02022R0415 — NL — 24.03.2024 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

►M1   UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/415 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2022

tot verlening van een vergunning voor appelzuur, citroenzuur geproduceerd door Aspergillus niger DSM 25794 of CGMCC 4513/CGMCC 5751 of CICC 40347/CGMCC 5343, sorbinezuur en kaliumsorbaat, azijnzuur, natriumdiacetaat en calciumacetaat, propionzuur, natriumpropionaat, calciumpropionaat en ammoniumpropionaat, mierenzuur, natriumformiaat, calciumformiaat en ammoniumformiaat, en melkzuur geproduceerd door Bacillus coagulans (LMG S-26145 of DSM 23965), of Bacillus smithii (LMG S-27890) of Bacillus subtilis (LMG S-27889) en calciumlactaat als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten ◄

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 085 van 14.3.2022, blz. 6)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/762 VAN DE COMMISSIE  van 1 maart 2024

  L 762

1

4.3.2024




▼B

▼M1

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/415 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2022

tot verlening van een vergunning voor appelzuur, citroenzuur geproduceerd door Aspergillus niger DSM 25794 of CGMCC 4513/CGMCC 5751 of CICC 40347/CGMCC 5343, sorbinezuur en kaliumsorbaat, azijnzuur, natriumdiacetaat en calciumacetaat, propionzuur, natriumpropionaat, calciumpropionaat en ammoniumpropionaat, mierenzuur, natriumformiaat, calciumformiaat en ammoniumformiaat, en melkzuur geproduceerd door Bacillus coagulans (LMG S-26145 of DSM 23965), of Bacillus smithii (LMG S-27890) of Bacillus subtilis (LMG S-27889) en calciumlactaat als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten

▼B

(Voor de EER relevante tekst)



Artikel 1

Verlening van een vergunning

Voor de in de bijlage gespecificeerde toevoegingsmiddelen, die behoren tot de categorie “technologische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “conserveermiddelen” of “zuurteregelaars”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

Artikel 2

Overgangsmaatregelen

1.  
De in de bijlage gespecificeerde toevoegingsmiddelen en de voormengsels die deze toevoegingsmiddelen bevatten en die vóór 3 oktober 2022 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 3 april 2022 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.
2.  
De mengvoeders en voedermiddelen die de in de bijlage gespecificeerde toevoegingsmiddelen bevatten, en die vóór 3 april 2023 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 3 april 2022 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor voedselproducerende dieren.
3.  
De mengvoeders en voedermiddelen die de in de bijlage gespecificeerde toevoegingsmiddelen bevatten, en die vóór 3 april 2024 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 3 april 2022 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor niet-voedselproducerende dieren.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1a296

DL-appelzuur

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

DL-appelzuur ≥ 99,5 %

Karakterisering van de werkzame stof

DL-appelzuur ≥ 99,5 %

C4H6O5

CAS-Nr.: 6915-15-7 (of 617-48-1)

Sulfaatas: ≤ 0,02 %

Fumaarzuur ≤ 1 %

Appelzuur ≤ 0,05 %

Geproduceerd door chemische synthese

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van appelzuur als totaal appelzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

Alle diersoorten

1.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

2.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1a330

Citroenzuur

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Citroenzuur ≥ 99,5 % (in droge stof)

Karakterisering van de werkzame stof

Citroenzuur ≥ 99,5 %

Anhydraat:

C6H8O7

CAS-Nr.: 77-92-9

Monohydraat:

C6H8O7.H2O

CAS-Nr.: 5949-29-1

Sulfaatas: < 0,05 %

Oxaalzuur: < 100 mg/kg

Geproduceerd door:

— Aspergillus niger DSM 25794, of

— Aspergillus niger CGMCC 4513/CGMCC 5751, of

— Aspergillus niger CICC 40347/CGMCC 5343

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van citroenzuur als totaal citroenzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

Alle diersoorten

15 000

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van citroenzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: zuurteregelaars.

