02021R0605 — NL — 13.10.2021 — 007.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/605 VAN DE COMMISSIE

van 7 april 2021

tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 129 van 15.4.2021, blz. 1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/623 VAN DE COMMISSIE van 15 april 2021

  L 131

137

16.4.2021

 M2

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/687 VAN DE COMMISSIE van 26 april 2021

  L 143

11

27.4.2021

 M3

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/811 VAN DE COMMISSIE van 20 mei 2021

  L 180

114

21.5.2021

►M4

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/902 VAN DE COMMISSIE van 3 juni 2021

  L 197

76

4.6.2021

 M5

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/952 VAN DE COMMISSIE van 11 juni 2021

  L 209

95

14.6.2021

 M6

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/994 VAN DE COMMISSIE van 18 juni 2021

  L 219

1

21.6.2021

 M7

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1090 VAN DE COMMISSIE van 2 juli 2021

  L 236

10

5.7.2021

 M8

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1141 VAN DE COMMISSIE van 12 juli 2021

  L 247

55

13.7.2021

 M9

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1205 VAN DE COMMISSIE van 20 juli 2021

  L 261

8

22.7.2021

 M10

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1268 VAN DE COMMISSIE van 29 juli 2021

  L 277

99

2.8.2021

 M11

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1371 VAN DE COMMISSIE van 16 augustus 2021

  L 294

14

17.8.2021

 M12

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1453 VAN DE COMMISSIE van 3 september 2021

  L 313

35

6.9.2021

 M13

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1714 VAN DE COMMISSIE van 24 september 2021

  L 342

5

27.9.2021

►M14

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1794 VAN DE COMMISSIE van 8 oktober 2021

  L 361

4

12.10.2021




▼B

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/605 VAN DE COMMISSIE

van 7 april 2021

tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest

(Voor de EER relevante tekst)



HOOFDSTUK I

ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.  

In deze verordening worden regels vastgesteld betreffende:

a) 

bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest die gedurende een beperkte periode moeten worden toegepast door de lidstaten ( 1 ) waarvoor in bijlage I beperkingszones I, II of III zijn opgenomen (de betrokken lidstaten).

Deze bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen zijn van toepassing op gehouden en in het wild levende varkens en op producten die zijn verkregen van varkens, naast de maatregelen die van toepassing zijn op de beschermings-, bewakings-, extra beperkings- en besmette zones die door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 21, lid 1, en artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.

b) 

bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest die door alle lidstaten gedurende een beperkte periode moeten worden toegepast.

2.  

Deze verordening is van toepassing op:

a) 

de verplaatsingen van zendingen van:

i) 

varkens die worden gehouden in inrichtingen in beperkingszones I, II en III buiten die zones;

ii) 

levende producten, producten van dierlijke oorsprong en dierlijke bijproducten die zijn verkregen van gehouden varkens zoals bedoeld onder a), i);

b) 

de verplaatsingen van:

i) 

zendingen van in het wild levende varkens in alle lidstaten;

ii) 

zendingen en verplaatsingen voor particulier gebruik door jagers van producten van dierlijke oorsprong en dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in het wild levende varkens in beperkingszones I, II en III of zijn verwerkt in inrichtingen in beperkingszones I, II en III;

c) 

exploitanten van levensmiddelenbedrijven die omgaan met de onder a) en b) bedoelde zendingen;

d) 

alle lidstaten, met betrekking tot het onder de aandacht brengen van Afrikaanse varkenspest.

3.  

De in lid 1 bedoelde regels hebben betrekking op het volgende:

a) 

hoofdstuk II bevat bijzondere regels voor de instelling van beperkingszones I, II en III in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest en voor de toepassing van bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in alle lidstaten;

b) 

hoofdstuk III bevat bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen die van toepassing zijn op zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens en de daarvan verkregen producten in de betrokken lidstaten;

c) 

hoofdstuk IV bevat bijzondere risicobeperkingsmaatregelen met betrekking tot Afrikaanse varkenspest voor levensmiddelenbedrijven in de betrokken lidstaten;

d) 

hoofdstuk V bevat bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen die van toepassing zijn op in het wild levende varkens in de lidstaten;

e) 

hoofdstuk VI bevat bijzondere informatie- en opleidingsverplichtingen die gelden in de lidstaten;

f) 

Hoofdstuk VII bevat de slotbepalingen.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.

Daarnaast wordt verstaan onder:

a) 

„varken”: een in de lijst in bijlage III bij Verordening (EU) 2016/429 opgenomen dier dat behoort tot de hoefdiersoorten in de familie Suidae;

b) 

„levende producten”: sperma, oöcyten en embryo’s van varkens, verkregen van gehouden varkens voor kunstmatige voortplanting;

c) 

„beperkingszone I”: een in bijlage I, deel I, opgenomen gebied van een lidstaat met een nauwkeurige geografische afbakening waarvoor bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen gelden en dat grenst aan beperkingszones II of III;

d) 

„beperkingszone II”: een in bijlage I, deel II, opgenomen gebied van een lidstaat met een nauwkeurige geografische afbakening waarvoor bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen gelden;

e) 

„beperkingszone III”: een in bijlage I, deel III, opgenomen gebied van een lidstaat met een nauwkeurige geografische afbakening waarvoor bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen gelden;

f) 

„voorheen ziektevrije lidstaat”: een lidstaat waar tijdens de voorafgaande periode van twaalf maanden bij gehouden varkens geen Afrikaanse varkenspest is bevestigd;

g) 

„categorie 2-materiaal”: dierlijke bijproducten zoals bedoeld in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1069/2009, verkregen van gehouden varkens;

h) 

„categorie 3-materiaal”: dierlijke bijproducten zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1069/2009, verkregen van gehouden varkens.

HOOFDSTUK II

BIJZONDERE REGELS VOOR DE INSTELLING VAN BEPERKINGSZONES I, II EN III IN GEVAL VAN EEN UITBRAAK VAN AFRIKAANSE VARKENSPEST EN DE TOEPASSING VAN BIJZONDERE ZIEKTEBESTRIJDINGSMAATREGELEN IN ALLE LIDSTATEN

Artikel 3

Bijzondere regels voor de instelling van beperkings- en besmette zones in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest

In geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat een van de volgende zones in:

a) 

in geval van een uitbraak bij gehouden varkens, een beperkingszone overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 en onder de in dat artikel vastgestelde voorwaarden, ofwel

b) 

in geval van een uitbraak bij in het wild levende varkens, een besmette zone overeenkomstig artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.

Artikel 4

Bijzondere regels voor de instelling van een aanvullende beperkingszone in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens

1.  
In geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat, op basis van de criteria en beginselen voor de geografische afbakening van beperkingszones zoals vastgesteld in artikel 64, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, een extra beperkingszone instellen die grenst aan de in artikel 3 van deze verordening bedoelde ingestelde beperkingszone of besmette zone, teneinde die zones af te bakenen ten opzichte van gebieden waarvoor geen beperkingen gelden.
2.  
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat de in lid 1 bedoelde aanvullende beperkingszone overeenstemt met de beperkingszone I die overeenkomstig artikel 5 in de lijst in bijlage I, deel I, is opgenomen.

Artikel 5

Bijzondere regels voor opname in de lijst van beperkingszones I in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens in een gebied van een lidstaat dat grenst aan een gebied waar geen uitbraak van Afrikaanse varkenspest officieel is bevestigd

1.  
Naar aanleiding van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens in een gebied van de lidstaat dat grenst aan een gebied waar geen uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens officieel is bevestigd, wordt dat gebied waar geen uitbraak is bevestigd, indien nodig in de lijst in bijlage I, deel I opgenomen als beperkingszone I.
2.  
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat, nadat een gebied in de lijst in bijlage I, deel I, is opgenomen als beperkingszone I, een overeenkomstig artikel 64, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 ingestelde aanvullende beperkingszone onverwijld wordt aangepast zodat deze ten minste de desbetreffende beperkingszone I omvat die voor die lidstaat in de lijst in bijlage I is opgenomen.
3.  
De bevoegde autoriteit van de lidstaat stelt onverwijld de desbetreffende aanvullende beperkingszone in overeenkomstig artikel 64, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, indien de beperkingszone I in de lijst in bijlage I is opgenomen.

Artikel 6

Bijzondere regels voor opname in de lijst van beperkingszones II in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens in een lidstaat

1.  
Naar aanleiding van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens in een gebied van een lidstaat wordt dat gebied als beperkingszone II in bijlage I, deel II, opgenomen.
2.  
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat de overeenkomstig artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde besmette zone onverwijld wordt aangepast zodat deze ten minste de desbetreffende beperkingszone II omvat die voor die lidstaat in de lijst in bijlage I is opgenomen.

Artikel 7

Bijzondere regels voor opname in de lijst van beperkingszones III in geval van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens in een lidstaat

1.  
Naar aanleiding van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens in een gebied van een lidstaat wordt dat gebied als beperkingszone III in bijlage I, deel III, opgenomen.

Wanneer echter in een gebied van een voorheen ziektevrije lidstaat slechts één eerste uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens is bevestigd, wordt dat gebied niet als beperkingszone III in bijlage I, deel III, opgenomen.

2.  
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat de overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde beperkingszone onverwijld wordt aangepast zodat deze ten minste de desbetreffende beperkingszone III omvat die voor die lidstaat in de lijst in bijlage I is opgenomen.

Artikel 8

Algemene toepassing van bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in beperkingszones I, II en III

De betrokken lidstaten passen in beperkingszones I, II en III, naast de overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 toe te passen ziektebestrijdingsmaatregelen, de bij deze verordening vastgestelde bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen toe in:

a) 

overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde beperkingszones;

b) 

overeenkomstig artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde besmette zones.

HOOFDSTUK III

BIJZONDERE ZIEKTEBESTRIJDINGSMAATREGELEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP ZENDINGEN VAN IN BEPERKINGSZONES I, II EN III GEHOUDEN VARKENS EN DE DAARVAN VERKREGEN PRODUCTEN IN DE BETROKKEN LIDSTATEN

AFDELING 1

Toepassing van specifieke verbodsbepalingen inzake zendingen van gehouden varkens en producten daarvan in de betrokken lidstaten

Artikel 9

Specifieke verbodsbepalingen ten aanzien van verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens buiten die zones

1.  
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verbiedt verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones II en III gehouden varkens buiten die zones.
2.  
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat het in lid 1 vastgestelde verbod niet van toepassing is op verplaatsingen van zendingen van in beperkingszone I gehouden varkens naar inrichtingen die in andere beperkingszones I, II en III of buiten die zones zijn gelegen, op voorwaarde dat de inrichting van bestemming op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat is gelegen.

Artikel 10

Specifieke verbodsbepalingen ten aanzien van verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen levende producten buiten die zones

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verbiedt verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen levende producten buiten die zones.

Artikel 11

Specifieke verbodsbepalingen ten aanzien van verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen dierlijke bijproducten buiten die zones

1.  
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verbiedt verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen dierlijke bijproducten buiten die zones.
2.  
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat het in lid 1 vastgestelde verbod niet van toepassing is op dierlijke bijproducten die zijn verkregen van varkens die buiten beperkingszone II en III zijn gehouden en in slachthuizen in beperkingszones II en III zijn geslacht, mits die dierlijke bijproducten in inrichtingen en tijdens het vervoer duidelijk worden gescheiden van dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens.

Artikel 12

Specifieke verbodsbepalingen ten aanzien van verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, buiten die zones

1.  
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verbiedt verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, buiten die zones.
2.  
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat het in lid 1 vastgestelde verbod niet van toepassing is op vleesproducten, met inbegrip van casings, die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens en die wat betreft Afrikaanse varkenspest de desbetreffende behandeling overeenkomstig bijlage VII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 hebben ondergaan in overeenkomstig artikel 41, lid 1, van deze verordening aangewezen inrichtingen.

Artikel 13

Algemene verbodsbepalingen ten aanzien van verplaatsingen van zendingen van gehouden varkens en producten daarvan die als risico worden beschouwd wat betreft de verspreiding van Afrikaanse varkenspest

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan de verplaatsingen van zendingen van gehouden varkens en van gehouden varkens verkregen producten op het grondgebied van dezelfde lidstaat verbieden indien de bevoegde autoriteit van oordeel is dat er een risico bestaat op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest naar, van of via die gehouden varkens of producten daarvan.

AFDELING 2

Algemene en specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens buiten die zones worden toegestaan

Artikel 14

Algemene voorwaarden voor afwijkingen van specifieke verbodsbepalingen ten aanzien van verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens buiten die zones

1.  

In afwijking van de in artikel 9, lid 1, vastgestelde specifieke verbodsbepalingen kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens buiten die zones in de door de artikelen 22, 23, 24, 25, 28 en 29 bestreken gevallen en onder de specifieke voorwaarden van die artikelen, en:

a) 

de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, en

b) 

de aanvullende algemene voorwaarden betreffende:

i) 

verplaatsingen van zendingen gehouden varkens uit beperkingszones I, II en III, zoals vastgesteld in artikel 15;

ii) 

inrichtingen voor gehouden varkens in beperkingszones I, II en III, zoals vastgesteld in artikel 16;

iii) 

de vervoermiddelen die worden gebruikt voor het vervoer van gehouden varkens vanuit beperkingszones I, II en III, zoals vastgesteld in artikel 17.

2.  
Alvorens de in de artikelen 22 tot en met 25 en 28 tot en met 30 bedoelde toestemming te verlenen, beoordeelt de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat de risico’s die aan het verlenen van een dergelijke toestemming verbonden zijn; uit die beoordeling moet blijken dat het risico op verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is.
3.  

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat de in de artikelen 15 en 16 bedoelde aanvullende algemene voorwaarden niet van toepassing zijn op verplaatsingen van zendingen van in slachthuizen in beperkingszones I, II en III gehouden varkens, op voorwaarde dat:

a) 

de gehouden varkens wegens uitzonderlijke omstandigheden, zoals een grote storing in het slachthuis, naar een ander slachthuis moeten worden verplaatst;

b) 

het slachthuis van bestemming zich ofwel:

i) 

in beperkingszones I, II of III van dezelfde lidstaat bevindt, ofwel

ii) 

in uitzonderlijke omstandigheden, zoals het ontbreken van slachthuizen zoals bedoeld in onder b), i), buiten beperkingszones I, II of III op het grondgebied van dezelfde lidstaat bevindt;

c) 

de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming heeft verleend voor de verplaatsing.

Artikel 15

Aanvullende algemene voorwaarden ten aanzien van verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens buiten die zones

1.  

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent toestemming voor verplaatsingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens buiten die zones in de door de artikelen 22 tot en met 25 en 28 tot en met 30 bestreken gevallen en onder de specifieke voorwaarden van die artikelen, op voorwaarde dat:

a) 

de varkens zijn gehouden in en niet zijn verplaatst uit de inrichting van verzending gedurende een periode van ten minste 30 dagen vóór de datum van verplaatsing, of, indien zij jonger zijn dan 30 dagen, sedert hun geboorte, en gedurende die periode in die inrichting geen andere gehouden varkens uit beperkingszones II en III zijn binnengebracht in ofwel:

i) 

die inrichting, ofwel

ii) 

de epidemiologische eenheid waar de te verplaatsen varkens volledig gescheiden zijn gehouden. De bevoegde autoriteit stelt, na uitvoering van een risicobeoordeling, de grenzen van die epidemiologische eenheid vast, waarbij wordt bevestigd dat de structuur, de omvang en de onderlinge afstand van de verschillende epidemiologische eenheden en de uitgevoerde verrichtingen zodanig zijn dat afzonderlijke voorzieningen voor huisvesting, verzorging en voederen van de gehouden varkens gewaarborgd worden, zodat het Afrikaanse-varkenspestvirus zich niet van de ene epidemiologische eenheid naar de andere kan verspreiden;

b) 

de varkens die in de inrichting van verzending worden gehouden, met inbegrip van de dieren die zullen worden verplaatst of gebruikt voor de winning van levende producten, klinisch zijn onderzocht, met gunstige resultaat ten aanzien van Afrikaanse varkenspest:

i) 

door een officiële dierenarts;

ii) 

binnen de laatste 24 uur vóór het tijdstip van de verplaatsing van de zending varkens of vóór het tijdstip van de winning van de levende producten, en

iii) 

overeenkomstig artikel 3, leden 1 en 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 en punt A.1 van bijlage I bij die verordening.

c) 

indien nodig, vóór de datum van de verplaatsing van de zending vanuit de inrichting van verzending of vóór de datum van de winning van de levende producten tests ter opsporing van ziekteverwekkers zijn uitgevoerd volgens de instructies van de bevoegde autoriteit:

i) 

na het onder b) bedoelde klinisch onderzoek voor varkens die in de inrichting worden gehouden, met inbegrip van dieren die zullen worden verplaatst of gebruikt voor de winning van levende producten, en

ii) 

overeenkomstig punt A.2 van bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.

2.  
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat geeft pas toestemming voor de verplaatsing van de zending na, in voorkomend geval, eerst negatieve resultaten te hebben verkregen op de in lid 1), onder c), bedoelde tests ter opsporing van ziekteverwekkers.
3.  

De bevoegde autoriteit van een betrokken lidstaat kan besluiten dat, in geval van verplaatsingen van zendingen van gehouden varkens van in beperkingszones I en II gelegen inrichtingen van verzending buiten die zones naar inrichtingen in dezelfde betrokken lidstaat, het in lid 1), onder b), bedoelde klinisch onderzoek:

a) 

alleen behoeft te worden uitgevoerd voor dieren die zullen worden verplaatst, of

b) 

niet behoeft te worden uitgevoerd, op voorwaarde dat:

i) 

de inrichting van verzending door een officiële dierenarts met een frequentie zoals bedoeld in artikel 16, onder a), i), en met gunstige resultaten voor alle bezoeken van een officiële dierenarts gedurende ten minste twaalf maanden vóór de datum van verplaatsing, is bezocht voor inspectie, waarbij is gebleken dat:

— 
de in artikel 16, onder b), bedoelde biobeveiligingsvoorschriften zijn toegepast in de inrichting van verzending;
— 
een officiële dierenarts tijdens die inspectiebezoeken met gunstige resultaten ten aanzien van Afrikaanse varkenspest een klinisch onderzoek overeenkomstig artikel 3, leden 1 en 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 en punt A.1 van bijlage I bij die verordening heeft uitgevoerd bij de in de inrichting van verzending gehouden varkens;
ii) 

gedurende een periode van ten minste twaalf maanden vóór de datum van verplaatsing in de inrichting van verzending de in artikel 16, onder c), bedoelde permanente bewaking heeft plaatsgevonden.

Artikel 16

Aanvullende algemene voorwaarden ten aanzien van inrichtingen waar varkens worden gehouden in beperkingszones I, II en III

1.  

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent slechts toestemming voor verplaatsingen van in inrichtingen in beperkingszones I, II en III gehouden varkens buiten die zones in de door de artikelen 22 tot en met 25 en 28 tot en met 30 bestreken gevallen en onder de specifieke voorwaarden van die artikelen, indien:

a) 

de inrichting van verzending na de opname van de beperkingszones I, II en III in bijlage I bij deze verordening of gedurende de laatste drie maanden vóór de verplaatsing ten minste eenmaal door een officiële dierenarts is bezocht voor inspectie en er regelmatig overeenkomstig artikel 26, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 inspectiebezoeken aan de inrichting worden gebracht door officiële dierenartsen, en wel als volgt:

i) 

in de beperkingszones I en II: ten minste tweemaal per jaar, met een tussenpoos van ten minste vier maanden tussen dergelijke inspectiebezoeken;

ii) 

in de beperkingszone III: ten minste eens in de drie maanden.

De bevoegde autoriteit kan besluiten inspectiebezoeken aan de inrichting in beperkingszone III te brengen met een frequentie zoals bedoeld onder a), i), op basis van de gunstige resultaten van het laatste bezoek na de opname van de beperkingszones I, II en III in bijlage I bij deze verordening of gedurende de laatste drie maanden vóór de verplaatsing, waaruit is gebleken dat de onder b) bedoelde biobeveiligingsvoorschriften worden toegepast en dat in die inrichting de onder c) bedoelde permanente bewaking plaatsvindt.

b) 

de inrichting van verzending biobeveiligingsvoorschriften voor Afrikaanse varkenspest uitvoert:

i) 

overeenkomstig de versterkte biobeveiligingsmaatregelen van bijlage II, en

ii) 

zoals door de betrokken lidstaat vastgesteld;

c) 

in de inrichting van verzending permanente bewaking plaatsvindt door tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest uit te voeren:

i) 

overeenkomstig artikel 3, lid 2, van en bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;

ii) 

wekelijks met negatieve resultaten bij ten minste de eerste twee dode gehouden varkens ouder dan 60 dagen of, indien er geen dergelijke dode dieren ouder dan 60 dagen zijn, op alle dode, gespeende gehouden varkens, in elke epidemiologische eenheid;

iii) 

ten minste gedurende de in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 vastgestelde monitoringperiode voor Afrikaanse varkenspest vóór de verplaatsing van de zending uit de inrichting van verzending.

2.  

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat de veekerende afrastering zoals bedoeld in bijlage II, punt 2, h), waarnaar in lid 1), onder b), i), van dit artikel wordt verwezen, gedurende drie maanden na de bevestiging van een eerste uitbraak van Afrikaanse varkenspest in die lidstaat niet vereist is voor inrichtingen waar varkens worden gehouden, op voorwaarde dat:

a) 

de bevoegde autoriteit van de lidstaat de risico’s die aan een dergelijk besluit verbonden zijn, heeft beoordeeld en uit die beoordeling blijkt dat het risico op verspreiding van Afrikaanse varkenspest verwaarloosbaar is;

b) 

er een alternatief systeem aanwezig is dat waarborgt dat varkens die in inrichtingen worden gehouden, gescheiden zijn van in het wild levende varkens in lidstaten met een populatie in het wild levende varkens;

c) 

gehouden varkens uit die inrichtingen niet naar een andere lidstaat worden verplaatst.

Artikel 17

Aanvullende algemene voorwaarden ten aanzien van de vervoermiddelen die worden gebruikt voor het vervoer van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens buiten die zones

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent slechts toestemming voor verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones II en III gehouden varkens buiten die zones, indien de voor het vervoer van die zendingen gebruikte vervoermiddelen:

a) 

aan de voorschriften van artikel 24, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 voldoen, en

b) 

worden gereinigd en ontsmet overeenkomstig artikel 24, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 onder controle of toezicht van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat.

