restrictives.html

HONGARIJE

https://kormany.hu/kulgazdasagi-es-kulugyminiszterium/ensz-eu-szankcios-tajekoztato

MALTA

https://foreignandeu.gov.mt/en/Government/SMB/Pages/SMB-Home.aspx

NEDERLAND

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties

OOSTENRIJK

https://www.bmeia.gv.at/themen/aussenpolitik/europa/eu-sanktionen-nationale-behoerden/

POLEN

https://www.gov.pl/web/dyplomacja/sankcje-miedzynarodowe

https://www.gov.pl/web/diplomacy/international-sanctions

PORTUGAL

http://www.portugal.gov.pt/pt/ministerios/mne/quero-saber-mais/sobre-o-ministerio/medidas-restritivas/medidas-restritivas.aspx

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi

SLOWAKIJE

https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

https://um.fi/pakotteet

ZWEDEN

https://www.regeringen.se/sanktioner

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Financiële Stabiliteit, Financiële Diensten en Kapitaalmarktenunie (DG FISMA)

Spastraat 2

B-1049 Brussel, België

E-mail:

relex-sanctions@ec.europa.eu