1a330

Citroenzuur

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Citroenzuur ≥ 99,5 % (in droge stof)

Karakterisering van de werkzame stof

Citroenzuur ≥ 99,5 %

Anhydraat:

C6H8O7

CAS-Nr.: 77-92-9

Monohydraat:

C6H8O7.H2O

CAS-Nr.: 5949-29-1

Sulfaatas: < 0,05 %

Oxaalzuur: < 100 mg/kg

Geproduceerd door:

— Aspergillus niger DSM 25794, of

— Aspergillus niger CGMCC 4513/CGMCC 5751, of

— Aspergillus niger CICC 40347/CGMCC 5343

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van citroenzuur als totaal citroenzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

Alle diersoorten

15 000

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van citroenzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1a200

Sorbinezuur

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Sorbinezuur ≥ 99 %

Vaste vorm

Werkzame stof

Sorbinezuur ≥ 99 %

C6 H8O2

CAS-Nr.: 110-44-1

Sulfaatas: ≤ 0,2 %

Aldehyden ≤ 0,1 %

Geproduceerd door chemische synthese

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van sorbinezuur als totaal sorbinezuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

hogedrukvloeistofchromatografie met ultravioletdetectie, HPLC-UV (EN 17298).

Alle diersoorten met uitzondering van herkauwers met een niet-functionele pens

2 500

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van sorbinezuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

Herkauwers met een niet-functionele pens

6 700

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1k202

Kaliumsorbaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Kaliumsorbaat ≥ 99 %

Vaste vorm

Werkzame stof

Kaliumsorbaat ≥ 99 %

C6 H7 KO2

CAS-Nr.: 24634-61-5

Geproduceerd door chemische synthese

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van kalium in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

— EN ISO 6869: atoomabsorptiespectrometrie (AAS), of

— EN 15510: atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES).

Voor de bepaling van kaliumsorbaat als totaal sorbinezuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

hogedrukvloeistofchromatografie met ultravioletdetectie, HPLC-UV (EN 17298).

Alle diersoorten met uitzondering van herkauwers met een niet-functionele pens

2 500

(als sorbinezuur)

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van kaliumsorbaat mogen de toegestane maximumgehalten in volledige diervoeders niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

Herkauwers met een niet-functionele pens

6 700

(als sorbinezuur)

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1a260

Azijnzuur

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Azijnzuur: ≥ 99,8 %

Vloeibare vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Azijnzuur: ≥ 99,8 %

C2H4O2

CAS-Nr.: 64-19-7

Watergehalte: ≤ 0,15 %

Vaste-stofgehalte ≤ 30 mg/kg

Mierenzuur en zouten daarvan en andere oxiderende stoffen ≤ 0,5 g/kg

Geproduceerd door chemische synthese, met inbegrip van celluloseproductie (als bijproduct)

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van azijnzuur als totaal azijnzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

Pluimvee

Varkens

Gezelschapsdieren

2 500

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van azijnzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

Alle andere diersoorten dan vissen

-

-

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1a262

Natriumdiacetaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Natriumdiacetaat ≥ 58 %

Vaste vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Natriumdiacetaat (watervrij en trihydraat) ≥ 58 %

NaC4H7O4

CAS-Nr.: 126-96-5

Azijnzuur: ≥ 39 %

Watergehalte: ≤ 2 %

Vaste-stofgehalte ≤ 30 mg/kg

Mierenzuur en zouten daarvan en andere oxiderende stoffen ≤ 1 g/kg

Geproduceerd door chemische synthese

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van natrium in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

— EN ISO 6869: atoomabsorptiespectrometrie (AAS), of

— EN 15510: atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES).