AFDELING 3

Verplichtingen van exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten

Artikel 18

Verplichtingen van exploitanten ten aanzien van diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens buiten die zones

Exploitanten verplaatsen zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens slechts buiten die zones binnen de betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat in gevallen die worden bestreken door de artikelen 22 tot en met 25 en 28 tot en met 30, indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 143, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat ten minste een van de volgende verklaringen bevat dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:

a) 

„Varkens die in een beperkingszone I zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie”;

b) 

„Varkens die in een beperkingszone II zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie”;

c) 

„Varkens die in een beperkingszone III zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie”.

In geval van verplaatsingen binnen dezelfde betrokken lidstaat kan de bevoegde autoriteit evenwel besluiten dat geen diergezondheidscertificaat hoeft te worden uitgereikt, zoals bedoeld in artikel 143, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) 2016/429.

Artikel 19

Verplichtingen van exploitanten ten aanzien van diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen van van gehouden varkens verkregen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, vanuit beperkingszones I, II en III

1.  

Exploitanten verplaatsen zendingen van van in beperkingszones I en II gehouden varkens verkregen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, slechts buiten die zones binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat in gevallen die worden bestreken door de artikelen 38 en 39, indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat de volgende elementen bevat:

a) 

de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 vereiste informatie, en

b) 

ten minste een van de volgende verklaringen dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:

i) 

„Vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone I zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie”;

ii) 

„Vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone I zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie.”.

2.  

Exploitanten verplaatsen zendingen van verwerkte vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens, slechts buiten die zones binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat, op voorwaarde dat:

a) 

producten van dierlijke oorsprong de desbetreffende risicobeperkende behandeling hebben ondergaan zoals vastgesteld in bijlage VII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;

b) 

die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat de volgende elementen bevat:

i) 

de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 vereiste informatie, en

ii) 

de volgende verklaring dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:

„Verwerkte vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in beperkingszones I, II en III zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie”.

3.  

Exploitanten verplaatsen zendingen van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die zijn gehouden in gebieden buiten beperkingszones I, II en III en zijn geslacht in slachthuizen in beperkingszones I, II en III slechts buiten die zones binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat, indien die zendingen vergezeld gaan van:

a) 

een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 vereiste informatie bevat, en

b) 

de volgende verklaring dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:

„Vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in gebieden buiten beperkingszones I, II en III zijn gehouden en zijn geslacht in beperkingszones I, II en III overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie”.

▼M4

4.  

Exploitanten verplaatsen zendingen van vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die zijn gehouden in gebieden buiten beperkingszones I, II en III en zijn verwerkt in beperkingszones I, II en III slechts buiten die zones binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat als die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat de volgende elementen bevat:

a) 

de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 vereiste informatie, en

b) 

de volgende verklaring dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:

„Vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in gebieden buiten beperkingszones I, II en III zijn gehouden en zijn verwerkt in beperkingszones I, II en III overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie”.

▼B

5.  
In geval van verplaatsingen van zendingen zoals bedoeld in de leden 1, 2, 3 en 4 binnen dezelfde betrokken lidstaat kan de bevoegde autoriteit besluiten dat geen diergezondheidscertificaat hoeft te worden uitgereikt, zoals bedoeld in artikel 167, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) 2016/429.
6.  

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan besluiten dat een gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, een identificatiemerk zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 853/2004, aangebracht op vers of verwerkt vlees, of op vleesproducten, met inbegrip van casings, in overeenkomstig artikel 41, lid 1, van deze verordening aangewezen inrichtingen of inrichtingen die vers of verwerkt vlees, of vleesproducten, met inbegrip van casings, hanteren die zijn verkregen van in beperkingszone I of gebieden buiten beperkingszones I, II en III gehouden varkens, het diergezondheidscertificaat kan vervangen voor verplaatsingen van de volgende zendingen van:

a) 

vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in beperkingszones I en II gehouden varkens, buiten die zones binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat, zoals bepaald in lid 1;

b) 

verwerkte vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in beperkingszones I en II gehouden varkens, buiten die zones binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat, zoals bepaald in lid 2;

c) 

vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die zijn gehouden in gebieden buiten beperkingszones I, II en III en zijn geslacht in slachthuizen in beperkingszones I, II en III slechts buiten die zones binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat, zoals bepaald in lid 3;

d) 

verwerkte vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die zijn gehouden in gebieden buiten beperkingszones I, II en III en zijn verwerkt in beperkingszones I, II en III, buiten die zones binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat, zoals bepaald in lid 4.

Artikel 20

Verplichtingen van exploitanten ten aanzien van diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen van van in inrichtingen in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen levende producten buiten die zones

Exploitanten verplaatsen zendingen van levende producten, verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, slechts buiten die zones binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat in gevallen die worden bestreken door de artikelen 31 en 32, indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 161, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat ten minste een van de volgende verklaringen bevat dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:

a) 

„Levende producten, verkregen van varkens die in een beperkingszone II zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie”;

b) 

„Levende producten, verkregen van varkens die in een beperkingszone III zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie”.

In geval van verplaatsingen binnen dezelfde betrokken lidstaat kan de bevoegde autoriteit evenwel besluiten dat geen diergezondheidscertificaat hoeft te worden uitgereikt, zoals bedoeld in artikel 161, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) 2016/429.

Artikel 21

Verplichtingen van exploitanten ten aanzien van diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen categorie 2- en categorie 3-materaal buiten die zones

Exploitanten verplaatsen zendingen van categorie 2- en categorie 3-materiaal, verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens, slechts buiten die zones binnen dezelfde betrokken lidstaat of naar een andere lidstaat in gevallen die worden bestreken door de artikelen 33 tot en met 37, indien die zendingen vergezeld gaan van:

a) 

het handelsdocument zoals bedoeld in hoofdstuk III van bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011, en

b) 

een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 22, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.

In geval van verplaatsingen binnen dezelfde betrokken lidstaat kan de bevoegde autoriteit evenwel besluiten dat geen diergezondheidscertificaat wordt uitgereikt, zoals bedoeld in artikel 22, lid 6, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.

AFDELING 4

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van in beperkingszone I gehouden varkens buiten die zone worden toegestaan

Artikel 22

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van in beperkingszone I gehouden varkens buiten die zone worden toegestaan

1.  

In afwijking van het in artikel 9, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van in beperkingszone I gehouden varkens buiten die zone naar:

a) 

een inrichting die op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat is gelegen:

i) 

in een andere beperkingszone I;

ii) 

in beperkingszones II en III;

iii) 

buiten de beperkingszones I, II en III;

b) 

een inrichting die op het grondgebied van een andere lidstaat is gelegen;

c) 

derde landen.

2.  

De bevoegde autoriteit verleent de in lid 1 bedoelde toestemming slechts op voorwaarde dat wordt voldaan aan:

a) 

de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;

b) 

de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 1, onder b) en c), en leden 2 en 3, en de artikelen 16 en 17.

AFDELING 5

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van in beperkingszone II gehouden varkens buiten die zone worden toegestaan

Artikel 23

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van in beperkingszone II gehouden varkens buiten die zone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat worden toegestaan

1.  

In afwijking van het in artikel 9 vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van in beperkingszone II gehouden varkens buiten die zone naar een inrichting die zich op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat bevindt:

a) 

in een andere beperkingszone II;

b) 

in beperkingszones I en III;

c) 

buiten de beperkingszones I, II en III.

2.  

De bevoegde autoriteit verleent de in lid 1 bedoelde toestemming slechts op voorwaarde dat wordt voldaan aan:

a) 

de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;

b) 

de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, en de artikelen 15, 16 en 17.

3.  
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat varkens die het voorwerp vormen van een in lid 1 bedoelde toegestane verplaatsing, ten minste gedurende de in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 vastgestelde monitoringperiode voor Afrikaanse varkenspest in de inrichting van bestemming blijven.

Artikel 24

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen worden toegestaan van zendingen van in beperkingszone II gehouden varkens buiten die zone naar een slachthuis op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat met het oog op onmiddellijke slacht

1.  

In afwijking van het in artikel 9 vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van in beperkingszone II gehouden varkens buiten die zone naar een slachthuis dat zich op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat bevindt, op voorwaarde dat:

a) 

de gehouden varkens worden verplaatst met het oog op onmiddellijke slacht;

b) 

het slachthuis van bestemming is aangewezen overeenkomstig artikel 41, lid 1.

2.  

De bevoegde autoriteit verleent de in lid 1 bedoelde toestemming slechts op voorwaarde dat wordt voldaan aan:

a) 

de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;

b) 

de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 1, onder b) en c), en leden 2 en 3, en de artikelen 16 en 17.

Artikel 25

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van in beperkingszone II gehouden varkens buiten die zone naar beperkingszones II of III in een andere lidstaat worden toegestaan

1.  
In afwijking van het in artikel 9 vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van in beperkingszone II gehouden varkens buiten die zone naar een inrichting die zich in beperkingszone II of III in een andere lidstaat bevindt.
2.  

De bevoegde autoriteit verleent de in lid 1 bedoelde toestemming slechts op voorwaarde dat:

a) 

aan de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 wordt voldaan;

b) 

aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, en de artikelen 15, 16 en 17 wordt voldaan;

c) 

overeenkomstig artikel 26 een kanalisatieprocedure is ingesteld;

d) 

de gehouden varkens voldoen aan alle andere aanvullende passende garanties met betrekking tot Afrikaanse varkenspest die op grond van een positieve uitkomst van een risicobeoordeling van de maatregelen tegen de verspreiding van die ziekte:

i) 

door de bevoegde autoriteit van de inrichting van verzending zijn voorgeschreven;

ii) 

door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van doorgang en van de inrichting van bestemming zijn goedgekeurd, voorafgaand aan de verplaatsing van de gehouden varkens;

e) 

er gedurende een periode van ten minste twaalf maanden bij in de inrichting van verzending gehouden varkens geen uitbraak van Afrikaanse varkenspest officieel is bevestigd overeenkomstig artikel 11 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;

f) 

de exploitant overeenkomstig artikel 152, onder b), van Verordening (EU) 2016/429 en artikel 96 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 de bevoegde autoriteit vooraf in kennis heeft gesteld van het voornemen de zending gehouden varkens te verplaatsen.

3.  

De bevoegde autoriteit van de inrichting van verzending:

a) 

stelt een lijst op van inrichtingen die voldoen aan de in lid 2, onder d), bedoelde garanties;

b) 

stelt de Commissie en de andere lidstaten onmiddellijk in kennis van de in lid 2, onder d), bedoelde garanties en van de in lid 2, onder d), ii), bedoelde goedkeuring door de bevoegde autoriteiten.

4.  
De in lid 2, onder d), ii), bedoelde goedkeuring en de in lid 3, onder b), bedoelde verplichting tot onmiddellijke kennisgeving zijn niet vereist wanneer de inrichting van verzending, de plaatsen van doorgang en de inrichting van bestemming alle in beperkingszones I, II en III zijn gelegen en die zones aaneensluitend zijn, zodat wordt gewaarborgd dat de gehouden varkens alleen door die beperkingszones I, II en III worden verplaatst overeenkomstig de specifieke voorwaarden van artikel 22, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.

Artikel 26

Specifieke kanalisatieprocedure voor het verlenen van afwijkingen voor verplaatsingen van zendingen van in beperkingszone II gehouden varkens buiten die zone naar beperkingszones II of III in een andere lidstaat

1.  

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zet voor verplaatsingen van zendingen van in beperkingszone II gehouden varkens buiten die zone naar een inrichting in beperkingszones II of III in een andere lidstaat een kanalisatieprocedure op zoals bedoeld in artikel 25, lid 2, onder c), onder toezicht van de bevoegde autoriteiten van:

a) 

de inrichting van verzending;

b) 

doorgang;

c) 

de inrichting van bestemming.

2.  

De bevoegde autoriteit van de inrichting van verzending:

a) 

zorgt ervoor dat elk vervoermiddel dat voor de in lid 1 bedoelde verplaatsingen wordt gebruikt:

i) 

afzonderlijk vergezeld gaat van een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren;

ii) 

onmiddellijk na het laden van de zending van gehouden varkens door een officiële dierenarts wordt verzegeld; alleen een officiële dierenarts of handhavingsautoriteit van de betrokken lidstaat, zoals overeengekomen met de bevoegde autoriteit, mag het zegel verbreken en in voorkomend geval vervangen door een nieuw zegel;

b) 

stelt de bevoegde autoriteit van de plaats van de inrichting van bestemming en, in voorkomend geval, de bevoegde autoriteit van de plaats van doorgang vooraf in kennis van het voornemen om de zending van gehouden varkens te versturen;

c) 

zet een systeem op waarbij exploitanten verplicht zijn de bevoegde autoriteit van de plaats van de inrichting van verzending onmiddellijk in kennis te stellen van elk ongeval of defect van een vervoermiddel dat wordt gebruikt voor het vervoer van de zending van gehouden varkens;

d) 

zorgt voor de opstelling van een noodplan, de commandostructuur en de nodige regelingen voor samenwerking tussen de in lid 1, onder a), b) en c), bedoelde bevoegde autoriteiten in geval van eventuele ongevallen tijdens het vervoer, ernstige defecten aan de vervoermiddelen of frauduleus handelen van exploitanten.

Artikel 27

Verplichtingen van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat van de plaats van de inrichting van bestemming voor zendingen van in een beperkingszone II van een andere lidstaat gehouden varkens

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat van de plaats van de inrichting van bestemming voor zendingen van in een beperkingszone II van een andere lidstaat gehouden varkens:

a) 

stelt de bevoegde autoriteit van de inrichting van verzending onverwijld in kennis van de aankomst van de zending;

b) 

zorgt ervoor dat gehouden varkens ofwel:

i) 

ten minste gedurende de in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 vastgestelde monitoringperiode voor Afrikaanse varkenspest in de inrichting van bestemming blijven, of

ii) 

rechtstreeks naar een overeenkomstig artikel 41, lid 1, van deze verordening aangewezen slachthuis worden verplaatst.

AFDELING 6

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van in beperkingszone III gehouden varkens buiten die zone worden toegestaan

Artikel 28

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van in beperkingszone III gehouden varkens buiten die zone naar een beperkingszone II in dezelfde betrokken lidstaat worden toegestaan

1.  

In afwijking van het in artikel 9 vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat in uitzonderlijke omstandigheden, wanneer zich als gevolg van dat verbod problemen op het gebied van dierenwelzijn voordoen in een inrichting waar varkens worden gehouden, toestemming verlenen voor verplaatsingen van in beperkingszone III gehouden varkens buiten die zone naar een inrichting in beperkingszone II op het grondgebied van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:

a) 

aan de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 wordt voldaan;

b) 

aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, en de artikelen 15, 16 en 17 wordt voldaan;

c) 

de inrichting van bestemming tot dezelfde toeleveringsketen behoort en gehouden varkens moeten worden verplaatst om de productiecyclus te voltooien.

2.  
De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat gehouden varkens ten minste gedurende de in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 vastgestelde monitoringperiode voor Afrikaanse varkenspest niet uit de inrichting van bestemming in de beperkingszone II worden verplaatst.

Artikel 29

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van in beperkingszone III gehouden varkens buiten die zone voor onmiddellijke slacht in dezelfde betrokken lidstaat worden toegestaan

1.  

In afwijking van het in artikel 9 vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat in uitzonderlijke omstandigheden, wanneer zich als gevolg van het in artikel 5, lid 1, bedoelde verbod problemen op het gebied van dierenwelzijn voordoen in een inrichting waar varkens worden gehouden, en in geval van logistieke beperkingen van de slachtcapaciteit van de overeenkomstig artikel 41, lid 1, aangewezen slachthuizen in de beperkingszone III of bij het ontbreken van een aangewezen slachthuis in de beperkingszone III, met het oog op onmiddellijke slacht toestemming verlenen voor verplaatsingen van in beperkingszone III gehouden varkens buiten die zone naar een overeenkomstig artikel 41, lid 1, aangewezen slachthuis in dezelfde lidstaat, zo dicht mogelijk in de nabijheid van de inrichting van verzending gelegen in:

a) 

in een beperkingszone II;

b) 

in een beperkingszone I, indien het niet mogelijk is de dieren binnen de beperkingszone II te slachten;

c) 

buiten beperkingszones I, II en III, indien het niet mogelijk is de dieren binnen de beperkingszones III, II en I te slachten.

2.  

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent slechts toestemming zoals bedoeld in lid 1 op voorwaarde dat:

a) 

aan de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 wordt voldaan;

b) 

aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 1, onder b) en c), en lid 2, en de artikelen 16 en 17 wordt voldaan;

3.  

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat:

a) 

de gehouden varkens bestemd zijn voor onmiddellijke slacht na rechtstreeks naar een overeenkomstig artikel 41, lid 1, aangewezen slachthuis te zijn overgebracht;

b) 

de varkens uit beperkingszone III na aankomst in het aangewezen slachthuis gescheiden worden gehouden van andere varkens en worden geslacht ofwel:

i) 

op een bepaalde dag waarop alleen varkens uit beperkingszone III worden geslacht, ofwel

ii) 

aan het einde van een slachtdag, zodat wordt gewaarborgd dat nadien geen andere varkens meer worden geslacht;

c) 

nadat de varkens uit beperkingszone III zijn geslacht en voordat andere gehouden varkens worden geslacht, moet het slachthuis worden gereinigd en ontsmet volgens de instructies van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat.

4.  

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt ervoor dat:

a) 

van in beperkingszone III gehouden en buiten die zone verplaatste varkens verkregen dierlijke bijproducten worden verwerkt of verwijderd overeenkomstig de artikelen 33 en 36;

b) 

van in beperkingszone III gehouden en buiten beperkingszone III verplaatste varkens verkregen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, worden verwerkt en opgeslagen overeenkomstig artikel 40.

AFDELING 7

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van in beperkingszones i, ii en iii gehouden varkens buiten die zones naar een erkend bedrijf voor dierlijke bijproducten worden toegestaan

Artikel 30

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens naar een erkend bedrijf voor dierlijke bijproducten dat buiten beperkingszones I, II en III in dezelfde betrokken lidstaat is gelegen, worden toegestaan

1.  

In afwijking van de in artikel 9 vastgestelde verbodsbepalingen kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens naar een erkend bedrijf voor dierlijke bijproducten dat buiten beperkingszones I, II en III in dezelfde betrokken lidstaat is gelegen en waar:

a) 

de gehouden varkens onmiddellijk worden gedood, en

b) 

de dierlijke bijproducten die daardoor ontstaan, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009 worden verwijderd.

2.  

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent slechts toestemming zoals bedoeld in lid 1 op voorwaarde dat:

a) 

aan de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 wordt voldaan;

b) 

aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, en artikel 17 wordt voldaan.

AFDELING 8

Specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszone II gehouden varkens verkregen levende producten buiten die zone

Artikel 31

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszone II gehouden varkens verkregen levende producten vanuit die zone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat worden toegestaan

In afwijking van het in artikel 10 vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van levende producten vanuit een inrichting voor levende producten die zich in beperkingszone II bevindt naar een andere beperkingszone II en naar beperkingszones I en III of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:

a) 

de levende producten zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen in inrichtingen en verkregen van gehouden varkens die voldoen aan de voorwaarden van artikel 15, lid 1, onder b) en c), en lid 2, en artikel 16;

b) 

de mannelijke en vrouwelijke donordieren van de varkens zijn gehouden in inrichtingen voor levende producten waar gedurende ten minste 30 dagen vóór de datum van winning of productie van de levende producten geen andere gehouden varkens uit beperkingszones II en III zijn binnengebracht.

Artikel 32

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszone II gehouden varkens verkregen levende producten vanuit die zone naar beperkingszones II en III in een andere lidstaat worden toegestaan

1.  

In afwijking van het in artikel 10 vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszone II gehouden varkens verkregen levende producten vanuit een erkende inrichting voor levende producten die zich in beperkingszone II bevindt naar beperkingszones II en III op het grondgebied van een andere betrokken lidstaat, op voorwaarde dat:

a) 

de levende producten zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen in inrichtingen voor levende producten onder de voorwaarden van artikel 15, lid 1, onder b) en c), en lid 2, en artikel 16;

b) 

de mannelijke en vrouwelijke donordieren van de varkens zijn gehouden in erkende inrichtingen voor levende producten waar gedurende ten minste 30 dagen vóór de datum van winning of productie van de levende producten geen andere gehouden varkens uit beperkingszones II en III zijn binnengebracht;

c) 

voldoen aan alle andere passende diergezondheidsgaranties die op grond van een positieve uitkomst van een risicobeoordeling van de maatregelen tegen de verspreiding van Afrikaanse varkenspest:

i) 

door de bevoegde autoriteiten van de inrichting van verzending zijn voorgeschreven;

ii) 

door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van de inrichting van bestemming zijn goedgekeurd, voorafgaand aan de verplaatsing van de levende producten.

2.  

De bevoegde instantie van de betrokken lidstaat:

a) 

stelt een lijst op van erkende inrichtingen voor levende producten die voldoen aan de voorwaarden van lid 1 en die toestemming hebben voor verplaatsingen van levende producten vanuit beperkingszone II in die betrokken lidstaat naar beperkingszones II en III in een andere betrokken lidstaat; die lijst bevat de informatie die de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat moet bewaren over erkende inrichtingen voor levende producten voor varkens overeenkomstig artikel 7 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686;

b) 

stelt de onder a) bedoelde lijst op haar website ter beschikking van het publiek en houdt deze actueel;

c) 

verstrekt de Commissie en de lidstaten de link naar de onder b) bedoelde website.

AFDELING 9

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen dierlijke bijproducten buiten die zones worden toegestaan

Artikel 33

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen dierlijke bijproducten buiten die zones binnen dezelfde lidstaat met het oog op verwerking of verwijdering worden toegestaan

1.  
In afwijking van artikel 11, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen dierlijke bijproducten buiten die zones naar een bedrijf dat of inrichting die door de bevoegde autoriteit is erkend met het oog op de verwerking, verwijdering als afval door verbranding of verwijdering of hergebruik door meeverbranding van dierlijke bijproducten zoals bedoeld in artikel 24, lid 1, onder a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, en buiten beperkingszones II of III in dezelfde lidstaat is gelegen, mits de vervoermiddelen afzonderlijk zijn uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren.
2.  

De vervoersondernemer die verantwoordelijk is voor de verplaatsingen van dierlijke bijproducten zoals bedoeld in lid 1:

a) 

stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren;

b) 

bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing.

3.  

De bevoegde instantie kan besluiten dat het in lid 1 bedoelde satellietnavigatiesysteem wordt vervangen door een afzonderlijke verzegeling van vervoermiddelen, op voorwaarde dat:

a) 

zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen dierlijke bijproducten slechts binnen dezelfde lidstaat worden verplaatst voor de in lid 1 bedoelde toepassingen;

b) 

elk vervoermiddel onmiddellijk na het laden van de zending van dierlijke bijproducten door een officiële dierenarts wordt verzegeld; alleen een officiële dierenarts of handhavingsautoriteit van de lidstaat, zoals overeengekomen met de bevoegde autoriteit, mag het zegel verbreken en in voorkomend geval vervangen door een nieuw zegel.

Artikel 34

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen mest buiten die zones binnen dezelfde lidstaat worden toegestaan

1.  
In afwijking van artikel 11, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen mest, met inbegrip van gebruikt strooisel, naar een buiten die zones binnen dezelfde lidstaat gelegen stortplaats, overeenkomstig de specifieke voorwaarden van artikel 51 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.
2.  
In afwijking van artikel 11, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszone II gehouden varkens verkregen mest, met inbegrip van gebruikt strooisel, voor verwerking of verwijdering overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009 in een daartoe erkend bedrijf op het grondgebied van dezelfde lidstaat.
3.  

De vervoersondernemer die verantwoordelijk is voor de verplaatsingen van zendingen van mest, met inbegrip van gebruikt strooisel, zoals bedoeld in de leden 1 en 2:

a) 

stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren;

b) 

bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing.

4.  
De bevoegde instantie kan besluiten dat het in lid 3, onder a), bedoelde satellietnavigatiesysteem wordt vervangen door een afzonderlijke verzegeling van vervoermiddelen, op voorwaarde dat elk vervoermiddel onmiddellijk na het laden van de zending van mest, met inbegrip van gebruikt strooisel, zoals bedoeld in de leden 1 en 2, door een officiële dierenarts wordt verzegeld.

Alleen een officiële dierenarts of handhavingsautoriteit van de betrokken lidstaat, zoals overeengekomen met de bevoegde autoriteit, mag het zegel verbreken en in voorkomend geval vervangen door een nieuw zegel.

Artikel 35

Specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II gehouden varkens verkregen categorie 3-materiaal buiten die zones binnen dezelfde lidstaat met het oog op de verwerking van dierlijke bijproducten zoals bedoeld in artikel 24, lid 1, onder a), e) en g), van Verordening (EG) nr. 1069/2009

1.  

In afwijking van artikel 11, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszone II gehouden varkens verkregen categorie 3-materiaal buiten die zone naar een bedrijf dat of inrichting die door de bevoegde autoriteit is erkend met het oog op verdere verwerking tot verwerkt diervoeder, de vervaardiging van verwerkt voeder voor gezelschapsdieren, afgeleide producten die bestemd zijn voor toepassingen buiten de voederketen, of de omzetting van dierlijke bijproducten in biogas of compost zoals bedoeld in artikel 24, lid 1, onder a), e) en g), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, en buiten de beperkingszone II in dezelfde lidstaat is gelegen, op voorwaarde dat:

a) 

aan de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 wordt voldaan;

b) 

aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, wordt voldaan;

c) 

het categorie 3-materiaal afkomstig is van gehouden varkens en inrichtingen die voldoen aan de algemene voorwaarden van artikel 15, lid 1, onder b) en c), en leden 2 en 3, en artikel 16;

d) 

het categorie 3-materiaal is verkregen van varkens die in beperkingszone II zijn gehouden en zijn geslacht ofwel:

i) 

in beperkingszone II van:

— 
dezelfde betrokken lidstaat, of
— 
een andere betrokken lidstaat overeenkomstig artikel 25,

ofwel

ii) 

buiten beperkingszone II in dezelfde betrokken lidstaat overeenkomstig artikel 24;

e) 

het vervoermiddel afzonderlijk is uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren;

f) 

de zendingen van categorie 3-materiaal van het overeenkomstig artikel 41, lid 1, aangewezen slachthuis rechtstreeks worden verplaatst naar:

i) 

een verwerkingsbedrijf voor de verwerking van afgeleide producten zoals bedoeld in bijlage X bij Verordening (EU) nr. 142/2011;

ii) 

een bedrijf dat voeder voor gezelschapsdieren maakt en dat erkend is voor de productie van verwerkt voeder voor gezelschapsdieren zoals bedoeld in hoofdstuk II, punt 3, a) en b), i) tot en met iii), van bijlage XIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011;

iii) 

een biogas- of composteerinstallatie die erkend is voor de omzetting van dierlijke bijproducten in compost of biogas overeenkomstig de standaardomzettingsparameters zoals bedoeld in hoofdstuk III, afdeling 1, van bijlage V bij Verordening (EU) nr. 142/2011, of

iv) 

een verwerkingsbedrijf voor de verwerking van afgeleide producten zoals bedoeld in bijlage XIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011.

2.  

De vervoersondernemer die verantwoordelijk is voor de verplaatsingen van zendingen van categorie 3-materiaal:

a) 

stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren;

b) 

bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing.

3.  

De bevoegde instantie kan besluiten dat het in lid 1, onder e), bedoelde satellietnavigatiesysteem wordt vervangen door een afzonderlijke verzegeling van vervoermiddelen, op voorwaarde dat:

a) 

het categorie 3-materiaal:

i) 

is verkregen van in beperkingszones II gehouden varkens;

ii) 

alleen binnen dezelfde lidstaat wordt verplaatst voor de in lid 1 bedoelde toepassingen;

b) 

elk vervoermiddel onmiddellijk na het laden van de zending van categorie 3-materiaal door een officiële dierenarts wordt verzegeld; alleen een officiële dierenarts of handhavingsautoriteit van de lidstaat, zoals overeengekomen met de bevoegde autoriteit, mag het zegel verbreken en in voorkomend geval vervangen door een nieuw zegel.

Artikel 36

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen categorie 2-materiaal buiten die zones met het oog op verwerking en verwijdering in een andere lidstaat worden toegestaan

1.  

In afwijking van artikel 11, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen dierlijke bijproducten van categorie 2-materiaal, naar een verwerkingsfabriek om volgens de methoden 1 tot en met 5 van hoofdstuk III van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 142/2011 te worden verwerkt, of naar een verbrandings- of meeverbrandingsinstallatie zoals bedoeld in artikel 24, lid 1, onder a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, in beide gevallen gelegen in een andere lidstaat, op voorwaarde dat:

a) 

aan de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 wordt voldaan;

b) 

aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, wordt voldaan;

c) 

het vervoermiddel afzonderlijk is uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren;

2.  

De vervoersondernemer die verantwoordelijk is voor verplaatsingen van zendingen van categorie 2-materiaal:

a) 

stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren, en

b) 

bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing.

3.  
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van verzending en van bestemming van de zending categorie 2-materiaal zorgen voor de controles van die zending overeenkomstig artikel 48, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 1069/2009.

Artikel 37

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszone II gehouden varkens verkregen categorie 3-materiaal buiten die zone voor verwerking of omzetting in een andere lidstaat worden toegestaan

1.  

In afwijking van artikel 11, lid 1, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszone II gehouden varkens verkregen categorie 3-materiaal buiten die zone naar een bedrijf dat of inrichting die door de bevoegde autoriteit is erkend voor verwerking van categorie 3-materiaal tot verwerkt diervoeder, verwerkt voeder voor gezelschapsdieren, afgeleide producten die bestemd zijn voor toepassingen buiten de voederketen, of de omzetting van categorie 3-materialen in biogas of compost zoals bedoeld in artikel 24, lid 1, onder a), e) en g), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, en in een andere lidstaat is gelegen, op voorwaarde dat:

a) 

aan de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 wordt voldaan;

b) 

aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, wordt voldaan;

c) 

het categorie 3-materiaal afkomstig is van gehouden varkens en inrichtingen die voldoen aan de algemene voorwaarden van artikel 15, lid 1, onder b en c, en leden 2 en 3, en artikel 16;

d) 

het categorie 3-materiaal is verkregen van varkens die in beperkingszone II zijn gehouden en zijn geslacht ofwel:

i) 

in beperkingszone II van:

— 
dezelfde betrokken lidstaat, of
— 
een andere betrokken lidstaat overeenkomstig artikel 25,

ofwel

ii) 

buiten beperkingszone II in dezelfde betrokken lidstaat overeenkomstig artikel 24;

e) 

het vervoermiddel afzonderlijk is uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren;

f) 

de dierlijke bijproducten rechtstreeks van het overeenkomstig artikel 41, lid 1, aangewezen slachthuis worden verplaatst naar:

i) 

een verwerkingsbedrijf voor de verwerking van afgeleide producten zoals bedoeld in de bijlagen X en XIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011;

ii) 

een bedrijf dat voeder voor gezelschapsdieren maakt en dat erkend is voor de productie van verwerkt voeder voor gezelschapsdieren zoals bedoeld in hoofdstuk II, punt 3, b), i), ii) en iii), van bijlage XIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011;

iii) 

een biogas- of composteerinstallatie die erkend is voor omzetting van dierlijke bijproducten in compost of biogas overeenkomstig de standaardomzettingsparameters zoals bedoeld in hoofdstuk III, afdeling 1, van bijlage V bij Verordening (EU) nr. 142/2011.

2.  

De vervoersondernemer die verantwoordelijk is voor verplaatsingen van zendingen van categorie 3-materiaal:

a) 

stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren, en

b) 

bewaart de elektronische registratie van de verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing.

AFDELING 10

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, buiten die zones worden toegestaan

Artikel 38

Specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszone II gehouden varkens verkregen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, buiten die zone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat

1.  

In afwijking van de in artikel 12 vastgestelde verbodsbepalingen kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszone II gehouden varkens verkregen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, buiten die zone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat, op voorwaarde dat:

a) 

aan de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 wordt voldaan;

b) 

het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn verkregen van varkens die worden gehouden in inrichtingen die voldoen aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 1, onder b) en c), en leden 2 en 3, en artikel 16;

c) 

het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn geproduceerd in overeenkomstig artikel 41, lid 1, aangewezen inrichtingen;

2.  

In afwijking van de in artikel 12 vastgestelde verbodsbepalingen kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, indien niet aan de voorwaarden van lid 1 wordt voldaan, toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszone II gehouden varkens verkregen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, buiten die zone op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat, op voorwaarde dat:

a) 

het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn geproduceerd in overeenkomstig artikel 41, lid 1, aangewezen inrichtingen;

b) 

het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, ofwel

i) 

uitsluitend in het geval van vers vlees, zijn gemerkt en verplaatst overeenkomstig de specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van vers vlees van gehouden dieren van in de lijst opgenomen soorten vanuit bepaalde inrichtingen, zoals vastgesteld in artikel 33, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, naar een verwerkingsinrichting om een van de in bijlage VII bij die verordening vastgestelde risicobeperkende behandelingen te ondergaan,

ofwel

ii) 

overeenkomstig artikel 44 zijn voorzien van een speciaal gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, een identificatiemerk dat niet ovaal is en niet kan worden verward met het gezondheids- of identificatiemerk zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 853/2004, en

iii) 

alleen bestemd zijn voor verplaatsing binnen dezelfde betrokken lidstaat.

Artikel 39

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszone II gehouden varkens verkregen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, buiten die zone naar andere lidstaten en naar derde landen worden toegestaan

In afwijking van de in artikel 12 vastgestelde verbodsbepalingen kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszone II gehouden varkens verkregen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, buiten die zone naar andere lidstaten en naar derde landen, op voorwaarde dat:

a) 

aan de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 wordt voldaan;

b) 

aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, wordt voldaan;

c) 

het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn verkregen van varkens die worden gehouden in inrichtingen die voldoen aan de algemene voorwaarden van de artikelen 15 en 16;

d) 

het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn geproduceerd in overeenkomstig artikel 41, lid 1, aangewezen inrichtingen;

Artikel 40

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszone III gehouden varkens verkregen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, naar andere beperkingszones I, II en III of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde lidstaat worden toegestaan

In afwijking van de in artikel 12 vastgestelde verbodsbepalingen kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van zendingen van van in beperkingszone III gehouden varkens verkregen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, naar andere beperkingszones I, II en III of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:

a) 

aan de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 wordt voldaan;

b) 

aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 14, lid 2, wordt voldaan;

c) 

het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, afkomstig zijn van varkens die:

i) 

zijn gehouden in inrichtingen die voldoen aan de algemene voorwaarden van de artikelen 15 en 16, en

ii) 

zijn geslacht:

— 
binnen dezelfde beperkingszone III, of
— 
buiten beperkingszone III, na de toegestane verplaatsing overeenkomstig artikel 29;
d) 

het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn geproduceerd in overeenkomstig artikel 41, lid 1, aangewezen inrichtingen, en ofwel

i) 

uitsluitend in het geval van vers vlees, zijn gemerkt en verplaatst overeenkomstig de specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van vers vlees van gehouden dieren van in de lijst opgenomen soorten vanuit bepaalde inrichtingen, zoals vastgesteld in artikel 33, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, naar een verwerkingsinrichting om een van de in bijlage VII bij die verordening vastgestelde risicobeperkende behandelingen te ondergaan,

ofwel

ii) 

overeenkomstig artikel 44 zijn voorzien van een speciaal gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, een identificatiemerk dat niet ovaal is en niet kan worden verward met het gezondheids- of identificatiemerk zoals bedoeld in artikel 5, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 853/2004, en

iii) 

alleen bestemd zijn voor verplaatsing binnen dezelfde betrokken lidstaat.

HOOFDSTUK IV

BIJZONDERE RISICOBEPERKINGSMAATREGELEN MET BETREKKING TOT AFRIKAANSE VARKENSPEST VOOR LEVENSMIDDELENBEDRIJVEN IN DE BETROKKEN LIDSTATEN

Artikel 41

Bijzondere aanwijzing van slachthuizen, uitsnijderijen, koelhuizen, vleesverwerkingsinrichtingen en wildbewerkingsinrichtingen

1.  

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat wijst op aanvraag van een exploitant van een levensmiddelenbedrijf inrichtingen aan voor:

a) 

de onmiddellijke slacht van gehouden varkens uit de beperkingszones II en III:

i) 

binnen die beperkingszones I, II en III.

ii) 

buiten die beperkingszones II en III, zoals bedoeld in de artikelen 24 en 29;

b) 

het uitsnijden, verwerken en opslaan van het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, van in beperkingszones II en III gehouden varkens, zoals bedoeld in de artikelen 38, 39 en 40;

c) 

het prepareren van vlees van wild zoals bedoeld in punt 1.18 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en de verwerking en opslag van in beperkingszones I, II en III verkregen vers vlees en vleesproducten van in het wild levende varkens, zoals bedoeld in de artikelen 48 en 49 van deze verordening;

d) 

het prepareren van vlees van wild zoals bedoeld in punt 1.18 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en de verwerking en opslag van vers vlees en vleesproducten van in het wild levende varkens, indien die inrichtingen zijn gelegen in beperkingszones I, II en III, zoals bedoeld in de artikelen 48 en 49 van deze verordening.

2.  

De bevoegde autoriteit kan besluiten dat de in lid 1 bedoelde aanwijzing niet vereist is voor inrichtingen die vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens en van in beperkingszones I, II en III verkregen in het wild levende varkens verwerken, uitsnijden en opslaan, en inrichtingen zoals bedoeld in lid 1, onder d), op voorwaarde dat:

a) 

het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, afkomstig van varkens in die inrichtingen worden voorzien van een speciaal gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, van een identificatiemerk zoals bedoeld in artikel 44;

b) 

het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, afkomstig van varkens, die uit die inrichtingen komen, uitsluitend bestemd zijn voor dezelfde betrokken lidstaat;

c) 

de dierlijke bijproducten afkomstig van varkens, die uit die inrichtingen komen, uitsluitend binnen dezelfde lidstaat worden verwerkt of verwijderd overeenkomstig artikel 33.

3.  

De bevoegde instantie van de betrokken lidstaat:

a) 

verstrekt de Commissie en de andere lidstaten een link naar de website van de bevoegde autoriteit met een lijst van aangewezen inrichtingen en hun activiteiten zoals bedoeld in lid 1;

b) 

houdt de onder a) bedoelde lijst actueel.

Artikel 42

Bijzondere voorwaarden voor de aanwijzing van inrichtingen voor de onmiddellijke slacht van in beperkingszones II en III gehouden varkens

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat wijst slechts inrichtingen aan voor de onmiddellijke slacht van in beperkingszones II en III gehouden varkens, indien:

a) 

het slachten van buiten beperkingszones II en III gehouden varkens, en van in beperkingszones II en III gehouden varkens die het voorwerp vormen van toegestane verplaatsingen overeenkomstig de artikelen 24 en 29, en de productie en opslag van producten daarvan, wordt gescheiden uitgevoerd van het slachten van in beperkingszones I, II en III gehouden varkens, en van de productie en opslag van producten daarvan, die niet voldoen aan de desbetreffende:

i) 

aanvullende algemene voorwaarden van de artikelen 15, 16 en 17, en

ii) 

specifieke voorwaarden van de artikelen 24 en 29;

b) 

de exploitant van de inrichting beschikt over door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat goedgekeurde gedocumenteerde instructies of procedures om te waarborgen dat aan de voorwaarden onder a) wordt voldaan.

Artikel 43

Bijzondere voorwaarden voor de aanwijzing van inrichtingen voor het uitsnijden, verwerken en opslaan van van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat wijst slechts inrichtingen aan voor het uitsnijden, verwerken en opslaan van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens die het voorwerp vormen van toegestane verplaatsingen overeenkomstig de artikelen 38, 39 en 40, indien:

a) 

het uitsnijden, verwerken en opslaan van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, die zijn verkregen van buiten beperkingszones II en III gehouden varkens en van in beperkingszones II en III gehouden varkens, worden gescheiden uitgevoerd van het uitsnijden, verwerken en opslaan van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, die zijn verkregen van in beperkingszones II en III gehouden varkens die niet voldoen aan:

i) 

aanvullende algemene voorwaarden van de artikelen 15, 16 en 17, en

ii) 

specifieke voorwaarden van de artikelen 38, 39 en 40;

b) 

de exploitant van de inrichting beschikt over door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat goedgekeurde gedocumenteerde instructies of procedures om te waarborgen dat aan de voorwaarden onder a) wordt voldaan.

Artikel 44

Speciale gezondheids- of identificatiemerken

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaten zorgt ervoor dat de volgende producten van dierlijke oorsprong worden gemerkt met een speciaal gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, een identificatiemerk dat niet ovaal is en niet kan worden verward met het gezondheids- of identificatiemerk zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 853/2004:

a) 

vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, die zijn verkregen van in beperkingszone III gehouden varkens, overeenkomstig artikel 40, onder d), ii);

b) 

vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, die zijn verkregen van in beperkingszone II gehouden varkens, indien niet is voldaan aan de specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen van die zendingen buiten beperkingszone II, overeenkomstig artikel 38, lid 2, onder b), ii);

c) 

vers vlees en vleesproducten van in het wild levende varkens die binnen beperkingszone I of buiten die zone worden verplaatst vanuit de overeenkomstig artikel 41, lid 1, aangewezen inrichting, overeenkomstig artikel 49, lid 1, onder c), iii), eerste streepje.

HOOFDSTUK V

BIJZONDERE ZIEKTEBESTRIJDINGSMAATREGELEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP IN HET WILD LEVENDE VARKENS IN DE LIDSTATEN

Artikel 45

Specifieke verbodsbepalingen ten aanzien van verplaatsingen van in het wild levende varkens

De bevoegde autoriteiten van alle lidstaten verbieden verplaatsingen van in het wild levende varkens door exploitanten overeenkomstig artikel 101 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688:

a) 

op het hele grondgebied van de lidstaat;

b) 

vanuit het hele grondgebied van de lidstaat naar:

i) 

andere lidstaten, en

ii) 

derde landen.

Artikel 46

Specifieke verbodsbepalingen ten aanzien van verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en vanuit die zones van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, dierlijke bijproducten en afgeleide producten, verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens

1.  
De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verbieden verplaatsingen binnen en vanuit beperkingszones I, II en III van zendingen van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, dierlijke bijproducten en afgeleide producten, verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens.
2.  

De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verbieden verplaatsingen binnen en vanuit beperkingszones I, II en III van zendingen van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, dierlijke bijproducten en afgeleide producten, verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens:

a) 

voor particulier huishoudelijk gebruik;

b) 

in verband met de activiteiten van jagers die kleine hoeveelheden wilde zwijnen of vlees van wilde zwijnen rechtstreeks leveren aan de eindverbruiker of de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert, overeenkomstig artikel 1, lid 3, onder e), van Verordening (EG) nr. 853/2004.

Artikel 47

Algemene verbodsbepalingen met betrekking tot verplaatsingen van zendingen van producten die zijn verkregen van in het wild levende varkens en voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, met het oog op het risico op verspreiding van Afrikaanse varkenspest

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan de verplaatsingen van vers vlees, vleesproducten en alle andere van in het wild levende varkens verkregen producten, en voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, op het grondgebied van dezelfde lidstaat verbieden indien de bevoegde autoriteit van oordeel is dat er een risico bestaat op de verspreiding van Afrikaanse varkenspest naar, van of via die in het wild levende varkens of producten daarvan.

Artikel 48

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en vanuit die zones van zendingen van van in het wilde levende varkens verkregen verwerkte vleesproducten worden toegestaan

1.  

In afwijking van het in artikel 46, lid 1, vastgestelde verbod kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en vanuit die zones van zendingen van verwerkte vleesproducten die zijn verkregen van in het wild levende varkens uit in beperkingszones I, II en III gelegen inrichtingen, naar:

a) 

naar andere beperkingszones I, II en III in dezelfde betrokken lidstaat;

b) 

naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III van dezelfde betrokken lidstaat, en

c) 

naar andere lidstaten en naar derde landen.

2.  

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleent slechts toestemming voor verplaatsingen van zendingen van verwerkte vleesproducten die zijn verkregen van in het wild levende varkens uit in beperkingszones I, II en III gelegen inrichtingen, zoals bedoeld in lid 1, indien:

a) 

voor elk in het wild levend varken dat voor de productie en verwerking van vleesproducten in beperkingszones I, II en III wordt gebruikt, tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest zijn uitgevoerd;

b) 

de bevoegde autoriteit vóór de in onder c), ii) bedoelde behandeling negatieve resultaten heeft verkregen op de onder a) bedoelde tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest;

c) 

de vleesproducten van in het wild levende varkens:

i) 

zijn geproduceerd, verwerkt en opgeslagen in overeenkomstig artikel 41, lid 1, aangewezen inrichtingen, en

ii) 

wat betreft Afrikaanse varkenspest de desbetreffende risicobeperkende behandeling overeenkomstig bijlage VII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 voor producten van dierlijke oorsprong uit beperkingszones hebben ondergaan.

Artikel 49

Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en vanuit beperkingszone I van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, worden toegestaan

1.  