Voor de bepaling van natriumdiacetaat als totaal azijnzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

Pluimvee

Varkens

Gezelschapsdieren

2 500 (als azijnzuur)

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van azijnzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

Alle andere diersoorten dan vissen

-

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1a263

Calciumacetaat

(anhydraat en monohydraat)

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Calciumacetaat ≥ 98,7 %

Vaste vorm

Karakterisering van de werkzame stof

►M1

 

Calciumacetaat ≥ 98,7 %

C4H6CaO4

CAS-nr. 62-54-4

Watergehalte: ≤ 6 %

Vaste-stofgehalte ≤ 30 mg/kg

Mierenzuur en zouten daarvan en andere oxiderende stoffen ≤ 1 g/kg

Geproduceerd door chemische synthese

 ◄

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van calcium in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

— EN ISO 6869: atoomabsorptiespectrometrie (AAS), of

— EN 15510: atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES).

Voor de bepaling van calciumacetaat als totaal azijnzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

Pluimvee

Varkens

Gezelschapsdieren

2 500

(als azijnzuur)

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van azijnzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

Alle andere diersoorten dan vissen

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1k280

Propionzuur

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Propionzuur ≥ 99,5 %

Vloeibare vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Propionzuur ≥ 99,5 %

C3H6O2

CAS-Nr.: 79-09-4

Niet-vluchtig residu ≤ 0,01 % na drogen bij 140 °C tot constant gewicht

Aldehyden ≤ 0,1 %, uitgedrukt als propionaldehyde

Geproduceerd door chemische synthese

Analysemethode (1)

Voor de kwantificering van propionzuur als totaal propionzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

Alle diersoorten met uitzondering van varkens en pluimvee

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van propionzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders voor de desbetreffende diersoort niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

Varkens

30 000

Pluimvee

10 000

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1k281

Natriumpropionaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Natriumpropionaat ≥ 98,5 %

Vaste vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Natriumpropionaat ≥ 98,5 %

C3H5O2Na

CAS-Nr.: 137-40-6

Gewichtsverlies bij drogen ≤ 4 %, bepaald door twee uur bij 105 °C te drogen

Geproduceerd door chemische synthese

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van natrium in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

— EN ISO 6869: atoomabsorptiespectrometrie (AAS), of

— EN 15510: atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES).

Voor de kwantificering van natriumpropionaat als totaal propionzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

Alle diersoorten met uitzondering van varkens en pluimvee

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van propionzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders voor de desbetreffende diersoort niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

Varkens

30 000

(als propionzuur)

Pluimvee

-

10 000

(als propionzuur)

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1a282

Calciumpropionaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Calciumpropionaat ≥ 98 % op basis van de droge stof

Vaste vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Calciumpropionaat: ≥ 98 %

C6H10O4Ca

CAS-Nr.: 4075-81-4

Gewichtsverlies bij drogen ≤ 6 %, bepaald door twee uur bij 105 °C te drogen

Geproduceerd door chemische synthese

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van calcium in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

— EN ISO 6869: atoomabsorptiespectrometrie (AAS), of

— EN 15510: atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES).

Voor de kwantificering van calciumpropionaat als totaal propionzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

Alle diersoorten met uitzondering van varkens en pluimvee

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van propionzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

Varkens

30 000

(als propionzuur)

Pluimvee

10 000

(als propionzuur)

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1k284

Ammoniumpropionaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van ammoniumpropionaat

≥ 19 %, propionzuur ≤ 80 %;

watergehalte ≤ 30 %

Vloeibare vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Ammoniumpropionaat

C3H9O2N

CAS-Nr.: 17496-08-1

Geproduceerd door chemische synthese

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van ammonium in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

ISO 5664: destillatie en titratie

Voor de bepaling van ammoniumpropionaat als totaal propionzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

Alle diersoorten met uitzondering van varkens en pluimvee

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van propionzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

Varkens

30 000

(als propionzuur)

Pluimvee

10 000

(als propionzuur)

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1k236

Mierenzuur

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Mierenzuur ≥ 84,5 %

Vloeibare vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Mierenzuur ≥ 84,5 %