In afwijking van de verbodsbepalingen van artikel 46, leden 1 en 2, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen binnen beperkingszone I en vanuit die zone van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, naar andere beperkingszones I, II en III of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:

a) 

voor elk desbetreffend in het wild levend varken vóór de verplaatsing van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van dat in het wild levend varken tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest zijn uitgevoerd;

b) 

de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vóór de verplaatsing negatieve resultaten heeft verkregen op de onder a) bedoelde tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest;

c) 

het verse vlees, de vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van in het wild levende varkens, en de voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, binnen of buiten beperkingszone I binnen dezelfde lidstaat worden verplaatst:

i) 

voor particulier huishoudelijk gebruik, of

ii) 

in verband met de activiteiten van jagers die kleine hoeveelheden wilde zwijnen of vlees van wilde zwijnen rechtstreeks leveren aan de eindverbruiker of de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert, overeenkomstig artikel 1, lid 3, onder e), van Verordening (EG) nr. 853/2004, of

iii) 

vanuit de overeenkomstig artikel 41, lid 1, aangewezen inrichting, waar het verse vlees en de vleesproducten zijn gemerkt ofwel:

— 
met een speciaal gezondheids- of identificatiemerk overeenkomstig artikel 44, onder c),
ofwel
— 
overeenkomstig artikel 33, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 en zij worden verplaatst naar een verwerkingsinrichting om een van de in bijlage VII bij die verordening vastgestelde risicobeperkende behandelingen te ondergaan.
2.  

In afwijking van de verbodsbepalingen van artikel 46, lid 2, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, binnen beperkingszones II en III van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:

a) 

voor elk desbetreffend in het wild levend varken vóór de verplaatsing van vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van dat in het wild levend varken, of van het kadaver van dat in het wild levende varken. tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest zijn uitgevoerd;

b) 

de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vóór de verplaatsing negatieve resultaten heeft verkregen op de onder a) bedoelde tests ter opsporing van ziekteverwekkers voor Afrikaanse varkenspest;

c) 

het verse vlees, de vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong van in het wild levende varkens, en de voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, binnen beperkingszones II en III binnen dezelfde lidstaat worden verplaatst:

i) 

voor particulier huishoudelijk gebruik,

of

ii) 

overeenkomstig artikel 33, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, naar een verwerkingsinrichting om één van de relevante in bijlage VII bij die verordening vastgestelde risicobeperkende behandelingen te ondergaan.

Artikel 50

Verplichtingen van exploitanten ten aanzien van diergezondheidscertificaten voor zendingen vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, voor verplaatsingen buiten beperkingszones I, II en III

Exploitanten verplaatsen vers vlees, vleesproducten en alle andere producten van dierlijke oorsprong, verkregen van in het wild levende varkens, en van voor menselijke consumptie bestemde kadavers van in het wild levende varkens, slechts buiten beperkingszones I, II en III:

a) 

in gevallen die worden bestreken door de artikelen 48 en 49, en

b) 

indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat de volgende elementen bevat:

i) 

de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 vereiste informatie, en

ii) 

ten minste een van de volgende verklaringen dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:

— 
„Vers vlees en vleesproducten, en overige producten van dierlijke oorsprong uit een beperkingszone I, verkregen van in het wild levende varkens overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie”;
— 
„Voor menselijke consumptie bedoelde kadavers van in het wild levende varkens uit een beperkingszone I, overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie”;
— 
„Verwerkte vleesproducten uit beperkingszones I, II en III, verkregen van in het wild levende varkens overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie”.

In geval van verplaatsing binnen dezelfde betrokken lidstaat kan de bevoegde autoriteit evenwel besluiten dat geen diergezondheidscertificaat hoeft te worden uitgereikt, zoals bedoeld in artikel 167, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) 2016/429.

Artikel 51

Specifieke voorwaarden voor het toestaan van verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en buiten die zones van zendingen van dierlijke bijproducten en afgeleide producten van in het wild levende varkens

1.  
In afwijking van de verbodsbepalingen van artikel 46 kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en buiten die zones van zendingen van van in het wild levende varkens verkregen afgeleide producten naar andere beperkingszones I, II en III of naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III van dezelfde lidstaat en naar andere lidstaten, op voorwaarde dat zij een behandeling hebben ondergaan die waarborgt dat de afgeleide producten geen risico’s inhouden ten aanzien van Afrikaanse varkenspest.
2.  

In afwijking van de in artikel 46, lid 1, vastgestelde verbodsbepalingen kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestemming verlenen voor verplaatsingen binnen beperkingszones I, II en III en buiten die zones van zendingen van dierlijke bijproducten van in het wild levende varkens naar andere beperkingszones I, II en III en naar gebieden buiten beperkingszones I, II en III van dezelfde lidstaat, op voorwaarde dat:

a) 

de dierlijke bijproducten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009 worden verzameld, vervoerd en verwijderd;

b) 

voor de verplaatsingen buiten beperkingszones I, II en III, de vervoermiddelen afzonderlijk zijn uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren. De exploitant van het vervoer stelt de bevoegde autoriteit in staat in real time toezicht te houden op de verplaatsing van de vervoermiddelen en bewaart de elektronische registratie van de verplaatsing gedurende ten minste twee maanden vanaf het tijdstip van de verplaatsing van de zending.

Artikel 52

Verplichtingen van de exploitanten ten aanzien van diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen van zendingen van dierlijke bijproducten van in het wild levende varkens buiten beperkingszones I, II en III op het grondgebied van dezelfde betrokken lidstaat

Exploitanten verplaatsen zendingen dierlijke bijproducten van in het wild levende varkens in het in artikel 51, lid 2, bedoelde geval slechts buiten de beperkingszones I, II en III binnen dezelfde betrokken lidstaat, indien die zendingen vergezeld gaan van:

a) 

een handelsdocument zoals bedoeld in hoofdstuk III van bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011, en

b) 

een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 22, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.

De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan evenwel besluiten dat geen diergezondheidscertificaat wordt uitgereikt, zoals bedoeld in artikel 22, lid 6, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.

HOOFDSTUK VI

BIJZONDERE INFORMATIE- EN OPLEIDINGSVERPLICHTINGEN IN DE LIDSTATEN

Artikel 53

Bijzondere informatieverplichtingen van de betrokken lidstaten

1.  
De betrokken lidstaten zien erop toe dat ten minste exploitanten van spoorwegen, touringcars, luchthavens en havens, reisbureaus, organisatoren van jachtreizen en exploitanten van postdiensten, verplicht zijn de aandacht van hun klanten te vestigen op de in deze verordening vastgestelde bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen, door aan klanten van postdiensten en reizigers die beperkingszones I, II en III verlaten, ten minste op passende wijze informatie te verstrekken over de belangrijkste verbodsbepalingen zoals vastgesteld in de artikelen 9, 11, 12, 45 en 46.

Daartoe moeten de betrokken lidstaten regelmatige bewustmakingscampagnes organiseren en uitvoeren om de informatie over de in deze verordening vastgestelde bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen bekend te maken en te verspreiden.

2.  

De betrokken lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in het kader van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders in kennis van:

a) 

veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van Afrikaanse varkenspest op hun grondgebied;

b) 

de resultaten van het toezicht op Afrikaanse varkenspest zoals in beperkingszones I, II en III en gebieden buiten beperkingszones I, II en III uitgevoerd bij gehouden en in het wild levende varkens;

c) 

andere maatregelen en initiatieven die zijn genomen om Afrikaanse varkenspest te voorkomen, te bestrijden en uit te roeien.

Artikel 54

Bijzondere opleidingsverplichtingen van de betrokken lidstaten

De betrokken lidstaten organiseren en houden regelmatig of met passende tussenpozen specifieke opleidingsactiviteiten over de risico’s van Afrikaanse varkenspest en mogelijke preventie-, bestrijdings- en uitroeiingsmaatregelen voor ten minste de volgende doelgroepen:

a) 

dierenartsen;

b) 

landbouwers die varkens houden;

c) 

jagers.

Artikel 55

Bijzondere informatieverplichtingen van alle lidstaten

1.  

Alle lidstaten zorgen ervoor dat:

a) 

op belangrijke infrastructuurtracés over land, zoals internationale verbindingswegen en spoorwegen, en aanverwante transportnetwerken voor het vervoer over land, passende informatie over de risico’s van de overdracht van Afrikaanse varkenspest en over de in deze verordening vastgestelde bijzonder ziektebestrijdingsmaatregelen, onder de aandacht van reizigers wordt gebracht:

i) 

op zichtbare en prominente wijze;

ii) 

zodanig gepresenteerd dat zij gemakkelijk te begrijpen is door reizigers die reizen uit of op weg zijn naar:

— 
de beperkingszones I, II en III, of
— 
derde landen die risico lopen met betrekking tot de verspreiding van Afrikaanse varkenspest;
b) 

de nodige maatregelen zijn getroffen om belanghebbenden die actief zijn in de sector gehouden varkens, met inbegrip van kleine inrichtingen, bewust te maken van de risico’s op de insleep van het Afrikaanse-varkenspestvirus en hun de meest geschikte informatie te verstrekken over de versterkte biobeveiligingsmaatregelen voor inrichtingen waar varkens worden gehouden in de beperkingszones I, II en III, zoals opgenomen in bijlage II, en met name de maatregelen die in beperkingszones I, II en III moeten worden toegepast, met behulp van de meest geschikte middelen om dergelijke informatie onder hun aandacht te brengen.

2.  

Alle lidstaten brengen Afrikaanse varkenspest onder de aandacht bij:

a) 

het publiek, zoals bedoeld in artikel 15 van Verordening (EU) 2016/429;

b) 

dierenartsen, landbouwers en jagers, en verstrekken hun de meest geschikte informatie over risicobeperking en versterkte bioveiligheidsmaatregelen, zoals die beschikbaar is in de vorm van:

i) 

bijlage II bij deze verordening;

ii) 

de met de lidstaten in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders overeengekomen richtsnoeren van de Unie;

iii) 

de door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid beschikbaar gestelde wetenschappelijke gegevens;

iv) 

de Gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid.

HOOFDSTUK VII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 56

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 21 april 2021 tot en met 20 april 2028.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

▼M14




BIJLAGE I

BEPERKINGSZONES

DEEL I

1.    Duitsland

De volgende beperkingszones I in Duitsland:

Bundesland Brandenburg:
— 
Landkreis Dahme-Spreewald:
— 
Gemeinde Alt Zauche-Wußwerk,
— 
Gemeinde Byhleguhre-Byhlen,
— 
Gemeinde Märkische Heide, mit den Gemarkungen Alt Schadow, Neu Schadow, Pretschen, Plattkow, Wittmannsdorf, Schuhlen-Wiese, Bückchen, Kuschkow, Gröditsch, Groß Leuthen, Leibchel, Glietz, Groß Leine, Dollgen, Krugau, Dürrenhofe, Biebersdorf und Klein Leine,
— 
Gemeinde Neu Zauche,
— 
Gemeinde Schwielochsee mit den Gemarkungen Groß Liebitz, Guhlen, Mochow und Siegadel,
— 
Gemeinde Spreewaldheide,
— 
Gemeinde Straupitz,
— 
Landkreis Märkisch-Oderland:
— 
Gemeinde Müncheberg mit den Gemarkungen Müncheberg, Eggersdorf bei Müncheberg und Hoppegarten bei Müncheberg,
— 
Gemeinde Bliesdorf mit den Gemarkungen Kunersdorf - westlich der B167 und Bliesdorf - westlich der B167
— 
Gemeinde Märkische Höhe mit den Gemarkungen Reichenberg und Batzlow,
— 
Gemeinde Wriezen mit den Gemarkungen Haselberg, Frankenfelde, Schulzendorf, Lüdersdorf Biesdorf, Rathsdorf - westlich der B 167 und Wriezen - westlich der B167
— 
Gemeinde Buckow (Märkische Schweiz),
— 
Gemeinde Strausberg mit den Gemarkungen Hohenstein und Ruhlsdorf,
— 
Gemeine Garzau-Garzin,
— 
Gemeinde Waldsieversdorf,
— 
Gemeinde Rehfelde mit der Gemarkung Werder,
— 
Gemeinde Reichenow-Mögelin,
— 
Gemeinde Prötzel mit den Gemarkungen Harnekop, Sternebeck und Prötzel östlich der B 168 und der L35,
— 
Gemeinde Oberbarnim,
— 
Gemeinde Bad Freienwalde mit der Gemarkung Sonnenburg,
— 
Gemeinde Falkenberg mit den Gemarkungen Dannenberg, Falkenberg westlich der L 35, Gersdorf und Kruge,
— 
Gemeinde Höhenland mit den Gemarkungen Steinbeck, Wollenberg und Wölsickendorf,
— 
Landkreis Barnim:
— 
Gemeinde Joachimsthal östlich der L220 (Eberswalder Straße), östlich der L23 (Töpferstraße und Templiner Straße), östlich der L239 (Glambecker Straße) und Schorfheide (JO) östlich der L238,
— 
Gemeinde Friedrichswalde mit der Gemarkung Glambeck östlich der L 239,
— 
Gemeinde Althüttendorf,
— 
Gemeinde Ziethen mit den Gemarkungen Groß Ziethen und Klein Ziethen westlich der B198,
— 
Gemeinde Chorin mit den Gemarkungen Golzow, Senftenhütte, Buchholz, Schorfheide (Ch), Chorin westlich der L200 und Sandkrug nördlich der L200,
— 
Gemeinde Britz,
— 
Gemeinde Schorfheide mit den Gemarkungen Altenhof, Werbellin, Lichterfelde und Finowfurt,
— 
Gemeinde (Stadt) Eberswalde mit der Gemarkungen Finow und Spechthausen und der Gemarkung Eberswalde südlich der B167 und westlich der L200,
— 
Gemeinde Breydin,
— 
Gemeinde Melchow,
— 
Gemeinde Sydower Fließ mit der Gemarkung Grüntal nördlich der K6006 (Landstraße nach Tuchen), östlich der Schönholzer Straße und östlich Am Postweg,
— 
Hohenfinow südlich der B167,
— 
Landkreis Uckermark:
— 
Gemeinde Pinnow nördlich der B2,
— 
Gemeinde Passow mit den Gemarkungen Briest, Passow und Schönow,
— 
Gemeinde Mark Landin mit den Gemarkungen Landin nördlich der B2, Grünow und Schönermark,
— 
Gemeinde Angermünde mit den Gemarkungen Frauenhagen, Mürow, Angermünde nördlich und nordwestlich der B2, Dobberzin nördlich der B2, Kerkow, Welsow, Bruchhagen, Greiffenberg, Günterberg, Biesenbrow, Görlsdorf, Wolletz und Altkünkendorf,
— 
Gemeinde Zichow,
— 
Gemeinde Casekow mit den Gemarkungen Blumberg, Wartin, Luckow-Petershagen und den Gemarkungen Biesendahlshof und Casekow westlich der L272 und nördlich der L27,
— 
Gemeinde Hohenselchow-Groß Pinnow mit der Gemarkung Hohenselchow nördlich der L27,
— 
Gemeinde Tantow,
— 
Gemeinde Mescherin
— 
Gemeinde Gartz (Oder) mit der Gemarkung Geesow sowie den Gemarkungen Gartz und Hohenreinkendorf nördlich der L27 und B2 bis Gartenstraße,
— 
Gemeinde Pinnow nördlich und westlich der B2,
— 
Landkreis Oder-Spree:
— 
Gemeinde Storkow (Mark),
— 
Gemeinde Spreenhagen mit den Gemarkungen Braunsdorf, Markgrafpieske, Lebbin und Spreenhagen,
— 
Gemeinde Grünheide (Mark) mit den Gemarkungen Kagel, Kienbaum und Hangelsberg,
— 
Gemeinde Fürstenwalde westlich der B 168 und nördlich der L 36,
— 
Gemeinde Rauen,
— 
Gemeinde Wendisch Rietz bis zur östlichen Uferzone des Scharmützelsees und von der südlichen Spitze des Scharmützelsees südlich der B 246,
— 
Gemeinde Reichenwalde,
— 
Gemeinde Bad Saarow mit der Gemarkung Petersdorf und der Gemarkung Bad Saarow-Pieskow westlich der östlichen Uferzone des Scharmützelsees und ab nördlicher Spitze westlich der L35,
— 
Gemeinde Tauche mit der Gemarkung Werder,
— 
Gemeinde Steinhöfel mit den Gemarkungen Jänickendorf, Schönfelde, Beerfelde, Gölsdorf, Buchholz, Tempelberg und den Gemarkungen Steinhöfel, Hasenfelde und Heinersdorf westlich der L 36 und der Gemarkung Neuendorf im Sande nördlich der L 36,
— 
Landkreis Spree-Neiße:
— 
Gemeinde Peitz,
— 
Gemeinde Turnow-Preilack,
— 
Gemeinde Drachhausen,
— 
Gemeinde Schmogrow-Fehrow,
— 
Gemeinde Drehnow,
— 
Gemeinde Teichland mit den Gemarkungen Maust und Neuendorf,
— 
Gemeinde Dissen-Striesow,
— 
Gemeinde Briesen,
— 
Gemeinde Spremberg mit den Gemarkungen, Sellessen, Spremberg, Bühlow und die Gemarkungen Groß Buckow, Klein Buckow östlich des Tagebaues Welzow-Süd,
— 
Gemeinde Neuhausen/Spree mit den Gemarkungen Kathlow, Haasow, Roggosen, Koppatz, Neuhausen, Frauendorf, Groß Oßnig, Groß Döbern und Klein Döbern,
Bundesland Sachsen:
— 
Landkreis Bautzen
— 
Gemeinde Burkau östlich des Verlaufes S 94 und B 98,
— 
Gemeinde Crostwitz,
— 
Gemeinde Cunewalde,
— 
Gemeinde Demitz-Thumitz,
— 
Gemeinde Doberschau-Gaußig,
— 
Gemeinde Elsterheide,
— 
Gemeinde Göda,
— 
Gemeinde Großpostwitz/O.L.,
— 
Gemeinde Hochkirch, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,
— 
Gemeinde Königswartha, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,
— 
Gemeinde Kubschütz, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,
— 
Gemeinde Lohsa sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,
— 
Gemeinde Nebelschütz östlich des Verlaufes der S 94 in südliche Richtung bis Brücke Prietitzer Straße, Prietitzer Straße nordöstlich bis Lindenstraße, östlich der Lindenstraße bis Abzweig Nr. 25, in westliche Richtung zurück bis S 94, von dort östlich des Verlaufs der S 94 bis zur südlichen Gemeindegrenze,
— 
Gemeinde Neschwitz, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,
— 
Gemeinde Neukirch/Lausitz,
— 
Gemeinde Obergurig,
— 
Gemeinde Oßling,
— 
Gemeinde Panschwitz-Kuckau östlich der S 94,
— 
Gemeinde Puschwitz,
— 
Gemeinde Räckelwitz,
— 
Gemeinde Radibor sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,
— 
Gemeinde Ralbitz-Rosenthal,
— 
Gemeinde Rammenau östlich der B 98,
— 
Gemeinde Schmölln-Putzkau östlich des Verlaufes der B 98 bis Abzweig S 156, östlich des Verlaufs der S 156 bis Kreisgrenze,
— 
Gemeinde Sohland a. d. Spree,
— 
Gemeinde Spreetal, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,
— 
Gemeinde Stadt Bautzen, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,
— 
Gemeinde Stadt Bernsdorf südlich der Landesgrenze Brandenburg-Sachsen und östlich entlang des Verlaufs der Bahnlinie DB6194 “Hosena-Kamenz (Sachs)” bis Bahnabzweig im Süden des Ortsteils Strassgräbchen der Stadt Bernsdorf bis zum Bahnübergang S 94, ab Bahnübergang östlich des Verlaufs der S 94 bis zur südlichen Gemeindegrenze,
— 
Gemeinde Stadt Bischhofswerda östlich der B 98,
— 
Gemeinde Stadt Elstra östlich der S 94,
— 
Gemeinde Stadt Hoyerswerda, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,
— 
Gemeinde Stadt Kamenz östlich der S 94,
— 
Gemeinde Stadt Lauta,
— 
Gemeinde Stadt Schirgiswalde-Kirschau,
— 
Gemeinde Stadt Wilthen,
— 
Gemeinde Stadt Wittichenau, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,
— 
Gemeinde Steinigtwolmsdorf.
— 
Landkreis Görlitz
— 
Gemeinde Beiersdorf,
— 
Gemeinde Bertsdorf-Hörnitz,
— 
Gemeinde Dürrhennersdorf,
— 
Gemeinde Großschönau,
— 
Gemeinde Großschweidnitz,
— 
Gemeinde Hainewalde,
— 
Gemeinde Kurort Jonsdorf,
— 
Gemeinde Kottmar,
— 
Gemeinde Lawalde,
— 
Gemeinde Leutersdorf,
— 
Gemeinde Mittelherwigsdorf,
— 
Gemeinde Oderwitz,
— 
Gemeinde Olbersdorf,
— 
Gemeinde Oppach,
— 
Gemeinde Oybin,
— 
Gemeinde Rosenbach, sofern nicht Teil des gefährdeten Gebietes,
— 
Gemeinde Schönau-Berzdorf a. d. Eigen, sofern nicht Teil des gefährdeten Gebietes,
— 
Gemeinde Schönbach,
— 
Gemeinde Stadt Bernstadt a. d. Eigen, sofern nicht Teil des gefährdeten Gebietes,
— 
Gemeinde Stadt Ebersbach-Neugersdorf,
— 
Gemeinde Stadt Herrnhut,
— 
Gemeinde Stadt Löbau, sofern nicht Teil des gefährdeten Gebietes,
— 
Gemeinde Stadt Neusalza-Spremberg,
— 
Gemeinde Stadt Ostritz, sofern nicht Teil des gefährdeten Gebietes,
— 
Gemeinde Stadt Seifhennersdorf,
— 
Gemeinde Stadt Zittau,
Bundesland Mecklenburg-Vorpommern:
— 
Landkreis Vorpommern Greifswald
— 
Gemeinde Penkun südlich der Autobahn A11,
— 
Gemeinde Nadrense südlich der Autobahn A11.

2.    Estland

De volgende beperkingszones I in Estland:

— 
Hiiu maakond.

3.    Griekenland

De volgende beperkingszones I in Griekenland:

— 
in the regional unit of Drama:
— 
the community departments of Sidironero and Skaloti and the municipal departments of Livadero and Ksiropotamo (in Drama municipality),
— 
the municipal department of Paranesti (in Paranesti municipality),
— 
the municipal departments of Kokkinogeia, Mikropoli, Panorama, Pyrgoi (in Prosotsani municipality),
— 
the municipal departments of Kato Nevrokopi, Chrysokefalo, Achladea, Vathytopos, Volakas, Granitis, Dasotos, Eksohi, Katafyto, Lefkogeia, Mikrokleisoura, Mikromilea, Ochyro, Pagoneri, Perithorio, Kato Vrontou and Potamoi (in Kato Nevrokopi municipality),
— 
in the regional unit of Xanthi:
— 
the municipal departments of Kimmerion, Stavroupoli, Gerakas, Dafnonas, Komnina, Kariofyto and Neochori (in Xanthi municipality),
— 
the community departments of Satres, Thermes, Kotyli, and the municipal departments of Myki, Echinos and Oraio and (in Myki municipality),
— 
the community department of Selero and the municipal department of Sounio (in Avdira municipality),
— 
in the regional unit of Rodopi:
— 
the municipal departments of Komotini, Anthochorio, Gratini, Thrylorio, Kalhas, Karydia, Kikidio, Kosmio, Pandrosos, Aigeiros, Kallisti, Meleti, Neo Sidirochori and Mega Doukato (in Komotini municipality),
— 
the municipal departments of Ipio, Arriana, Darmeni, Archontika, Fillyra, Ano Drosini, Aratos and the Community Departments Kehros and Organi (in Arriana municipality),
— 
the municipal departments of Iasmos, Sostis, Asomatoi, Polyanthos and Amvrosia and the community department of Amaxades (in Iasmos municipality),
— 
the municipal department of Amaranta (in Maroneia Sapon municipality),
— 
in the regional unit of Evros:
— 
the municipal departments of Kyriaki, Mandra, Mavrokklisi, Mikro Dereio, Protokklisi, Roussa, Goniko, Geriko, Sidirochori, Megalo Derio, Sidiro, Giannouli, Agriani and Petrolofos (in Soufli municipality),
— 
the municipal departments of Dikaia, Arzos, Elaia, Therapio, Komara, Marasia, Ormenio, Pentalofos, Petrota, Plati, Ptelea, Kyprinos, Zoni, Fulakio, Spilaio, Nea Vyssa, Kavili, Kastanies, Rizia, Sterna, Ampelakia, Valtos, Megali Doxipara, Neochori and Chandras (in Orestiada municipality),
— 
the municipal departments of Asvestades, Ellinochori, Karoti, Koufovouno, Kiani, Mani, Sitochori, Alepochori, Asproneri, Metaxades, Vrysika, Doksa, Elafoxori, Ladi, Paliouri and Poimeniko (in Didymoteixo municipality),
— 
in the regional unit of Serres:
— 
the municipal departments of Kerkini, Livadia, Makrynitsa, Neochori, Platanakia, Petritsi, Akritochori, Vyroneia, Gonimo, Mandraki, Megalochori, Rodopoli, Ano Poroia, Katw Poroia, Sidirokastro, Vamvakophyto, Promahonas, Kamaroto, Strymonochori, Charopo, Kastanousi and Chortero and the community departments of Achladochori, Agkistro and Kapnophyto (in Sintiki municipality),
— 
the municipal departments of Serres, Elaionas and Oinoussa and the community departments of Orini and Ano Vrontou (in Serres municipality),
— 
the municipal departments of Dasochoriou, Irakleia, Valtero, Karperi, Koimisi, Lithotopos, Limnochori, Podismeno and Chrysochorafa (in Irakleia municipality).

4.    Letland

De volgende beperkingszones I in Letland:

— 
Dienvidkurzemes novada Vērgales, Medzes, Grobiņas, Gaviezes, Rucavas, Nīcas, Otaņķu pagasts, Grobiņas pilsēta,
— 
Ropažu novada Stopiņu pagasta daļa, kas atrodas uz rietumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes.

5.    Litouwen

De volgende beperkingszones I in Litouwen:

— 
Klaipėdos rajono savivaldybė: Agluonėnų, Dovilų, Gargždų, Priekulės, Vėžaičių, Kretingalės ir Dauparų-Kvietinių seniūnijos,
— 
Palangos miesto savivaldybė.

6.    Hongarije

De volgende beperkingszones I in Hongarije:

— 
Békés megye 950950, 950960, 950970, 951950, 952050, 952750, 952850, 952950, 953050, 953150, 953650, 953660, 953750, 953850, 953960, 954250, 954260, 954350, 954450, 954550, 954650, 954750, 954850, 954860, 954950, 955050, 955150, 955250, 955260, 955270, 955350, 955450, 955510, 955650, 955750, 955760, 955850, 955950, 956050, 956060, 956150 és 956160 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,
— 
Bács-Kiskun megye 600150, 600850, 601550, 601650, 601660, 601750, 601850, 601950, 602050, 603250, 603750 és 603850 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,
— 
Budapest 1 kódszámú, vadgazdálkodási tevékenységre nem alkalmas területe,
— 
Csongrád-Csanád megye 800150, 800160, 800250, 802220, 802260, 802310 és 802450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,
— 
Fejér megye 400150, 400250, 400351, 400352, 400450, 400550, 401150, 401250, 401350, 402050, 402350, 402360, 402850, 402950, 403050, 403450, 403550, 403650, 403750, 403950, 403960, 403970, 404650, 404750, 404850, 404950, 404960, 405050, 405750, 405850, 405950,
— 
406050, 406150, 406550, 406650 és 406750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,
— 
Győr-Moson-Sopron megye 100550, 100650, 100950, 101050, 101350, 101450, 101550, 101560 és 102150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,
— 
Jász-Nagykun-Szolnok megye 750150, 750160, 750260, 750350, 750450, 750460, 754450, 754550, 754560, 754570, 754650, 754750, 754950, 755050, 755150, 755250, 755350 és 755450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,
— 
Komárom-Esztergom megye 250150, 250250, 250450, 250460, 250550, 250650, 250750, 251050, 251150, 251250, 251350, 251360, 251650, 251750, 251850, 252250, kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,
— 
Pest megye 571550, 572150, 572250, 572350, 572550, 572650, 572750, 572850, 572950, 573150, 573250, 573260, 573350, 573360, 573450, 573850, 573950, 573960, 574050, 574150, 574350, 574360, 574550, 574650, 574750, 574850, 574860, 574950, 575050, 575150, 575250, 575350, 575550, 575650, 575750, 575850, 575950, 576050, 576150, 576250, 576350, 576450, 576650, 576750, 576850, 576950, 577050, 577150, 577350, 577450, 577650, 577850, 577950, 578050, 578150, 578250, 578350, 578360, 578450, 578550, 578560, 578650, 578850, 578950, 579050, 579150, 579250, 579350, 579450, 579460, 579550, 579650, 579750, 580250 és 580450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe.

7.    Polen

De volgende beperkingszones I in Polen:

w województwie kujawsko - pomorskim:
— 
powiat rypiński,
— 
powiat brodnicki,
— 
powiat grudziądzki,
— 
powiat miejski Grudziądz,
— 
powiat wąbrzeski,
w województwie warmińsko-mazurskim:
— 
gminy Wielbark i Rozogi w powiecie szczycieńskim,
w województwie podlaskim:
— 
gminy Wysokie Mazowieckie z miastem Wysokie Mazowieckie, Czyżew i część gminy Kulesze Kościelne położona na południe od linii wyznaczonej przez linię koleją w powiecie wysokomazowieckim,
— 
gminy Miastkowo, Nowogród, Śniadowo i Zbójna w powiecie łomżyńskim,
— 
gminy Szumowo, Zambrów z miastem Zambrów i część gminy Kołaki Kościelne położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie zambrowskim,
— 
gminy Grabowo, Kolno i miasto Kolno, Turośl w powiecie kolneńskim,
w województwie mazowieckim:
— 
powiat ostrołęcki,
— 
powiat miejski Ostrołęka,
— 
gminy Bielsk, Brudzeń Duży, Bulkowo, Drobin, Gąbin, Łąck, Nowy Duninów, Radzanowo, Słupno, Staroźreby i Stara Biała w powiecie płockim,
— 
powiat miejski Płock,
— 
powiat ciechanowski,
— 
gminy Baboszewo, Dzierzążnia, Joniec, Nowe Miasto, Płońsk i miasto Płońsk, Raciąż i miasto Raciąż, Sochocin w powiecie płońskim,
— 
powiat sierpecki,
— 
gmina Siemiątkowo w powiecie żuromińskim,
— 
część powiatu ostrowskiego niewymieniona w części II załącznika I,
— 
gminy Radzanów, Strzegowo, Stupsk w powiecie mławskim,
— 
powiat przasnyski,
— 
powiat makowski,
— 
powiat pułtuski,
— 
część powiatu wyszkowskiego niewymieniona w części II załącznika I,
— 
część powiatu węgrowskiego niewymieniona w części II załącznika I,
— 
gminy Dąbrówka, Jadów, Klembów, Poświętne, Radzymin, Strachówka Wołomin i Tłuszcz w powiecie wołomińskim,
— 
gminy Mokobody i Suchożebry w powiecie siedleckim,
— 
gminy Dobre, Jakubów, Kałuszyn, Stanisławów w powiecie mińskim,
— 
gminy Bielany i gmina wiejska Sokołów Podlaski w powiecie sokołowskim,
— 
gminy Kowala, Wierzbica, część gminy Wolanów położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 w powiecie radomskim,
— 
powiat miejski Radom,
— 
gminy Jastrząb, Mirów, Orońsko w powiecie szydłowieckim,
— 
powiat gostyniński,
w województwie podkarpackim:
— 
powiat jasielski,
— 
powiat strzyżowski,
— 
część powiatu ropczycko – sędziszowskiego niewymieniona w części II załącznika I,
— 
gminy Pruchnik, Rokietnica, Roźwienica, w powiecie jarosławskim,
— 
gminy Fredropol, Krasiczyn, Krzywcza, Medyka, Orły, Żurawica, Przemyśl w powiecie przemyskim,
— 
powiat miejski Przemyśl,
— 
gminy Gać, Jawornik Polski, Kańczuga, część gminy Zarzecze położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Mleczka w powiecie przeworskim,
— 
powiat łańcucki,
— 
gminy Trzebownisko, Głogów Małopolski, część gminy Świlcza położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 94 i część gminy Sokołów Małopolski położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 875 w powiecie rzeszowskim,
— 
gminy Dzikowiec, Kolbuszowa i Raniżów w powiecie kolbuszowskim,
— 
gminy Brzostek, Jodłowa, miasto Dębica, część gminy wiejskiej Dębica położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr A4 w powiecie dębickim,
w województwie świętokrzyskim:
— 
powiat buski,
— 
powiat kazimierski,
— 
część powiatu opatowskiego niewymieniona w części II załącznika I,
— 
powiat sandomierski,
— 
gminy Bogoria, Łubnice, Oleśnica, Osiek, Połaniec, Rytwiany i Staszów w powiecie staszowskim,
— 
gminy Bliżyn, Skarżysko – Kamienna, Suchedniów i Skarżysko Kościelne w powiecie skarżyskim,
— 
gmina Wąchock, część gminy Brody położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 oraz na południowy - zachód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 0618T biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie, drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy oraz na północ od drogi nr 42 i część gminy Mirzec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno - wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim,
— 
powiat ostrowiecki,
— 
gminy Fałków, Ruda Maleniecka, Radoszyce, Smyków, część gminy Końskie położona na zachód od linii kolejowej, część gminy Stąporków położona na południe od linii kolejowej w powiecie koneckim,
— 
gminy Mniów i Zagnańsk w powiecie kieleckim,
w województwie łódzkim:
— 
gminy Łyszkowice, Kocierzew Południowy, Kiernozia, Chąśno, Nieborów, część gminy wiejskiej Łowicz położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92 biegnącej od granicy miasta Łowicz do zachodniej granicy gminy oraz część gminy wiejskiej Łowicz położona na wschód od granicy miasta Łowicz i na północ od granicy gminy Nieborów w powiecie łowickim,
— 
gminy Cielądz, Rawa Mazowiecka z miastem Rawa Mazowiecka w powiecie rawskim,
— 
gminy Bolimów, Głuchów, Godzianów, Lipce Reymontowskie, Maków, Nowy Kawęczyn, Skierniewice, Słupia w powiecie skierniewickim,
— 
powiat miejski Skierniewice,
— 
gminy Mniszków, Paradyż, Sławno i Żarnów w powiecie opoczyńskim,
— 
powiat tomaszowski,
— 
powiat brzeziński,
— 
powiat łaski,
— 
powiat miejski Łódź,
— 
gminy Andrespol, Koluszki, Nowosolna w powiecie łódzkim wschodnim,
— 
gminy Dobroń, Ksawerów, Lutomiersk, miasto Konstantynów Łódzki, miasto Pabianice, część gminy wiejskiej Pabianice położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S8, część gminy Dłutów położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 485 w powiecie pabianickim,
— 
gmina Wieruszów, część gminy Sokolniki położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 4715E, część gminy Galewice położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Przybyłów – Ostrówek – Dąbrówka – Zmyślona w powiecie wieruszowskim,
— 
gminy Aleksandrów Łódzki, Stryków, miasto Zgierz w powiecie zgierskim,
— 
gminy Bełchatów z miastem Bełchatów, Drużbice, Kluki, Rusiec, Szczerców, Zelów w powiecie bełchatowskim,
— 
gminy Osjaków, Konopnica, Pątnów, Wierzchlas, część gminy Mokrsko położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Krzyworzeka – Mokrsko - Zmyślona – Komorniki – Orzechowiec – Poręby, część gminy Wieluń położona na wschód od zachodniej granicy miejscowości Wieluń oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Wieluń – Turów – Chotów biegnącą do zachodniej granicy gminy, część gminy Ostrówek położona na wschód od linii wyznaczonej przez rzekę Pyszna w powiecie wieluńskim,
— 
część powiatu sieradzkiego niewymieniona w części III załącznika I,
— 
powiat zduńskowolski,
— 
gminy Aleksandrów, Sulejów, Wola Krzysztoporska, Wolbórz, część gminy Moszczenica położona na wschód od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Moszczenica – Osiedle, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Moszczenica – Osiedle – Kosów do skrzyżowania z drogą nr 12 i dalej na wschód od drogi nr 12 biegnącej od tego skrzyżowania do południowej granicy gminy, część gminy Grabica położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 473 biegnącej od zachodniej granicy gminy do miejscowości Wola Kamocka, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 473 i łączącą miejscowości Wola Kamocka – Papieże Kolonia – Papieże do wschodniej granicy gminy w powiecie piotrkowskim,
— 
powiat miejski Piotrków Trybunalski,
w województwie pomorskim:
— 
gminy Ostaszewo, miasto Krynica Morska oraz część gminy Nowy Dwór Gdański położona na południowy - zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie nowodworskim,
— 
gminy Lichnowy, Miłoradz, Nowy Staw, Malbork z miastem Malbork w powiecie malborskim,
— 
gminy Mikołajki Pomorskie, Stary Targ i Sztum w powiecie sztumskim,
— 
powiat gdański,
— 
Miasto Gdańsk,
— 
powiat tczewski,
— 
powiat kwidzyński,
w województwie lubuskim:
— 
gmina Lubiszyn w powiecie gorzowskim,
— 
gmina Dobiegniew w powiecie strzelecko – drezdeneckim,
w województwie dolnośląskim:
— 
powiat oleśnicki,
— 
powiat wrocławski,
— 
powiat średzki,
— 
powiat lubański,
— 
część powiatu wołowskiego niewymieniona w części III załącznika I,
— 
powiat miejski Wrocław,
— 
powiat miejski Legnica,
— 
gminy Krotoszyce, Kunice, Legnickie Pole, Miłkowice, Prochowice, Ruja w powiecie legnickim,
— 
gminy Pielgrzymka, Świerzawa, Złotoryja z miastem Złotoryja, miasto Wojcieszów w powiecie złotoryjskim,
— 
powiat lwówecki,
— 
gminy Ścinawa i Lubin z miastem Lubin w powiecie lubińskim,
— 
część powiatu trzebnickiego niewymieniona w części III załącznika I,
— 
gmina Wądroże Wielkie w powiecie jaworskim,
— 
gminy Cieszków, Krośnice, część gminy Milicz położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 15 biegnącej od północnej granicy gminy do południowej granicy gminy w miejcowości Lasowice w powiecie milickim,
w województwie wielkopolskim:
— 
powiat krotoszyński,
— 
gminy Borek Wielkopolski, Gostyń, Pępowo, Piaski, Pogorzela, w powiecie gostyńskim,
— 
gmina Osieczna, część gminy Lipno położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5, część gminy Święciechowa położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 oraz na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5 w powiecie leszczyńskim,
— 
powiat miejski Leszno,
— 
gminy Granowo, Grodzisk Wielkopolski i część gminy Kamieniec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 w powiecie grodziskim,
— 
gminy Czempiń, Kościan i miasto Kościan, Krzywiń, część gminy Śmigiel położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5 w powiecie kościańskim,
— 
powiat miejski Poznań,
— 
gminy Buk, Dopiewo, Komorniki, Tarnowo Podgórne, Stęszew, Swarzędz, Pobiedziska, Czerwonak, Mosina, miasto Luboń, miasto Puszczykowo i część gminy Kórnik położona na zachód od linii wyznaczonych przez drogi: nr S11 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 434 i drogę nr 434 biegnącą od tego skrzyżowania do południowej granicy gminy, część gminy Rokietnica położona na południowy zachód od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy gminy w miejscowości Krzyszkowo do południowej granicy gminy w miejscowości Kiekrz oraz część gminy wiejskiej Murowana Goślina położona na południe od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy miasta Murowana Goślina do północno-wschodniej granicy gminy w powiecie poznańskim,
— 
gmina Kiszkowo i część gminy Kłecko położona na zachód od rzeki Mała Wełna w powiecie gnieźnieńskim,
— 
powiat czarnkowsko-trzcianecki,
— 
gmina Kaźmierz część gminy Duszniki położona na południowy – wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Duszniki, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez ul. Niewierską oraz drogę biegnącą przez miejscowość Niewierz do zachodniej granicy gminy, część gminy Ostroróg położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 186 i 184 biegnące od granicy gminy do miejscowości Ostroróg, a następnie od miejscowości Ostroróg przez miejscowości Piaskowo – Rudki do południowej granicy gminy, część gminy Wronki położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Wartę biegnącą od zachodniej granicy gminy do przecięcia z droga nr 182, a następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 182 oraz 184 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 182 do południowej granicy gminy, miasto Szamotuły i część gminy Szamotuły położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 i drogę łączącą miejscowości Lipnica - Ostroróg do linii wyznaczonej przez wschodnią granicę miasta Szamotuły i na południe od linii kolejowej biegnącej od południowej granicy miasta Szamotuły, do południowo-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Obrzycko położona na zachód od drogi nr 185 łączącej miejscowości Gaj Mały, Słopanowo i Obrzycko do północnej granicy miasta Obrzycko, a następnie na zachód od drogi przebiegającej przez miejscowość Chraplewo w powiecie szamotulskim,
— 
gmina Budzyń w powiecie chodzieskim,
— 
gminy Mieścisko, Skoki i Wągrowiec z miastem Wągrowiec w powiecie wągrowieckim,
— 
powiat pleszewski,
— 
gmina Zagórów w powiecie słupeckim,
— 
gmina Pyzdry w powiecie wrzesińskim,
— 
gminy Kotlin, Żerków i część gminy Jarocin położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr S11 i 15 w powiecie jarocińskim,
— 
powiat ostrowski,
— 
powiat miejski Kalisz,
— 
gminy Blizanów, Brzeziny, Żelazków, Godziesze Wielkie, Koźminek, Lisków, Opatówek, Szczytniki, część gminy Stawiszyn położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 25 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Zbiersk, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Zbiersk – Łyczyn – Petryki biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 25 do południowej granicy gminy, część gminy Ceków- Kolonia położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Młynisko – Morawin - Janków w powiecie kaliskim,
— 
gminy Brudzew, Dobra, Kawęczyn, Przykona, Władysławów, Turek z miastem Turek część gminy Tuliszków położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 72 biegnącej od wschodniej granicy gminy do miasta Turek a następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 443 biegnącej od skrzyżowania z drogą nr 72 w mieście Turek do zachodniej granicy gminy w powiecie tureckim,
— 
gminy Rzgów, Grodziec, Krzymów, Stare Miasto, część gminy Rychwał położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 25 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Rychwał, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 443 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 25 w miejscowości Rychwał do wschodniej granicy gminy w powiecie konińskim,
— 
część gminy Kępno położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr S8 w powiecie kępińskim,
— 
powiat ostrzeszowski,
w województwie opolskim:
— 
gminy Domaszowice, Wilków i część gminy Namysłów położona na zachód od linii wyznaczonej przez rzekę Głucha w powiecie namysłowskim,
— 
gminy Wołczyn, Kluczbork, część gminy Byczyna położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 11 w powiecie kluczborskim,
— 
część gminy Gorzów Śląski położona na południe od północnej granicy miasta Gorzów Śląski oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 45, część gminy Praszka położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 45 w miejscowości Praszka oraz na południe od drogi łączącej miejscowości Praszka – Kowale Kolonia - Kiczmachów, część gminy Rudniki położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 42 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 43 i na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 43 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 42 w powiecie oleskim,
w województwie zachodniopomorskim:
— 
gminy Nowogródek Pomorski, Barlinek, Myślibórz, część gminy Dębno położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 126 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 23 w miejscowości Dębno, następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 23 do skrzyżowania z ul. Jana Pawła II w miejscowości Cychry, następnie na północ od ul. Jana Pawła II do skrzyżowania z ul. Ogrodową i dalej na północ od linii wyznaczonej przez ul. Ogrodową, której przedłużenie biegnie do wschodniej granicy gminy w powiecie myśliborskim,
— 
gminy Banie i Widuchowa, w powiecie gryfińskim,
— 
gmina Kozielice w powiecie pyrzyckim,
— 
gminy Bierzwnik, Krzęcin, Pełczyce w powiecie choszczeńskim,
w województwie małopolskim:
— 
powiat brzeski,
— 
powiat gorlicki,
— 
powiat proszowicki,
— 
powiat nowosądecki,
— 
powiat miejski Nowy Sącz,
— 
część powiatu dąbrowskiego niewymieniona w części III załącznika I,
— 
część powiatu tarnowskiego niewymieniona w części III załącznika I.

8.    Slowakije

De volgende beperkingszones I in Slowakije:

— 
the whole district of Medzilaborce,
— 
the whole district of Stropkov, except municipalities included in part II,
— 
the whole district of Svidník, except municipalities included in part II,
— 
in the district of Veľký Krtíš, the municipalities of Ipeľské Predmostie, Veľká nad Ipľom, Hrušov, Kleňany, Sečianky,
— 
in the district of Levice, the municipalities of Ipeľské Úľany, Plášťovce, Dolné Túrovce, Stredné Túrovce, Šahy, Tešmak,
— 
the whole district of Krupina, except municipalities included in part II,
— 
the whole district of Banska Bystrica, except municipalities included in part II,
— 
in the district of Liptovsky Mikulas – municipalities of Pribylina, Jamník, Svatý Štefan, Konská, Jakubovany, Liptovský Ondrej, Beňadiková, Vavrišovo, Liptovská Kokava, Liptovský Peter, Dovalovo, Hybe, Liptovský Hrádok, Liptovský Ján, Uhorská Ves, Podtureň, Závažná Poruba, Liptovský Mikuláš, Pavčina Lehota, Demänovská Dolina, Gôtovany, Galovany, Svätý Kríž, Lazisko, Dúbrava, Malatíny, Liptovské Vlachy, Liptovské Kľačany, Partizánska Ľupča, Kráľovská Ľubeľa, Zemianska Ľubeľa, Východná – a part of municipality north from the highway D1,
— 
in the district of Ružomberok, the municipalities of Liptovská Lužná, Liptovská Osada, Podsuchá, Ludrová, Štiavnička, Liptovská Štiavnica, Nižný Sliač, Liptovské Sliače,
— 
the whole district of Banska Stiavnica,
— 
the whole district of Žiar nad Hronom.

DEEL II

1.    Bulgarije

De volgende beperkingszones II in Bulgarije:

— 
the whole region of Haskovo,
— 
the whole region of Yambol,
— 
the whole region of Stara Zagora,
— 
the whole region of Pernik,
— 
the whole region of Kyustendil,
— 
the whole region of Plovdiv, excluding the areas in Part III,
— 
the whole region of Pazardzhik, excluding the areas in Part III,
— 
the whole region of Smolyan,
— 
the whole region of Dobrich,
— 
the whole region of Sofia city,
— 
the whole region of Sofia Province,
— 
the whole region of Blagoevgrad,
— 
the whole region of Razgrad,
— 
the whole region of Kardzhali,
— 
the whole region of Burgas excluding the areas in Part III,
— 
the whole region of Varna excluding the areas in Part III,
— 
the whole region of Silistra, excluding the areas in Part III,
— 
the whole region of Ruse, excluding the areas in Part III,
— 
the whole region of Veliko Tarnovo, excluding the areas in Part III,
— 
the whole region of Pleven, excluding the areas in Part III,
— 
the whole region of Targovishte, excluding the areas in Part III,
— 
the whole region of Shumen, excluding the areas in Part III,
— 
the whole region of Sliven, excluding the areas in Part III,
— 
the whole region of Vidin, excluding the areas in Part III.

2.    Duitsland

De volgende beperkingszones II in Duitsland:

Bundesland Brandenburg:
— 
Landkreis Oder-Spree:
— 
Gemeinde Grunow-Dammendorf,
— 
Gemeinde Mixdorf
— 
Gemeinde Schlaubetal,
— 
Gemeinde Neuzelle,
— 
Gemeinde Neißemünde,
— 
Gemeinde Lawitz,
— 
Gemeinde Eisenhüttenstadt,
— 
Gemeinde Vogelsang,
— 
Gemeinde Ziltendorf,
— 
Gemeinde Wiesenau,
— 
Gemeinde Friedland,
— 
Gemeinde Siehdichum,
— 
Gemeinde Müllrose,
— 
Gemeinde Briesen,
— 
Gemeinde Jacobsdorf
— 
Gemeinde Groß Lindow,
— 
Gemeinde Brieskow-Finkenheerd,
— 
Gemeinde Ragow-Merz,
— 
Gemeinde Beeskow,
— 
Gemeinde Rietz-Neuendorf,
— 
Gemeinde Tauche mit den Gemarkungen Stremmen, Ranzig, Trebatsch, Sabrodt, Sawall, Mitweide, Lindenberg, Falkenberg (T), Görsdorf (B), Wulfersdorf, Giesensdorf, Briescht, Kossenblatt und Tauche,
— 
Gemeinde Langewahl,
— 
Gemeinde Berkenbrück,
— 
Gemeinde Steinhöfel mit den Gemarkungen Arensdorf und Demitz und den Gemarkungen Steinhöfel, Hasenfelde und Heinersdorf östlich der L 36 und der Gemarkung Neuendorf im Sande südlich der L36,
— 
Gemeinde Fürstenwalde östlich der B 168 und südlich der L36,
— 
Gemeinde Diensdorf-Radlow,
— 
Gemeinde Wendisch Rietz östlich des Scharmützelsees und nördlich der B 246,
— 
Gemeinde Bad Saarow mit der Gemarkung Neu Golm und der Gemarkung Bad Saarow-Pieskow östlich des Scharmützelsees und ab nördlicher Spitze östlich der L35,
— 
Landkreis Dahme-Spreewald:
— 
Gemeinde Jamlitz,
— 
Gemeinde Lieberose,
— 
Gemeinde Schwielochsee mit den Gemarkungen Goyatz, Jessern, Lamsfeld, Ressen, Speichrow und Zaue,
— 
Landkreis Spree-Neiße:
— 
Gemeinde Schenkendöbern,
— 
Gemeinde Guben,
— 
Gemeinde Jänschwalde,
— 
Gemeinde Tauer,
— 
Gemeinde Teichland mit der Gemarkung Bärenbrück,
— 
Gemeinde Heinersbrück,
— 
Gemeinde Forst mit den Gemarkungen Briesnig, Weißagk, Bohrau, Naundorf und Mulknitz,
— 
Gemeinde Spremberg mit der Gemarkung Graustein,
— 
Landkreis Märkisch-Oderland:
— 
Gemeinde Bleyen-Genschmar mit der Gemarkung Bleyen,
— 
Gemeinde Neuhardenberg mit den Gemarkungen Wulkow bei Trebnitz, Altfriedland bis östlicher Teil ab Gemarkungsgrenze Neuhardenberg/Neufriedland, dem Feldweg folgend bis „Grubscher Graben“, Neuhardenberg östlicher Teil bis Gemarkungsgrenze Quappendorf entlang dem „Quappendorfer Kanal“ bis Gemarkungsgrenze Altfriedland,
— 
Gemeinde Golzow,
— 
Gemeinde Küstriner Vorland,
— 
Gemeinde Alt Tucheband,
— 
Gemeinde Reitwein,
— 
Gemeinde Podelzig,
— 
Gemeinde Gusow-Platkow mit den Gemarkungen BlankeHeide, Gusow bis nördlicher Teil ab Gemarkungsgrenze Langsow, den „Zielgraben“ folgend über „Tergelgraben“ bis „Alte Oder“, Platkow bis östlicher Teil, begrenzt durch „Alte Oder“,
— 
Gemeinde Seelow mit den Gemarkungen Seelow, Werbig, Langsow bis nördlicher Teil ab Gemarkungsgrenze Buschdorf der „Buschdorfer Str.“/L37 folgend bis Feldweg, diesem folgend über Gehöft „Buschdorf 6“ über Acker bis Entwässerungsgraben, diesem südlich folgend bis „Feldweg“, diesem folgend Richtung „Eichwaldgraben“ bis Gemarkungsgrenze Gusow,
— 
Gemeinde Vierlinden,
— 
Gemeinde Lindendorf
— 
Gemeinde Fichtenhöhe,
— 
Gemeinde Lietzen,
— 
Gemeinde Falkenhagen (Mark),
— 
Gemeinde Zeschdorf,
— 
Gemeinde Treplin,
— 
Gemeinde Lebus,
— 
Gemeinde Müncheberg mit den Gemarkungen Jahnsfelde, Trebnitz, Obersdorf, Münchehofe und Hermersdorf,
— 
Gemeinde Märkische Höhe mit der Gemarkung Ringenwalde,
— 
Gemeinde Bliesdorf mit der Gemarkung Metzdorf und Gemeinde Bliesdorf mit den Gemarkungen Bliesdorf – östlich der B167 bis östlicher Teil, begrenzt aus Richtung Gemarkungsgrenze Neutrebbin südlich der Bahnlinie bis Straße „Sophienhof“ dieser westlich folgend bis „Ruesterchegraben“ weiter entlang Feldweg an den Windrädern Richtung „Herrnhof“, weiter entlang „Letschiner Hauptgraben“ nord-östlich bis Gemarkungsgrenze Alttrebbin und Kunersdorf – östlich der B 167,
— 
Gemeinde Bad Freienwalde mit den Gemarkungen Altglietzen, Altranft, Bad Freienwalde, Bralitz, Hohenwutzen, Schiffmühle, Hohensaaten, Neuenhagen,
— 
Gemeinde Falkenberg mit der Gemarkung Falkenberg östlich der L35
— 
Gemeinde Oderaue,
— 
Gemeinde Wriezen mit den Gemarkungen Altwriezen – östlicher Teil begrenzt durch Feldweg von Straße Altwriezen in Richtung „Wallgraben“, Jäckelsbruch, Neugaul, Rathsdorf – östlich der B 167 und Wriezen – östlich der B 167,
— 
Landkreis Barnim:
— 
Gemeinde Lunow-Stolzenhagen,
— 
Gemeinde Parsteinsee,
— 
Gemeinde Oderberg,
— 
Gemeinde Liepe,
— 
Gemeinde Hohenfinow (nördlich der B167),
— 
Gemeinde Niederfinow,
— 
Gemeinde (Stadt) Eberswalde mit den Gemarkungen Eberswalde nördlich der B167 und östlich der L200, Sommerfelde und Tornow nördlich der B167,
— 
Gemeinde Chorin mit den Gemarkungen Brodowin, Chorin östlich der L200, Serwest, Neuehütte, Sandkrug östlich der L200,
— 
Gemeinde Ziethen mit der Gemarkung Klein Ziethen östlich der Serwester Dorfstraße und östlich der B198,
— 
Landkreis Uckermark:
— 
Gemeinde Angermünde mit den Gemarkungen Crussow, Stolpe, Gellmersdorf, Neukünkendorf, Bölkendorf, Herzsprung, Schmargendorf und den Gemarkungen Angermünde südlich und südöstlich der B 2 und Dobberzin südlich der B2,
— 
Gemeinde Schwedt mit den Gemarkungen Criewen, Zützen, Schwedt, Stendell, Kummerow, Kunow, Vierraden, Blumenhagen, Oderbruchwiesen, Enkelsee, Gatow, Hohenfelde,
— 
Gemeinde Schöneberg mit den Gemarkungen Schöneberg, Flemsdorf und der Gemarkung Felchow östlich der B2
— 
Gemeinde Pinnow südlich und östlich der B2,
— 
Gemeinde Berkholz-Meyenburg,
— 
Gemeinde Landin mit der Gemarkung Landin südlich der B2,
— 
Gemeinde Casekow mit der Gemarkung Woltersdorf und den Gemarkungen Biesendahlshof und Casekow östlich der L272 und südlich der L27,
— 
Gemeinde Hohenselchow-Groß Pinnow mit der Gemarkung Groß Pinnow und der Gemarkung Hohenselchow südlich der L27,
— 
Gemeinde Gartz (Oder) mit der Gemarkung Friedrichsthal und den Gemarkungen Gartz und Hohenreinkendorf südlich der L27 und B2 bis Gartenstraße,
— 
Gemeinde Passow mit der Gemarkung Jamikow,
— 
Kreisfreie Stadt Frankfurt (Oder),
Bundesland Sachsen:
— 
Landkreis Bautzen:
— 
Gemeinde Großdubrau,
— 
Gemeinde Hochkirch nördlich der B6,
— 
Gemeinde Königswartha östlich der B96,
— 
Gemeinde Kubschütz nördlich der B6,
— 
Gemeinde Lohsa östlich der B96,
— 
Gemeinde Malschwitz,
— 
Gemeinde Neschwitz östlich der B96,
— 
Gemeinde Radibor östlich der B96,
— 
Gemeinde Spreetal östlich der B97,
— 
Gemeinde Stadt Bautzen östlich des Verlaufs der B96 bis Abzweig S 156 und nördlich des Verlaufs S 156 bis Abzweig B6 und nördlich des Verlaufs der B 6 bis zur östlichen Gemeindegrenze,
— 
Gemeinde Stadt Hoyerswerda südlich des Verlaufs der B97 bis Abzweig B96 und östlich des Verlaufs der B96 bis zur südlichen Gemeindegrenze,
— 
Gemeinde Stadt Weißenberg,
— 
Gemeinde Stadt Wittichenau östlich der B96,
— 
Landkreis Görlitz:
— 
Gemeinde Boxberg/O.L.,
— 
Gemeinde Gablenz,
— 
Gemeinde Groß Düben, sofern nicht bereits Teil des Beobachtungsgebietes,
— 
Gemeinde Hähnichen,
— 
Gemeinde Hohendubrau,
— 
Gemeinde Horka,
— 
Gemeinde Kodersdorf,
— 
Gemeinde Königshain,
— 
Gemeinde Krauschwitz i.d. O.L.,
— 
Gemeinde Kreba-Neudorf,
— 
Gemeinde Markersdorf,
— 
Gemeinde Mücka,
— 
Gemeinde Neißeaue,
— 
Gemeinde Quitzdorf am See,
— 
Gemeinde Rietschen,
— 
Gemeinde Rosenbach nördlich der S129,
— 
Gemeinde Schleife,
— 
Gemeinde Schönau-Berzdorf a. d. Eigen nördlich der S129,
— 
Gemeinde Schöpstal,
— 
Gemeinde Stadt Bad Muskau, sofern nicht bereits Teil des Beobachtungsgebietes,
— 
Gemeinde Stadt Bernstadt a. d. Eigen nördlich der S129,
— 
Gemeinde Stadt Görlitz,
— 
Gemeinde Stadt Löbau nördlich der B 6 von der Kreisgrenze Bautzen bis zum Abzweig der S 129, auf der S129 bis Gemeindegrenze,
— 
Gemeinde Stadt Niesky,
— 
Gemeinde Stadt Ostritz nördlich der S129 und K8616,
— 
Gemeinde Stadt Reichenbach/O.L.,
— 
Gemeinde Stadt Rothenburg/O.L.,
— 
Gemeinde Stadt Weißwasser/O.L.
— 
Gemeinde Trebendorf,
— 
Gemeinde Vierkirchen,
— 
Gemeinde Waldhufen,
— 
Gemeinde Weißkeißel.

3.    Estland

De volgende beperkingszones II in Estland:

— 
Eesti Vabariik (välja arvatud Hiiu maakond).

4.    Letland

De volgende beperkingszones II in Letland:

— 
Aizkraukles novads,
— 
Alūksnes novads,
— 
Augšdaugavas novads,
— 
Ādažu novads,
— 
Balvu novads,
— 
Bauskas novads,
— 
Cēsu novads,
— 
Dienvidkurzemes novada Aizputes, Cīravas, Lažas, Kalvenes, Kazdangas, Durbes, Dunalkas, Tadaiķu, Vecpils, Bārtas, Sakas, Bunkas, Priekules, Gramzdas, Kalētu, Virgas, Dunikas, Embūtes, Vaiņodes pagasts, Aizputes, Durbes, Pāvilostas, Priekules pilsēta,
— 
Dobeles novads,
— 
Gulbenes novads,
— 
Jelgavas novads,
— 
Jēkabpils novads,
— 
Krāslavas novads,
— 
Kuldīgas novads,
— 
Ķekavas novads,
— 
Limbažu novads,
— 
Līvānu novads,
— 
Ludzas novada Cirmas, Pureņu, Ņukšu, Pildas, Rundēnu, Istras, Pasienes, Zvirgzdenes, Blontu, Pušmucovas, Mērdzenes, Mežvidu, Salnavas, Malnavas, Goliševas pagasts, Līdumnieku pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V508 un upes Kurjanka no autoceļa V510 līdz Krievijas Federācijas robežai, Ciblas pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V508, V511, Isnaudas pagasta daļa uz ziemeļrietumiem no autoceļa V511, V506, Lauderu pagasta daļa uz dienvidrietumiem no autoceļa V544, V514, V539, Zaļesjes pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V539, V513, P52 un A12, Kārsavas, Ludzas pilsēta,
— 
Madonas novads,
— 
Mārupes novads,
— 
Ogres novads,
— 
Olaines novads,
— 
Preiļu novads,
— 
Rēzeknes novads,
— 
Ropažu novada Garkalnes, Ropažu pagasts, Stopiņu pagasta daļa, kas atrodas uz austrumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes, Vangažu pilsēta,
— 
Salaspils novads,
— 
Saldus novads,
— 
Saulkrastu novads,
— 
Siguldas novads,
— 
Smiltenes novads,
— 
Talsu novads,
— 
Tukuma novads,
— 
Valkas novads,
— 
Valmieras novads,
— 
Varakļānu novads,
— 
Ventspils novada Ances, Jūrkalnes, Popes, Puzes, Ugāles, Usmas, Zlēku pagasts, Tārgales pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa A10,
— 
Daugavpils valstspilsētas pašvaldība,
— 
Jelgavas valstspilsētas pašvaldība,
— 
Jūrmalas valstspilsētas pašvaldība,
— 
Rēzeknes valstspilsētas pašvaldība.

5.    Litouwen

De volgende beperkingszones II in Litouwen:

— 
Alytaus miesto savivaldybė,
— 
Alytaus rajono savivaldybė,
— 
Anykščių rajono savivaldybė,
— 
Akmenės rajono savivaldybė,
— 
Birštono savivaldybė,
— 
Biržų miesto savivaldybė,
— 
Biržų rajono savivaldybė,
— 
Druskininkų savivaldybė,
— 
Elektrėnų savivaldybė,
— 
Ignalinos rajono savivaldybė,
— 
Jonavos rajono savivaldybė,
— 
Joniškio rajono savivaldybė,
— 
Jurbarko rajono savivaldybė: Eržvilko, Girdžių, Jurbarko miesto, Jurbarkų, Raudonės, Šimkaičių, Skirsnemunės, Smalininkų, Veliuonos ir Viešvilės seniūnijos,
— 
Kaišiadorių rajono savivaldybė,
— 
Kalvarijos savivaldybė,
— 
Kauno miesto savivaldybė,
— 
Kauno rajono savivaldybė: Akademijos, Alšėnų, Batniavos, Ežerėlio, Domeikavos, Garliavos, Garliavos apylinkių, Karmėlavos, Kulautuvos, Lapių, Linksmakalnio, Neveronių, Raudondvario, Ringaudų, Rokų, Samylų, Taurakiemio, Vandžiogalos, Užliedžių, Vilkijos, ir Zapyškio seniūnijos, Babtų seniūnijos dalis į rytus nuo kelio A1, ir Vilkijos apylinkių seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio Nr. 1907,
— 
Kazlų rūdos savivaldybė,
— 
Kelmės rajono savivaldybė,
— 
Kėdainių rajono savivaldybė: Dotnuvos, Gudžiūnų, Kėdainių miesto, Krakių, Pelėdnagių, Surviliškio, Šėtos, Truskavos, Vilainių ir Josvainių seniūnijos dalis į šiaurę ir rytus nuo kelio Nr. 229 ir Nr. 2032,
— 
Klaipėdos rajono savivaldybė: Judrėnų, Endriejavo ir Veiviržėnų seniūnijos,
— 
Kupiškio rajono savivaldybė,
— 
Kretingos rajono savivaldybė,
— 
Lazdijų rajono savivaldybė,
— 
Marijampolės savivaldybė,
— 
Mažeikių rajono savivaldybė,
— 
Molėtų rajono savivaldybė,
— 
Pagėgių savivaldybė,
— 
Pakruojo rajono savivaldybė,
— 
Panevėžio rajono savivaldybė,
— 
Panevėžio miesto savivaldybė,
— 
Pasvalio rajono savivaldybė,
— 
Radviliškio rajono savivaldybė,
— 
Rietavo savivaldybė,
— 
Prienų rajono savivaldybė,
— 
Plungės rajono savivaldybė: Žlibinų, Stalgėnų, Nausodžio, Plungės miesto, Šateikių ir Kulių seniūnijos,
— 
Raseinių rajono savivaldybė: Betygalos, Girkalnio, Kalnujų, Nemakščių, Pagojukų, Paliepių, Raseinių miesto, Raseinių, Šiluvos, Viduklės seniūnijos,
— 
Rokiškio rajono savivaldybė,
— 
Skuodo rajono savivaldybės: Aleksandrijos, Ylakių, Lenkimų, Mosėdžio, Skuodo ir Skuodo miesto seniūnijos,
— 
Šakių rajono savivaldybė,
— 
Šalčininkų rajono savivaldybė,
— 
Šiaulių miesto savivaldybė,
— 
Šiaulių rajono savivaldybė,
— 
Šilutės rajono savivaldybė,
— 
Širvintų rajono savivaldybė,
— 
Šilalės rajono savivaldybė,
— 
Švenčionių rajono savivaldybė,
— 
Tauragės rajono savivaldybė,
— 
Telšių rajono savivaldybė,
— 
Trakų rajono savivaldybė,
— 
Ukmergės rajono savivaldybė,
— 
Utenos rajono savivaldybė,
— 
Varėnos rajono savivaldybė,
— 
Vilniaus miesto savivaldybė,
— 
Vilniaus rajono savivaldybė,
— 
Vilkaviškio rajono savivaldybė,
— 
Visagino savivaldybė,
— 
Zarasų rajono savivaldybė.

6.    Hongarije

De volgende beperkingszones II in Hongarije:

— 
Békés megye 950150, 950250, 950350, 950450, 950550, 950650, 950660, 950750, 950850, 950860, 951050, 951150, 951250, 951260, 951350, 951450, 951460, 951550, 951650, 951750, 952150, 952250, 952350, 952450, 952550, 952650, 953250, 953260, 953270, 953350, 953450, 953550, 953560, 953950, 954050, 954060, 954150, 956250, 956350, 956450, 956550, 956650 és 956750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,
— 
Borsod-Abaúj-Zemplén megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe,
— 
Fejér megye 403150, 403160, 403250, 403260, 403350, 404250, 404550, 404560, 404570, 405450, 405550, 405650, 406450 és 407050 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,
— 
Hajdú-Bihar megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe,
— 
Heves megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe,
— 
Jász-Nagykun-Szolnok megye 750250, 750550, 750650, 750750, 750850, 750970, 750980, 751050, 751150, 751160, 751250, 751260, 751350, 751360, 751450, 751460, 751470, 751550, 751650, 751750, 751850, 751950, 752150, 752250, 752350, 752450, 752460, 752550, 752560, 752650, 752750, 752850, 752950, 753060, 753070, 753150, 753250, 753310, 753450, 753550, 753650, 753660, 753750, 753850, 753950, 753960, 754050, 754150, 754250, 754360, 754370, 754850, 755550, 755650 és 755750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,
— 
Komárom-Esztergom megye: 250350, 250850, 250950, 251450, 251550, 251950, 252050, 252150, 252350, 252450, 252460, 252550, 252650, 252750, 252850, 252860, 252950, 252960, 253050, 253150, 253250, 253350, 253450 és 253550 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,
— 
Nógrád megye valamennyi vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,
— 
Pest megye 570150, 570250, 570350, 570450, 570550, 570650, 570750, 570850, 570950, 571050, 571150, 571250, 571350, 571650, 571750, 571760, 571850, 571950, 572050, 573550, 573650, 574250, 577250, 580050 és 580150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,
— 
Szabolcs-Szatmár-Bereg megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe.

7.    Polen

De volgende beperkingszones II in Polen:

w województwie warmińsko-mazurskim:
— 
gminy Kalinowo, Stare Juchy, Prostki oraz gmina wiejska Ełk w powiecie ełckim,
— 
powiat elbląski,
— 
powiat miejski Elbląg,
— 
powiat gołdapski,
— 
powiat piski,
— 
powiat bartoszycki,
— 
powiat olecki,
— 
powiat giżycki,
— 
powiat braniewski,
— 
powiat kętrzyński,
— 
gminy Lubomino i Orneta w powiecie lidzbarskim,
— 
gminy Jedwabno, Szczytno i miasto Szczytno i Świętajno w powiecie szczycieńskim,
— 
powiat mrągowski,
— 
powiat węgorzewski,
— 
gminy Jeziorany, Kolno, część gminy Biskupiec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 57 w powiecie olsztyńskim,
— 
część powiatu ostródzkiego niewymieniona w części III załącznika I,
w województwie podlaskim:
— 
powiat bielski,
— 
powiat grajewski,
— 
powiat moniecki,
— 
powiat sejneński,
— 
gminy Łomża, Piątnica, Jedwabne, Przytuły i Wizna w powiecie łomżyńskim,
— 
powiat miejski Łomża,
— 
część powiatu siemiatyckiego niewymieniona w części III załącznika I,
— 
powiat hajnowski,
— 
gminy Ciechanowiec, Klukowo, Szepietowo, Kobylin-Borzymy, Nowe Piekuty, Sokoły i część gminy Kulesze Kościelne położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie wysokomazowieckim,
— 
gmina Rutki i część gminy Kołaki Kościelne położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie zambrowskim,
— 
gminy Mały Płock i Stawiski w powiecie kolneńskim,
— 
powiat białostocki,
— 
powiat suwalski,
— 
powiat miejski Suwałki,
— 
powiat augustowski,
— 
powiat sokólski,
— 
powiat miejski Białystok,
w województwie mazowieckim:
— 
gminy Domanice, Korczew, Kotuń, Mordy, Paprotnia, Przesmyki, Siedlce, Skórzec, Wiśniew, Wodynie, Zbuczyn w powiecie siedleckim,
— 
powiat miejski Siedlce,
— 
gminy Ceranów, Jabłonna Lacka, Kosów Lacki, Repki, Sabnie, Sterdyń w powiecie sokołowskim,
— 
powiat łosicki,
— 
powiat sochaczewski,
— 
gminy Policzna, Przyłęk, Tczów i Zwoleń w powiecie zwoleńskim,
— 
powiat kozienicki,
— 
gminy Chotcza i Solec nad Wisłą w powiecie lipskim,
— 
gminy Gózd, Jastrzębia, Jedlnia Letnisko, Pionki z miastem Pionki, Skaryszew, Jedlińsk, Przytyk, Zakrzew, część gminy Iłża położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9, część gminy Wolanów położona na północ od drogi nr 12 w powiecie radomskim,
— 
gminy Bodzanów, Słubice, Wyszogród i Mała Wieś w powiecie płockim,
— 
powiat nowodworski,
— 
gminy Czerwińsk nad Wisłą, Naruszewo, Załuski w powiecie płońskim,
— 
gminy: miasto Kobyłka, miasto Marki, miasto Ząbki, miasto Zielonka w powiecie wołomińskim,
— 
gminy Borowie, Garwolin z miastem Garwolin, Miastków Kościelny, Parysów, Pilawa, część gminy Wilga położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Wilga biegnącą od wschodniej granicy gminy do ujścia do rzeki Wisły, część gminy Górzno położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Łąki i Górzno biegnącą od wschodniej granicy gminy, następnie od miejscowości Górzno na północ od drogi nr 1328W biegnącej do drogi nr 17, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od drogi nr 17 do zachodniej granicy gminy przez miejscowości Józefów i Kobyla Wola w powiecie garwolińskim,
— 
gminy Boguty – Pianki, Brok, Zaręby Kościelne, Nur, Małkinia Górna, część gminy wiejskiej Ostrów Mazowiecka położona na południe od miasta Ostrów Mazowiecka i na południowy - wschód od linii wyznaczonej przez drogę S8 biegnącą od południowej granicy miasta Ostrów Mazowiecka w powiecie ostrowskim,
— 
część gminy Sadowne położona na północny- zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową, część gminy Łochów położona na północny – zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie węgrowskim,
— 
część gminy Brańszczyk położona na południowy – wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S8 w powiecie wyszkowskim,
— 
gminy Chlewiska i Szydłowiec w powiecie szydłowieckim,
— 
gminy Cegłów, Dębe Wielkie, Halinów, Latowicz, Mińsk Mazowiecki i miasto Mińsk Mazowiecki, Mrozy, Siennica, miasto Sulejówek w powiecie mińskim,
— 
powiat otwocki,
— 
powiat warszawski zachodni,
— 
powiat legionowski,
— 
powiat piaseczyński,
— 
powiat pruszkowski,
— 
powiat grójecki,
— 
powiat grodziski,
— 
powiat żyrardowski,
— 
powiat białobrzeski,
— 
powiat przysuski,
— 
powiat miejski Warszawa,
w województwie lubelskim:
— 
powiat bialski,
— 
powiat miejski Biała Podlaska,
— 
gminy Batorz, Godziszów, Janów Lubelski, Modliborzyce w powiecie janowskim,
— 
gminy Janowiec, Kazimierz Dolny, Końskowola, Kurów, Markuszów, Nałęczów, Puławy z miastem Puławy, Wąwolnica i Żyrzyn w powiecie puławskim,
— 
gminy Nowodwór, miasto Dęblin i część gminy Ryki położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową powiecie ryckim,
— 
gminy Adamów, Krzywda, Stoczek Łukowski z miastem Stoczek Łukowski, Wola Mysłowska, Trzebieszów, Stanin, Wojcieszków, gmina wiejska Łuków i miasto Łuków w powiecie łukowskim,
— 
powiat lubelski,
— 
powiat miejski Lublin,
— 
gminy Niedźwiada, Ostrówek, Ostrów Lubelski, Serniki, Uścimów i Lubartów z miastem Lubartów w powiecie lubartowskim,
— 
powiat łęczyński,
— 
powiat świdnicki,
— 
gminy Fajsławice, Gorzków, Izbica, Krasnystaw z miastem Krasnystaw, Kraśniczyn, Łopiennik Górny, Siennica Różana i część gminy Żółkiewka położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 842 w powiecie krasnostawskim,
— 
gminy Chełm, Ruda – Huta, Sawin, Rejowiec, Rejowiec Fabryczny z miastem Rejowiec Fabryczny, Siedliszcze, Wierzbica, Żmudź, Dorohusk, Dubienka, Kamień, Leśniowice, Wojsławice w powiecie chełmskim,
— 
powiat miejski Chełm,
— 
część powiatu kraśnickiego niewymieniona w części III załącznika I,
— 
powiat opolski,
— 
powiat parczewski,
— 
powiat włodawski,
— 
powiat radzyński,
— 
powiat miejski Zamość,
— 
gminy Sitno, Skierbieszów, Stary Zamość, Zamość w powiecie zamojskim,
w województwie podkarpackim:
— 
część powiatu stalowowolskiego niewymieniona w części III załącznika I,
— 
gminy Oleszyce, Lubaczów z miastem Lubaczów w powiecie lubaczowskim,
— 
część gminy Kamień położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19, część gminy Sokołów Małopolski położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 875 w powiecie rzeszowskim,
— 
gminy Cmolas, Majdan Królewski i Niwiska powiecie kolbuszowskim,
— 
gminy Grodzisko Dolne, część gminy wiejskiej Leżajsk położona na południe od miasta Leżajsk oraz na zachód od linii wyznaczonej przez rzekę San, w powiecie leżajskim,
— 
gmina Jarocin, część gminy Harasiuki położona na północ od linii wyznaczona przez drogę nr 1048 R, część gminy Ulanów położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Tanew, część gminy Nisko położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 oraz na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 19, część gminy Jeżowe położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 w powiecie niżańskim,
— 
powiat tarnobrzeski,
— 
część gminy wiejskiej Przeworsk położona na zachód od miasta Przeworsk i na zachód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 biegnącą od granicy z gminą Tryńcza do granicy miasta Przeworsk, część gminy Zarzecze położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1594R biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Zarzecze oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogi nr 1617R oraz 1619R biegnącą do południowej granicy gminy oraz na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Mleczka w powiecie przeworskim,
w województwie pomorskim:
— 
gminy Dzierzgoń i Stary Dzierzgoń w powiecie sztumskim,
— 
gmina Stare Pole w powiecie malborskim,
gminy Stegny, Sztutowo i część gminy Nowy Dwór Gdański położona na północny - wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie nowodworskim,
w województwie świętokrzyskim:
— 
gmina Tarłów i część gminy Ożarów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 74 w powiecie opatowskim,
— 
część gminy Brody położona na zachód od linii kolejowej biegnącej od miejscowości Marcule i od północnej granicy gminy przez miejscowości Klepacze i Karczma Kunowska do południowej granicy gminy oraz na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 i na północny - wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 0618T biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie oraz przez drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy i część gminy Mirzec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno – wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim,
— 
gmina Gowarczów, część gminy Końskie położona na wschód od linii kolejowej, część gminy Stąporków położona na północ od linii kolejowej w powiecie koneckim,
w województwie lubuskim:
— 
gminy Bogdaniec, Deszczno, Kłodawa, Kostrzyn nad Odrą, Santok, Witnica w powiecie gorzowskim,
— 
powiat miejski Gorzów Wielkopolski,
— 
gminy Drezdenko, Strzelce Krajeńskie, Stare Kurowo, Zwierzyn w powiecie strzelecko – drezdeneckim,
— 
powiat żarski,
w województwie dolnośląskim:
— 
powiat zgorzelecki,
— 
gminy Grębocice i Polkowice w powiecie polkowickim,
— 
gmina Rudna w powiecie lubińskim,
w województwie wielkopolskim:
— 
gminy Przemęt i Wolsztyn w powiecie wolsztyńskim,
— 
gmina Wielichowo część gminy Kamieniec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 i część gminy Rakoniewice położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 305 w powiecie grodziskim,
— 
gminy Wijewo, Włoszakowice, część gminy Lipno położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5 i część gminy Święciechowa położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 oraz na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5 w powiecie leszczyńskim,
— 
część gminy Śmigiel położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5 w powiecie kościańskim,
— 
powiat obornicki,
— 
część gminy Połajewo na położona na południe od drogi łączącej miejscowości Chraplewo, Tarnówko-Boruszyn, Krosin, Jakubowo, Połajewo - ul. Ryczywolska do północno-wschodniej granicy gminy w powiecie czarnkowsko-trzcianeckim,
— 
gmina Suchy Las, część gminy wiejskiej Murowana Goślina położona na północ od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy miasta Murowana Goślina do północno-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Rokietnica położona na północ i na wschód od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy gminy w miejscowości Krzyszkowo do południowej granicy gminy w miejscowości Kiekrz w powiecie poznańskim,
— 
część gminy Szamotuły położona na wschód od wschodniej granicy miasta Szamotuły i na północ od linii kolejowej biegnącej od południowej granicy miasta Szamotuły do południowo-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Obrzycko położona na wschód od drogi nr 185 łączącej miejscowości Gaj Mały, Słopanowo i Obrzycko do północnej granicy miasta Obrzycko, a następnie na wschód od drogi przebiegającej przez miejscowość Chraplewo w powiecie szamotulskim,
— 
gmina Malanów, część gminy Tuliszków położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 72 biegnącej od wschodniej granicy gminy do miasta Turek, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 443 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 72 w mieście Turek do zachodniej granicy gminy w powiecie tureckim,
— 
część gminy Rychwał położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 25 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Rychwał, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 443 biegnącą od skrzyżowania z drogę nr 25 w miejscowości Rychwał do wschodniej granicy gminy w powiecie konińskim,
— 
gmina Mycielin, część gminy Stawiszyn położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 25 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Zbiersk, a następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Zbiersk – Łyczyn – Petryki biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 25 do południowej granicy gminy, część gminy Ceków- Kolonia położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Młynisko – Morawin - Janków w powiecie kaliskim,
w województwie łódzkim:
— 
gminy Białaczów, Drzewica, Opoczno i Poświętne w powiecie opoczyńskim,
— 
gminy Biała Rawska, Regnów i Sadkowice w powiecie rawskim,
— 
gmina Kowiesy w powiecie skierniewickim,
w województwie zachodniopomorskim:
— 
gmina Boleszkowice i część gminy Dębno położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 126 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 23 w miejscowości Dębno, następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 23 do skrzyżowania z ul. Jana Pawła II w miejscowości Cychry, następnie na południe od ul. Jana Pawła II do skrzyżowania z ul. Ogrodową i dalej na południe od linii wyznaczonej przez ul. Ogrodową, której przedłużenie biegnie do wschodniej granicy gminy w powiecie myśliborskim,
— 
gminy Cedynia, Chojna, Mieszkowice, Moryń, Trzcińsko – Zdrój w powiecie gryfińskim.

8.    Slowakije

De volgende beperkingszones II in Slowakije:
— 
the whole district of Gelnica,
— 
the whole district of Poprad
— 
the whole district of Spišská Nová Ves,
— 
the whole district of Levoča,
— 
the whole district of Kežmarok
— 
in the whole district of Michalovce except municipalities included in zone III,
— 
the whole district of Košice-okolie,
— 
the whole district of Rožnava,
— 
the whole city of Košice,
— 
the whole district of Sobrance,
— 
the whole district of Vranov nad Topľou,
— 
the whole district of Humenné except municipalities included in zone III,
— 
the whole district of Snina,
— 
the whole district of Prešov,
— 
in the whole district of Sabinov,
— 
in the district of Stropkov, the whole municipalities of Bžany, Lomné, Kručov, Nižná Olšava, Miňovce, Turany nad Ondavou, Vyšný Hrabovec, Tokajík, Mrázovce, Breznica, Brusnica, Krišľovce, Jakušovce, Kolbovce,
— 
in the district of Svidník, the whole municipalities of Dukovce, Želmanovce, Kuková, Kalnište, Lužany pri Ondave, Lúčka, Giraltovce, Kračúnovce, Železník, Kobylince, Mičakovce, Fijaš,
— 
the whole district of Bardejov,
— 
the whole district of Stará Ľubovňa,
— 
the whole district of Revúca,
— 
the whole district of Rimavská Sobota,
— 
in the district of Veľký Krtíš, the whole municipalities not included in part I,
— 
the whole district of Lučenec,
— 
the whole district of Poltár
— 
the whole district of Zvolen,
— 
the whole district of Detva,
— 
in the district of Krupina the whole municipalities of Senohrad, Horné Mladonice, Dolné Mladonice, Čekovce, Lackov, Zemiansky Vrbovok, Kozí Vrbovok, Čabradský Vrbovok, Cerovo, Trpín, Litava,
— 
In the district of Banska Bystica, the whole municipalites of Kremnička, Malachov, Badín, Vlkanová, Hronsek, Horná Mičiná, Dolná Mičiná, Môlča Oravce, Čačín, Čerín, Bečov, Sebedín, Dúbravica, Hrochoť, Poniky, Strelníky, Povrazník, Ľubietová, Brusno, Banská Bystrica,
— 
the whole district of Brezno,
— 
in the district of Liptovsky Mikuláš, the municipalities of Važec, Malužiná, Kráľova lehota, Liptovská Porúbka, Nižná Boca, Vyšná Boca a Východná – a part of municipality south of the highway D1.

DEEL III

1.    Bulgarije

De volgende beperkingszones III in Bulgarije:

— 
the whole region of Gabrovo,
— 
the whole region of Lovech,
— 
the whole region of Montana,
— 
the Pazardzhik region:
— 
the whole municipality of Pazardzhik,
— 
the whole municipality of Panagyurishte,
— 
the whole municipality of Lesichevo,
— 
the whole municipality of Septemvri,
— 
the whole municipality of Strelcha,
— 
the Pleven region:
— 
the whole municipality of Belene,
— 
the whole municipality of Gulyantzi,
— 
the whole municipality of Dolna Mitropolia,
— 
the whole municipality of Dolni Dabnik,
— 
the whole municipality of Iskar,
— 
the whole municipality of Knezha,
— 
the whole municipality of Nikopol,
— 
the whole municipality of Pordim,
— 
the whole municipality of Cherven bryag,
— 
the Plovdiv region
— 
the whole municipality of Hisar,
— 
the whole municipality of Suedinenie,
— 
the whole municipality of Maritsa
— 
the whole municipality of Rodopi,
— 
the whole municipality of Plovdiv,
— 
the Ruse region:
— 
the whole municipality of Dve mogili,
— 
the Shumen region:
— 
the whole municipality of Veliki Preslav,
— 
the whole municipality of Venetz,
— 
the whole municipality of Varbitza,
— 
the whole municipality of Kaolinovo,
— 
the whole municipality of Novi pazar,
— 
the whole municipality of Smyadovo,
— 
the whole municipality of Hitrino,
— 
the Silistra region:
— 
the whole municipality of Alfatar,
— 
the whole municipality of Glavinitsa,
— 
the whole municipality of Dulovo
— 
the whole municipality of Kaynardzha,
— 
the whole municipality of Tutrakan,
— 
the Sliven region:
— 
the whole municipality of Kotel,
— 
the whole municipality of Nova Zagora,
— 
the whole municipality of Tvarditza,
— 
the Targovishte region:
— 
the whole municipality of Antonovo,
— 
the whole municipality of Omurtag,
— 
the whole municipality of Opaka,
— 
the Vidin region,
— 
the whole municipality of Belogradchik,
— 
the whole municipality of Boynitza,
— 
the whole municipality of Bregovo,
— 
the whole municipality of Gramada,
— 
the whole municipality of Dimovo,
— 
the whole municipality of Kula,
— 
the whole municipality of Makresh,
— 
the whole municipality of Novo selo,
— 
the whole municipality of Ruzhintzi,
— 
the whole municipality of Chuprene,
— 
the Veliko Tarnovo region:
— 
the whole municipality of Veliko Tarnovo,
— 
the whole municipality of Gorna Oryahovitza,
— 
the whole municipality of Elena,
— 
the whole municipality of Zlataritza,
— 
the whole municipality of Lyaskovetz,
— 
the whole municipality of Pavlikeni,
— 
the whole municipality of Polski Trambesh,
— 
the whole municipality of Strazhitza,
— 
the whole municipality of Suhindol,
— 
the whole region of Vratza,
— 
in Varna region:
— 
the whole municipality of Avren,
— 
the whole municipality of Beloslav,
— 
the whole municipality of Byala,
— 
the whole municipality of Dolni Chiflik,
— 
the whole municipality of Devnya,
— 
the whole municipality of Dalgopol,
— 
the whole municipality of Provadia,
— 
the whole municipality of Suvorovo,
— 
the whole municipality of Varna,
— 
the whole municipality of Vetrino,
— 
in Burgas region:
— 
the whole municipality of Burgas,
— 
the whole municipality of Kameno,
— 
the whole municipality of Malko Tarnovo,
— 
the whole municipality of Primorsko,
— 
the whole municipality of Sozopol,
— 
the whole municipality of Sredets,
— 
the whole municipality of Tsarevo,
— 
the whole municipality of Sungurlare,
— 
the whole municipality of Ruen,
— 
the whole municipality of Aytos.

2.    Duitsland

De volgende beperkingszones III in Duitsland:

Bundesland Brandenburg:
— 
Landkreis Spree Neiße:
— 
Gemeinde Forst (Lausitz) mit den Gemarkungen Forst (Lausitz), Klein Jamno, Groß Jamno, Groß Bademeusel und Klein Bademeusel,
— 
Gemeinde Wiesengrund,
— 
Gemeinde Neuhausen/ Spree mit den Gemarkungen Sergen, Komptendorf, Laubsdorf, Gablenz, Drieschnitz, Kahsel und Bagenz,
— 
Gemeinde Spremberg mit den Gemarkungen Groß Luja, Türkendorf, Schönheide, Lieskau, Hornow und Wadelsdorf,
— 
Gemeinde Neiße-Malxetal,
— 
Gemeinde Döbern,
— 
Gemeinde Tschernitz,
— 
Gemeinde Felixsee,
— 
Gemeinde Groß Schacksdorf-Simmersdorf,
— 
Gemeinde Jämlitz-Klein Düben,
— 
Landkreis Märkisch-Oderland:
— 
Gemeinde Bleyen-Genschmar mit der Gemarkung Genschmar,
— 
Gemeinde Bliesdorf nur Bliesdorf östlicher Teil, begrenzt aus Richtung Gemarkungsgrenze Neutrebbin entlang der Bahnlinie bis Straße „Sophienhof“ dieser östlich folgend bis „Ruesterchengraben“, weiter entlang Feldweg an den Windrädern Richtung „Herrnhof“, weiter entlang „Letschiner Hauptgraben“ bis Gemarkungsgrenze Alttrebbin,
— 
Gemeinde Letschin,
— 
Gemeinde Gusow-Platkow mit den Gemarkungen Gusow nördlicher Teil ab Gemarkungsgrenze Langsow, den „Zielgraben“ folgend über „Tergelgraben“ bis „Alte Oder“, Platkow östlicher Teil, begrenzt durch „Alte Oder“,
— 
Gemeinde Neulewin mit den Gemarkungen Güstebieser Loose, Heinrichsdorf, Karlshof, Kerstenbruch, Neulewin, Neulietzegöricke und Rüsterwerder,
— 
Gemeinde Neutrebbin mit den Gemarkungen Altbarnim, Altlewin, Alttrebbin, Neutrebbin und Wuschewier,
— 
Gemeinde Seelow mit der Gemarkung Langsow nur nördlicher Teil ab Gemarkungsgrenze Buschdorf der „Buschdorfer Str.“/L37 folgend bis Feldweg, diesem folgend über Gehöft „Buschdorf 6“ über Acker bis Entwässerungsgraben, diesem südlich folgend bis „Feldweg“, diesem folgend Richtung „Eichwaldgraben“ bis Gemarkungsgrenze Gusow,
— 
Gemeinde Wriezen mit den Gemarkungen Altwriezen östlicher Teil begrenzt durch Feldweg von Straße Altwriezen Richtung „Wallgraben“; Beauregard und Eichwerder,
— 
Gemeinde Zechin,
— 
Gemeinde Neuhardenberg mit den Gemarkungen Altfriedland östlicher Teil ab Gemarkungsgrenze Neuhardenberg/Neufriedland, dem Feldweg folgend bis „Grubscher Graben“, Neuhardenberg östlicher Teil ab Gemarkungsgrenze Quappendorf entlang dem „Quappendorfer Kanal“ bis Gemarkungsgrenze Altfriedland und Quappendorf,
Bundesland Sachsen:
— 
Landkreis Görlitz:
— 
Gemeinde Groß Düben nördlich S126 und K8478,
— 
Gemeinde Stadt Bad Muskau mit dem Gemeindeteil Kleine Mühle,
— 
Gemeinde Stadt Bad Muskau mit dem Gemeindeteil Köbeln nördlich des Föhrenfließ.

3.    Italië

De volgende beperkingszones III in Italië:

— 
tutto il territorio della Sardegna.

4.    Letland

De volgende beperkingszones III in Letland:

— 
Ventspils novada Vārves, Užavas, Piltenes, Ziru pagasts un Tārgales pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa A10, Piltenes pilsēta,
— 
Ludzas novada Briģu, Nirzas pagasts, Līdumnieku pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V508 un upes Kurjanka posmā no autoceļa V510 līdz Krievijas Federācijas robežai, Ciblas pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V508, V511, Isnaudas pagasta daļa uz dienvidaustrumiem no autoceļa V511, V506, Lauderu pagasta daļa uz ziemeļaustrumiem no autoceļa V544, V514, V539, Zaļesjes pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V539, V513, P52 un A12, Zilupes pilsēta.

5.    Litouwen

De volgende beperkingszones III in Litouwen:

— 
Jurbarko rajono savivaldybė: Seredžiaus ir Juodaičių seniūnijos,
— 
Kauno rajono savivaldybė: Čekiškės seniūnija, Babtų seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio A1ir Vilkijos apylinkių seniūnijos dalis į rytus nuo kelio Nr. 1907,
— 
Kėdainių rajono savivaldybė: Pernaravos seniūnija ir Josvainių seniūnijos pietvakarinė dalis tarp kelio Nr. 229 ir Nr. 2032,
— 
Plungės rajono savivaldybė: Alsėdžių, Babrungo, Paukštakių, Platelių ir Žemaičių Kalvarijos seniūnijos,
— 
Raseinių rajono savivaldybė: Ariogalos ir Ariogalos miesto seniūnijos,
— 
Skuodo rajono savivaldybės: Barstyčių, Notėnų ir Šačių seniūnijos.

6.    Polen

De volgende beperkingszones III in Polen:

w województwie warmińsko-mazurskim:
— 
powiat działdowski,
— 
powiat nidzicki,
— 
powiat iławski,
— 
powiat nowomiejski,
— 
gminy Dąbrówno, Grunwald i Ostróda z miastem Ostróda w powiecie ostródzkim,
— 
część powiatu olsztyńskiego niewymieniona w części II załącznika I,
— 
gminy Kiwity i Lidzbark Warmiński z miastem Lidzbark Warmiński w powiecie lidzbarskim,
— 
powiat miejski Olsztyn,
— 
gminy Dźwierzuty, Pasym w powiecie szczycieńskim,
w województwie mazowieckim:
— 
gminy Łaskarzew z miastem Łaskarzew, Maciejowice, Sobolew, Trojanów, Żelechów, część gminy Wilga położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Wilga biegnącą od wschodniej granicy gminy do ujścia do rzeki Wisły, część gminy Górzno położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Łąki i Górzno biegnącą od wschodniej granicy gminy, następnie od miejscowości Górzno na południe od drogi nr 1328W biegnącej do drogi nr 17, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od drogi nr 17 do zachodniej granicy gminy przez miejscowości Józefów i Kobyla Wola w powiecie garwolińskim,
— 
część gminy Iłża położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 w powiecie radomskim,
— 
gmina Kazanów w powiecie zwoleńskim,
— 
gminy Ciepielów, Lipsko, Rzeczniów i Sienno w powiecie lipskim,
— 
część powiatu żuromińskiego niewymieniona w części I załącznika I,
— 
część powiatu mławskiego niewymieniona w części I załącznika I,
w województwie lubelskim:
— 
powiat tomaszowski,
— 
gmina Białopole w powiecie chełmskim,
— 
gmina Rudnik i część gminy Żółkiewka położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 842 w powiecie krasnostawskim,
— 
gminy Adamów, Grabowiec, Komarów – Osada, Krasnobród, Łabunie, Miączyn, Nielisz, Radecznica, Sułów, Szczebrzeszyn, Zwierzyniec w powiecie zamojskim,
— 
powiat biłgorajski,
— 
powiat hrubieszowski,
— 
gminy Dzwola, Chrzanów i Potok Wielki w powiecie janowskim,
— 
gminy Gościeradów i Trzydnik Duży w powiecie kraśnickim,
— 
gmina Serokomla w powiecie łukowskim,
— 
gminy Abramów, Kamionka, Michów, Firlej, Jeziorzany, Kock w powiecie lubartowskim,
— 
gminy Kłoczew, Stężyca, Ułęż i część gminy Ryki położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie ryckim,
— 
gmina Baranów w powiecie puławskim,
w województwie podkarpackim:
— 
powiat mielecki,
— 
gminy Radomyśl nad Sanem i Zaklików w powiecie stalowowolskim,
— 
część gminy Ostrów położona na północ od drogi linii wyznaczonej przez drogę nr A4 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 986, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 986 biegnącą od tego skrzyżowania do miejscowości Osieka i dalej na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Osieka_- Blizna w powiecie ropczycko – sędziszowskim,
— 
gminy Czarna, Pilzno, Żyraków i część gminy wiejskiej Dębica położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4 w powiecie dębickim,
— 
gminy Cieszanów, Horyniec – Zdrój, Narol, Stary Dzików i Wielkie Oczy w powiecie lubaczowskim,
— 
gminy Kuryłówka, Nowa Sarzyna, miasto Leżajsk, część gminy wiejskiej Leżajsk położona na północ od miasta Leżajsk oraz część gminy wiejskiej Leżajsk położona na wschód od linii wyznaczonej przez rzekę San, w powiecie leżajskim,
— 
gminy Krzeszów, Rudnik nad Sanem, część gminy Harasiuki położona na południe od linii wyznaczona przez drogę nr 1048 R, część gminy Ulanów położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Tanew, część gminy Nisko położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 oraz na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 19, część gminy Jeżowe położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 w powiecie niżańskim,
— 
gminy Chłopice, Jarosław z miastem Jarosław, Laszki, Wiązownica, Pawłosiów, Radymno z miastem Radymno, w powiecie jarosławskim,
— 
gmina Stubno w powiecie przemyskim,
— 
część gminy Kamień położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 w powiecie rzeszowskim,
— 
gminy Adamówka, Sieniawa, Tryńcza, miasto Przeworsk, część gminy wiejskiej Przeworsk położona na wschód od miasta Przeworsk i na wschód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 biegnącą od granicy z gminą Tryńcza do granicy miasta Przeworsk, część gminy Zarzecze położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1594R biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Zarzecze oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogi nr 1617R oraz 1619R biegnącą do południowej granicy gminy w powiecie przeworskim,
w województwie lubuskim:
— 
powiat słubicki,
— 
powiat krośnieński,
— 
powiat sulęciński,
— 
powiat międzyrzecki,
— 
powiat nowosolski,
— 
powiat wschowski,
— 
powiat świebodziński,
— 
powiat zielonogórski
— 
powiat żagański
— 
powiat miejski Zielona Góra,
w województwie wielkopolskim:
— 
gminy Krzemieniewo, Rydzyna w powiecie leszczyńskim,
— 
gminy Krobia i Poniec w powiecie gostyńskim,
— 
powiat rawicki,
— 
powiat nowotomyski,
— 
gmina Siedlec w powiecie wolsztyńskim,
— 
część gminy Rakoniewice położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 305 w powiecie grodziskim,
— 
powiat międzychodzki,
— 
gmina Pniewy, część gminy Duszniki położona na północny – zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Duszniki, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez ul. Niewierską oraz drogę biegnącą przez miejscowość Niewierz do zachodniej granicy gminy, część gminy Ostroróg położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 186 i 184 biegnące od granicy gminy do miejscowości Ostroróg, a następnie od miejscowości Ostroróg przez miejscowości Piaskowo – Rudki do południowej granicy gminy, część gminy Wronki położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Wartę biegnącą od zachodniej granicy gminy do przecięcia z droga nr 182, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 182 oraz 184 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 182 do południowej granicy gminy, część gminy Szamotuły położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 i drogę łączącą miejscowości Lipnica - Ostroróg w powiecie szamotulskim,
— 
gminy Baranów, Bralin, Perzów, Łęka Opatowska, Rychtal, Trzcinica, część gminy Kępno położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr S8 w powiecie kępińskim,
w województwie dolnośląskim:
— 
powiat górowski,
— 
gminy Prusice i Żmigród w powiecie trzebnickim,
— 
powiat głogowski,
— 
powiat bolesławiecki,
— 
gminy Chocianów, Gaworzyce, Radwanice i Przemków w powiecie polkowickim,
— 
gmina Chojnów i miasto Chojnów w powiecie legnickim,
— 
gmina Zagrodno w powiecie złotoryjskim,
— 
część gminy Wołów położona na północ od linii wyznaczonej prze drogę nr 339 biegnącą od wschodniej granicy gminy do miejscowości Pełczyn, a następnie na północny - wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 339 i łączącą miejscowości Pełczyn – Smogorzówek, część gminy Wińsko polożona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 36 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Wińsko, a nastęnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 36 w miejscowości Wińsko i łączącą miejscowości Wińsko_- Smogorzów Wielki – Smogorzówek w powiecie wołowskim,
— 
część gminy Milicz położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 15 biegnącej od północnej granicy gminy do południowej granicy gminy w miejcowości Lasowice w powiecie milickim,
w województwie świętokrzyskim:
— 
część gminy Brody położona na wschód od linii kolejowej biegnącej od miejscowości Marcule i od północnej granicy gminy przez miejscowości Klepacze i Karczma Kunowska do południowej granicy gminy w powiecie starachowickim,
w województwie łódzkim:
— 
gmina Czarnocin, część gminy Moszczenica położona na zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Moszczenica – Osiedle, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Moszczenica – Osiedle – Kosów do skrzyżowania z drogą nr 12 i dalej na zachód od drogi nr 12 biegnącej od tego skrzyżowania do południowej granicy gminy, część gminy Grabica położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 473 biegnącej od zachodniej granicy gminy do miejscowości Wola Kamocka, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 473 i łączącą miejscowości Wola Kamocka – Papieże Kolonia – Papieże do wschodniej granicy gminy w powiecie piotrkowskim,
— 
gmina Brójce, Tuszyn, Rzgów w powiecie łódzkim wschodnim,
— 
część gminy wiejskiej Pabianice położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S8, część gminy Dłutów położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 485 w powiecie pabianickim,
— 
gminy Bolesławiec, Czastary, Lututów, Łubnice, część gminy Sokolniki położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 4715E, część gminy Galewice położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Przybyłów – Ostrówek – Dąbrówka – Zmyślona w powiecie wieruszowskim,
— 
gminy Biała, Czarnożyły, Skomlin, część gminy Mokrsko położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Krzyworzeka – Mokrsko - Zmyślona – Komorniki – Orzechowiec – Poręby, część gminy Wieluń położona na zachód od miejscowości Wieluń oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Wieluń – Turów – Chotów biegnącą do zachodniej granicy gminy, część gminy Ostrówek położona na zachód od linii wyznaczonej przez rzekę Pyszna w powiecie wieluńskim,
— 
część gminy Złoczew położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 482 biegnącą od zachodniej granicy gminy w miejscowości Uników do miejscowości Złoczew, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 477 biegnącą od miejscowości Złoczew do południowej granicy gminy, część gminy Klonowa położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy gminy, łączącą miejscowości Owieczki - Klonowa – Górka Klonowska - Przybyłów w powiecie sieradzkim,
w województwie opolskim:
— 
część gminy Gorzów Śląski położona na północ od miasta Gorzów Śląski oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 4715E, część gminy Praszka położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 45 w miejscowości Praszka oraz na północ od drogi łączącej miejscowości Praszka - Kowale w powiecie oleskim,
— 
część gminy Byczyna położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 11 w powiecie kluczborskim,
— 
część gminy Namysłów położona na wschód od linii wyznaczonej przez rzekę Głucha w powiecie namysłowskim,
w województwie podlaskim:
— 
gmina Siemiatycze, część gminy Mielnik położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej granicy gminy łączącą miejscowości Borysowszczyzna – Radziwiłówka – Mielnik, część gminy Nurzec- Stacja położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę 693 biegnącej od północnej granicy gminy do miejscowości Żerczyce, następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogi łączące miejscowości Żerczyce - Nurzec-Stacja – Borysowszczyzna do południowej granicy gminy, część gminy Milejczyce położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy łączącą miejscowości Choroszczewo – Pokaniewo – Grabarka – Milejczyce do miejscowości Milejczyce, a następnie na zachód od drogi nr 693 biegnącej od miejscowości Milejczyce do południowej granicy gminy, część gminy Dziadkowice położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy, łączącej miejscowości Zaręby – Dziadkowice – Malewice – Hornowo do wschodniej granicy gminy w powiecie siemiatyckim,
w województwie małopolskim:
— 
gminy Dąbrowa Tarnowska, Radgoszcz, Szczucin w powiecie dąbrowskim,
— 
gminy Lisia Góra, Pleśna, Ryglice, Skrzyszów, Tarnów, Tuchów w powiecie tarnowskim,
— 
powiat miejski Tarnów.

7.    Roemenië

De volgende beperkingszones III in Roemenië:

— 
Zona orașului București,
— 
Județul Constanța,
— 
Județul Satu Mare,
— 
Județul Tulcea,
— 
Județul Bacău,
— 
Județul Bihor,
— 
Județul Bistrița Năsăud,
— 
Județul Brăila,
— 
Județul Buzău,
— 
Județul Călărași,
— 
Județul Dâmbovița,
— 
Județul Galați,
— 
Județul Giurgiu,
— 
Județul Ialomița,
— 
Județul Ilfov,
— 
Județul Prahova,
— 
Județul Sălaj,
— 
Județul Suceava
— 
Județul Vaslui,
— 
Județul Vrancea,
— 
Județul Teleorman,
— 
Județul Mehedinți,
— 
Județul Gorj,
— 
Județul Argeș,
— 
Județul Olt,
— 
Județul Dolj,
— 
Județul Arad,
— 
Județul Timiș,
— 
Județul Covasna,
— 
Județul Brașov,
— 
Județul Botoșani,
— 
Județul Vâlcea,
— 
Județul Iași,
— 
Județul Hunedoara,
— 
Județul Alba,
— 
Județul Sibiu,
— 
Județul Caraș-Severin,
— 
Județul Neamț,
— 
Județul Harghita,
— 
Județul Mureș,
— 
Județul Cluj,
— 
Județul Maramureș.

8.    Slowakije

De volgende beperkingszones III in Slowakije:

— 
In the district of Lučenec: Lučenec a jeho časti, Panické Dravce, Mikušovce, Pinciná, Holiša, Vidiná, Boľkovce, Trebeľovce, Halič, Stará Halič, Tomášovce, Trenč, Veľká nad Ipľom, Buzitka (without settlement Dóra), Prša, Nitra nad Ipľom, Mašková, Lehôtka, Kalonda, Jelšovec, Ľuboreč, Fiľakovské Kováče, Lipovany, Mučín, Rapovce, Lupoč, Gregorova Vieska, Praha,
— 
In the district of Poltár: Kalinovo, Veľká Ves,
— 
the whole district of Trebišov’,
— 
The whole district of Vranov and Topľou,
— 
In the district of Veľký Krtíš: Malé Zlievce, Glabušovce, Olováry, Zombor, Čeláre, Bušince, Kováčovce, Vrbovka, Kiarov, Záhorce, Želovce, Sklabiná, Nová Ves, Obeckov, Dolné Plachtince, Stredné Plachtince, Horné Plachtince, Malý Krtíš, Veľký Krtíš, Modrý kameň, Veľké Straciny, Malé Straciny, Dolné Strháre, Horné Strháre, Pôtor, Horná Strehová, Slovenské Kračany, Chrťany, Závada, Vieska, Dolná strehová, Ľuboriečka, Veľké Zlievce, Muľa, Opatovská Nová ves, Bátorová, Nenince, Pribelce,
— 
In the district of Brezno: Brezno, Čierny Balog, Drábsko, Sihla, Pohronská Polhora, Michalová, Bacúch, Beňuš, Braväcovo, Jarabá, Bystrá, Horná Lehota, Mýto pod ďumbierom, Podbrezová, Osrblie, Hronec, Valaská,
— 
In the district of Humenné: Lieskovec, Myslina, Humenné, Jasenov, Brehov, Závadka, Topoľovka, Hudcovce,
— 
In the district of Michalovce: Strážske, Staré, Oreské, Zbudza, Voľa, Nacina Ves, Pusté Čemerné, Lesné, Rakovec nad Ondavou, Petríkovce, Oborín, Veľké Raškovce, Beša.

▼B




BIJLAGE II

VERSTERKTE BIOBEVEILIGINGSMAATREGELEN VOOR INRICHTINGEN WAAR VARKENS WORDEN GEHOUDEN IN BEPERKINGSZONES I, II EN III

(zoals bedoeld in artikel 16, lid 1, onder b), i))

1. De volgende versterkte biobeveiligingsmaatregelen, zoals bedoeld in artikel 16, lid 1, onder b), i), gelden voor inrichtingen waar varkens worden gehouden in beperkingszones I, II en III in de betrokken lidstaten, in het geval van toegestane verplaatsingen van zendingen van:

a) 

in beperkingszones I, II en III gehouden varkens buiten die zones, overeenkomstig de artikelen 22, 23, 24, 25, 28 en 29;

b) 

van in beperkingszone II gehouden varkens verkregen levende producten buiten die zone, overeenkomstig de artikelen 31 en 32;

c) 

van in beperkingszone II gehouden varkens verkregen dierlijke bijproducten buiten die zone, overeenkomstig de artikelen 35 en 37;

d) 

van in beperkingszones II en III gehouden varkens verkregen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, buiten die zones, overeenkomstig de artikelen 38, 39 en 40.

2. De exploitanten van inrichtingen waar varkens worden gehouden in beperkingszones I, II en III in de betrokken lidstaten zorgen er bij toegestane verplaatsingen buiten die zones voor dat in inrichtingen waar varkens worden gehouden de volgende versterkte biobeveiligingsmaatregelen worden toegepast:

a) 

er mag geen direct of indirect contact zijn tussen gehouden varkens en ten minste:

i) 

andere gehouden varkens van andere inrichtingen;

ii) 

in het wild levende varkens;

b) 

passende hygiënemaatregelen, zoals omkleden en ander schoeisel aantrekken bij het betreden en verlaten van de bedrijfsruimten waar varkens worden gehouden;

c) 

wassen en ontsmetten van de handen en ontsmetten van schoeisel bij de ingang van de bedrijfsruimten waar varkens worden gehouden;

d) 

de afwezigheid van alle contact met gehouden varkens gedurende een periode van ten minste 48 uur na enige jachtactiviteit in verband met in het wild levende varkens, of enig ander contact met in het wild levende varkens;

e) 

een verbod op de binnenkomst van onbevoegde personen of vervoermiddelen in de inrichting, met inbegrip van de bedrijfsruimten, waar varkens worden gehouden;

f) 

adequate registratie van personen en vervoermiddelen die toegang hebben tot de inrichting waar de varkens worden gehouden;

g) 

de bedrijfsruimten en gebouwen van de inrichting waar varkens worden gehouden, moeten:

i) 

zo zijn gebouwd dat geen enkel andere dier de bedrijfsruimten en gebouwen kan binnendringen of in contact kan komen met de gehouden varkens of met hun voeder en strooisel;

ii) 

het wassen en ontsmetten van de handen mogelijk maken;

iii) 

de reiniging en ontsmetting van de bedrijfsruimten mogelijk maken;

iv) 

bij de ingang van de bedrijfsruimten waar varkens worden gehouden over passende voorzieningen voor omkleden en aantrekken van ander schoeisel beschikken;

h) 

veekerende afrastering van ten minste de bedrijfsruimten waar de varkens worden gehouden en de gebouwen waar voeder en strooisel worden bewaard;

i) 

er moet een biobeveiligingsplan voorhanden zijn dat is goedgekeurd door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, rekening houdend met het profiel van de inrichting en de nationale wetgeving; dat bioveiligheidsplan omvat ten minste:

i) 

de inrichting van de „schone” en „vuile” ruimten voor personeel zoals passend bij de typologie van het bedrijf, zoals kleedkamers, douche, eetzaal;

ii) 

het opzetten en, in voorkomend geval, herzien van de logistieke regelingen voor het binnenbrengen van nieuwe gehouden varkens in de inrichting;

iii) 

de procedures voor de reiniging en ontsmetting van de voorzieningen, de vervoersmiddelen en de uitrusting, en voor de hygiëne van het personeel;

iv) 

regels voor levensmiddelen voor het personeel ter plaatse en een verbod op het houden van varkens door het personeel, voor zover relevant en indien toepasbaar;

v) 

speciaal periodiek bewustmakingsprogramma voor het personeel van de inrichting;

vi) 

het opzetten en, in voorkomend geval, herzien van logistieke regelingen om te zorgen voor een goede scheiding tussen de verschillende epidemiologische eenheden en te voorkomen dat varkens direct of indirect in contact komen met dierlijke bijproducten en andere eenheden;

vii) 

de procedures en instructies voor de handhaving van biobeveiligingsvoorschriften tijdens bouw- of herstelwerkzaamheden aan de bedrijfsruimten of gebouwen;

viii) 

interne audit of zelfevaluatie voor de handhaving van de biobeveiligingsmaatregelen.



( 1 ) Voor de toepassing van deze verordening wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.