H2CO2

CAS-Nr.: 64-18-6

Geproduceerd door chemische synthese

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van mierenzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, in voormengsels en in diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

Alle diersoorten

10 000

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van mierenzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1k237i

Natriumformiaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Natriumformiaat ≥ 98 %

Vaste vorm

Natriumformiaat ≥ 15 %

Mierenzuur ≤ 75 %

Watergehalte: ≤ 25 %

Vloeibare vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Natriumformiaat

HCO2Na

CAS-Nr.: 141-53-7

Geproduceerd door chemische synthese

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van natrium in de toevoegingsmiddelen voor diervoeding:

— EN ISO 6869: atoomabsorptiespectrometrie (AAS), of

— EN 15510: atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES).

Voor de bepaling van natriumformiaat als totaal mierenzuur in de toevoegingsmiddelen voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

Alle diersoorten

10 000

(als mierenzuur)

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van mierenzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders voor de desbetreffende diersoort niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1a238

Calciumformiaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Calciumformiaat ≥ 98 %

Vaste vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Calciumformiaat

Ca(HCO)2

CAS-Nr.: 544-17-2

Geproduceerd door chemische synthese

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van calcium in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

EN ISO 6869: atoomabsorptiespectrometrie (AAS) of EN 15510: atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES).

Voor de bepaling van calciumformiaat als totaal mierenzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

Alle diersoorten

10 000

(als mierenzuur)

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van mierenzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders voor de desbetreffende diersoort niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1a295

Ammoniumformiaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Ammoniumformiaat ≥ 35 %

Mierenzuur ≤ 64 %

Vloeibare vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Ammoniumformiaat ≥ 35 %

HCO2NH4

CAS-Nr.: 540-69-2

Formamide < 3 000 mg/kg

Geproduceerd door chemische synthese

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van ammonium in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

ISO 5664: destillatie en titratie

Voor de bepaling van ammoniumformiaat als totaal mierenzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

Alle diersoorten met uitzondering van legkippen, zeugen, melkgevende herkauwers, gezelschapsdieren en niet-voedselproducerende dieren

2 000

(als mierenzuur)

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van mierenzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders voor de desbetreffende diersoort niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1a270

Melkzuur

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Melkzuur ≥ 72 % (m/m)

Vloeibare vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Melkzuur:

Melkzuur: ≤ 5 %

L-melkzuur ≥ 95 %

C3H6O3

CAS-Nr.: 79-33-4

Geproduceerd door fermentatie van:

Bacillus coagulans (LMG S-26145 of DSM 23965), of

Bacillus smithii (LMG S-27890), of Bacillus subtilis (LMG S-27889).

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van melkzuur als totaal melkzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

►M1  Alle diersoorten met uitzondering van varkens en herkauwers ◄

20 000

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van melkzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders voor de desbetreffende diersoort niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

Varkens en herkauwers met uitzondering van herkauwers met een niet-functionele pens

50 000

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: conserveermiddelen.

1a327

Calciumlactaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Calciumlactaat ≥ 98 % (als droge stof m/m)

Vaste vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Calciumlactaat ≥ 98 %

(C3H5O2)2nH2O

CAS-Nr.: 814-80-2

Geproduceerd door chemische synthese

Analysemethode (1)

Voor de bepaling van calciumlactaat in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

— EN ISO 6869: atoomabsorptiespectrometrie (AAS), of

— EN 15510: atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES).

Voor de bepaling van calciumlactaat als totaal melkzuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

►M1  Alle diersoorten met uitzondering van varkens en herkauwers ◄

20 000

(als melkzuur)

1.  Bij het mengen van verschillende bronnen van melkzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders niet worden overschreden.

2.  De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en passende organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

3.  In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld: “Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

3 april 2032

Varkens en herkauwers met uitzondering van herkauwers met een niet-functionele pens

30 000

(als melkzuur)

(1)   

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports